Schiedamsche Courant
Beroepskeuze.
Nederland in de jaren
1898-1923.
TWEEDE BLAD
Rfc.
Kerk ©a School
«a
Zaterftfl 7 Juli 1923, Ho. 17323
H. i i
INDjlVIDiUEELE GESCHIKTHEID.
Bat in dief praktijk indieïidaad bij bed
kiezen van ©en beroep al bed wetting ter
kening wordt gebonden, met persoonlijk©
gescihikthedd1, blijkt wel uit de gewoonte,
welk© zich bij tal van werkgevers beeft
ingeburgerd', om, geen arbeiders in vaste
dienstbetrekking .aan te nemen, dan na
voorafgaanden Jan geren of kortéren proef
tijd Sterker nog wordt hierop de
aandacht .gevestigd klooit het feit, 'dat
de weigever bet bij de tot stand
homing van de wet op bet arbeidsdontract
van 13 Juli 1907, noodiig heeft geoordeeld,
daarin een bepaling op te nem en, die den
werkgever de bevoegdheid geeft onmid*
dlellijk de dienstbetrekking op te zeggen;
•wanneet de arbeider in ernstige mlate de
bekwaamheid! of geschiktheid, blijkt to mis
sen tot dien arbeid, waarvoor hij zich heeft
veThondien (art. 1639 p. 2° B. W.).
Nu zal die practisch© toepassing van dii
artikel wel tot de zeldzaamheden behoor
jrén, daar ongeschiktheid een uiterst rek
baar begrip is, waarover partijen bet wel
veelal oneens zullen zijn, en. lalsdian de
subjectieve meeting van «ten tiechter zal
hebben uit te m|aken of in de betreffende
gevallen al dan niet van een voldoend©
mjate van ongeschiktheid! spfek© is. In de
praktijk zal men dus wel liever den veil
iigeten weg van den proeftijd bewandel©*
hoewel ook dit hulpmiddel onder bei
paalde omstandigheden illusoir kan. zijn,
waar dieze den vrijen loop laat aan eageni
in dit opzicht mieer deskundige opvattint
gen. Dit neemt echter niet weg dat toch
het feit, diat de wetgever! gemeend heeftj
wettelijke gevolgen te moeten, verbinden
aan het^blijken van ongeschiktheid!, wijst
op eeulveelvuldig voorkomen eener minder
juiste beroepskeuze.
Ten overvloede wijs ik er in dit verband
op, dat ook reeds in verschillende collec
tieve arbeidscontracten, is vastgelegd, aan
welken graad! van vaardigheid een vakmftnl
moet kunnen voldoen.
Dit is echter iets van de laatste jareii
en leent zich wel niet voor alle beroepen.
Dit alles wijst op een pogen van wetge
ving en praktijk om, althans diet allettM
grootste bezwaren eener slechte beroeps-
keuze weg te nemen. Is echter de werk
gever met dOze on-ec'onomische hulpmid
delen al weinig gebaat, immers de in
het bedrijf noodzakelijke werkkracht ont
breekt na enkele maanden nog, terwijl het
in dien tijd door den ongeschikte ge
presteerde veilig weggecijferd kan worden
de bezwaren aan de zijde van den
werknemer, zijn nog aanzienlijk grooter.
Immers bij overgaan in een ander beroep
treden voor de voorideelen van een
(eventueel genoten opleiding, de in het
vorige artikel gememoreerde nadoelen van
het ongeschoolde beroep in de plaats. En
vindt de ongeschikt bevonden arbeider een
betrekking in dezelfde tak van bedrijf,
•niet iedere 'werkgever meet.met dezelfde
maat dan. leidt dit öf tof een geringere)
arbeidsprestatie, wat tot noodzakelijk ge
volg heeft hoogete prijzen," zoo geen loons
verlaging of verlenging van arbeidtsdunr
binnen de grenzen van de wet, voor de
mindere productie een tegenwicht vormt,
öf, zoo men het tekort aan capaciteiten
aanvult met een surplus aan werkkracht,
tot een Vroegtijdige stooping van krachten
Geen zenuwgestel is op den duur bestand
tegen groote inspanning; integendeel
gebleken is dat een beroep naar capa
citeiten den betreffemden arbeider vol
komen bevredigt. Ja^ zelfs Week .dit
het gevalte zijn, met de -ongeschoolde
vakken, waartegen men, dn verband! met
die steeds toenemende industrialisatie en
het dieutengevolge verminderen van hei
aantal beroepen, dat een zekere vakkennis
vereoscht, terecht "sterk is gaan ageeren,
dioch waartegen men ten onrechte aan
roert, dat zij tot verstomping leiden, en
den memsch tot een machine maken. Zoo
verklaarde m.1. een lampenpakker der Osram
Gloeilampenfabrieken, dat zijn werk voor
hem voortdurend variatie en arbeidsvreug
de meebracht. Monotoon wordt de arbeid,
■waaneer iemands vermogens boven een
zeker weïk uitgaan.
