SCHIEDAMSCHE COURANT. De Winkelweek. De Rondwandeling. DE BEVRIJDE. TWEEDE BLAD i®»iss DER Vrijdag 28 November 1924. No. 17751. 1 1 (VervolgJ. D)a vele fraaie étalages kiio thans te be wonderen zijn, hebben gemaakt, dat -wij (cL© beschouwing niet in een keer hebben aJaewerkt. En .dus beginnen wij weer met een overzicht. En dan willeln we opmerken dat in het Bioea-sveld door tal van winkeliers ved ■werk van |de étalage® is gemaakt en voor al de groote slagers trekken daardoor da aandacht Ook heeft da heer J. H. Kreuger Rroersvekl 1121, met zijn aardige étalage snoeperijen, bestaande uit koekjes, gebak enz., wei succes. Emldelieer A. v. Dlain, de Goelükoope Winkel, Broersveld 87, heeft gefcorgd, dat door de uitgestalde verschea- denheidi van artikelen daarop de aandacht gevestigd! wondt. Het is wei eigenaardig' zoools elke hrachet een eigen soort van etaleeren heeft en hoeveel verschil er toch nog onderling tusschan bestaat Men beschouw© maar eens de étalages van de firma J. Mak Hoogstraat, firma A. Bijloo Singel 129 en Groenelaan 48, beiden kruideniers; ook dte van van de winkeliers in speelgoed, galanterieën en huishoudelijke artikelen, de firma's A. Kooldijk en P. Hoordijk; en M. Hijmans City Bazar; door enkele onderling© afwijkingen in de soort artikel, loopen ld© étalages uit elkaar en komen toch hierin overeen dat ze groote aanfrekkebjkheiid, bezitten, zoodat liet pu bhek zich op hun .stoepen verdringt. Eeu verscheidenheid van mo-oue artikelen zijn geëtaleerd in de drie winkels van firma S. ein P. Adams, respectievelijk Hoog straat 78, Hoogstraat 101 etn Hoogstraat 103, Idfe trouwens ook in gewone dagen van den beer P. A. Geijlp!, Hoogstraat 91, eveneens met in het oog vallende artikelen als barometers, thermometers, vergrootgla zen en andere optische voorwerpen, wer ken samen oan de aandacht te trekken. De velerlei artikelen, die in een kan toorboekhandel verkocht worden, vooral wanneer daaraan zijn toegevoegd platen, feestversieringen en andere kleurrijke voor werpen, werken wet mede om de aantiacht der voorbijgangers tot Zich te trekken De heer Henn Rebecs, Hoogstraat 148, die den slag daarvan heeft di© eigenschappen voor zijn étalage aan te Wenden, heeft daardoor yeel bekijks. Firma' Jansen, Modemagazijn, op den hoek van Hoogstraat en Korte Dam, weet, dat, als hij mooi© dameseostuums of man tels etaleert, dadelijk als het bekend wordt, veel menschen voor zijn étalages zal zien. Ditmaal zijn de étalageru-'mten bovendien nog versierd, zooSat nu het aantal fcijk- -lustigen extra groot is Het zijn aan beide gevels smaakvolle étalages. Het Was gisteren weer vol op de straten; de menschen schoven elkaar in het midden van de straat voorbij' en verdrongen zich voor de étalages, Waar zij het geetaleerde met belangstelling bezichtigden en bespra- ken. De vlaggen Wapperden vroolijk' boven 't winkelend publiek,1 wat aan de straten iets feestelijks gaf, Waardoor de opgewekte stem ming verhoogd Werd en gemoedelijk' deed verdragen als men hier of daan eens een stevigen duW Kreeg bij het passeeren van iemand die onvoldoende aandacht aan zijn medemenschen schenk. entvangst te bereiden. Met bazuingeschal zal de komst van den beminden gast wor den aangekondigd. Ten einde een goeden indruk van onze stad en straten te zullen to%en, hoopt, naar ons wordt medegedeeld, de Bis- schop den volgenden weg te nemen: Fabri- plein, v. d. Elststraat, Aleddastraat, Maria- straat, Fabristraat, v. Beverenstraat, An- Üionie Muisstraat, Induinapleïn, Liduina- straat, v. Smaleveltstraat, Burgemeester Knapperilaan, Warande, Westerkade, Nieu we Haven, Hag astraat. Groene! aan, Wil- lielxninapledn, Brouwerstraat, Hoofdstraat, Lange Nieuwstraat, Gerrit