Schiedamsche Courant.
Signorina Lucia.
De redding aanbrengende
Slaapwandelaarster.
TWEEDE BLAD
Zaterdag 8 December 1923, No. 17454
Door
MARGUERITE de rouville.
(Natrok veiboden.)
Sigmora Lucia Ghioddo loopt haastig
met kort© schichtige pasjes door het berg
dorp, gehuld in haar regenmantel, sneeuw-
scshoenen aan, een tasch met boeken aan
haar arm. Dia straatjes liggen vol modder
en ëigmoria Lucaa tracht angstvallig de
ergste plekken te vermijden.
Zij is met den bergtrein boven gekomen
can haar wekeüjksche les te geven aan
de twee Hollandscho dames in het pen
sion. i
Signoria Lucia haar naam duidt hot
aan is een Italia,ansohozij geelt Ita-
iiiaansehe leasen, altijd maar door lesson,
dhn in dag uit om in haar onder
houd 'te voorzien. Zij is een klein kitdg
vrouwtje 'Van twijfelachtigen leeftijd; zij
kan '40 of 45 of ook ouder of jonger
zijn.
Zij fe mismaakt, ach, arme. Haar hoog
rugje steekt 2300 zielig uit tusschen haar
magere schoudertjes; haar borst is ingeval
len, fhaar armen zijn lang en stakel'ig;
haar Qioofd lijkt te groot voor haar kin-
derlichaam. Toch heeft zij charme.
Bij de Italiaansche vrouwen is b jna al
tijd iets te groot en te veel: te veel
haar, (te groote oogen, te groote neus
eu mond, te veel gjeimoed, te veel en te
groote tóngen, te lange oorhangers, een
iets te luid praten on lachen van alles
iets te veel en toch, lief genereus
volk, jong en blij en levenskrachtig.
Ook Signorina Lucia's moad is te groot,
maar hij is expressief en ch, zoo smarte
lijk vertrokken soms; haar trekken zijn
te scherp, maar er is zooveel energie, zoo
veel pit in dat gezicht, de meestal som
bere oogen kunnen plotseling zoo gloeien
van geestdrift '000 ,warm stralen.
Soms 'zou men in ©en opwelling van
beschermende 'teederheid den arm om dat
gebrekkig lijfje wil'en heenslaan, maar ip
stede daarvan houdt men even later eer
biedig fle deur voor haar open, als zij
perman tig en dapper, opnieuw weer en
wind 'troseeren gaat om een volgende les
te geven.
Signorina Lucia heeft als alle Italiaan-
sche vrouwen keurige handjes en voetjes
en zij is a'trpd ondanks haar armoede
onberispelijk geschoeid en gehand
sehoend. D|at is haar luxe en dat geeft
f haar een cachet van distinctie. Ze kan
.verschijnen met en in de meest zonder
linge gewaden en hoofdtooisels, maar ge
gaoteerd is zij steeds, als een markiezin.
Zij geeft goed les, duidelijk, streng, kort
en bondig. Zrj 'verstaat geen gekscheren
en haar bedaagde leerlingen ringeloort zij
alsof het schoolmeisjes waren. Als men
zijn opgaven niet kent, koestert men de
zelfde vrees als in de dagen van weleer
op de TL ,B, S.
Eindeloos laat zij overdoen, totdat men
de goede uitspraak beet heeft: het so
nore, warme, opene jier klinkers, en den
zwaren, doffen val, ,of de zachte ontplof
fing der enkele ,en dubbele medeklinkers.
Het moet zangen, ,er moet Haak en cli
max in zijn, rhythmus en „gang". Zij
maakt een werkwoord ju zijn verschil-
Ifende tijden, tot jeen dramatisch gedicht, en
dscht dictie bij ,het oplezen van een
themazin. Alle Hollandsche sloomheid er.
slordigheid en vaagheid van spreken
zweept zij met haar fe'le stemme'je weg;
ze vuurt aan, ze sleept mee, to.dat luie
lippen, slappe tong en kaakspieren hun
werk zuiverder verrichten en de schoone
gebeeldhouwde Italiaansche taal een wei
I nig plastisch er uit een Hol'and.chen mond
opklinkt Dian ïs zij tevreden en lachen
haar donkere oogen voldaan. „Si va
bene, henissimo". Juist, het gaat goed,
zeer goed!
