T Dussenhroek J.A'.zn., exporteiu van groenten en fruit, Utrecht. VRIJBUITERS. lande zal organise ©reu, zal worden bavoi'. drad, dat do Naosonf ims in. dkxj stad zoo veel mogelijk Ln alle bioscoop-thea ers tege lijk zullen worden vertoond. Do wijze van geldinzameling zal volgens om opgemaakt plan plaatselijk worden geregeld. De droogte in 1921! Do opeenvolging van droge maanden in 1921 is oen zoo zeldzaam voorkomend verschijnsel, schrijft Prof. Dr. C. van. Ever- dingen, hoofddirecteur van het Aleteorol gisch Jnstituut, in „Water en Gas", dat men tot 1S57 ën 1858 'terug moet gaan om een dioogteperiodo van dergelijke lengte te .krijgen. De vraag o£ een herhaling van de droogte in .den aanstaanden zomer waarschijnlijk is, kan niet aiïtters dan op statistische gïonden worden beantwoord, tenzij 'men eenigermate kan aangeven, 'waardoor de droogte werd teweeg gebracht. Prof. van Everdingen meent, dat de droogte veroorzaakt is, doordat de hoóge- drukgordel van de sub tropen zich Noord waarts verplaatste, en zich uitbreidde, zoo dat hij modo over onze omgeving kwam te liggen. Ook in andere maanden, en eveneens in 1857, kan de droogte steeds in ver band gebracht worden met abnormaal hoogo luchtdrukking. De bijzonderheid van. het weer van het vorige jaar was dus, dat een weertoe- sland, die normaal aan de Middel andsche iZee wordt aangetroffen, zich ditmaal noor delijker heeft vertoond De eenige verklaring, dio voor de ver plaatsing van het hoog lertrukgebied lrij de Azoren, en wellicht andere dergelijke gebieden kan worden gevonden, moet be rusten op een oorzaak in deze gebieden zelf, en wel in de groote circulatie der lucht tusschon het gebied der tropische regens en dat van de kalmtegordels. Naar onze voorstelling hangt de intensiteit van deze geheele circulatie in de eerste plaats van de onnestraling af, van welke men weet, dat zij onregelmatige schommelingen ver toont. De onderstelling is niet te gewaagd, dat een vrij langdurige, gemiddelde afwij king van de normale waarde (te sterke straling), waarvan waarnemingen voor som mige maanden reeds blijken gaven, voor de verplaatsing van het hooge-drukgebied verantwoordelijk is. Nader onderzoek is hier echter nog gewenscht Het valt huiten de eigenlijke weerkunde^ naar de oorzaken van de schommelingen der zonactiviteil te vragen, en ook do astronomie geeft daarop nog geen afdoend antwoord vast staat alleen, dat de ver anderingen tamelijk grillig zijn. Deze weten schap, gevoegd brj de statistiek, die ons slechts voor meer dan 60 jaren een der gelijke droogte toonde^ geeft ons een zeker vertrouwen, dat de vnj overvloedige regens, welke de wintermaanden ons tot dusver hebben gebracht, als een voorbode van een meer normalen zomer mogen worden beschouwd. De sexe van eierm. Reeds vele methoden zijn uitgedacht om het geslacht van eieren te bepalen, maar geen heeft tot nu toe aan de verwach tingen voldaan. Een nieuwe methode, waarmee reeds in Amerika en Frankrijk inet succes is ge ëxperimenteerd, is onlangs door den heei D. Lienhart medegedeeld, aan de Acadé mie des Siences. Deze methode berust op het feit, dat bij eenzelfde ras de hanen zwaarder zijn dan de kippen, de manne lijke kuikens zwaarder dan de 'vrouwe lijke. .De beer Lienhart had hieruit af geleid, dat waarschijnlijk het gewicht van de pieren, waaruit hanen zouden komen, groot er zou zijn dan dat, van de eieren