T Dussenhroek J.A'.zn., exporteiu van
groenten en fruit, Utrecht.
VRIJBUITERS.
lande zal organise ©reu, zal worden bavoi'.
drad, dat do Naosonf ims in. dkxj stad zoo
veel mogelijk Ln alle bioscoop-thea ers tege
lijk zullen worden vertoond. Do wijze van
geldinzameling zal volgens om opgemaakt
plan plaatselijk worden geregeld.
De droogte in 1921!
Do opeenvolging van droge maanden in
1921 is oen zoo zeldzaam voorkomend
verschijnsel, schrijft Prof. Dr. C. van. Ever-
dingen, hoofddirecteur van het Aleteorol
gisch Jnstituut, in „Water en Gas", dat
men tot 1S57 ën 1858 'terug moet gaan
om een dioogteperiodo van dergelijke lengte
te .krijgen.
De vraag o£ een herhaling van de droogte
in .den aanstaanden zomer waarschijnlijk
is, kan niet aiïtters dan op statistische
gïonden worden beantwoord, tenzij 'men
eenigermate kan aangeven, 'waardoor de
droogte werd teweeg gebracht.
Prof. van Everdingen meent, dat de
droogte veroorzaakt is, doordat de hoóge-
drukgordel van de sub tropen zich Noord
waarts verplaatste, en zich uitbreidde, zoo
dat hij modo over onze omgeving kwam
te liggen.
Ook in andere maanden, en eveneens
in 1857, kan de droogte steeds in ver
band gebracht worden met abnormaal hoogo
luchtdrukking.
De bijzonderheid van. het weer van het
vorige jaar was dus, dat een weertoe-
sland, die normaal aan de Middel andsche
iZee wordt aangetroffen, zich ditmaal noor
delijker heeft vertoond
De eenige verklaring, dio voor de ver
plaatsing van het hoog lertrukgebied lrij
de Azoren, en wellicht andere dergelijke
gebieden kan worden gevonden, moet be
rusten op een oorzaak in deze gebieden
zelf, en wel in de groote circulatie der lucht
tusschon het gebied der tropische regens
en dat van de kalmtegordels. Naar onze
voorstelling hangt de intensiteit van deze
geheele circulatie in de eerste plaats van
de onnestraling af, van welke men weet,
dat zij onregelmatige schommelingen ver
toont. De onderstelling is niet te gewaagd,
dat een vrij langdurige, gemiddelde afwij
king van de normale waarde (te sterke
straling), waarvan waarnemingen voor som
mige maanden reeds blijken gaven, voor
de verplaatsing van het hooge-drukgebied
verantwoordelijk is. Nader onderzoek is hier
echter nog gewenscht
Het valt huiten de eigenlijke weerkunde^
naar de oorzaken van de schommelingen
der zonactiviteil te vragen, en ook do
astronomie geeft daarop nog geen afdoend
antwoord vast staat alleen, dat de ver
anderingen tamelijk grillig zijn. Deze weten
schap, gevoegd brj de statistiek, die ons
slechts voor meer dan 60 jaren een der
gelijke droogte toonde^ geeft ons een zeker
vertrouwen, dat de vnj overvloedige regens,
welke de wintermaanden ons tot dusver
hebben gebracht, als een voorbode van
een meer normalen zomer mogen worden
beschouwd.
De sexe van eierm.
Reeds vele methoden zijn uitgedacht om
het geslacht van eieren te bepalen, maar
geen heeft tot nu toe aan de verwach
tingen voldaan.
Een nieuwe methode, waarmee reeds in
Amerika en Frankrijk inet succes is ge
ëxperimenteerd, is onlangs door den heei
D. Lienhart medegedeeld, aan de Acadé
mie des Siences. Deze methode berust
op het feit, dat bij eenzelfde ras de hanen
zwaarder zijn dan de kippen, de manne
lijke kuikens zwaarder dan de 'vrouwe
lijke. .De beer Lienhart had hieruit af
geleid, dat waarschijnlijk het gewicht van
de pieren, waaruit hanen zouden komen,
groot er zou zijn dan dat, van de eieren
die hermen zouden geven.