En een typisch voorbeeld van ongeschikt
heid!, tref ik aan' in de Nw. Rott. Gh, in
een beschrijving van de groote havenaan-
leg „Vlaaidiinger-Oost", onder de rubriek
„Onder de menschen". Dfaar leest ment
„Ja zegt een van de heetten van
„het kantoor 't bestier van de ham
idols bij de machinisten mist zeiden of
„nooit, 't Is of zij met di© 1 rboomen
„drenken. En hoe rustig If ziet
„'t eT uit. Dlat werk, v. t aldaar op
„mensdhemlevens, op sommen aan scha-
„de aankomt, dat voelen ze aan, of
„te loeten 't nooit en maken atóPoï
„ongelukken. Wat staan ze eT déodleuk
„hg, niet? Toch is er één, bijvoorbeeld!)
«.dié zoodaia hg van zijn kraan af komt,
„oveT zpn heele lichaam' loopt te schud».
„den, zoo zenuwsloopead als dat is"
Hét is,duidelijk, dat het zoo moet gaart
®tet iemand) die met inspanning van alle
krachten er in slaagt met bevredigend©
uitkomsten een arbeid te verridh ten,waar-
voor hij feitelijk die» geschiktheid mist.
- Wanneer nu echter vaststaat, dat rep
betrekkelijk eenvoudige wijze allé hierbo-
ten opgesomde bezwaTen kunnen voor
komen wordendat inderdaad de middelen
gevoaden zijn ote de qualiteit en 'de quan-
nmeit van iemands vermogens, zoowel IP
.(fihamehjke, psychische, als verstandelijke
r~*%> reéalsjmoeLond'gmndelg'k gebleken
3, hij de verschillende personen, zeer uiteen
yoopen, wat deze kwestie des te belang*
yrekkender maakt dan blijft nog deze
|Jfóaag;-' onopgelost, waarom' uiefc een ieder,
ff§a «t! prijs op stelt,. da,t zijn kinderen die
plaats in de maatschappij vinden, die het
meest met hun capaciteiten overeenkomt,
en waar zij dus hun levensgeluk zullen
vinden; dat de werkgever in zijn bedrijf
den réchten man, op de rechte plaats
krijgt, niet met volle 'kracht, de in
stellingen steunen, die dit trachten te
bereiken, n.l. de Bureaux van Be
roepskeuze: d.w.z. ©enerzijds door, waar
eemge twijfel bestaat omtrent een te kie
zen beroep, laar adviezen in te winnen,
anderzijds door financieel en met de zoo
noodige inlichtingen te helpen.
Bat het hier niet geldt een theoretisch©
kwestie, die in de praktijk toegepast, on
bruikbaar blijkt, moge uit bet volgende
treffende voorbeeld blijken, dat Hugo Mjün-
sterberg, professor in de psychologie, aan
de Haward University, in één zijner hoeken,
uit zijn praktijk in Amerika aanhaalt:
Ifet betrjof hier het beroep van telephoon-
juf trouw, waarvoor een vrij groote combi
natie van zielkundige vaardigheden ver-
eascht is, als b.v. meerdere dingen tegelijk
kunnen omvatten, een bepaald punt gemak
kelijk en vlug kunnen treffen, zich iets vlug
kunnen inprenten,' enz., enz. Geen wodeq
dan ook, dat ©en groot gedeelte van de
meisjes, die dit vak kozen, bet reeds na
enkele maanden moesten opgeven. Voor
bet juiste begrip hiervan dient aangetee-
kend', dat volgens de Amerikaansche sta
tistieken een telephoonjufftiouw soms tot
300 aansluitingen _peT uur beeft te deen,
terwijl elk© aansluiting 14 afzonderlijke psy
chologische handelingen behoeft, en dat
de leischm van het publiek in Amerika
zeer hoog zijn!