die hermen zouden geven. Deze hypothese weid bewaarheid. Echter meet men, om resultaten te verkrijgen, aan de volgende voorwaarden de hand hou den: slechts proefnemingen doen mri eieren van hetzelfde ras; slechts eieren van deszelfde kippen of kippen van denzelMen ouderdom gebruiken voor een bepaald ex periment; enkel eieren midden in den leg tijd nemen, daar het begin of het einde van den legtijd kleine eieren of eieren, van onregelmatige grootte geeft. By deze proefnemingen is gebleken, dat slechts de zuivere en oude rassen eieren geven van een constant.gemiddeld gewicht. Met de eieren van b.v, den leghorn on de minorca, heeft men geregeld de bevesti ging van de eerste hypothese verkregen, n.I een groot overwicht van hanen uit zware eieren, een groot aantal kippen uit lichte eieren. I HssêS WetesgcMfu Ds Apostel Paulus van Lambert Jacobsz. De Apostel Paulus van Lambert 'Jacobsz. op advies van dx. Bredius voor het Frie. sche Museum te Leeuwarden aangekocht, is niet alleen een indrukwekkend, maan in meer dan een opzicht, b.v. uit kunst historisch oogpunt, belangwekkend sdriL derrj. Da heer C. B- van Bohemen, wien, ook op advies van dr. Bredius de verdoe- king en restauratie opgedragen is, was wel zoo vriendelijk ons de gelegenheid te ge. ven, het doek Ln oogenschouw te nemen. Wie was Lambert Jacobsz.? Hij was vóór hij zich aan de kunst ging wijden een Men nonieten prediker in Leeuwarden en aan dit"feit knoopt zich nog een aardige bi- zonderheid vast, want toen de schilder, die o.m. de leermeester was, behalve van zijn zoon, die later den tegennaam van Van den Tempel kreeg, ook van Jacob Bakker, Joris van Schooten en Govert Flinck was, zich te Kleef bevond, moet zijn eerbied waardigheid den doorslag hebben gegeven, aan de vraag of Govert Flinck, wiens ouders tegen het vrij gevochten artistenbe staan bezwaren maakten, schilder mocht worden of niet. De ouders van Rembrand'a lateren leerling zagen toen, dat men een schilder kon zijn en toch een respectabel man. Het merkwaardige van dit portret is nd de invloed op Rembrandt wdk» er uif blijkt. Bijna ten volle en face hel gelaat even naar links gewend zit de waaidige apostel-figuur met zijn prachtigen baard, in puiperkleurigen mantel, een goudkleu rige dook over de knieën, voor ons, bezig met een vêei'en pen zijn, hem door de Goddellijkë inspiratie geopenbaarde, ge dachten op te teekenen. Aan zijn linker zijde staat zjjn zwaard met een handvat in kruisvorm. Men weet niet wat men meer bewonderen moet, den indruk van eer. waardigheid welke van deze imposante Apostelfiguur met zijn prachtigen denkers- Hop uitgaat, of de meesterlijke schildering en ©rdonnatie die de grootste der 17'e ceuwsche schilderschool al dermate aan kondigt, dat men zich af gaat vragen of Lambert Jacobsz. misschien niet later toch. werken van Rembrandt of liever gezien moet hebben, zóóopvallend is de over. eenstemming in menscheljjke karakterisee- ring. Een karakteriseering, welke bij Rem brandt dan later al dieper is geweest, maar dan toch in dezelfde lijn zich is blijven ontwikkelen, vooral daar waar hij zulko kloeke baardige en toch ook geeste. lijko heroën konterfeitte. Do aankoop voor het Priesche Museum heeft ook een historisch belang, wijl Lam bert Jacobsz. daar doopsgezind prediker is geweest. Immerzeel o.a. vermeldt hem en Vondel wijdde aan hem een vers, bij ge. tegenheid van zijn huwelijk' met Aachi© Antonius in 1620. Faillissementen. Uitgesproken: B. S. de Waal, slager en veehandelaar, Almelo. R.