Deze hypothese weid bewaarheid. Echter
meet men, om resultaten te verkrijgen, aan
de volgende voorwaarden de hand hou
den: slechts proefnemingen doen mri eieren
van hetzelfde ras; slechts eieren van
deszelfde kippen of kippen van denzelMen
ouderdom gebruiken voor een bepaald ex
periment; enkel eieren midden in den leg
tijd nemen, daar het begin of het einde
van den legtijd kleine eieren of eieren, van
onregelmatige grootte geeft.
By deze proefnemingen is gebleken, dat
slechts de zuivere en oude rassen eieren
geven van een constant.gemiddeld gewicht.
Met de eieren van b.v, den leghorn on
de minorca, heeft men geregeld de bevesti
ging van de eerste hypothese verkregen, n.I
een groot overwicht van hanen uit zware
eieren, een groot aantal kippen uit lichte
eieren. I
HssêS WetesgcMfu
Ds Apostel Paulus van Lambert Jacobsz.
De Apostel Paulus van Lambert 'Jacobsz.
op advies van dx. Bredius voor het Frie.
sche Museum te Leeuwarden aangekocht,
is niet alleen een indrukwekkend, maan
in meer dan een opzicht, b.v. uit kunst
historisch oogpunt, belangwekkend sdriL
derrj. Da heer C. B- van Bohemen, wien,
ook op advies van dr. Bredius de verdoe-
king en restauratie opgedragen is, was wel
zoo vriendelijk ons de gelegenheid te ge.
ven, het doek Ln oogenschouw te nemen.
Wie was Lambert Jacobsz.? Hij was vóór
hij zich aan de kunst ging wijden een Men
nonieten prediker in Leeuwarden en aan
dit"feit knoopt zich nog een aardige bi-
zonderheid vast, want toen de schilder, die
o.m. de leermeester was, behalve van zijn
zoon, die later den tegennaam van Van
den Tempel kreeg, ook van Jacob Bakker,
Joris van Schooten en Govert Flinck was,
zich te Kleef bevond, moet zijn eerbied
waardigheid den doorslag hebben gegeven,
aan de vraag of Govert Flinck, wiens
ouders tegen het vrij gevochten artistenbe
staan bezwaren maakten, schilder mocht
worden of niet. De ouders van Rembrand'a
lateren leerling zagen toen, dat men een
schilder kon zijn en toch een respectabel
man.
Het merkwaardige van dit portret is nd
de invloed op Rembrandt wdk» er uif
blijkt. Bijna ten volle en face hel gelaat
even naar links gewend zit de waaidige
apostel-figuur met zijn prachtigen baard,
in puiperkleurigen mantel, een goudkleu
rige dook over de knieën, voor ons, bezig
met een vêei'en pen zijn, hem door de
Goddellijkë inspiratie geopenbaarde, ge
dachten op te teekenen. Aan zijn linker
zijde staat zjjn zwaard met een handvat
in kruisvorm. Men weet niet wat men meer
bewonderen moet, den indruk van eer.
waardigheid welke van deze imposante
Apostelfiguur met zijn prachtigen denkers-
Hop uitgaat, of de meesterlijke schildering
en ©rdonnatie die de grootste der 17'e
ceuwsche schilderschool al dermate aan
kondigt, dat men zich af gaat vragen of
Lambert Jacobsz. misschien niet later toch.
werken van Rembrandt of liever gezien
moet hebben, zóóopvallend is de over.
eenstemming in menscheljjke karakterisee-
ring. Een karakteriseering, welke bij Rem
brandt dan later al dieper is geweest,
maar dan toch in dezelfde lijn zich is
blijven ontwikkelen, vooral daar waar hij
zulko kloeke baardige en toch ook geeste.
lijko heroën konterfeitte.
Do aankoop voor het Priesche Museum
heeft ook een historisch belang, wijl Lam
bert Jacobsz. daar doopsgezind prediker is
geweest. Immerzeel o.a. vermeldt hem en
Vondel wijdde aan hem een vers, bij ge.
tegenheid van zijn huwelijk' met Aachi©
Antonius in 1620.
Faillissementen.
Uitgesproken:
B. S. de Waal, slager en veehandelaar,
Almelo. R.-c.mr. A. C. Lt&endertscur.
mr. H. G. Vette
!A'. J. J. v. d. Laar, koopman en aan.
nemer, IJsselmonde. R..c.jhr. mr. dr. Th.