Zoo is het een feit, dlat de Bell Telephone
Cy., een Amerikaansche maatschappij met
plm. 16.000 meisjes in haar dienst, na
enkele maanden getegeld gemiddeld 1/3 van
haar nieuw personeel wegens ongeschikt
heid moest wegzenden. Oneconomisch voor
de maatschappij; verispilling van tijd *.en
oefening voor de betreffende meisjesdub
bel nadeel dus.
Hierin nu zag M ras torberg terecht een
schitterend! proefveld, omj de practische
bruikbaarheid! van zijn theorieen over de
imogelijkheid1 van het vaststellen van
iemands beroepsgeschiktheid door proeven,
voornamelijk op psychotechnisch gebied! ge
legen, te bewijlzen. Het zou mij te ver roe.
ren hier een beschrijving te geven van
de verschillend© proeven, voldoende zij» te
zeggen, dat deze voor elke beweging .op
de meest nauwkeurige wijz© waren sa
mengesteld. Hij bood dan ook de Bell Tele
phone Cy. aan, een aantal harer adspiraat-
teiephonistea te onderzoeken, een aanbod
des te belangwekkender, waar deze proe
ven die toets deirj praktijk zouden te door
staan hebben.
Niettegenstaande bet zelfvertrouwen,
waarmee het aanbod! gedaan werd, bleek
de maatschappij echter vrij sceptisch tegen
over de waaide dezer proeven te staan.
Zij mengde nul. eenige harer meest gerou
tineerde telephonisten onder bet aantal te
onderzoeken candidaten. En wat bleek. Bat
bovenaan de beoordeelingslijst, opgemaakt
volgens de hoogte van het gemaddiektd
cijferj bij de verschillende proeven behaald,'
de namen der gereutineendjen prijkten, en
dat de volgorde der nieuwelingen ook vrij
wel met haar praktische bruikbaarheid' over
eenkwam. Wenseht men beter© bewijzen
voor de mogelijkheid van het onderzoek
•naar. bereepsgeschiktheiidl?
Betrof dit onderzoek het zoeken naar de
veffleoschten van een zeker beroep in be
paalde pefflsonen, evenzeer is bet uit den
aard' der zaai mogelijk de capaciteiten van
elk individu afzonderlijk vast te stellen
en d© daarbij .passend© beroepen aan te
geven, de voten, waarin de voorlichting in
de toekomst wél het veelvoudigst zal ge
vraagd! worden, als zich het meest aan
passend! bij de behoeften van het dagelijki
sche leven.
Wat het persoonlijk onderzoek nu betreft,
dit is hier te lande reeds in verschillende
plaatsen tot in kleine bijzonderheden mo
gelijk. Daarnaast is echter noodzakelijk dat
de easchen, vooruitzichten, enz., van de
verschillende beroepen uiterst nauwkeurig
bekend! zijn. ha deze richting is ook in
ons land) reeds veel nuttig werk verricht,
doch hierbij kan aanzienlijk meer bereikt
worden, waarbij het dan vooral aankomt
op de medewerking van industrieelen en
vakvereenïgïngen, wier houding tegenover
■dit belangrijke vraagstuk tot beden zeer
ten onrechte zeer waarschijnlijk döor
de weinige bekendheid met deze" materie
vrjj passief was. Immers bet betreft
hieT, zooals het bovenstaande uiteenge*
zet as, een gemeenschappelijk belang vooB
werkgever en werknemer. Bovendien een
maatschappelijk belang, waal! ongetwijfeld1,
wanneer eenmaal de Bureaux van Beroeps
keuze zich de plaats in de maatschappij
veroverd! hebben, waarop zij recht hete
ben, daarvan een verhooging der productie
het gevolg is, waaraan in deze tijden van
duurte en werkeloosheid zulk een behoefte
bestaat. Dioch. dan zonder dat dit tot meer
dere individueel© inspanning of tot ver
lenging van arbeidsduur, aanleiding be
hoeft te geven, dat thans nog' vrijwel elk
ander middel doet; integendeel dan zal
men met veel meer pleirier zijn arbeid
verrichten, het zal lagere prijzen van die
producten met zich meebrengen, en het
kan ons landt een nog "voornamere plaats
op d© wereldmarkt doen innemen. Bet
langen tijd) geheerscht hebbende misver
stand!, dat vergrootte® der .producitie tot
gevolg moet hebben, meerdere werkloos
heid, mag toch thans wel als verdwenen,
worden Jaescftouwd.