-c.mr. A. C. Lt&endertscur. mr. H. G. Vette !A'. J. J. v. d. Laar, koopman en aan. nemer, IJsselmonde. R..c.jhr. mr. dr. Th. W. C. Caikocncur.mr. C. Smits. A. Leeuw, koopman in huishoudelijke artikelen, Rolde. R..c.mr. J. W. Surigar; cur.: mr. 'A. W. van Holthe tot Echten. W. Maltliijsen, winkelier, Gieten. R..c. en cm-.: als voren, 0,1 "van der Klift. kruidenier, Zierikzee. R.-c.: mr. A, N. L. Otten; cur.: mr. J. A. C. van Heusde. J. Schuitema, landbouwer, Weende gem. Vlagtwedde. R..c.mr. H. Kuiperscur. mr. M. Tresling. C. Verhoeven, winkelier en landbouwer, Aerdt, gem. Herwen en Aerdt, R..c.mr. J. H. M. van der Grinten; cur.: mr. J. A. de Jager. J. Bioeckx „hotelhouder Bergen op Zoom. R.-c,: mr. dr. baron de Vos van Steen- wijk; cur.dr. J. H. van der Meuten, Bergen op Zoom. W. Groot, smid, Bovenkarspd. R-c.: mr. dr. N. Muller; cur.: mr. C. J. dej Lange. AI. van Leen, loodgieter, Alkmaar. R,.c.: mr. A. H. van Beusekomcur.: mr. P. A. Offers. L. Turfrever, koopman, te Aimsterdam. R.-c.mr. J. L. AL Meokmannour.mr, Th. Folkers, E. van der Zweep, koopman, gehandeld hebbend met W. H. Schoegje onder den firmanaam Eerste Amsterdamsche Parket- vloeuenfabriek '.t .Vloerenhuis, te Amster. dam. R.-c.: mr. J. G. Meilink; cur.: mr. Th. Folkers. A. M. Keijziesr, kleermaker te Rotterdam. Curator mr. F. G. Schei tema aldaar M. W". Koppeïman te Ro.terdam. Curator mr. A. W. Schipper aldaar 1 W. Meijer, koopman te Rotterdam. Cu- Talor mx. G. 'IL H van telen (Boc-m aldaar. Rechtercommissaris in alle, mr. Dl. Lodder. N ala tenkdh'a pp en van K. Lakeman en M Simons, Pumierend. Rech' er-cornmissa ris mr. A. Maclainei Ront. aurator mr J. Hi J Simons. N.V. AfacïruKÏ bii fc Si aal we" k Zaandam, Rech terjcom miste axis mr. IHL van Loghein de Josteelin de Jongh, curator als boven. TV. Versteeg, koopman in porcelain, fenzj Apeldoorn. Refter-commissaris mr. A. F HJnpkens van dier Edst; OUrUtor ira/n. J IJ, jUJyl- weif S e 1 ng, Apeldoorn. P. Eijmael, Electro-feclmisöh. Installatie- en Handel shureau, Valkenburg. Reobter- commisisaxis jhr. dr. Tes'a, cura'or mü F. Ct. van der Kroon, EGoensjbroék, Af. van Etp, wed. Th Vogels, koopvfcouw Best. RsecJteer-comimssaiis mr. Ummels, cu rator mr. Wl. ÏTekking, Eindhoven. A. G. van Rosteum, sigarenfabrikant, Val- kensSvaa.id. Riedhter-commis'aris mr. R de Afenthon Bake, cura or mr. Gh. M. J Wr.tlox. G. van H,a.arlem, Instituut Scheevers. te Hilversum. Reckter-commissaris mr. J. Wiarda, curator mr. HL Harmensi M. de Wteijer, gTos'sier in suikerwerken, Am'teid m. Ite.tetrcomites a is en curator als voien. f Geëindigd: H. Terluin, vroëgör gardenier, Dron. H. van Adeisherg. handelsagent, Leeu. warden. (Nadruk verboden-/ In een hospitaal in het Zuiden van.' En geland loerde dokter Felix Holt, die door het Amerikaansche Departement van Oor log buitenslands was gezonden, de pleeg zuster Beatrice EU er kennen. De kloeke jongeman met z'n flink, krachtig uiterlijk, maakte een sympathieken indrukalles aan hem verried kracht; vlug was hij met de daad. en met het woord, precies zeggend dat wat hij wenschte, zichzelf noch an deren sparend. Drie weken na zijn komst ontmoette hij Beatrice Eller in. een der gangen van het hospitaal. Zij was een mooi meisje, onge veer vijf en twintig