Raadselhoekje.
zijn mtecnittg deelt, maar hij voel't het a's
©en oaibillijldtoid als do gemeente, mor
bouwrijp gemaakte gronden haar op 111
per vierk. JL komen, tegen een particu
lieren houwer zou zeggenGa je gang
maar en straks zulten we de zaak wel eens
Itekijfcen en zal de gemeente vel de lasten
dragen!
Een particulier kan niet zooveel goed-
kooper aan de markt komen dan de ge
meente.
De gemeente zal de riolen maken en
de straten aanleggen. Dat is edsch vatide
verordening en tot spr.'s taak behoort het,
op de naleving daarvan te letten. Deugt
dat niet, dan moet een ander maar op
spr.'s plaats gaan zitten.
Do gemeente heeft een groote hypotheék
verstrekt op huizen, die hui ten den kom
der gemeente Veilden gejboawd cn die
moeilijk te hereiken zouden zijn.cn dan
beweert men nog. dat een particuliere boa-
Vier is tegengewerkt. Spr. verzoekt den
Raad hier goed nota van te nemen on
wijst er op, dat, als hij ongelijk! heeft,
het heele Coïk-ge dan ongelijk heeft. Er
is in het onderhavige ge vil geen enkele
eisch gesteld, grooteï of zwaarder, dan
dien de gemeente aaneigen grond zal
stellen en verder raadt spr. aan over deze
zaak te zwijgen.
Aan het departement van H. en N, kan
spr. veel vergeven, ofschoon de belastingen,
waarover geklaagd voadt, Mer niet zoo
bar hoog zijn, Hij staat echter verbaasd,
dat in het adres van het departement
gezegd wordt, dat de toestand aan de
Koemarkt zoo iwel kan blijven Do brug
is zoo uit den tijd en zoo primitief, idat
zij past in het stadsbeeld van 40 jaar go-
leden. Door het sterk toegenomen verkeer,
mede in verband met de industrieën, die
zich aan den Maaskant hebben gevestigd,
is ze evenwel thans ten eenenmale ongie
schikt geworden Zij is slechts 3 SI.
breed en heeft een trottoir aan weers
zijden van 1 M., zoodat de getoele breedte
maar 5 M. bedraagt. Daardoor is de brug
slechte geschikt voor het rijverkeer in één
richting.
De onderdeden zijn in slechte condi
tie, zoodat- binnenkort veel reparatie zou
noódig ziju, waarvoor het verkeer gerui-
men tijd gesloten zou moeten worden De
toestand is daar aan de Koemarkt wer
kelijk uiterst primitief
De nieuwe brug, die de oude zal moe
ten vervangen, zullen we niet royaal ma
ken, maar toch zal zij dienen te beant
woorden aan de eischen van den tijd, waar
bij er Tekening mee zal gehouden worden,
dat ze misschien eeuwen mee moet Zelfs,
als Schiedam dan een onderdeel zal zijn
van de wereldstad Rotterdam, moet zij
nog goed zijn.
Spr. dringt er bij den Raad op aan thans
in principe te besluiten, het Koemarkt-
vraagstuk op ie lossen Men is nog wei
niet Volledig op de hoogte met de details,
die in de commissie zijn bekeken, maai
spoedig' zal spr met uitvoerige plannen
kernen, die gereed liggen, en die, naar hij
hoopt, ongerept zullen vonten aanvaard
Er bestaat abso-luut geen reden, om een
pimcipieoïe beslissing ia deze tut te stel
ten De verwezenlijking der plannen zal
minstens 2 jaar in beslag nemen. Als
men bedenkt, wat in verband met de
weikloosheid is uitgegeven, behoeft ©en
bedrag van 5 ton den Raad niet af te
sclnikken De gelden voor leute en af
lossing van dit bedrag zullen wel gevon
den worden.
Wc moeten ook wit aandurven en in
Jit opzicht kunnen we eon voorbeeld nemen
aan Rotterdam, dat plannen klaar lieeff
liggen, wier uitvoering '200 milhoen zal
eischen.
De toestand in de omgeving van de
nieuwe brug, speciaal met het oog op
de toegangswegen, is nauwkeurig bestu
deerd en m een geheime zftting zullen
daaromüent nadere mededeelingen worden
gedaan. De Raad dient wat meer vertrou
wen m het bestuur der gemeente te
tonnen.