Men maakt vorderingen bij Signoria Lu
tóa tegen wal en dank.
Signoria Lucia is vroolijk trots liaar
- wel wat bitteren kijk op het leven, trots
baar heimwee mar haar schoon land.
Zij heeft zin voor dwaze d.ngen on ze
heeft een kinderlijk gemoed. Maar verleden
Zondag was het vrouwtje zichzelf met.
Zij
was verward en zenuwachtig en zag
-er zoo smalletjes uit Zij vergiste zich
telkens neen, bet vlotte niet.
Gp de vraag wiat er aan scheelde, be
zij zachtjes te huilen, zielig, mei
-■ telkens schokken van haar arm vergroeid
djfje en toen wij haar wat probeerden
te troosten en haar vroegen naar haar
i, ^«driet, kwam het er uit: Zij. had slechte
tijding uit baar land; haar pleegzoon
tf** gestorven. Ja, zij had. een pleegzoon
samen met broeder Francesco. Carlo
^.heette .hij het was zoo'n lieve jon-
&JSen, knap 'en goed een goed kind,
ja. Achttien jaar was hij nu. Siads
-if( groote ramp bij Messina was hij hun
.k: pleegkind van haar en van broeder
•te; 1 ranoescozijn ouders waren toen omg©
f.omen Mj 9e ramp en het kereltje was
rge acht in een inrichting van wees
ip®8 't® Napels, waar zij ïn dien tijd les-
*15®!» gal ©n waar ook broeder Francesco
werkzaam .was. Toon was Carlo hun bei
dor pleegkind geworden. Samon hadden
zij .voor hem gpzo-gd, hem wat liofde
gegeven in zjfn zonloos klein kinderbestaan.
En 1 dat gemeenschappelijke levensdoel
had hon beiden tot elkander gebracht,
steeds moor: den kloosterbroeder en het
mismaakte .vrouwtje, en daaruit was lang
zaam aan een zeldzaam moo'o, innige,
teero en kuische vriendschap opgebloeid
Zij zij had Napels moeten verlaten
-- Carlo bleef b'j broeder Francesco; zij
hoorde geregeld van hem. Carlo jpoeide
op, Lij word een lieve jongen, een knappe
jongen. Jaren geleden had hij wel eens
een toeval gehad waarschijnlijk een ge
volg van den geweldigen schok in zijn
kinderzieltje, toen, ten tijde vfuu de ramp.
Miaar nu al in gioen jaren whs dat terug
gekomen;" lrij scheen genezen.
Broeder Frlapcesco zorgde voor hem, met
zoo trouwe zorg' a's eeu vader; hij waakte
over hem dia,t gijn leven ra,tig en gezond
verLiep; hij liet jvem zelfs s'apen rn zijn
eigen kamer, om jiern steeds te kunnen
behoeden. Het gang ja/Jes zoo goed.
En toen had (Carlo moeten dienen ra het
legerhij had geen vrijste ling kunnen
krijgen juist omd'at hij volkomen normaal
scheen.
En toch wlas -de dienst te zwaa'r voor
hem geld eken; hij had een hevig en aan-
vtal gekregen en nu was hij dood
Cargo
En toch diit was het met, waarom
het Vrouwtje zoo Wanhopig snik.e; dit
\eed jron zij verwerken. Ma,ar broeder Fran
cesco ,ha4 haar geschreven, de gansche
toedracht had hij .haar verteljl, on zijn
smart ,er ever, en toen had hij orb.j ge
voegd, ,dat hij nu niet langer gelooven kon,
nrêt meer gelooven aan Gods liefde en
omtermïng, aan Gods goedheid nu
Carlo, ,het kind, dat hij Lefhad, als zijn
togapp&V waarover hij gewaakt had als
over een schat het kind, dat God
zJf tem scheen te hebben toegevoerd,
nu Cari,o plots eling| zoo bruusk, zoo
wreedaardig onnoodig was weggenomen.
Neen, -nu kon broeder Francesco nipt lan
ger gelooven, nu twijfelde hij aan alles
en fn zijn brief sto-rt.e hij uit zijn
feed zijn angst om zoo groote zonde
hij een katholiek pries er, die nvij
felde aan Gods* goedheid. Zoo stond het
in den brief.