jaar oud, met een innemenden glimlach om den fijnen, doch energieken mond. Zij was een1 pleegzuster van beteekenis om baar evenwichtigheid* haar kalme zenuwen, haar nooit bevend© handen bij de gruwelijkste operatiën, Zij bezat aen groote macht ov«r haar patiën ten en vele waren de liaaa- gebrachte hu welijksaanzoeken; ook vele, die stierven met ©en glimlach om de witte lippen, om dat haar mooie gezichtje zich in de laat ste ure over hou boog. Toen Holt aan haar- voorbij liep, bleef hij een o ogen blik staan, haar met zijn staal-bJauwe oogen doorborend. Zy beant woordde zijn blik met haar glimlach, dio geen man kon weerstaan en wat hem bruusk deed uitvaUen: „Goeie God, "is u getrouwd?" „Neen, dokter." „Je behoorde dit te zijn," veiklaarde hij, terwijl hij onverwachts weer doorliep Hij bezat een absolute controle over zijn geest als over zijn lichaam. Vele dagen dacht hij niet meer aan haar, omdat hij dag en nacht in zijn laboratorium werk zaam was. Ataar toch hield hy haar ver schyning vast, zooals een knap generaal eenige troepen in reserve houdt. Hij wis! dat bij gelegener tijd, hij1 haar n r zijn gedachten 'terug zou voeren tot- nadere studie. Het was bij een operatie, dat hij haar weder ontmoette. Hij sprak geen woord met haai- tijdens zijn werk, uitgezonderd dan dat hij haar de noodzakelijke bevelen gaf, maar na aQoop bad. hij in détails haar uiterlijk, haar manieren kunnen be schrijven. Eenige dagen hierna ontmoette hij haar voor de derde maal en dit keer was het met opzet Hij rookte een sigaret op hel grasveld, toen zij voorbij hem stapte mei een pak linnengoed op den arm. „Er is hier," begon hij, met de hem eigene, plotselinge onverwachtheid, „een stroompje op een mijl afstands, van hel dorp, waar forellen zijn, Alorgen gaat u met mij daar visschen." „Dat zou aardig zijn," antwoordde ze glimlachend terug, „maar ik zal geen hec len dag eruit kunnen." „Ik heb alles al voor elkaarmorgen om half acht staat er een karretje klaar en onder den bok staat ons mandje pro viand." „Maai- ik loop natte voeten op en er zullen zeker slangen zijn," wierp ze vaag tegen. „Misschien een paar slangetjes, maat daar is u even bang voor als ik voor vlin ders. En wat uw natte voeten betreft, u weet best dat u dat wat aardig vindt. Duswilt u klaar zijn?' „Ja," antwoordde Beatrice, zooals hij wel gedacht had. Den volgenden morgen precies op tijd reden ze uit. Zy had haar pleegzusteis eostuum tegen een licht sportpakje ver wisseld. „Al ben je misschien niet de allermooi ste vrouw in Engeland, je bent er toch na aan toe," fluisterde Felix haar in, ter wijl hij de teugels greep. Ze vonden jret stroornp,e en Felix zette zich vol ijver aan de vischvangst, terwijl Beatrice bloemen zocht, en zelfs kalm een slang bij zijn staart greep, de eenige die ze vonden. Zij lachte en sprong als een uitgelaten kind; de klem- steeg warm in haar wangen en Felix, onder den schijn van ernstige sport-toewijding, veiloor Raar niet uit ih'et oog. Tegen twaalf uur werden ei' toebereid selen voor den lunch gemaakt; een servel werd er onder de boomen uitgespreid en de mand vol goeden inhoud geopend. Toen alles verorberd was, onder veel gelach en gebabbel, een pijpje en een siga ret gerookt, koos Felix zich een rustplaats tegen een boom en sloeg het meisje gade, dat zich ook had uitgestrekt. Alaar hij hield het niet uit op dien afstand, en liep