s - 1 R.
I t 1 1 IV. 1 j
Hoe heeft - de oorlog niet geheel het
beeld van onzen handel en nijverheid ver
anderd. Onzfe handel werd, ten gevolge
van de maatregelen, door de oorlogvoe
renden voorgeschreven, onderworp1®11 A321
tal van dwiangbepafingen en kon, wat ifen
aanvoer van producten van overzee en
grondstoffen betreft, slechte worden geroeid
dank zij de instelling der N. O. T., die als
crisis-lichaam zeker haar buitengewoon
-groote verdiensten heeft en buitengewoon
nu,ttig, niet genoeg |fe wajaideeren werk heeft
verricht. Voor de industrie leidde de oor
log to+ de oprichting van tal van nieuwe
bedrijven; sommige, die practisch gebleken
zijn ook na den oorlog, levensvatbaarheid
te bezitten, andere daarentegen, die spoe
dig verdwenen. In 1917 werd de Jaarbeurs
te Utrecht opgericht. Men gevoelde de be
hoefte om in eigen land te koopen wat
men tevoren in het buitenland kocht, maai
men was van waf het eigen land opleverde
te weinig op de hoogte. De Jaarbeurs .is
gebleken geen crisislichaam te zijn. Dank
zij medewerking van stad en land beeft zg
zich ontwikkeld tot een instelling, waarvan
bet blijvend karakter niet meer wordt be
streden. De eerste Jaarbeurs gaf van den
eigenaardigen toestand, waarin handel en
nijverheid hier te lande waren komen te
verkeerea ,een duidelijk beeld. Naast groote
en bekende ondernemingen zag men er tal
van minderwaardige, a. te w. tevoren be
stemd om te verdwijnen. De Regeerings-
maatregelen beheerschfen geheel den han
del, moesten dezen beheerschen; de distri
butie van steeds meer artikelen werd in
gevoerd. Na den oorlog koesterde men
aanvankelijk groote verwachtingen, die ook
uit de cijfers spreken. Immers, de invoer
in ons land, die in 1917 een waarde
van f1082 en in 1918 een van f637 mjl-
liioen had, nam in 1919 toe tot f3296 mil-
lioen; de uitvoer bedroeg achtereenvol
gens in die drie jaren f837, f 417 en f1731
millioen. Uil deze cijfers blijkt wel, dait de
invoer aanmerkelijk grooter is geweest dan
de uitvoer; Nederland heeft dit vertrou
wen, da|t in de toekomst werd gesteld, duor
moeten betalen. Tal van factoren, te veel
om bier op te noemen, en zeker om te
demonstreeren, leidden tot een ontredde
ring der economische toestanden als te
voren niet was te verwachten. Sedert ia
1920 de malaise, vrij hevig en vrij plotse
ling, is ingetreden, zijn een ieder de pogen
opengegaan, maar helaas bij velen te laat;
de debacles, vooral bij de lichamen tijdens
den oorlog opgericht of tijdens den oor
log op kunstmatige wijze uitgezet, zgn vete
geweest; de groote beproefde instellingen
hebben echter stand weten te houden. In
de cijfers van de emissies spiegelt zich
deze gang van zaken mede af; werd toch
in industrieel© ondernemingen dn 1920 aan
aandeelen en obligaties uitgegeven f 125
mihioen, in 1921 was dit f63V5(, in 1922
zelfs 27V^ mütioen. Be cijfers voor bank
en crediet-instelh'ngen wijzen op £170 voor
1919, op f87V2( voor 1920, op f3 voor
1921 en op f9 mihioen voor 1922. Het
aantal faillissementen, .-.dat in 1919 1092
bedroeg, is in 1920 tot 1491, in 1921 tot
2364 en in 1922 tot 3403 gestegen; de
werkloosheid is $p schrikbarende wijze
toegenomen; het indexcijfer, dat in 1913 5
bedroeg, was voor 1919 7.7, voor 1920
5.8 en voor 1921 9, terwijl het voor 1922
wel niet beter zal zijn.