En om dien brief hui'de SignurLno Luc a,
omdiat haa'r vriend, de trouwe, goede
broeder Francesco, nu ruik een groot
leed te dragen bad, een leed, dat Mj
niet da'agen kon, zoodat hij zijn ge' oof
verboren -had bij, diie zoo vroom-ver-
trouwend was dat bij nu twijfelde.
aan aflest
En zij wist niet, wat hem te, antwoor
den. Brieven zijn zoo koud o, hls
zij toch maar even naar hem. toe kar
gaan en hem troosten. Als zij maar les
voor hem doen kon iets, dat hij zijn
vertrouwen en gjefoof weer terugvond. Mis
schien, 'als zij b.j hem was, als zij eens
s'ajmen konden praten hij was zoo'n
groot vriend viaa haar dat w-st nis
mlapd zoo'n heel groot vriend, her
haalde snikkend het vrouwtje, en heel
ziacht voegde zij er Kj o, zoo zacht
en droevig: „en vriendschap is schooner
dan de liefde."
Even zwegen wij dijen. Toen droogde
zij resoluut haar traneu, sloeg bet book
open, en zesde met haar strengs e leerares-
senstem: „Dames, vandaag waren we toe
aan de o nregelmatige tijden van bet werk
woord „patere".
Gemengd Aieuvrs.
Storing in het electnsch bedrijf te üirech'
Gistermiddag onts'ond een kortstondige
stoning; in bet ©teclrische kabelnet te
Utrecht.
Bij het parallelschakelen van twee tur
Mnes is een o'ieschakelaar van de groot
ste turbine uigevalen, jen gevolge waar
van de stroomtevering, zoowel van draai
als gelijkstroom, ophield. Ret gevolg hier
van was, dat over de geheale sited alle
etectrisch gedreven bedrijven stop s 011
den. Voor de p'ectrische tram duurde
de storing zes minuten, de draaistroom
werd tien minuten gestopt, terwijl de ge
lij&stroom een srils.and ,van twintig mi
naten ondervond.
De uitroeiing van tuberculose onder
de koritn.
Prof. Bang in Kopenhagen vertelt in een
pas verschenen artikel over 24 groote kud
den runderen in Denemarken, waar de tu
il erciulose geheel werd ui (geroeid, zondeir
dat er veel voor behoefde uitgegeven te
worden, zoodat de bezitters van het vee
door de maatregelen van Bang belangrijk
in welstand vooruit gingen. Het principe
van de method© bestaat hierin, dat de zieke
dieren uitgezocht worden door middel van
de Luberculi nep roefde tuberculeuze die
ren worden dan in een afzonderlijken stal
ondergebrachtt. Wordt etc* een kalf geboren,
■dan mag dit één dag bij de moeder zuigen
en dan wordt bet overgebracht naar den
stal roet de gezonde dieren; de reden hier
voor is, dat de kalveren ongeveer nooit tu-
berciuoeius zijn bij de geboorte, maar het
eerst later worden. Als voedsel krijgen zij
rauwe melk van gezonde koeien of melk
van de tuberculeuze koeien, die dan eerst
gepasteuriseerd moet zijn of gekookt. Ben
van de boerderijen, die aldus van luber-
ciuiose weird bevrijd, zond baai1 melk naar
Kopenhagen pis roedk voor zuigelingen, das
van een model boerderij. Tweemaal in het
jaar worden de gezonde dieren met tuber-
ouline onderzocht, om zeker te zijn, dal
tooit niet óém geval' van tuberculose aan
het onderzoek was ontgaan. Fe statistie
ken en tabellen van Bang toon ui aan, dat
als deze methode met zorg ca volharding
vvordL toegepast, op deze wijze zelfs sterk
geïnfecteerde kudden iu gezonde kunnen
worden veranderd.
Da methode is anders dau die in Ame
rika, waar allo op Lubercnline reageorendo
dieren woulem afgemaakt en do Siaat ver
goeding geeft. Maar de methode van Bang
is vee. tconomi.-c.hcr; en Bang toont aan,
dal zij uitstekende resultaten kan geven;
1676 kudden met "47,027 kceien zijn vol
gens deze methode behandeld. De isoleer
melLcd© heeft oo-k in Zweden, F.nland en
Hongarije goede resultaten gegeven. Noodig
is natuurlijk, dat het tuberculeuze vee, Jat
geslacht wordt, in een abattoir terecht konut,
zoodaL het bij ernstige tuberculose kan ver
nietigd worden Dut vertelt Bang er met
bij en dit is toch een bdangryk punt bij
de methode.