zachtjes- in de richting van haar plaats. Zij opende de ocgen en glimlachte naar hem, toen hij naast haar ging ziften; toen strekte zij haai' hand. naar hem uit. „Hebben we niet volop pret?" vroeg zij tevreden. In plaats van te antwoorden, trok hij haar bij de hand naar zich toe, zoodat zij tegen zijn schouder te rusten kwam. Hij legie zacht zijn arm om haar middel en zei kalm: „Ik ga je omhelzen, niet alleen kus ik je op je wangen, maar ook zoen ik je mond. Ik doe het ook, al weer je me af. Je weet, dat ik sterker ben dan jij; toch zou ik zoo gaarne tevoren weten of je van plan bent tegen te spartelen „Neen," zei ze met haar bekoorlijken lach, „neen, ik geloof eigenlijk, dat ik be geer door jou gekust te worden" Hij omvatte haar met zijn armen en fluisjerde: „jij, heerlijkheid." Hot was zonsondergang, toen ze huis waarts reden; lachend lokte zij hem tol kussen uit: „Ik doe het nu en wat graag," zei hij. „maar hoewel mijn houding geen aanspraak op deugd kan maken, maak ik er ook niel de minste aanspraak op. Weet wel, Bea trice, dat ik je niet echt liefheb en- dal er niet de flauwste kans voor is." „Ik weet dat," antwoordde ze. Hij zag haar met een vasten blik aan, eonigszins verwonderd. „In dat geval vervallen dan ook nu maar de ietwat gecompliceerde uitleg gingen van mijn gedrag, die ik van plan was voor te dragen. Hier, neem jij nu eens even de teugels." jZij deed dit en leunde tegen hem aan Ten zij het hospitaal bereikten, zei Felix. „Het is wel wat een vreemde dag ge weest, Beatrice. Ik vraag me aft f je vol- dende realiseert het eigenaardige cachet er van. Wat we deden is absluut onverdedig naar uitgezonderd ten opzichte van ons eigen begrip over onze zwakheid en over onze kracht. Het hangt heelemaal van jou af of we nog eens weer uit zullen gaan." „Natuurlijk gaan we nog eens samen," antwoordde zij. Doch van deze plannen gebeurde niet3 Er lagen twee brieven op Holt te wachten bij zjjn thuiskomst. Een riep hem naar Amerika terug; de andere brief was het gewone wekelijksche praatje van zijn vrouw. II. Holt was over het algemeen'ecfn. spraak zaam man, hoewel hy ook buien kon heb ben van geslotenheid. Op zijn reis Tan Sn- gclaiul naar Now-Yark terug behoorde hij tot de zwijgzamen, wal wol eenige erger nis bij de mede-passagiers verwekte. Hij rookte ontelbaar veel pijpjes en ijsbeerde veel kilometers over' het dek. Om verschil lende redenen had hij zyn vrouw niet ge tolegrafeerd. In de eerste plaats had hij het razend druk gehad voor zijn overhaas! vertrek, ten tweede was Alüdred, ër niet de vrouw naar om van zijn plotseling verschijnen te verschrikken ©n ten derde had hij er niet ergo behoefte* aan gehad Hij dacht er niet over om Mildred zijr. omgang met Beatrice te verzwijgen. Zijn natuur was niet in staat tot eenige twee slachligheid, ook al scheen het oneindig gemakkelijker. Hij kon niet anders dan even openhartig zijn mot zijn vrouw als met het Engelsche meiso. Maar voordall hij de kwestie te berde bracht, w'ilde hij eerst mol zichzelf absoluut in hot reine zjjn. Nooit nog gedurende de vier jaren van zijn huwelijk, had Felix Holt een andere vrouw aangekeken met eenig begeeren, maai' hij constateerde iegelijk, dat hij en Mildred nooit langer dan maar een paai dagen .van elkaar waren geweest. Nu was 'het al zes maanden, sedert zjj elkaar ge zien hadden. Er was geen. kwestie van, dat hij in gedachten de twee vrouwen, tegen elkaar op zou wegenhet w<. absoluut overbodig om zijn gevoelens yoot Mildred uit te pluizen" .