De herziening der Indische
Staatsinrichting.
fwmmmm
HUMOR UIT HET BUITENLAND.
W; lil 'Ju f'
Set excuus.
Da Ruitsrihe tooneelspeler Berikniann
had bij ©en voorstelling te Berlijn van een
rol, die Lij spelen moest, een typo gemankt
dat zoozeer op den dagbladdirecteur Fran
ke] geleek, dat iedereen dien er uit Mer
kende etn ide toeschouwers lachend Fran
ked riepen.
De dagbladman diende een aanklacht in
en de acteur werd veroordeeld; o. a. hem
in zijn huis ten aanhoore vaar getuigen,
vensohooning te vragen.
Op eeu bepaald uur zal Frankel met zijn
gezin en een aantal vrienden en bloedver
wanten. de komst van Beckmann af te
"wachten. Een lialf uur wachtte men te ver
geefs, Daar ging eindelijk ide deux open en
Beekmaan keek de kamer in.
Woont hier meneer Meier?" vroeg
hi}. i
„Neen", antwoordde Frankel.
„O, ik vraag u wel excuus," zei de
acteur en ging weer heen zoo gauw: hij
kon, blij dat hij zich alklus van zijn straf-
opdracbt had gekweten.
JEen aanval met machine-geweren
Aan deai ingangvan de haven van Go
thenburg heeft een ernstig gevecht plaats
gehad tusschén Duitschfe smokkelaars en
een niiotorschoenej van de Zweedsche
douane-ambtenaren.
Toen de douanen het 'Dutische smok-
kelschip achterna wilden zetten, open
den de Ruatschérs hét vuur met maeMne-
geweren, waarop de Zweden genoodzaakt
waren hun heil te zoeken in de vlucht.
Een der Zweedsche ambtenaren werd bij
dezen miniatuur-zeeslag gewond.
De nieuwe film van, Charly Chaplin
In October a,s. zal te New-York een
nieuwe film, „de jacht naar het goud", wor
den vertoond, door Charley Chaplin in
elkaar gezet, .waarin hij zelf de hoofdrol
vervult in rijn legendarisch' geworden
-costuum met den ronden hoed. afzakkende
broek en fantastisch' gevormde schoenen,
In zijn nieuwe stuk, .waaraan meu een
jaar heeft gewerkt, en .waarvoor de kosten
honderdduizend dollar bedragen, laat .Char
ley het geheele drama zien, de koanedie
en ook het epos afgespeeld in Klon
dike in de dagen, toen avontnriiers-goud,-
zoekers uit alle deelen. der aarde haar
Alaska sadden*.
Wonderen der techniek.
Onderstaande advertentie werd gevonden
in „EerékaansAdvertentieblad" te Stads
kanaal.
„Te k oop '6 Kippen met 1- Haan, allen
aan de leg, bij A'. de Groot, No. 74, Nieuw-
Buinen, i
Zondags niet."
Hiermee bedt Braat's legende van den
melkgevenden stier nieuwe waarschijalijk-
hedd gekregen, zegtliet Volk. Als een
haan eieren legt, waarom! zou een stier
dan geen melk geven?
De beleedigde Oostenrijker.
Het is een bekend feit, dat de Oosten
rijkers nogp.1 op hun eer zijn gesteld en
zeer voor een beleediging vatbaar zijn.
Dezer dagen deed zich' aan de grens een
eigenaardig voorval voor. Een wat kort
aangebonden buitealandsch hoopman, die
naar Weenen wilde reizen, kreeg hét aan
den stok met een lastigen d ouanebeambte.
Ten slotte werd hij zoo driftig dat hij uit
riep: Loop naar een crematorium eu laat
je verbranden, kerel i Die douane-beambte
achtte zich hierdoor zwaar beleedigd. Hij
liep naar zijn chef, de zaak kwam voor
den rechter en de koopman werd tot een
hoog© boete veroordeeld.