Met handel en nijverheid is het bank
en geldwezen nauw verbonden. Dit be
leefde in zekeren zin een merkwaardige
evolutie gedurende den oorlog, voortkomen
de in de eerste plaats wel' uit de geheel
nieuwe functie, die de Nederlandsche Bank
zich Zag toegedacht. De laak van een cir
culatiebank ate de Nederlandsche Bank is
de schepping van gelden, het verieenen
van crediiet is hiertoe middel. De laak
der banken daarentegen ss het verleenen
Van credieten, het scheppen van geld is
bet gevolg hiervan. Dp circulatiebank is,
ten gevolge van de leiding, die tij in bet
financiewezen gedurende en na dan oorlog
heeft moeten nemen, thans meer opperste
bankier dan verzorger vap. het geldwezen
geworden. Nederland 'is practisch, even
zeer trouwens als Indie, van den gouden
standaard afgedaald; dat bij bet uitbreken
van den oorlog ons crediet ongeschokt
bleef, danken wij ongetwijfeld naast Mi
nister Treub aan twee op den voorgrond
tredende mannen in ons financieel leven:
Van Aalst en Vissering. Thans neemt de
vraag, of de Nederlandsche gulden veilig
kan worden gerekend, m. a. w. of onze
valuta den weg van België en, Frankrijk
zal volgen, een eerste plaats in de over
wegingen der financiers in.; die veiligstel
ling schijnt, vooral' gezien de beztitigings-
politdek van de Regeering, grootendeels ver
zekerd. Merkwaardig was deze kwarteeuw
voor het bankwezen ook daarom, wijl
zich daarin een steeds sterker mate de nei
ging naar concentratie deed gevoelen. Zij
nam omstreeks 1911 met de stichting der
Rotterdamsche Bankv ereem'ging onder lei
ding van den heer Westermaa een aan
vang; steeds meer kleinere banken werden
opgelost in enkele grootere of door deze
in een nauwe belangengemeenschap op
genomen. Pi® vier groote banken zijn
thans 'de Rotterdamsche Bankvereeniging
(met de Nationale Bankvereeniging), de
Twenifjgche Bank, de Amsterdamsche Bank
en de Nederlandsche Handelmaatschappij.
Was het kapitaal van de groepen, thans
tot de Amsterdamsche Rank beftoorende.
in 1911' "tlSPfa ia 1920 bedroeg dit f 50
millioen. Bij de Nederlandsche Handel
maatschappij waren deze cijfers resp. f45
en f 101,Vti bij de Rofteriiarésche Bjaakver-
eeniging f15 en f 139 V^, bij de Twent-
sche Rank f22 én f SaV^'ihülioen; het
totaal van de groote banken steeg van
f 107V2i in 1911 tot Ï393 millioen in 1920.
Schokken hééft in deze 25-jarige periode
de Nederlandse!1® effectenmarkt, die in Am
sterdam een zeer belangrijke beurs heeft,
meer dan eens doorstaan; wij herinneren
slechts aan de Amerikaansche debacle van
1907, wij herinneren aan den schok bij het
uitbreken van den oorlog, toen 'de beurs
gedurende maanden gesloten bleef en een
nieuwe Beurswet werd uitgevaardigd. Wij
herinneren aan de geweldige schommeling
in koersen, zelfs in de meeste betrouw
bare aandeelen te constateer en..