W. C. Caikocncur.mr. C. Smits.
A. Leeuw, koopman in huishoudelijke
artikelen, Rolde. R..c.mr. J. W. Surigar;
cur.: mr. 'A. W. van Holthe tot Echten.
W. Maltliijsen, winkelier, Gieten. R..c.
en cm-.: als voren,
0,1 "van der Klift. kruidenier, Zierikzee.
R.-c.: mr. A, N. L. Otten; cur.: mr. J.
A. C. van Heusde.
J. Schuitema, landbouwer, Weende gem.
Vlagtwedde. R..c.mr. H. Kuiperscur.
mr. M. Tresling.
C. Verhoeven, winkelier en landbouwer,
Aerdt, gem. Herwen en Aerdt, R..c.mr.
J. H. M. van der Grinten; cur.: mr. J. A.
de Jager.
J. Bioeckx „hotelhouder Bergen op Zoom.
R.-c,: mr. dr. baron de Vos van Steen-
wijk; cur.dr. J. H. van der Meuten,
Bergen op Zoom.
W. Groot, smid, Bovenkarspd. R-c.:
mr. dr. N. Muller; cur.: mr. C. J. dej
Lange.
AI. van Leen, loodgieter, Alkmaar. R,.c.:
mr. A. H. van Beusekomcur.: mr. P. A.
Offers.
L. Turfrever, koopman, te Aimsterdam.
R.-c.mr. J. L. AL Meokmannour.mr,
Th. Folkers,
E. van der Zweep, koopman, gehandeld
hebbend met W. H. Schoegje onder den
firmanaam Eerste Amsterdamsche Parket-
vloeuenfabriek '.t .Vloerenhuis, te Amster.
dam. R.-c.: mr. J. G. Meilink; cur.: mr.
Th. Folkers.
A. M. Keijziesr, kleermaker te Rotterdam.
Curator mr. F. G. Schei tema aldaar
M. W". Koppeïman te Ro.terdam. Curator
mr. A. W. Schipper aldaar 1
W. Meijer, koopman te Rotterdam. Cu-
Talor mx. G. 'IL H van telen (Boc-m aldaar.
Rechtercommissaris in alle, mr. Dl.
Lodder.
N ala tenkdh'a pp en van K. Lakeman en M
Simons, Pumierend. Rech' er-cornmissa ris
mr. A. Maclainei Ront. aurator mr J. Hi J
Simons.
N.V. AfacïruKÏ bii fc Si aal we" k Zaandam,
Rech terjcom miste axis mr. IHL van Loghein de
Josteelin de Jongh, curator als boven.
TV. Versteeg, koopman in porcelain, fenzj
Apeldoorn. Refter-commissaris mr. A. F
HJnpkens van dier Edst; OUrUtor ira/n. J IJ, jUJyl-
weif S e 1 ng, Apeldoorn.
P. Eijmael, Electro-feclmisöh. Installatie-
en Handel shureau, Valkenburg. Reobter-
commisisaxis jhr. dr. Tes'a, cura'or mü F.
Ct. van der Kroon, EGoensjbroék,
Af. van Etp, wed. Th Vogels, koopvfcouw
Best. RsecJteer-comimssaiis mr. Ummels, cu
rator mr. Wl. ÏTekking, Eindhoven.
A. G. van Rosteum, sigarenfabrikant, Val-
kensSvaa.id. Riedhter-commis'aris mr. R de
Afenthon Bake, cura or mr. Gh. M. J Wr.tlox.
G. van H,a.arlem, Instituut Scheevers. te
Hilversum. Reckter-commissaris mr. J.
Wiarda, curator mr. HL Harmensi
M. de Wteijer, gTos'sier in suikerwerken,
Am'teid m. Ite.tetrcomites a is en curator
als voien. f
Geëindigd:
H. Terluin, vroëgör gardenier, Dron.
H. van Adeisherg. handelsagent, Leeu.
warden.
(Nadruk verboden-/
In een hospitaal in het Zuiden van.' En
geland loerde dokter Felix Holt, die door
het Amerikaansche Departement van Oor
log buitenslands was gezonden, de pleeg
zuster Beatrice EU er kennen. De kloeke
jongeman met z'n flink, krachtig uiterlijk,
maakte een sympathieken indrukalles aan
hem verried kracht; vlug was hij met de
daad. en met het woord, precies zeggend
dat wat hij wenschte, zichzelf noch an
deren sparend.