Waterratten.
Uit het aantal vragen om! inlichtingen
die den laatstea tijd bij den Plantenziekte-
Icundigen Dienst uit allo deelen van bet
land inkomen, wat wel de oorzaak kan zijn
van het zich niet verder ontwikkelen en
afsterven van vrucbtb oowen of van het
verdwijnen van wortelgewassen en groen
ten, meent de heer Van Poeteren, bet hoof!
van dien dienst, te moeten afleiden dat we
met een vermeerdering van waterratten
oveT bét geheele land te doen- hebben.
In bét Tijdschrift voor Plantenziekten
deelt de heer v, P. mede, dat de .water
ratten in den winter de wortels van vrucht-
boomen, meestal vlak bij den stam, geheet
doorvreten. In een aantal gevallen loopen
de knoppen in hét voorjaar nog even uit,
maar dat houjdt spoedig op en de boom
sterft geheel af. Big onderzoek blijkt dei stam
geheel los in den grond te staan; van de
wortels zijn slechts stompjes over. De
tandafdruksels op de knaagvlakken toonen
aan dat ratten hier hun werk hebben ge
daan. Daarnaast worden. ingekuilde schor
seneren en allerlei1 wortelgewassen afge
knaagd, vaat van onderen uit, zoodat men
niets dan de topjes overhoudt. In het voor
jaar worden, zelfs slakroppen aangevreten
en. weggehaald.
Db bestrijding van de waterrat woel
rat, Arvicola amphibius)is niet gemakke
lijk. Het best kunnen de volgende middelen
worden toegepast.
Ié. vangen met behulp van klemmen,
die in de „ritten" worden geplaatst of met
fuiken van ijzexdraad, die in. het water
gulegd worden op de plaats, waar een „rit
aan'den slootkant uitmondt;
0é. hét houden van foxterriers of tackels,
dié zeer ijverige rattenvangers zijn en
3e.' aanwending van het middel der Rijks
serumiinriiclhiLing te Rotterdam, n.L toedie
nen van brood, gedrenkt in een bacterie-
cultuur, die een besmettelijke ziekte onder
de dieren veroorzaakt, (speciaal aan te vra>
gen voor waterrat) gecombineerd met de
'toediening van bollen van zeeajuin (Scalla
ünariitima).
Wie zoo al zwervende zijn.
Té Lage Zwaünwe is 'door dé politie in
zwervenden toestand aangehouden een oud-
gemeente-ontvanger pit een Zjoouwsqhe gej
meente en een oud-sergeant, majoor van
het O.-I. leger.
1 ii.
De taak van den Volksraad, is tot dusverre
een zuivere advi&oerende. Parlementaire en
wetgevende bevoegdheden zijn aan den
Volksraad vreemd. Als algetneene regel'staat
voorop, dat de G.-G. den Volksraad raad
pleegt over alle onderwerpen, waarover hij
's Raads oordeel wenscht te vernemen;
sec hts ten aanzien van de begreoting cn
de rekening, en het. aangaan- van gekliee-
ningen, indien z'ij in Indië door
den G.-G. worden gesloten, is hij dienaan
gaande niet vrij, evenmin als ten aanzien
van de oplegging van persoonlijke militaire
lasten aan de ingezetenen, Op die punten
moet dus de Volksraad gehoord worden;
voor het overige staat het aan den G.-G.