{Die waren niet veranderd, (die zouden nooit veranderen. Zij was waf geen andere vrouw op aarde "voor hem zou kunnen zijn. Voor Beatrice Eller daaren tegen voelde hij mots,, alteen dan wat mo- menleelo opwinding. Zy was voor hem meer een tusschenspel dan een nieuwe figuur in zijn leven geweest. Hij luul zich ook heelemaal niet in haai' leven verdiept, noch in haar belangen. Ilij stond onver- schdlig tegenover haar, toekomst. „En toch," peinsde hij, terwyl Jnj den Oceaan aftuurde, „toch kan ik onmogelijk zeggen, dat ik spijt heb over wat ge beurd is. Ik ben zelfs niet zeker, of het met nog eens kon gebeuren onder derge lijke omstandigheden. Drommels nog toe, wat heeit dal allemaal voor zin?" Na tallooze maJen het dek afgestapt te hebben, werd het hem duidelijk, dat er eerst een oplossing zou zijn, zoódra Mildred de zaak met hem zou hebben besproken. Jan haar aanvoelen, of liever van liet aan voelen van hen beiden, nadat alles precies was verteld, zou het slol-oordeoi afhangen Hij wist reeds van tevoren, dat er geen dramatische scène zou plaats liobben.- Mildred zou naar hem luisteren met dien lieven, 'httelligenten blikj die haar zoo boeiend maakte. Zij zou hem precies zeggen wat zij er van vondals ze dit kon. Hier nu stokte even zijn redenatie. Jïïj was verstandig genoeg om te hegrijpen, dal er iu Alüdred diepten waren, die hij nim mer nog had gepeild, noch door baar zelf misschien vermoed. Grooter int u eit 'tus schen hen beiden was moeüijk m te den ken en toch, tegenover het hangende pro- bloem, scheen die opeens van geen be teekenis; hij stond, wel beschouwd, tocli eigenlijk als een vreemdeling in Aliidred's zieleleven. Hij was voldoende op do hoogto van de resultaten, die dergelijke proces sen opleveren, maar verder kon hij niet doordringen. Vatn tot verborgen gebied barer impulsen, van haar instincten stond hij even ver als b.v. zijn medereiziger daar, vlak bij de verschansing. „En uil ctat ratje-toe is nu waarachtig je leven gemaakt," bromde hij. Mildred en hij hadden tot dusver nooit zeer gecompliceerde problemen behoeven op te lossen. Daaraan denkende ,stuuTueIJoll zijn gedachten een andere richting uit. Ge steld eens, dat de heele toestand juisi anders om was, dat b.v. Mildred hem ©en bekentenis had te doenGesteld, dat zij Arnold Garde eens genomen had als remedie tegen de eenzaamheid. Felix liet niet af, deze mbgelykheid goed onder de oogen te zien. Arnold was een dierbare vriend van hen beiden, een vrijgezel van een jaar of veertig. Hy 'wasverbazend geestig en Felix mocht hem dolgraag, maai clc voorstelling dat zijn Mildred in Arnold's armen zou kunnen zinken, maakte hem razend. Deze ontdekking aan zich zelfver- schrikte hem niet, doch hij zag wel in, hoe scheef hy nu stond, als hy zoo voelde. Hij was nu verre van eerlijk tegen over Mildred; hij mat met twee maten de zaak, dio zij moest vergeven. Hij zag in, dat hij te veel van zijn ©.'gen standpunt redeneerde, en hij (a-achtte een beteren kijk op het probleem te krijgen. Het feit, dat de hypothese ten slotte beruste op de grootste onwaarschijnlijkheid, dat noch Ar nold, noch Mildred in staat zouden zijn tot zoo'n houding, had nu eenmaal niets te maken met zijn gedachtengang. Hij was als chirurg gewend te wikken en te