Drie weken na zijn komst ontmoette hij
Beatrice Eller in. een der gangen van het
hospitaal. Zij was een mooi meisje, onge
veer vijf en twintig jaar oud, met een
innemenden glimlach om den fijnen, doch
energieken mond. Zij was een1 pleegzuster
van beteekenis om baar evenwichtigheid*
haar kalme zenuwen, haar nooit bevend©
handen bij de gruwelijkste operatiën, Zij
bezat aen groote macht ov«r haar patiën
ten en vele waren de liaaa- gebrachte hu
welijksaanzoeken; ook vele, die stierven
met ©en glimlach om de witte lippen, om
dat haar mooie gezichtje zich in de laat
ste ure over hou boog.
Toen Holt aan haar- voorbij liep, bleef
hij een o ogen blik staan, haar met zijn
staal-bJauwe oogen doorborend. Zy beant
woordde zijn blik met haar glimlach, dio
geen man kon weerstaan en wat hem
bruusk deed uitvaUen:
„Goeie God, "is u getrouwd?"
„Neen, dokter."
„Je behoorde dit te zijn," veiklaarde
hij, terwijl hij onverwachts weer doorliep
Hij bezat een absolute controle over zijn
geest als over zijn lichaam. Vele dagen
dacht hij niet meer aan haar, omdat hij
dag en nacht in zijn laboratorium werk
zaam was. Ataar toch hield hy haar ver
schyning vast, zooals een knap generaal
eenige troepen in reserve houdt. Hij wis!
dat bij gelegener tijd, hij1 haar n r zijn
gedachten 'terug zou voeren tot- nadere
studie.
Het was bij een operatie, dat hij haar
weder ontmoette. Hij sprak geen woord
met haai- tijdens zijn werk, uitgezonderd
dan dat hij haar de noodzakelijke bevelen
gaf, maar na aQoop bad. hij in détails
haar uiterlijk, haar manieren kunnen be
schrijven.
Eenige dagen hierna ontmoette hij haar
voor de derde maal en dit keer was het
met opzet Hij rookte een sigaret op hel
grasveld, toen zij voorbij hem stapte mei
een pak linnengoed op den arm.
„Er is hier," begon hij, met de hem
eigene, plotselinge onverwachtheid, „een
stroompje op een mijl afstands, van hel
dorp, waar forellen zijn, Alorgen gaat u
met mij daar visschen."
„Dat zou aardig zijn," antwoordde ze
glimlachend terug, „maar ik zal geen hec
len dag eruit kunnen."
„Ik heb alles al voor elkaarmorgen
om half acht staat er een karretje klaar
en onder den bok staat ons mandje pro
viand."
„Maai- ik loop natte voeten op en
er zullen zeker slangen zijn," wierp ze
vaag tegen.
„Misschien een paar slangetjes, maat daar
is u even bang voor als ik voor vlin
ders. En wat uw natte voeten betreft, u
weet best dat u dat wat aardig vindt.
Duswilt u klaar zijn?'
„Ja," antwoordde Beatrice, zooals hij
wel gedacht had.
Den volgenden morgen precies op tijd
reden ze uit. Zy had haar pleegzusteis
eostuum tegen een licht sportpakje ver
wisseld.
„Al ben je misschien niet de allermooi
ste vrouw in Engeland, je bent er toch
na aan toe," fluisterde Felix haar in, ter
wijl hij de teugels greep.
Ze vonden jret stroornp,e en Felix zette
zich vol ijver aan de vischvangst, terwijl
Beatrice bloemen zocht, en zelfs kalm een
slang bij zijn staart greep, de eenige die
ze vonden. Zij lachte en sprong als een
uitgelaten kind; de klem- steeg warm in
haar wangen en Felix, onder den schijn
van ernstige sport-toewijding, veiloor Raar
niet uit ih'et oog.
Tegen twaalf uur werden ei' toebereid
selen voor den lunch gemaakt; een servel
werd er onder de boomen uitgespreid en
de mand vol goeden inhoud geopend.