vrij, hem al don niet te raadplegen. De lieer
van Limburg Stiruim, onder wiens Gouver
neur-Generaalschap de Volksraad- in wra
king trad, ging in dat opzicht vrij ver,
en het is vermoedelijk voor een groot 'deel
daaraan te wijten, dat de Volksraad in la
tere gevallen, wanneer hij mot geraadpleegd
werd, zich achteruitgezet, teleurgesteld ge
voelde eu daaraan op soms ondubbelzinnige
wijze uiting gaf. Dat aan den Volksraad m
zijn oorspronkelijken vorm geen medewer
king aan den dageldjikschén wetgevend en ar
beid in de Koloniën werd opgedragen, vond
voor een deel ook reden liierin, dat in dat
geval de ver afwonende leden van geregel
de deelneming aan de Werkzaamheden zou-,
den zijn uitgesloten en hot lidmaatschap
van den Volksraad dus alleen behoorlijk
vervuld zou kunnen wo ut en door h;en, die
geen andere dan de daaraan verbonden be
zigheden hebben. .Te meer achtte men geen
bezwaar aanwezig ,om de haak en de be
voegdheid van den Volksraad in dat opzicht
te beperken, aangezien hij- bij de behande
ling van de jaarlijksche ontwerp begrooting
voldoende gelegenheid krij!gt om zijn wea-
schen en meemingen ten opzichte van elk
onderdeel van het Regeeringsbeleid te uiten
wat in de practijk gebleken is juist, meer
dan juist te Zijn. i
Bij de instelling van den Volksraad werd
bepaald, dat de G.-G. de zitting van den
Volksraad kan bijwonen en dan advïsee-
rende stem heeft; overigens is hem het
recht verleend om zich' naar ejgen inzicht
door deskundigen te doen vertegenwoordi
gen. Dat het niet gewenscht is, dat de G.-G.
persoonlijk in den Volksraad verschijnt en
daar het woord neemt, behoeft, uitzonde
ringsgevallen daargelaten, geen betoog,
gebruik is dan ook reeds geworden, dat
slechts de jaarLijkscbe zitting door den G.-
G. wordt geopend met een zeker vertoon,
dat aan de opening der Kamers door de
Koningin bier te lande herinnert. Hét schrif
telijk overleg van den Volksraad met de
Regeering heelt op de ook hier te lande ge
bruikelijke wijze plaats: de Volksraad ver
deelt zich in oen drietal afdeehngen, die
rapporteurs aanwijzende Commissi© van
Rapporteurs brengt con versing uit,,dat
door de regeering wordt beantwoord. Bij de
beraadslagingen in den Volksraad is do
G.-G. van den beginne af vertegenwoordigd
geweest door do directeuren der Departe
menten of door de hoofdambtenaren, die
min of meer zelfstandig een tak van dienst
bij een dezer- departementen leiden. Waren
tot op dat oogenhliik deze directeuren
slechts ambtenaren, hoog© ambtenaren
vanal dat oogenbtik zijn zij in de open
baarheid getreden. Nog steeds Worden zij-
uitsluitend geacht te zijn deskundigen, die
op deskundige gronden de meening van
den G.-G. verdedigen, maar uiteraard Wordt
reeds tegenwoordig bij: liiurme aanwijzing
gelet op de kwaliteiten, die zij ook voor dit
deel van him taak bezitten. En de vraag
moet gesteld worden, of de tijd zoo heel
ver zal z'ijn, dat deze directeuren, ook ruin
of meer staatslieden moeten zijn.
In het bijzonder geldt dit. wal van den
Regeerrngsgemaéhtigde in algemeenen dienst
die korten tijd na de instelling van den
Volksraad is opgetreden. Immers, wel kon
ieder der directeuren bij de behandeling
van hel betreffend gedeelte dor begrooting
optreden, maar wie kon namens de Indische
Regeering antwoorden op de meer alge
tneene. klachten en wenschen, die als in
leiding tot hét Üeba.t over de verschillende
hoofdstukken Werden geu.it; wie deZer di
recteuren, gemachtigden allen van de Re
geering, kon geacht worden ook de poli
tieke zienswijze van de Regeering weer te
geven. De algemeene Regeeringsgemaclitide
wiens taak in do laatste jaren ongetwijfeld
aanmerkelijk is toegenomen, is de woord
voerder van den G.-G.; hij verdedigt diens
beleid op de gronden, hem aangegeven, voor
den vorm van hetgeen hiijl zegt is bij natuur
lijk min of meer Verantwoordelijk; wat hij
echter zegt, komt uiteraard voor de verant
woording van- de Regeering Zelve.