Een belangrijke uitbreiding heeft de
scheepvaart in deze 2-5 jaren verkregen.
Het bleek wel hieruit, 'dat, terwijl in 1897
de totaal tonnemmaa van de voornaamste
Nederlandsche reederijen 236.960 bedroeg,
deze in 1917 reeds tot 1.528.625 was toe
genomen; in 1922 tot 2.353.520. Zoowel
de HoILand-Amerika Lijn als de „Nederland"
en de Rotterdamsche Lloyd breidden haar
bedrijf uit, zulks met steeds grootere sche
pen, aan steeds grooter eiBchen voldoende.
De Koninklijke NederLamdsche Stoomboot
Maatschappij nam de West-Indische Mail
in zich 'op; maatschappijen als Van Nie-
velt Goudriaan. en Co's, Stoomvaart Mij.,
de Gebrs. Van Uden, de Stoomvaart Mij.
Oostzee, de Hollandsche Stoomboot Mg.,
de Ned. Zuid-Afrikaansche Stoomvaart Mij.,
de Mij. Oceaan en de Mij. Zeevaart ont
wikkelden zich zeer voorspoedig. De Kon.
Holl. Lloyd werd opgericht, ten einde een
eigen scheepvaartverbinding te krijgen, met
Zuïd-Amerika. Be resultaten door deze
maatschappij bereikt in den oorlog, stel
den baar in staat, haar subsidies terug
te betaleu. Helaas is in het bijzonder door
deze maatschappij gedurende den oorlog
de voorzichtige poEtiek, die andere maat
schappijen voerden, uit het oog verloren.
Het verlies van schepen noodzaakte haar
tot het aanmaken van groote schepen als
de „Limburgia" en de „Brabantm'*1» in
middels aan DuitjScWand verkocht; de be
haalde winsten deden baar een gebouw zet
ten, dait ook boven haar krachten ging. Re
Kon. Paketvaart Mij-, opgericht en door
de Regeering gesteund, ten einde het ver
band tusschen Java en de buitenbezittin
gen te bewaren en te versterken, heeft zicb
krachtig ontwikkeld; de lengte van baar
lijnen in veelvoudig»© mme zien toenemen,
evenals haar tonnernnaat ea het afgelegde
aantal zeemijlen. Deze maatschappij trad
met de Roitterdamsch© Lloyd en de Neder
land in de „Scheepvaart Unie", de be
kende stichting Ier unificatie van bét
scheepvaartverkeer op de koloniën. Be Java-
CMnarJapanlijn ontwikkelde zich uit een
dergelijke combinatie. Gedurende den oor
log was dit bet geval met: speciale lijnen
op San Francisco, op Benalen en op Kaap
de Goede Hoop. Tte Vereetigde Nederland
sche Scheepvaartmaatschappijen, in 1920
opgericht met een kapitaal van £200 mil
lioen, die de groote scheepvaartmaatschap
pijen, die zich daardoor de gelegenheid
openden om' tal van lijnen op gebieden
in Oost-Azië, in Zuid-Amerika en elders
te verschaffen; gjebieden, jgedeel etijk braak
liggend ten gevóige van het ontbreken van
een Diitsche koopvaardijvloot. De positie
onzer scheepvaartmaatschappijen mag in
het algemeen, ondanks de debade die zicb
bij de Kon. Holl. Llojd heeft - afgespeeld,
safe worden genoemd; zulks voor een niet
gering gedeel.e ten gevolge vau het in den
oorlog gevoerde voorzichtig beleid, dait niet
toegaf aan een drang naar hoogere divi
denden, en. groote reserves bewaarde.