Toen alles verorberd was, onder veel
gelach en gebabbel, een pijpje en een siga
ret gerookt, koos Felix zich een rustplaats
tegen een boom en sloeg het meisje gade,
dat zich ook had uitgestrekt. Alaar hij
hield het niet uit op dien afstand, en liep
zachtjes- in de richting van haar plaats.
Zij opende de ocgen en glimlachte naar
hem, toen hij naast haar ging ziften; toen
strekte zij haai' hand. naar hem uit.
„Hebben we niet volop pret?" vroeg
zij tevreden.
In plaats van te antwoorden, trok hij
haar bij de hand naar zich toe, zoodat
zij tegen zijn schouder te rusten kwam.
Hij legie zacht zijn arm om haar middel
en zei kalm:
„Ik ga je omhelzen, niet alleen kus ik
je op je wangen, maar ook zoen ik je
mond. Ik doe het ook, al weer je me
af. Je weet, dat ik sterker ben dan jij;
toch zou ik zoo gaarne tevoren weten of
je van plan bent tegen te spartelen
„Neen," zei ze met haar bekoorlijken
lach, „neen, ik geloof eigenlijk, dat ik be
geer door jou gekust te worden"
Hij omvatte haar met zijn armen en
fluisjerde: „jij, heerlijkheid."
Hot was zonsondergang, toen ze huis
waarts reden; lachend lokte zij hem tol
kussen uit:
„Ik doe het nu en wat graag," zei hij.
„maar hoewel mijn houding geen aanspraak
op deugd kan maken, maak ik er ook niel
de minste aanspraak op. Weet wel, Bea
trice, dat ik je niet echt liefheb en- dal
er niet de flauwste kans voor is."
„Ik weet dat," antwoordde ze.
Hij zag haar met een vasten blik aan,
eonigszins verwonderd.
„In dat geval vervallen dan ook nu
maar de ietwat gecompliceerde uitleg
gingen van mijn gedrag, die ik van plan
was voor te dragen. Hier, neem jij nu
eens even de teugels."
jZij deed dit en leunde tegen hem aan
Ten zij het hospitaal bereikten, zei Felix.
„Het is wel wat een vreemde dag ge
weest, Beatrice. Ik vraag me aft f je vol-
dende realiseert het eigenaardige cachet er
van. Wat we deden is absluut onverdedig
naar uitgezonderd ten opzichte van ons
eigen begrip over onze zwakheid en over
onze kracht. Het hangt heelemaal van jou
af of we nog eens weer uit zullen gaan."
„Natuurlijk gaan we nog eens samen,"
antwoordde zij.
Doch van deze plannen gebeurde niet3
Er lagen twee brieven op Holt te wachten
bij zjjn thuiskomst. Een riep hem naar
Amerika terug; de andere brief was het
gewone wekelijksche praatje van zijn
vrouw.
II.
Holt was over het algemeen'ecfn. spraak
zaam man, hoewel hy ook buien kon heb
ben van geslotenheid. Op zijn reis Tan Sn-
gclaiul naar Now-Yark terug behoorde hij
tot de zwijgzamen, wal wol eenige erger
nis bij de mede-passagiers verwekte. Hij
rookte ontelbaar veel pijpjes en ijsbeerde
veel kilometers over' het dek. Om verschil
lende redenen had hij zyn vrouw niet ge
tolegrafeerd. In de eerste plaats had hij
het razend druk gehad voor zijn overhaas!
vertrek, ten tweede was Alüdred, ër niet
de vrouw naar om van zijn plotseling
verschijnen te verschrikken ©n ten derde
had hij er niet ergo behoefte* aan gehad
Hij dacht er niet over om Mildred zijr.
omgang met Beatrice te verzwijgen. Zijn
natuur was niet in staat tot eenige twee
slachligheid, ook al scheen het oneindig
gemakkelijker. Hij kon niet anders dan even
openhartig zijn mot zijn vrouw als met het
Engelsche meiso. Maar voordall hij de
kwestie te berde bracht, w'ilde hij eerst
mol zichzelf absoluut in hot reine zjjn.
Nooit nog gedurende de vier jaren van
zijn huwelijk, had Felix Holt een andere
vrouw aangekeken met eenig begeeren,
maai' hij constateerde iegelijk, dat hij en
Mildred nooit langer dan maar een paai
dagen .van elkaar waren geweest. Nu was
'het al zes maanden, sedert zjj elkaar ge
zien hadden.