De Volksraad mist het meerendeeil der
rechten, die aan een Parlement ais inhérent
zijnte beschouwen. Hij 'Keeft geen recht
van initiatief, geen recht van enquête, geen
recht van interpellatie; hij beschikt slechts
over het recht van petitie. Hij kan zich
richten zoowél tot de Kroon als tot de
Stoten-Genem.il', ©n .ook tot do Indische Re
geering. Daarvan is, uiteraard slechts In
belangrijke zaken, reeds meer dan eons ge
bruik gemaakt. Tegen bét recht van enquête
verzetten zich op dit o ogenblik zoowel' prat"-
tische als theoretisch© bezwaren. Wat in-
twsschen niet verhinderd heeft, dat wen
scbon ten aanzien van ©enig onderzoek,
door den Volksraad geuit, door de Regee
ring in een daad zijn omgezet; men denk
slechts aan het onderzoek naar de arbeids
toestanden, waartoe .een afzonderlijke Re-
goeringseommissie in het teven werd ge
roepen. D© positie van de leden van den
Volksraad staat tin menig opzicht met die
van Parlementsleden g-d'ijk; z'ij genieten voor
hetgeen zij in den Vol raad zeggen de ge
bruikelijke onschendbaarheid. iZiijl genieten
vergoeding van reis- on verblijfkosten en
ontvangen, voor elke bijgewoonde zitting een
bepaald bedrag*; .de wensch', reeds meer
malen geuit, dat een salaris aan de Volles-
raadsleden zal wo-iden toegekend is tot dus
verre niet in verwezenlijking gegaan. Onge
twijfeld belemmert Zulks de uiitoefenjng van
dit lidmaatschap, Waarbij nog komt dat amb
tenaren te da-en aanzien in een bijl
zonder moeilijke positie veiheeren, aang.
zien, zij niet, gelijk in Nederland bij 'hun
benoeming tot 'lid der Kamers geschiedt, op
non-activiteit worden gesteld, maar hun be
trekking moeten, blijven waarnemenDat de
Volksraad geeu vertegenwoordigend li-chaam
ia den eigenlijken zin is, blijkt Ook uit.
meerdere passages van do toelichting tol
de ontworpen van Minister Pteyte. En zelfs
in den considerans Wordt niet dan aarze
lend gesproken over een „lioliaam met ver
tegenwoordigend karakter". In dit opzicht
is hel ook geheel] juist, dat de benoeming
van den President van den Volksraad ge
schiedt door de Ivroon, terwijll liet regle
ment van aide niet doo-r den Volksraad
zelf, maar bij do wet is vastgesteld. Alles
even zoovel© afwijkingen van de regelingen
die bjer te lande voor d-e Kamers der
Sinten-Generaal gelden, om te bewijzen, dat
men met de instelling van den Volksraad
nog niet den tijd heeft, gekomen gea-cht om
Indië een werkelijk Parlement te geven.
Het is zeker merkwaardig om te zien Koe
zeer in de pracitijk de Volksraad zjcih' heeft
uitgebreid en in omvang en in belangrijk
heid. Zijn aantal leden, aanvankeüüjlk 39,
is inmiddels reeds op 49 gebracht. Hebben
de tegenstanders van de instelling van den
Volksraad op den tegenwoordigen grondslag
gevreesd, dat hét Mandsch en bet Euro
peeseh element zich moeilijk in éénzelfde
college zouden voldragen en dat het sa-
De kleine James: Juffrouw Smith Eva m'p gedachten
zijn al langen tijd door een groot ODderwerp in beslag
genomen. {Humorist)
I'll ll tllIIllT&hêdij ■rPi liff I/W
»S'tS7 r=<L- f.