Koloniën.
Geschaakt.
Tc- Ma, lang is mejuffrouw N. uit het huis
van d-en heer F, de R. do AF. ontvoerd
door zekeren N. 1 1
Tciwïjt de familie afwezig Was, aldus
de N. Soer. Crt. werd de glasdeur van
de vooigelarij geformeerd en mejuffrouw
X. vastgegrepen, xerwijl de aanweag© kin
deren weggesleurd weiden.
De ontvoering heelt plaats gehad door
auto 3007, daarna door auto 26S8, een
Hudson, welke wagen w.st te ontkomen.
De naspor.ngen van de politie van Batoe
hadden nog. geen resultaa. opgeleverd.
Aanslagen op journalisten.
De hoofdredacteur van d-e N. Soer. Crt.
do heet Veersema, heeit bij tie pol.aê te
Soeiabaja een aanklacht ragtdienU wegens
huisvredebreuk, gepleegd tioor den heer
Brandenburg van den Gronden.
in zijn blad "had een art. kei .je gestaan,
betreffende het door den heer Branuenhurg
meuw opgerichte Mail-Order, Huis en Re
clame-bureau, welk artikel volgens dien
heer „speidepr-kken" bevatte.
De- heer B. was deswegen den beer tV.
m zijn womng gaan opzoeken bad hem
een pak slaag gepresenteerd, waarop de
heer V. zich naar de teleïoon begaf om
de politie op te schellen.
De heer V. met den telefoonhoorn ut de
rechterhand, w.st met de linkerhand den
trappenden B. v. d. G. volgens ,atie regelen
der kunst, te scheppen.
Deze v.et languit, werd door den beer V.
en door een ander persoon, die met den
neer B v .d. G. het hu.s was binnenge
drongen, op de been geholpen, waarna hij
zich verwijderde onder het uiten van be
dreigingen.
„Zie eens," schrijft de heer Veersema
in zijn blad, „het schijnt tegenwoordig mo
de te worden om journal sten gaten in het
hoofd te slaan of op andere wijze ,te mo-
lesteeren. -
Tegen hen, die in Indië koelies slaan
wordt zeer streng opgetreden, maar tot
wordt zeer streng opgetreden, maar tot dus-
genomen, om den joumaLst tegen den
„klap" te beschermen.
Vroeger zou ik over zoo'n geval de schou
ders hebben opgehaald en als ik dan goed
in conditie wxs, dan Was het mij een lust
om een partij» je te knokken, maar het gat
in het hoofd van Zentgranfr heeft mij nu
tot eeri ander inzicht gebracht.
Ik vind dat er maar eens een eind moet
komen aan d'e aanslagen op journalisten.
Ik heb mijn harden naa- den fameumn f-
nancter niet willen uitsteken en hr-b bij
de pol'tie en just'tie bescherming geZocltt
:n de jhoo<p, dat een bestraffing van mijn
belager een voorbeeld moge wzzen voor
alle andere aanranders van journalisten."
Boven de ruime hall van Braitbwai'e
Abbey lag de donker© corridor; toch was
er één lichtp'ek, waarneembaar, veroor
zaakt door een jongmeisjej-gcstal e, diz,
leunend op haar firvke armen, over de
balustrade, de beneden ruim.e in tuurde.
Hoevviei! het r,eeds middernacht geslagen,
had, braadden daar nog hoog die lampen;
gespannen volgde zij de bewegingen van
een jongeman, die rusteloos heen en weer
liep. Telkens bield hij even bij den open
baard stilfauw bel ebt e bet wegster
vende vuur den fijnen, mannelïjken kop,
die echter de grootste wanhoop' n.tdrukte.
Nerveus stak hij de eene cigaret na de
andere 'aan, om haar dan weer in het
vuur f,e werpen. 'Opeens wierp hij zich
neer in een diepen fauteuil, zijn gez'cht
met de banden bedekkend. Een diepe
zucht, een 'onderdrukt gesteun ontsnap©
aan zijn borst, steeg omhoog tot naar
het j omgooi eis je. Zij omspande zenuwach
tiger de leuning met haar witte handen,
toen zij 'dat geluid opving en dieper boog
zij zich voorover, terwijl baar oogen de
smartelijkste .ontroering uitdruk en.