Er was geen. kwestie van, dat hij in
gedachten de twee vrouwen, tegen elkaar
op zou wegenhet w<. absoluut overbodig
om zijn gevoelens yoot Mildred uit te
pluizen" .{Die waren niet veranderd, (die
zouden nooit veranderen. Zij was waf geen
andere vrouw op aarde "voor hem zou
kunnen zijn. Voor Beatrice Eller daaren
tegen voelde hij mots,, alteen dan wat mo-
menleelo opwinding. Zy was voor hem
meer een tusschenspel dan een nieuwe
figuur in zijn leven geweest. Hij luul zich
ook heelemaal niet in haai' leven verdiept,
noch in haar belangen. Ilij stond onver-
schdlig tegenover haar, toekomst.
„En toch," peinsde hij, terwyl Jnj den
Oceaan aftuurde, „toch kan ik onmogelijk
zeggen, dat ik spijt heb over wat ge
beurd is. Ik ben zelfs niet zeker, of het
met nog eens kon gebeuren onder derge
lijke omstandigheden. Drommels nog toe,
wat heeit dal allemaal voor zin?"
Na tallooze maJen het dek afgestapt te
hebben, werd het hem duidelijk, dat er
eerst een oplossing zou zijn, zoódra Mildred
de zaak met hem zou hebben besproken.
Jan haar aanvoelen, of liever van liet aan
voelen van hen beiden, nadat alles precies
was verteld, zou het slol-oordeoi afhangen
Hij wist reeds van tevoren, dat er geen
dramatische scène zou plaats liobben.-
Mildred zou naar hem luisteren met dien
lieven, 'httelligenten blikj die haar zoo
boeiend maakte. Zij zou hem precies zeggen
wat zij er van vondals ze dit kon.
Hier nu stokte even zijn redenatie. Jïïj
was verstandig genoeg om te hegrijpen, dal
er iu Alüdred diepten waren, die hij nim
mer nog had gepeild, noch door baar zelf
misschien vermoed. Grooter int u eit 'tus
schen hen beiden was moeüijk m te den
ken en toch, tegenover het hangende pro-
bloem, scheen die opeens van geen be
teekenis; hij stond, wel beschouwd, tocli
eigenlijk als een vreemdeling in Aliidred's
zieleleven. Hij was voldoende op do hoogto
van de resultaten, die dergelijke proces
sen opleveren, maar verder kon hij niet
doordringen. Vatn tot verborgen gebied barer
impulsen, van haar instincten stond hij
even ver als b.v. zijn medereiziger daar,
vlak bij de verschansing.
„En uil ctat ratje-toe is nu waarachtig
je leven gemaakt," bromde hij.
Mildred en hij hadden tot dusver nooit
zeer gecompliceerde problemen behoeven op
te lossen. Daaraan denkende ,stuuTueIJoll
zijn gedachten een andere richting uit. Ge
steld eens, dat de heele toestand juisi
anders om was, dat b.v. Mildred hem ©en
bekentenis had te doenGesteld, dat
zij Arnold Garde eens genomen had als
remedie tegen de eenzaamheid. Felix liet
niet af, deze mbgelykheid goed onder de
oogen te zien. Arnold was een dierbare
vriend van hen beiden, een vrijgezel van
een jaar of veertig. Hy 'wasverbazend
geestig en Felix mocht hem dolgraag, maai
clc voorstelling dat zijn Mildred in Arnold's
armen zou kunnen zinken, maakte hem
razend. Deze ontdekking aan zich zelfver-
schrikte hem niet, doch hij zag wel in,
hoe scheef hy nu stond, als hy zoo
voelde. Hij was nu verre van eerlijk tegen
over Mildred; hij mat met twee maten de
zaak, dio zij moest vergeven. Hij zag in,
dat hij te veel van zijn ©.'gen standpunt
redeneerde, en hij (a-achtte een beteren
kijk op het probleem te krijgen. Het feit,
dat de hypothese ten slotte beruste op de
grootste onwaarschijnlijkheid, dat noch Ar
nold, noch Mildred in staat zouden zijn
tot zoo'n houding, had nu eenmaal niets
te maken met zijn gedachtengang. Hij was
als chirurg gewend te wikken en te wegen,
voordat hij het mes zette in het vleesch,
waarmee leven of dood gemoeid was, en
dus moest hij dezelfde intellectueel® ope
ratie toepassen op abstracte mogelijkheden
Hy streefde er naai', om zoo rechtvaardig
mogelijk te zyn tegenover AHldred, even
als tegenover zich zelf. Bij trachtte zich
nu ook de onvermijdelijke resultaten van
Mildred's logisch reageeren voor te stellen
Of zij zou hem, Vergeven en dan was
het incident voor allytl begraven, of zij
kon hem onmogelijk vergeven, ©n dan. zou
een kloof zich tusschen hen oppenen, of
zij zou vergoving kunnen voorwenden, die
zij niet in waarheid schonk en dan zou
het gebeurde voor altijd als een open wond
hen scheiden. Hy voeldo hoe 'die derde
mogelijkheid de onverdragelijkste was, maar
kon haar joch niet loochenen.