Nieuwsgierige kleine Jongen:
zomertijd?
Pappie, wanneer eindigt de
(London Opinicn)
BedelaaV: Meneer, Ik heb In geen dagen een
behoorlijk maal gehad.
Bad plaats-bezoeker: Groote hemel, logeer je ook
in ons pension? (Punch)
Vaderlijke oude heer: Wel meisjs-iiel, en wat ga
je nu doen wanneer je een groote dame geworden
bent, zooals je moeder?
Modern kind: Diëet houden, natuurlijk!
- (London Opinion;
Onverstoorbaar picknicker: Neem me niet kwalijk, mag ik
misschien ook een beetje water hebben? (Punch)
meubreugen daarvan ©cutler tot inoeilijkhc-
den dan tot toenadering zou leiden iu
do practijk is ook deze vrees niet bewaar
heid, en het zeker collegiaal verband!, dat
de leden van ©enig 'Parlement, ondanks Kun
verschillende politieke gezindheden bindt
is ook in den Volksraad! aJ spoedig (tot uiting
gekomen. Gold dan ook aanvankelijk do
bepaling, dat de leden van den Volksraad
slechts in het Holiandsch het woord zouden
kunnen voeren, al spoedig is eeno verande
ring ingetreden, dat ook de Inlandscihe ta
len kunnen worden gebruikt, Nu is hét
ongetwijfeld met hét adviseerend karakter,
dat aan den Volksraad is gegeven, in strijd
dat het Regeeringsreglement verder voor
schrijft, dat het ontwerp deur begrooting door
den G.-G. wordt vastgesteld in verband met
de beslissing van den Volksraad. Stemt dus
de Volksraad een bepaalden post af, dan
komt deze op h'et ontwerp niet meer voor.
Maar de G.-G. behoudt natuurlijk zijn vol
ledige bevoegdheid om aan den Minister
van Koloniën afwijkende voorstellen te doen
en meermalen is gebl-eken, dat zoodanig
voorstel niet zonder invloed blijft. De be
handeling van de begrooting is iutusschén
wel hof. belangrijkste onderdeel van den
arbeid van den Volksraad zij valt in twee
deelen te splitsen: de b-eliandeling van de
begrooting in de voorjaarszitlmg, en 'de be
handeling- van de algemeene suppletoire be
grooting in de najaanszithng. Rij beiide be
grootingen worden door den Volksraad al
gemeen© beschouwingen gehouden, en oen
poging om zulks tot één keer te beperkên,
heeft tot dusverre geen resultaat gehad.
Van den aanvang af dan ook lieeft de
Volksraad zich willen uiten over geheel
het Regeeringsbeleid, gelijk dat t.o.v. Indië
wordt gevolgd. Dat daarbij veelal üritiek
is gegeven, die kant noch' wal raakte, die
onbillijk en onverdiend was, behoeft geen
betoog. Dat veel dingen zijn gezegd, die
beter waren gezwegen, eveneens. Nu kan
men daar wel tegenover stellen, dat de Re
geering zich' van dit -gesprokene in den
Volksraad niets behoeft aan te trekken, maar
aan den anderen kant brengt juist de ver
houding van de Regeering tot een niet-parle-
mentair adviseerend college, dat zich in
zijn oritiok zoo weinig map'gt als de Volks
raad, eigenaardige moeilijkheden mede. Toon
-Ie Indische Regieeping op 2 December 1918
verklaarde, dat de Volksraad zich reeds
in het eerste, halfjaar van zijn bestaan een
positie had weten te verwerven, „.welke
ver boven den ooi-spronkelijlken opzet uit
ging"; voorts in een latere verklaring, ,'dat
bij; onbegrensde mogelijkheden en veimn-
gen tot critiek bleek te bezitten" voeg
de zt'n daaraan toe, dat de Regeering tegen
over deze critiek in diit niet-partementair
lichaam machteloos slaat. Immers, in. nor
male parlementaire verhoudingen brengt
zulke critiek de evontueele noodzakelijldlibki
van overneming .der Regeering met zich;
hier is daarvan geen sprake. Re Regeering
kan deze critiek trachten te weerleggen;
zij kan op bepjaalde ptunten instemming mét
haar beleid verwerven, maar voor Eet mee-
rendeel moet znj rustig afwachten welke
gevolgen deze Critiek met zich zal brengen.