Verboanstraat, Koemarkt, Hoogstraat, Groote. Markt Lange Kerkstraat Broersveld, Heerenpad, Broers- vest, Proveniersplein, 0verscii,m;ches traaf, Statiomsplecn, Singel, Eirmmaplein, Broers- vest, Badhuis. Het comité, met de regeling van deze ontvangst belast verzoekt het publiek vooral de rijistraat vrij te laten, en met den stoet niet mede te loopen, opdat de goede Sint een goeden indruk zal krijgen ook van onze buigerij. Een der drukst bezochte punten tijdens de Winkelweek'. niet ongemerkt voorbijgegaan worden. Dja firma Bosman en den Arend Hoog straat 18, heeft een keurige étalage van manufacturen en stoffen, die door helder licht beschenen, effectvol is. D|a heetr Brounts heeft met zijn groot magazijn meerdere gelegenheid om éta lages te maken en heeft daarvan met veel sucoeis gebruik gemaakt om mooie etalages ran verschillenid© artikelen in da verschil lende vakken 'te maken en het helder» Jicht doet 'die schitterend uiikomen. Ook de firma Eeausar hoeft met haar twee winkels uitstekende gelegenheid om haar artikelen te laten zien aan liet win kelend publiek. In de winkel] Hoiogstraait 39 zijin tapijten, gordijnen, tafelkleedea enz. geëtalleerd en- op den hoek vhin de Appel - marict meubelen in verschillende soorten, met doioa* lampekappen gekleurd licht, dat steeds eeu goed effect maakt. In Au Ron Mairché, Hoogstraat 64, ziet men een keurige ui ts tailing van lieeren- artikden enz., die tot koiopen verlokken. De étalage is effectvol belicht. Een beschaafde étalage beeft de heer S. K. van den Berg, Hoogstraat 54, ingericht van keurig verpakte kistjessigaren en p ij pen, artikelen, die voor Ik- pene ad eau x voor velen een ware uitkomst zijn. De étalage van den hoer Henri Siegeis, Hoogstraat 89, bestaande uit gouden en zilveren sieraden en horloge©, benevens j Wekken en de daaraan grenzende étalage Tegen half acht groepten do wandelaars zich op breede trottoirs langs d© BlCoersvest want op dat uur zou, Gusto's Muziekgezel schap eeu Wandeling door de gemeente ma ken. i Precies op tijd marcheerde hét muziek gezelschap met fakkels links eu recihts af, voorafgegaan en gevolgd door eenigc hon derden minnaars en minnaressen van mede- wandelen met muziek, van medezingen met wat gespeeld wordt enz. Die honderden die door de muziek mee genomen werden, zouden, mochit men ver wachten, de drukte in de straten waar ge winkeld werd, doen verminderen, toch was dit niet Wet geval; Wat beteekerfde die hon derden op de duizenden die de étalages aan bet bekijken Waren? En in de stralen waar minder cfrukte was, bracht do muziek opgewektheid hielp den thuis géblevenen herinneren aan Se Winkelweek en aan de vele cn mooie étala ges die te bewonderen zijn. - Zooals reeds met eeu enkel wooid is gezegd, zal Zaterdag as. St. Nipolaaa zijn intrede doen in onzegoede stad. De Bisschop zal na zijn bezoek aan Vlaar- dimren, op het Fabrijplein worden ontvan gen des middags om. 3 uur, waarbij 55 winkeliers, vertegenwoordigd floor hun banieren, benevens 3 muziekkorpisen, zich zullen opmaken otml hem een waaulige De karav<aan was voorbijgetrokken. De stof, die achter het laatste paard voor een oogenblik nog opwoikte, zonk lang zaam neer. De gjroote stilte daalde op nieuw over den weg, die voert van Batna naar Tiongad, een zwijgen, veel dlejjer dan in onze landstreken, omdat het zelfs niet door het neerritselen van een Had of dooir het vliegen van een vogel onder broken wordt. - Nimmer nog bad ik een jewaarwiotrdmg van grootex afstand, drukkender eenzaam heid ondervonden, dan onder dit onbewege lijk licht, in deze vlakte, waarin de Weg zich ais eeu sloome stroom door het al te vlakke land voortbeweegt Wanneer m het eigen land ons vomroesdlieïd overvalt, dan neuriet men een