Ho'tseiing gchoot de jongeman overeind,
haastig verzamelde hij zijn papieren, die
op een tafel verspreid lagen en liep met
gedecideerden staj> de hall door, om ach
ter de pilaren aan het einde der hail-
ruiimten te verdwijnen
Het meisje boven bleef wachten, maar
hij keerde niet terug en na enkele mi
nuten ging zij eveneens en verdween in
haar eigen kamer.
Die kamer was zeer smaakvol ingericht,
ais alles op de Abbey, en toen zij het
licht opknipte, trof haar sterk de groote
luxe, waarin zij' zich echter verre van
gelukkig had gevoeld.
Haar bezoek jiep morgenvroeg ten einde
eu jwas bet niet om hem, zij zou geen
spijt gevoelen, Immers in verhouding tot
do overigici gasten was zij' de „arme".
Haar toileten Jcondcti een vergelijking met
do andere, jriet doorstaan; ze was niet
rijk genoeg een eigen kamenier te heb
ben, zoodat haar kapsel stood3 iets min
der verzorgd, was en bet feit de jong
ste van al deze vrouwen te zijn, iwerd
in haar nadeel, wiaar geraffineerde ele
gance overheerschte.
Do vriendelijkste der hoeren en dames
hadden haar gewoonweg genegeerd, de
anderen hadden flauwtjes geglimlacht on
gespot. 1
Doch nu uas alles voorbij, zij ging
weg -en niets deerde meer, alléén dau,
dat -zij van hem moest scheiden, hem
misschien nooit meerizou terug zien. Zij
was tamelijk 'onver.-c hi lig geheven voor
de prikkende Oogen der andere vronvvien,
maai- -nis 'zijn donkere oogen langs luiar
waren gegleden, ver-of, a'sof bij haar nief
zag, had ze pijn gevoeld. En zij was veel
te .verlegen om met hem te babbe'en; met
zeventien jaar is men zoo'n gansje nog.
0, als ze maar eens rustig met hem
had mogen praten, hoe zou ze genoten
hebben. Maar steeds was bij met de oudere
vrouwen, met -die geestige, lachende, dux
vende. 1
Nu -zo-u 'ge weldra vertrekken, maar het
vreeselijike was hu, dat zo hem wist ten
prooi aan Je een of andere ellende.
„Wat mag, 'bet zijla?" vroeg zij zich
telkens opnieuw ;af. „Geld? schulden?
schande? Als jk het maar wist, als ik
hem maar 'helpen kon." En direct kwam
de bittere gedachte als antwoord „jong,
ann, oabateokeaend, jk kan niets 1"
Slapen was haar onmoge ijk. Zij bleef
roerloos op teen stoel zitten, hoorde in
haar verbeelding la'door dat droevige ge
steun. Eindelijk 'ontkleedde zij zich, wierp
zich op hiaar Eed, in een vloed van
tranen.
„Ik kan niets, niets doen. Wat beeft
het voor put, iemand lief te hebben, als
men arm is en hulpeloos?"
Terwijl rite geluid langzamerhand in zwij
gen verging en ook het meisje ra slaap
gevallen was, liep de jongeman, E,ric Al
lan, in de grootste wanhoop, zijin kamer
zenuwachtig op en neer.
„Wat e-en dwaas ben ik toch geweest,"
mompelde bij pij zichzelf, terwijl zijn bran
dende -oogen de stapels paperassen, mon
sterden: „schulden, waarcchuwLcgcn, 'dag
vaardingen en niets om er .tegen over te
zetten; niet in s.aat, om zelfs Carlyonmijn
speelschulden te betalen. Het was hoog
tijd voor mij te gaan waarom me nu
maar meteen niet van kant gemaakt
Hij viel neer in een leunstoel en staarde
suf voor zich uit
„Nergens kan ik mee. iets los krijgen
'0, dat spafea 'ook vanavond ik deed
bet maar om ino-gelijk iels te winnen en
verioor maar steeds ik vraag mezelf af
of Carlyon wel eerlijk spel speelde >0,
laat ik niet mijn gastheer verdenken
bet is alles mijn eigen schuld. Een pistool
zou nu wel bet beste zijn...
Er ontstond een -lange pauze.
„Er is geen andere weg ik zou na
tuurlijk werken kunnen; voor iets zou ik
toch wel geschikt zijn, maar loont
het...? -Heel prettig kan ik bet leven niet
vinden veel heb ik meegemaakt
maar wat liefde, de echte liefde eigen
lijk js, heb ik nimmer kunnen ontdekken.