Slechts korten tijd, naflat de Volksraad
irr werking was getreden, dit in Mei 1918,
deed zich onder den invloed van de No
vember-gebeurtenissen van dat jaar een dui
delijke zucht naar machtsuitbreiding bij'den
Volksraad "gevoelen. Vooral, nadat de Re
geering aanleiding had gentenden om in dé
vergadering van 18 November 1918 door-
haar gemachtigde eeai verklaring te doen
afleggen, waarbij! een. bespoediging van in
grijpende hervormingen in het Staatsbestuur
van Nederl.-Indië in uitzicht werden -ge
steld, werden in den Raad wensdhen uit
jesproken, die zeer ver gingen. Er gingen
stemmen op om den Volksraad te hervor
men tot een College met volledige Wetge
vende bevoegdheidtot vervanging .van de
hoofden van Departementen door aan den
Volksraad verantwoordelijke Ministers en
definitieve vaststelling der Indische begroe
iing door de wetgevende macht jn Indië.
Dat van deze wensdhen voorshanids niets
zou kunnen komen, stond wel voor iéder
ingewijde vast. Zelfs hét ontwerp van de
Commissie onder voorzitterschap van P,rof.
Carpentier Alting, door de Regeering inge
steld, benadert slechts inwilliging van deze
wenschen al zöu de inwerkingtreding er
van de zelfstandige positie van 'dit deel
van Nederland's koloniaal' gebied aanmer
kelijk vergrooten. Op dienzelfden grondslag
is door een aantaü. Nederland'söh'e h'ooglée-
ren 'n proeve van herziening opgemaakt,
die mede zeer ver gaat, en reeds iu den
geest van de door de HerzieningSöommissic
gedachte „Land'sstaten", aan Indië vrijhei
volledige Wetgevende zelfstandigheid wil
geven.
De Grondwetsherziening, die een vorig
jaar, ook ten aanzien van idé verhouding
van Nederland tot zijn Koloniën, is totstand
gekomen, is voortgeschreden op 'den Weg
van geleidelijke ontwikkeling van Indië'?
zelfstandigheid. Want, dit kan men'ten aan
zien van hervorming zoowel in dé verhou
ding tusschen Nederland, en Indi' als in
'Sc positie van den Volksraad aan te bren
gen, vaststellen, dat algemeen eenzelifdéeind
doel Wordt voor oogén gehouden. Niemand,
die eraan twijfelt, 'dat te eeniger. tijd Indië
volledige onafhankelijkheid' zal moeten ver
krijgen en op gelijke ivlijze als de Dominions
met Engeland, met het Nedcrlandsché Moe
derland moet zijn verbonden. Maar, terwijl
men. aan de eene zijde meent, dat do
eisch'cn destijds reeds medebrengen om aan
het in de politiek geheel ongeschoolde In-
landsche volk kiesrecht voor ©en eigen par
lement te geven, wordt van andere znjdc
daarvan slecelh'ts nadeel voor deze Inland-
sche bevolking zelve gevreesd en wordt
aangedrongen op geleidelijke scholing in po-
litieken zin "door verdere doorvoering van
zelfregeering in lokaal Opzicht. En tot dus
verre is het deze. geleidelijke strooming,
die den boventoon voert, gelijk bij de jong
ste herziening van de Nederlandsche staats
regeling ook tot uiting is gekomen,
(Wordt vervolgd.)
TgS
rfr.I—,'j11 f r".1!" ïfiï?-■