melodie, oim den' afstand niet al te sterk te gevoelen. Maarj hier blijft de stem in de keel steken; men loopt verder, verder, maar men zwijgt Een kleine brug leidt over een smalle,! half-uitgedroogde beek. Ejenège friscblield steeg van deze enkel© watardeeten op. Ik bleef staan. Een Arabier zat met opge-j trokken knieën op -den grond gehurkt, hield j de banden over de beenen gekruist en oogde liet waterverloop na. Ik boog mij tot hem heen en riep: „gooien dag." Pij antwoordde eveneens „goejrn dag", zon der het "hoofd om te draaien. „Is het nog ver naar IJmgad?" „Niet tmeer heel ver." ;,En de weg gaat steeds rechtujt?" Hij kwam overeind en zei: „Ik moet juist daarheen Je kunt zoo- rar meegaan." .Wij liepen naast elkaar voort. Hij zweeg en ,ik nam hem op. Hij was een groote man, groot-ar dan ik Zijn gezicht kou ik niet zien, omdat hij zijn muts. laag naar onderen 'had getrokken. Ik bood hem een sigaret aan. Jlij nam die aain, stak op en zei: „dank", pet scheen me toej als had zijn stern een zekere weekheid van klank, die de mannen van dit Luid niet bezitten. En de lucht uit zijn kiemen had ook niets van 'die dei- Arabieren, rijk óf arm, wier burnous doortrokken is van den j geur van vijgen, droge aarde en jieper, vermengd nog diet wat muffige lucht van wol. Ik begon opnieuw een praatje met hom „Ben jij uit Tumgad?" Hij schudde het hoofd. „Üil Batna?" „Neen." „Uit Biiskra?" „Neen." „Kom je van heel ver van hier?" Hij knikte bevest'gend met h'et hoofd „Met de "karavaan?" „Neen." „Ben je Kabyle „Neen." De dag Lep ten einde, de zon daalde. Toen zo gelieeè verzonken was', viel de duisternis in en een ster lichtte in lien blauwen nacht. Dat is het uur, waarop de igeloovigen, Waar zrj toeven mogen, wat hun ook Zou kunnen, overkomen, halt hou den, naar 'Mekka zich koeren, met hot gezicht de aarde raken en aldus hun ge bed ten uitvoer brengen Maar de man naast mij liep steeds met gelijke schreden verder. Opeens 'werd ik door een zekere vrees aangegrepen en ik vroeg hem: „"Maar ben jij geen Arabier?" Hjj aarzelde heel even: „Wie weet?"-. Tegelijk voegde hij er aan toe: „Maar wat kan u dat nu scheden? U hebt anij hét eerst aangesproken. Heb ik u, vooTdat ik u als gids diende, gevraagd wie u bent, vanwaar u kwaamt, waar heen u gïngt?" Hij zweeg, maar barste plotseling wild en gedecideerd Uit: „Neen, ik bert geen Arabier, maar ik ben ook geen Spanjaard, geen Italiaan ik ben niets." Hij bleef staan. Hij hoonde: „Is u hangmaarzeker, het as altijd angstig om met. een man, van wjen men. niets afweet, alleen op den weg te zijn..." „Toe, kom, speel nu niet den geheim zinnige, voor mij," zei ik, „men behoeft je maar te hooren praten om je thuis te brengen Ik had het bij het eerste woord, dat je tot me zei, kunnen verinjoeden Jij bent Franschman." Hij weerde heftig af: „U bobt toch ver nomen, dat ik geen vaderland bezit? U is officier, niet waar?" „Neen, ik reis, voor mijn plezier." Hij bromde: „Dat heb ik liever om dat weet u, al® u officier was ge weest, u dezen nacht, na hetgeen ik u vertellen ga, vóór Tiimgad zou zijn ingesla pen begrijpt u mij? ik beu geen Een jaar lang ben ik van dorp text dorp gevlucht, achtervolgd op allerhande manie ren, opgejaagd als ik nooit een wild dier zou hebben kunnen opjagen. O, toen heb ik een mooien indruk van de menschen gekregen. Had ik mijn vader gedood, men bad mij niet 'eager* kunnen behandelen. Toen ik_pp zekeren nacht in een grep pel -sliep, 'k men op mij toegesprongen. Geboeid en weggesleept ben ik voor een rechter gebracht, die mij een tien jarigen dwangarbeid oplegde. En ik werd. met ver van bier, naar Lamb es sa, gezonden, waar u ook, om naar hier te komen, ook voorbij bent gegaan. Tien jaren, boort u dat, tien