Als ik in dit oogenblik een vrouw ont
moette, die me werkelijk liefhad, zonder
ee-nige bjreden, zou tik me dan anders
voeten
Hij zweeg, voor rijn geest trokken beel
tenissen voorbij vaa mooie vrouwen, liefe
lijke stemmen Honken hem in de ooren,
maar al'es was vermengd met de w.ange
Herinnering; aan juweel-en en goud, aan
opofferingen, nieuw gemaakte schulden,
aan ijzeren ketens, die zachte handjes om
hem geklonken hadden.
Hij sprong overeind, zijn gezicht was
doodsbleek.
„Neen," mompelde bij zacht, „neen, weg
met die rif en, d-e mij in dezen po-el van
elende, hebben gedreven. Ik heb genoeg
van alles, van mijn ellendig bestaan; één
schot en bet is voorbij..." Hij Liep naai
een tafel, haakte uit de lade een pistool.
Nauwkeurig monsterde hij bet wapen en
wilde het richten, toen p'olseling het pie
pen van een deur hem deed opschrik
ken. Hij keek speurend om. Op den drem
pel van de deur stond de liefelijkste ge
stalte, diie bij nog immer had aan
schouwd: Hij staarde haar aan, zonder zich
te roeren, zijn hart aFéén bonsde heftig.
Vco-r hem stond een jong meisje, bijna een
kind nog in baar lang, eenvoudig nacht
ponnetje. met bet blonde, vole baar over
de schouders. Haar gezichtje was heel
bieek, heel teer, wijd-open keken de grooe
oogen onbevreesd het vertrek in. De jonge
man wachtte gespannen.
Zij kwam heel yeorziehtig op hem af,
zonder aaraeting om de groote tafel heen.
Zij naderde hem heel dicht en legde een
arm op zijn schouder, diep keek ze hem
in de oogen. AF au bleef gevangen in haar
blakzijn ga-nsche ziel voelde zich om
hoog geheven door deze hemelsche ver
schijning, die in haar heel© wezen,» in
haar smetteloosheid en onschu'd 't visioen
was van de echte, groote liefde.
De lippen van het meisje waren even
geopend, doch geen geluid ving hij op
en starende in haar blauwe, wild-open
oogen, zag hij, dat bewustzijn achter ©en
mist van slaap verborgen was. Niets dan
liefde droikte haar wezen nu uit, liefde
die een deel was van haar zelf en niet
verloren kon gaan, zelfs niet ia baar
slaap. Al het andere: bewustheid, ver
stand, bedoeling, was ver weg; de liefde
alléén bleef aanwezig,, tri om fee rond.
Met een wonderen, zachten b'ïk op hem
gericht, die hem van ongeweten levens
mysteriën scheen te spreken, legde ze
haar andere hand zachtjes om den re
volver, dien hij vasthie'd, onbekwaam zich
ook maar eenigszins te bewegen.
Hij herkende het meisje als één onder
do tall-ooz-e gasten; hij zag, dal zij slaapt
wandelde, maar zijn iliepinnigste was niet
vervuld van deze dingen. Voor hem was
zij de incarnatie van de lieHe, aan hem
verschenen ïn deze ure des doods om
hem te bevrijden.
Hoe befcoo lijk was ze_, hoe- aandoenlijk
in haar bovênaardsche verschijning En
plotseling word het hem b.wust, dat deze
hemetische uitdrukking1 op haar gezichtje
hem gold. Hij had die gewekt, opgeroe
pen (Onbewust van haar handelen, in dit
oogenbiiik, vos het de liefde voor hem,
in haar wakenden toestand, die nu hier
ais verborgen drijfveer werkte. En wat
voor liefde. In een vorm van anrdscbp
schoonheid zag hij het ganscbe, verbitte
rende wonder eener vrouwenziel nu voor
zich ontvouwd.