Hel was laat in den avond, toen. de boot
lag gemeerd en Felix in een cab naar zijn
woning reed. De concierge keek hem oven
zonderling aan; hij liep echter regelrecht
naar de lift en opende met zijn sleutel
de huisdeur. Hoewel alles rondom hem
pikdonker was, voelde hij dat de kamers
leeg waren en leeg hadden gestaan dagen
lang. Hij .kon een uitroep van teleurstel,
ling niet onderdrukken en knipte misnoegd
de lichten op. Toen ontdekte hij een brief
op de taM met eeü aan hem bestemd
adxe». AHldred schreef; 1
„Inplaais van dit schrijven op te zenden
naar Engeland, laat ik' T liever hier ach
'er. Ik weet niet, hoe ik je alles zal zee'
gen. Ik hoop zoo dat ja gelukkig ben', ter
wijl je weg bent, zoodat je by je terUg
komst dit alles gemakkelijker zult kunnen
verwerken. Ik kan soms wenschen, Feüx
dat we niet altijd zoo open samen wa'
ren geweest. Er is eigenlijk geen reden'
uitgezonderd dan miju geweten, waarom
ik je dit ooit behoefde mee te deelen. Be:
hiold ik 't voor mezelf, dan "zou dat iu
ons leven waarschijnlijk hoegenaamd geen
verandering brengen, maat ik kan nu een.
maal niets voor ja verzwijgen, wat de ge"
volgen ca- ook» van mogen zijn. Het i3
lichter te,'biechten dan te verzwijger.
Zooals je wel gedacht zult hebben, is
Arnold veel op komen loopen, precies als
wo dat vóór j© reis alle drie hadden be.
praat. Hij begreep, dat ik me veel alleen
voelde en deed alle moeite om me op te
vroolijken. Ik ban er nu op gesteld, dat
je goed zult begrijpen dat niet Arnold
maar ik degeen ben, die de verantwoorde:
lijkheid draag yan' wat geheulde. Het ,i3
mot moeilijk je dat te zeggen, moeilijker
is jou ie doen iuzion do werkelijke ba
tockenis ervan. 'Arnold dan heeft me in
zyn armen genomen en mij gekust ©n
ik heb hem teruggekusl. En Felix, 't el.
lendigsta is, dat ik het ben, die hem daan
toe heb gebracht. ZeLfs nu, als ik mo
voorstel, hoa jy stellig dit alles zult uit.
loggen, zelfs nu nog voel ik geen spijl,
over 't gebeurde.
Ik zal nu probec-reu jou iels uit te leggen,
wat ik ampor zJf kan verklaren.
Ik wod, dal met geen anderen inau, dan
mei Arnold alken, dit kon plaats vinden.
Niet omdat ik hem liefheb; mijn gevoe.
lens voor hem zijn precies nis voorheen,
zoonis ik' hom ook gezegd heb. Alaar bij
was mij zoo na, dat 't bijna iets oaper.
soonlijks weid, en 't scheen of ik jou
achter htm voelde. O, Felix, 't is zoo
moeilijk' duidelijk te analyseren.
Ik heb altijd zoo'n afkeer gevoeld van
wat ik nu zelf deed. Hot kwam me altijd
voor, dat ontrouw tusschen man en. vrouw
zelfs in de afmeting Waarin ik ben
geweest iets was, niet te ver-geven. En
nu, nu "kan ik mij zelf maar niet aanprai
ten, dat bet zo-o erg is geweest. Het helpt
allemaal niets, ik kan alleen maar getuigen
dat ik nooit zooveel van jou heb gehouüon.