jaren héb ik ginds geleefd. Ik heb de aarde, hij alle weer en wind, omgespit, in 'gezel schap van galei-slaven, die een opzich ter, een Corsicaan, met ©en revolver in de hand, tot den arbeid dwong! Tïcn ja ren! Men heeft bet gevoel, dat er nim mer meer een einde aan komt En toch jgaan ook zij voorbij! maar hoe Op den dag, dat men mij mijn oude ldeeren terug- gal en ik ze weer aan den lijve wist, bad ik ook een spieiwitten board gekre gen. Ik kon geen nieus'eh meer-reeiht in de oogen zien, maar ik had leeren Men ken. Ik ben toen naar Frankrijk terug ge bracht, om de twee dienstjaren, die ik nog verschuldigd iwas, rut te -dienen... En ik heb de kazerne en de officieren en jongeilui met de tressen op "de niouWen, die men gehoorzamen moet, weergezien. Kon ik dat, was' dat mogelijk? Ik "bad te veel (moeten dulden Ik was te oud. Men sprak mij van mijn plicht. Wat had dat voor beteekenis Voor mij? En denkt u, dat ze mij den dienst wilden laten doen? Steeds bewaakt, alsof ze vreesden, dat men hel regiment op klaarlichten dag zou ontvoeren. Dat piles zou belachétp: zijh geweest, ware het met, zoo droevig E^ns sprak de kapitein over oorlog en over het vaderland, dat men verded.gan moest. „Waarom zal ik dat verdedigen?" heb ik hem gezegd „Wat heh ik er van ge had? Gevangenis en slagen! Ik verdedig alléén maar mijn eigen lijf!" Daar ik allen tegen me had en ik op nieuw ^rechtszaal en levenslange gevan genis voor me zag, ben ik opnieuw aveg- geloopen klaar dit keer hebben zij mij niet weer gesnapt. Ik heb mij te Mar seille in de onderste diepten van eeu stoomboot verborgen, ben te Bugia aan land gegaan en zuidwaarts gevlucht en hier ben ik nu!" „Is dat lang geleden?" .Twaalf jaren vijftien jaren ik weet het niet pieer „Dat 'is Jmrth.." „Hard? Hij hief het hoofd op Ginds, was het haTtl Hier ben ik mijn eigen mees ter. Niemand .beveelt Niets roept mij, niets houdt mij terug péls ik mijn knuppel hef oE mijn mes trek, doe ik dat voor mij zelf. ïk zou het kalm kunnen aanzien, hoe hier twee mannen elkaar zouden wor gen ik zou er mijn. sigaret niet voor weggooien Ik ga, ik kom, ik hoor. Ik zie toe. Ik hel> toegezien, Koe lieden van éénen stam elkaar- bevochten, en dat heeft mij medelijden ingeboezemd. Ik ga langs do Arabieren heen; ik ken ze niet, ak boor niet bij hen lk ga. langs een Fransch man heen, ik ken hem. evenmin, hij libort niet bij mij Ik ben ik, Waai- ik ock zaü zijn In den beginne, een paar maal, dacht ik medelijden met mezelf te gevoe len Maar nu ben ik liard als een steen Het vaderland? maar dat bezit ik niet. Wat is liet, wat heeft het voor beteekenis voor mij? Als ik maar kan leven. Ach, en ik kan kalm zoggen, dat ik een bevrijde ben, dat ik rustig leefl" „Rustig? heb je geen vrees om weer*gegrepen te kunnen worden?" Hij lachte verachtelijk. Met pakjes beladen keert een ieder huiswaarts van een Winkelweek' bezoek. Franschman meer, maar ik was het vroeger eens, ooit Ik ben zelfs soldaat geweest. En van dit oogenblik af aan heb ik mij zelve je01*211 kennen In de ka zerne heb ik in den beginne geprobeerd als de anderen te zijn. Maar men moet aannemen, dat ik niet aan hen gelijk (was, omdat ik het er toch niet lang uithield. Toen ik op zekeren dag mijn sergeant een oorvijg had gegeven, beu ik over den muur gesprongen ben ik gedeserteerd... „Als u mij niet zult aangeven. En Wat dan nog? Ik' blijf* nooit twee dagen achter elkaar op éénzelfde plek. En buitendien, de woestijn is niet meer zeer ver, niet waar? Als ik maar eerst Biiskra voorbijjben, mogen ze komen... Maar u niet bezorgd. Ik ben gelukkiger dan ik ooit geweest ben (Zie vervolg pag. 4), isGAMTt t\e'»K '-Ü2hüi V<-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1924 | | pagina 7