wegen, voordat hij het mes zette in het vleesch, waarmee leven of dood gemoeid was, en dus moest hij dezelfde intellectueel® ope ratie toepassen op abstracte mogelijkheden Hy streefde er naai', om zoo rechtvaardig mogelijk te zyn tegenover AHldred, even als tegenover zich zelf. Bij trachtte zich nu ook de onvermijdelijke resultaten van Mildred's logisch reageeren voor te stellen Of zij zou hem, Vergeven en dan was het incident voor allytl begraven, of zij kon hem onmogelijk vergeven, ©n dan. zou een kloof zich tusschen hen oppenen, of zij zou vergoving kunnen voorwenden, die zij niet in waarheid schonk en dan zou het gebeurde voor altijd als een open wond hen scheiden. Hy voeldo hoe 'die derde mogelijkheid de onverdragelijkste was, maar kon haar joch niet loochenen. Hel was laat in den avond, toen. de boot lag gemeerd en Felix in een cab naar zijn woning reed. De concierge keek hem oven zonderling aan; hij liep echter regelrecht naar de lift en opende met zijn sleutel de huisdeur. Hoewel alles rondom hem pikdonker was, voelde hij dat de kamers leeg waren en leeg hadden gestaan dagen lang. Hij .kon een uitroep van teleurstel, ling niet onderdrukken en knipte misnoegd de lichten op. Toen ontdekte hij een brief op de taM met eeü aan hem bestemd adxe». AHldred schreef; 1 „Inplaais van dit schrijven op te zenden naar Engeland, laat ik' T liever hier ach 'er. Ik weet niet, hoe ik je alles zal zee' gen. Ik hoop zoo dat ja gelukkig ben', ter wijl je weg bent, zoodat je by je terUg komst dit alles gemakkelijker zult kunnen verwerken. Ik kan soms wenschen, Feüx dat we niet altijd zoo open samen wa' ren geweest. Er is eigenlijk geen reden' uitgezonderd dan miju geweten, waarom ik je dit ooit behoefde mee te deelen. Be: hiold ik 't voor mezelf, dan "zou dat iu ons leven waarschijnlijk hoegenaamd geen verandering brengen, maat ik kan nu een. maal niets voor ja verzwijgen, wat de ge" volgen ca- ook» van mogen zijn. Het i3 lichter te,'biechten dan te verzwijger. Zooals je wel gedacht zult hebben, is Arnold veel op komen loopen, precies als wo dat vóór j© reis alle drie hadden be. praat. Hij begreep, dat ik me veel alleen voelde en deed alle moeite om me op te vroolijken. Ik ban er nu op gesteld, dat je goed zult begrijpen dat niet Arnold maar ik degeen ben, die de verantwoorde: lijkheid draag yan' wat geheulde. Het ,i3 mot moeilijk je dat te zeggen, moeilijker is jou ie doen iuzion do werkelijke ba tockenis ervan. 'Arnold dan heeft me in zyn armen genomen en mij gekust ©n ik heb hem teruggekusl. En Felix, 't el. lendigsta is, dat ik het ben, die hem daan toe heb gebracht. ZeLfs nu, als ik mo voorstel, hoa jy stellig dit alles zult uit. loggen, zelfs nu nog voel ik geen spijl, over 't gebeurde. Ik zal nu probec-reu jou iels uit te leggen, wat ik ampor zJf kan verklaren. Ik wod, dal met geen anderen inau, dan mei Arnold alken, dit kon plaats vinden. Niet omdat ik hem liefheb; mijn gevoe. lens voor hem zijn precies nis voorheen, zoonis ik' hom ook gezegd heb. Alaar bij was mij zoo na, dat 't bijna iets oaper. soonlijks weid, en 't scheen of ik jou achter htm voelde. O, Felix, 't is zoo moeilijk' duidelijk te analyseren. Ik heb altijd zoo'n afkeer gevoeld van wat ik nu zelf deed. Hot kwam me altijd voor, dat ontrouw tusschen man en. vrouw zelfs in de afmeting Waarin ik ben geweest iets was, niet te ver-geven. En nu, nu "kan ik mij zelf maar niet aanprai ten, dat bet zo-o erg is geweest. Het helpt allemaal niets, ik kan alleen maar getuigen dat ik nooit zooveel van jou heb gehouüon. Ik verlaat ons apartomentje en ga by moeder logeeren. Daar- wil ik afwachten, wat er gebeuren gaal. Toch ben ik niet zoo erg bang, omdat ikr volkomen eerlijk tegenover jou sta en tegenover mezelf. Eeh. ter begrijpen do© ik 't niet, maar ik denk, als jij me daarmee wilt helpen, dat dan alles leir ook niets meer toe doet." De brief droeg geen datum, Felix Holt, was er tie man niet naar om zoo'n brief nog een tweede keer te lezen; bij ver. scheurde hem in kleine stukjes en wierp ze in de prullemand. Hij stond van zyn stoel op, liep de kamers op en neer en controleerde zijn horloge. j;Als ik nog naar de Club ga," peinsde hij, „moet ik praten en daar- heb ik geen zin in." Hij grabbelde in zijn valies, vond zijn pyama kroop spoedig onder de dekens on sliep rustig in. III. Aliidred's moeder, een lieve, oud© dame, opende de deur van haar buitenhuis cn gaf een kleinen kreet, toen zij Felix voor zich zag staan. „Felix!" riep ze uit en in de uitdruk, king harer oogen las hij dat zij op da hoogte was van alles. Hij verdeed geen tijd, maar sloeg d© armen om haar ge bogen figuurtje. „In orde, hoor moedertje!" riep hij. „U hebt alken maar 'n stel dwaze kinderen. Waar is ze?" t „In den tuin," antwoordde mevrouw Ci'a- ne, terwijl haar- oogen, die niets anders wenschten dan haar kind te behouden, do zjjne zochten. Hij ving dien blik' op icn begreep. „Vertrouwt u met niet heelemaal?" zei hij. „Is u bang? Kom dan met me mee; dan hoort u alles." Haar gezicht ontspande zich e'n zij lachte flauwtjes. „Dat is echt we'er Felix; dank' je wel, jongen, maar ga gauw alken." Mildred was in den tuin bezig. Zij stond met haar rug naar Felix gekeerd, Hy riep liaar niet maar floot zachtjes eenige maten uit „Madame Butterfly". Zij draaide zich om en zag hem vóór zich. „Felix!" stotterde zo, „FelixKom je regelrecht naar hier?" „Neen," antwoordde hij, „neen, ik ben thuis geweest en ik heb" ook je brief ge: vonden." Zij knikte mét 't hoofd, afwachtende wat hij verder zou zeggen. Maar wat hij vroeg, bracht haar geheel in de war, 1 „Heb je je mooie jurkjes hier ook bij je?" „Jaenne,... waarom „Omdat jij en Arnold en ik' vanavond ge. zellig gaan dineer en en ik wil je op je mooist zien, vrouwtje, 1" Felix Holt had heel veel gezien, maar- de uitdrukking van geluk op haar gezichtje was hem absoluut nieuw. Hij liep op haar toe, ving liaar in zijn armen op en begon toen langzamerhand te vertellen. Te Ter. tellen van Beatrice, van alles wat hem door den geest was gegaan aan boord en daarna. „Ik iegryp niet precies, wat ons iö overkomen, kind," sprak hij, „ik weet nog niet precies wkt we nu eigenlijk ontdekt! hebben, öf iets wat ons particulier is, óf well Lien uiting van de algemeen© men, sch elijkiei kracht of zwakte, al naar je 't noemen wüt. Alaar dit weet ik zeker', dat! ik nu nog oneindig meer- van je houd dart zes maanden geleden en dat als je mij niet onmiddellijk "kust en nog eens kust. ik 't besterf!" Eenige minuten latei' zei Mildred zacht: „Lieveling, we zullen heel gauw 'Arnold eens 'n avond mee to dineeren vragen, maar toch maar liever niet vanavond, vmdt je wiel?" Een omhelzing was 't antwoord van F»lix golt. j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 6