Do gedachte aan den dood gleed van
hem Saf als een donkere wolk en stem
men /van triomfeerend teven hoorde hij'
jubelen i/u zijn hart, in zijn htoed. Ja,
hij wilde leven. En in ziju donkere oogen,
die ide hare zochten, die tot dusver haar
nooit ihaddea opgemerkt, zooals zij was,
kwam (een zoo innige gloed, dat haar sla
pende geest er ld oor bereikt werd en
tevreden (gesteld. Langzaam liet zij haar
greep io-p het wapen los, maar zij b"eef
hem (aanstaren met haar wonderen liefde
blik (en met een uitdrukking van„bel-oof
je imij?" Man ridderde en een hevig
verlangen /haar in zijn armen te sluiten,
zijn lippen op id© hare te drukken, over
viel (hem, hem, (die tot dusver noo't z'dh
een kus had ontzegd, die ko-n veroverd
worden. iMaar hier lau Voelde hij zich
bevreesd, voelde bij ontzag voor het on
beschermde, teere schepseltje. Enkele se
conden nog stonden ze bij elkaar, toen
gleed ze onhoorbaar over den drempel
de donkerte in. Foor een oogenblik stond.
Eric verbijsterd, zich afvragend of hij
dupe iwas gewpeden van ©en zinsbegoo
cheling. Aan weinigen maar is het ge
boden te ?ien wat hij had aanschouwd,
de ikmariijke, menschelijke ziel, brandend
in de .witte vlam van hartstochtelijke liefde.
Hij 'had die gezien en herkend als iets
goddelijks. 1 - 1
Toen keerde hij zich naar de hoog© ven
sters ©n zag het morgenlicht schemeren,
Wfid, onstuimig als hij was, en door reac
tie nu geschokt, haastte hij zich terug
paar de schrijftafel, borg het pds.ool weg"
in de Jade en stapte door de tuindeur
niaar buiten. AJfes om hem heen lag in
den neveligen glans van ©en voorjaars
morgen. Duizenden .vogels vulden de geu
rende kucht met hun gekweel; heel de
njatuur stond in het toeken van blijheid
en iWÏGgriuMdg- voelde hij zich leven,
realiseerde .hij hoe hij anders nu zou zijn
prijsgegeven aan de minachting der men.-
schen, als zij niet gekomen was...
Hij liep de lanen door, de f.issche atmos
feer sterkte zijn zenuwen en hoop en
moed groeiden. Lang bleef hij turen naar
de grijze gevels der oude Abbey; tegenover
de iweeède en praal van dit landgoed
stond bij nu arm aan wereldsch bezit,
maar in de wildernis zou hij gaan, en
werken, .werken, totdat alle schulden wa
ren gedelgd, en ver in den vreemde zou
hij vdeuan den zachten druk van lieve
blanke handen...
Plotseling -werd zijn gepeins onderbroken
door de verschijning van een slank
figuurtje, dat, gekleed in eeneenvoudig
toiletje, de treden voor het huis afdaalde.
In een oogwenk was hij bij haar.
Het meisje zag heel wit in het vroeg©
morgenlicht, treurig maar lief stonden haar
oogen; een zachte glimlach kleurde haar
wangen, toen ze hem zag naderen,
Ericmoest tóch beheersehen haar niet
in zijn armen te nemen; met inspannig
reikte hij haar slechts de hand.
„Miss Rivers," begon hij, maar opeens
verloor hij a"le zelfbeheersching. „Stella,
Stella, liföVelngi, ga je vandaag weg? maar
je gaat niet alleen, neen la en. we
slamen gaan... Mijn liefste ik weet het
ik weet rites je hebt me lef en
ik aanbid je 1... wil je me trouwen?"
En noch 'de verbazing, de verwarring,
de ontroering! konden de zegevierende ver
voering verbergen, waarmee haar gezicht
overstraald werd. Zijn gretige oogen ont
dekten dit onmiddellijk en hrj trok haar
naar zich toe.
„Ik hen arm, ik bezit niets, ik hen
eerloos, maar a'des zal hersteld worden...
Kom met mij de wildernis in, die voor
ons zal worden tot een paradijs."
„Eric ik, ik begrijp niet ik be
grijp je niet, wiaarom ik nu hoe is
alles opeens zoo veranderd o, maar
ik ik ik heb je zoo lief, ik aan
bid je ik wal oitfd bij je zijn t..
bij je blijven." 1
En In de passie van geluk, dat Na-ri
tuur -voor een ieder van ons in haar
handen vasthoudt en dat duizendmaal meer
waarde heeft dan alle dingen dezer we
reld, drukt© hij het meisje tegen, zijn
borst en ze kusten elkaar in het licht
van den Nieuwen Diag.
DES