.Wenden wij ten slotte ons oog naar den
landbouw, dan kan van deze 25-jarige
periode niet anders worden geconstateerd
dan dat Holland zich in zijn aloude func
tie van landbouwend land heeft verste
vigd en uitgebreid. Het advies der Staats
commissie, ten gevolge van de landbouw
crisis ingesteld, leidde tot de oprichting
van een afzonderlijke afdeeling Landbouw
aan bet Ministerie van Binnenlandsche Za
ken; in 1909 tot de oprichting van een
afzonderlijk Ministerie van Landbouw, thans
ten offer gevallen aan de noodzakelijke
bezuiniging. De regeeringszorgen strekten
zich, ten gevolge van de leiding, die deze
afdeeling gaf, over alle landbouwende pro
vinciën uit Djt wél in de eerste pfaate om
den export van onze landbouwartikelen
te bevorderen; door van Regeeringszijde
ér voor te waken, dat het "uitgevoerde van
goede kwaliteit was fen de veestapel aan
de vereischten. voldeed. Te dien aanzien
zijn strenge maatregelen door de Regee
ring ingevoerd, die door het bona fide
gedeelte van den landbouw, dus bet over-
groote deel, werden toegejuicht. D|e Regee-
ringszorgen hebben zich in niet mindere
mate uitgestrekt tot verbreeding en verdie
ping van fie gegeven voorlichting door con
sulenten, a, door de oprichting van
Rijkslmdb^wwinterscholen, door de ver
heffing hl" 1918 van de landbouwschool te
Wrageningen tot den. rang eener 'universi
teit. Toen Minister Treub in 1914 de lei
ding van financiën in handen nam, werd
een man, die het vertrouwen van de Land-
bouwkringen had, Br. Postihuma, zijn op
volger; dat diens zorgen zich niet spe
ciaal tot den landbouw hébben kunnen
uitstrekken, is de schuld der omstandig
heden; hij 1 -aft meer aandacht moeten
geven aan de ontwikkeling van het distri
butieproces, heeft zicih daarbij meer dan
eens tegen de wenschen van den landbouw
moeten verzetten. Bat hij dit gedaan heeft,
strekt hem zeker tot groote eere, en het
is wel eigenaardig, dat de critiek over zijn
distributiebeleid, die zeer streng was, toep
hij de tetigels tyoerde, Jangramerhjaiid minder
is geVrorden naarmate men op een afstand
het juiste verband der zaken beter over-
tiet. Zoowel wat aangaap Sen akker- en
we£debouw, als wat" bitreft de rundveehou
derij, zoowrel wat betreft de ontwikkeling
van den veeartsenijkundigen dienst als wat
betreft de paardenfokkerij, zooiwei wat aan
gaat schapen- en varkenshouderij en goiton-
fokkerij als pluimveehouderij1; ten slotte zoo
wel wat aangaat de bijonbeeft als de zui
velbereiding, in alle deze takken van land
bouw is er leven en bedrijf 111 deze kwart
eeuw te constateeren. In het zuivelbedrijf
wel in het bijzonder; dank tij de toe
passing van het coöperatieve stelsel, breidde
dit zich in Friesland, Gelderland en elders
zeer sterk uit; de coöperatieve zuivelfa
brieken zijn die, welke de markt van
melk, boter en kaas in bet algemeen kun
nen worden gezegd te beheerschen. In
geheel den landbouw, ook in den. 'tuin
bouw, was het rereenigingsleven bloeiend.
Bit vereenigingsleven, voor den landbouw
cuimineerende in het onder leiding van
Prins Hendrik opgerichte Koninklijk Neder-
kuulsch Landbouw-Comiié, wat den tuin
bouw aangaat in den Nederlandschen Tuin-
bouwraad, heeft uitnemende diensten be
wezen en rich een positie verschaft, ge
lijk ara die van de vakbeweging van werk
nemers en werkgevers op het gebied der
sociale wetgeving. Onze tuinbouw is be
kend door zijn boomkweekerijen, die in
bet bijzonder in Boskoop, in Aalsmeer en
in Oudenboscli gevonden worden; door zijn
bloementeelt, waarvan Aalsmeer het cen
trum is; door zijn bollenteelt ia Noord-
Holland, door tijh zadenteelt ook hoofd
zakelijk in Noord-Holland. De Tuinbouw
school te Frederiksoord heeft aan de ont-
rvikkeling in deze kwarteeuw leiding ge
geven. Memoreeren wij m dit verband ten
slorte de Nederlandsche Heide Maatschap
pij, die uitnemend werk beeft gedaan in
ontgmningsopzicht en een pionier is ge
weest, waarvan de verdiensten door een
later geslacht nog sterker dra door ons
zul en worden ondervonden.