Ik verlaat ons apartomentje en ga by
moeder logeeren. Daar- wil ik afwachten,
wat er gebeuren gaal. Toch ben ik niet
zoo erg bang, omdat ikr volkomen eerlijk
tegenover jou sta en tegenover mezelf. Eeh.
ter begrijpen do© ik 't niet, maar ik denk,
als jij me daarmee wilt helpen, dat dan
alles leir ook niets meer toe doet."
De brief droeg geen datum, Felix Holt,
was er tie man niet naar om zoo'n brief
nog een tweede keer te lezen; bij ver.
scheurde hem in kleine stukjes en wierp
ze in de prullemand. Hij stond van zyn
stoel op, liep de kamers op en neer en
controleerde zijn horloge.
j;Als ik nog naar de Club ga," peinsde
hij, „moet ik praten en daar- heb ik geen
zin in."
Hij grabbelde in zijn valies, vond zijn
pyama kroop spoedig onder de dekens
on sliep rustig in.
III.
Aliidred's moeder, een lieve, oud© dame,
opende de deur van haar buitenhuis cn
gaf een kleinen kreet, toen zij Felix voor
zich zag staan.
„Felix!" riep ze uit en in de uitdruk,
king harer oogen las hij dat zij op da
hoogte was van alles. Hij verdeed geen
tijd, maar sloeg d© armen om haar ge
bogen figuurtje.
„In orde, hoor moedertje!" riep hij. „U
hebt alken maar 'n stel dwaze kinderen.
Waar is ze?" t
„In den tuin," antwoordde mevrouw Ci'a-
ne, terwijl haar- oogen, die niets anders
wenschten dan haar kind te behouden, do
zjjne zochten.
Hij ving dien blik' op icn begreep.
„Vertrouwt u met niet heelemaal?" zei
hij. „Is u bang? Kom dan met me mee;
dan hoort u alles."
Haar gezicht ontspande zich e'n zij lachte
flauwtjes.
„Dat is echt we'er Felix; dank' je wel,
jongen, maar ga gauw alken."
Mildred was in den tuin bezig. Zij stond
met haar rug naar Felix gekeerd, Hy riep
liaar niet maar floot zachtjes eenige maten
uit „Madame Butterfly". Zij draaide zich
om en zag hem vóór zich.
„Felix!" stotterde zo, „FelixKom je
regelrecht naar hier?"
„Neen," antwoordde hij, „neen, ik ben
thuis geweest en ik heb" ook je brief ge:
vonden."
Zij knikte mét 't hoofd, afwachtende wat
hij verder zou zeggen. Maar wat hij vroeg,
bracht haar geheel in de war, 1
„Heb je je mooie jurkjes hier ook
bij je?"
„Jaenne,... waarom
„Omdat jij en Arnold en ik' vanavond ge.
zellig gaan dineer en en ik wil je op je
mooist zien, vrouwtje, 1"
Felix Holt had heel veel gezien, maar-
de uitdrukking van geluk op haar gezichtje
was hem absoluut nieuw. Hij liep op haar
toe, ving liaar in zijn armen op en begon
toen langzamerhand te vertellen. Te Ter.
tellen van Beatrice, van alles wat hem
door den geest was gegaan aan boord en
daarna.
„Ik iegryp niet precies, wat ons iö
overkomen, kind," sprak hij, „ik weet nog
niet precies wkt we nu eigenlijk ontdekt!
hebben, öf iets wat ons particulier is,
óf well Lien uiting van de algemeen© men,
sch elijkiei kracht of zwakte, al naar je 't
noemen wüt. Alaar dit weet ik zeker', dat!
ik nu nog oneindig meer- van je houd dart
zes maanden geleden en dat als je mij
niet onmiddellijk "kust en nog eens kust.
ik 't besterf!"
Eenige minuten latei' zei Mildred zacht:
„Lieveling, we zullen heel gauw 'Arnold
eens 'n avond mee to dineeren vragen,
maar toch maar liever niet vanavond, vmdt
je wiel?"
Een omhelzing was 't antwoord van
F»lix golt. j