Ned. Heïv. gemeente.
Bedankt vooïi het beroep naar Oud©-
Touge, ds. Aril, van Griethuysen, te Oud-
Vossemeer,
Beroepen te Musselkanaal, ds. Ten!
Hove, te Schoonoord'.
Geüef. gemeente.
Be classis Leeuwarden heeft na paeremp-j
toir examen tot de Evangehebediening in
de Geref. Kerken toegelaten dein heer J\
A. Schep, beroepen predikant te Bronrjjp.
Beroepen te Looessens, ds. L. van
Urk, te Wiestmaas.
Bedankt voor bet beroep te Bergum,
ds. J. H. Kuiper, te Wmsum (Fr.).
Universiteit te Leiden. Doet ex. Indi
sche letteren de heer G. F. Pijper; eind
examen Ind. adm. dienst de heer F. J. W,
H. Sandbergen.
Universiteit te Leiden. Doet. ex. rech
ten, de hoeren J. L. A. M. Switzar, A.
A. Gaymans, K. L. M. G. J. de Wyker-
slooth de Weerdensteijn en A. C. vain
Eek. 1 t
Doet. ex. geneeskunde, de heeren S.
Hoogerwerf, A. van Gulik en D. A. yan
Waardenburg.
Universiteit te Groningen. Bevorderd tot
arts, de beer R. Barkema, geboren te
Qidehotve. 1 1
Doet. ex. rechten, de heeren M. Meij-
boom, G. L. P. Nurburg en G. F. Haar
man. 1
Universiteit te Utrecht. Doét. ex. bo
tanie, bijvakken phytopadiologie, en dier
kunde, mej. M,. Kruseman.
Universiteit van Amsterdam. Doet. ex
Germaansche taal- en letterkunde (Dui^sch),
cum lande, de heer F C. J. Los. Bevor
derd tot doctor in de vis- en natuurkunde
op proefschrift: „X-ray investigation of the
crystall structure, of Ethium and lithium
hydride, de heer J. M. Bijvoet, geb. te
Amsterdam, en tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte, op proefschrift: „Hegel's
praeaomanológje III, proeve van tekst
verklaring", de heer J. 0.' Baruijn, geb.
te Nieuweramstel. 1
Universiteit te Utrecht. Boet. ex. plant
kunde, bijvakken phytopathologie en verge
lijkende physiiiologie, de heer J. W. M.
Roodenburg
Universiteit van Amsterdam Dóet ex
in de geneeskunde, de heeren A. C. Zwaan,
0. R. N. T. V. Joost, C. E,. StaLemaa en
A. Welker.
Doet. ex. in de Germaansche taal,- en
letterkunde, (Engefech), mevrouw J. M.
Meijerin®Oosterhuis.
Doet. ex. staatswetenschap, de beer Ph.
R. Botha- t I i 1
Universiteit te Groningen. Dpct ex. Ger
maansche taal en letterkunde (Diurtsch),
tnej. C. Boogerd. t i 1
Doet- ex. pharmacie, de heer II. Gaze-
mier. 1 1 1
Universiteit van AmsterdaïnL Boet ex.
Germaansche tajal en letterkunde (En-
gelsch), de heer F. Di. Wierslra- 1
Boet ex. Germaansche taal en letter
kunde (Dfuiiseh), de heeren K. H. ten
Haaf, W. Jongejan en W„ Snelieman.,
Doet. ex. rechten de beer F. W. Meijer.
Geslaagd voor het doctoraal examen in
de rechtsgeleerdheid (viijie studierichting),
de heer Ph. R. Botha; doet ex. in de
rechten, de heer A. B. van Rech|teren Ai-
teno. (Verbeterdbericht), t
Veeartsenijkundige hoojgjeschool. Bevor
derd tot veearts de heeren Dj,- Haak, W.
H. J. van Heukelom, B- Kempt, J. A. de
Wolf, B. de Putter, H. J. VrieÉnk, J. C.
Choufour, G. C. Terlouw, R. P. Sijbrema, S.
Paul, W.» 0. Monster, A. M. Hibma,' J.
Nip en -F. K. Waworuntu. -