De kwestie van een abattoir is voor-
loopig verschoven en daaromtrent wil
spr thans nog geen principieele uitspraak.
Het Koemarktvraagstuk roept echter om
een oplossing en spr. besluit met de hoqp
uit te spreken, dat thans in beginsel daar
toe besloten zal worden.
De beer Piinkelaar zou er veel voor
gevoelen geen replieken te houden Zij,
die h§t meest zijn aangevallen, zijn lüer
niet in den Raad aanwezig We zouden
onmiddellijk kunnen overgaan tot de be
handeling van de artikelen der begroo
ting. Spr. maakt van zijn denkbeeld echter
geen voorstel hij geeft het slechte in over
weging.
De voorzitter betuigt zijn itisternimng
niet het geopperde idee
De lieer iHijman zou dein weth van
financiën toch nog wel iets willen vragen
betreffende de balans, wat betreft het
Crisisfonds.
De heer (Boddeüs zegt, dat in het
cijfer, aangegeven als zuiver vermogen in
ile balans, niet het Crisisfonds is be
grepen.
De beer IHijman is nog niet bevredigd,
maar wil genoegen nomen met een onder
houd n^et den hear Boddeüs, buiten den
Raad, over de balans.
De heer Boddeus stélt zich beschik
baar om den lieer Hifrnan onder vier
oogen een nadere toelichting te vérstrekken.
De heer IHijman hoeft met zijin bet «og
niet de bedoeling gehad het College in
den rug aan te vatten, en wil den lof,
den gemeente-accountant hier gebracht,
onderschrijven
De heer Slaven burg lijkt het denk
beeld, dat de heer Dïnkelaar aan de hand
heeft gedaan, niet aanbevelenswaardig De
debatten zulten daardo-or niet bekort wor
den, want de kwesties, thans besproken,
zulten bij do artikelsgenvijze behandeling
van de begroeting dan toch weer uit
roerig besproken worden. Wil de Raad
alles blauw blauw laten, dan moet hij
dat zelf weten, cm zal spr. zich daar
legen niet verzetten.
De heel' Collé meent, dat men zich
niet .ongerust beh'oeft te maken, dat de
replieken lang zullen duren De heer Djktke-
laar heeft misschien niets meei te zeg
gen, maar er zijn wellicht andere raads
leden, die dat wel hebben. Als de wet
houders niet zoo veel praten, worden de
debattea zeker bekort De Raad heeft al niet
veel meer te zeggen en laat hij, nu de
gelegenheid er is om zich eens uit te
spreken, daarvan gebruik maken
De voorzitter merkt op, dat liet
afzien van ïepliek het karakter van een
compromis zou dragen en niet het aan
banden leggen van den Raad zou betee
kenen.
De heer Van Velzen voélt veel voor
het denkbeeld van den heer Hinkelaar.
Als er echter uit den Raad blijken wor
den „gegeven, dat men niet van repliek
wil afzien, stelt deze spr. voor, den spreek
tijd in 'tweede instant©! te bekorten en
b.v. op min. v-oor ieder, die reeds het
woord vorde, te bepalen.
Ook daartegen rijzen uit,den Raad pro
testeh.
De vo orz itter geeft in overweging
met den wenk, om niet te lang te spre
ken, genoegen te nemen en verdaagt de
zitting tot 's avonds 8 uur.
Zitting van Dinsdagavond 23 Dec8 uur.
A1 gemeene tesohouwinge.n.
jBjegroo.tingi 1925.
(Replieken.)
De Voorzitter her-opent te ruim 8
uur de vergadering.
De heer Evers meent, dat hét College
zich zeer optimistisch heeft uitgelaten over
de financieele positie van Ide gemeente.
Men zou den indruk krijgen, dat er geen
vuiltje aan de lucht is, maar de cijfers
wijzen wel anders uit. De begrooting! moet
met buitengewone middelen sluitend jge-
maakt Worden, wat nu; nog kan, maar Ide
volgende jaren niet meel', Want dan zijn
doze middelen uitgeput.
Er is op gewézen, dat de malaiseaf
neemt, maar voor Schiedam is He v|oor-
uitgang nog niet zoo heel erg te melken.
Er zijn altijd nog 1754 wierldoozen, Idie
steun trekken, ofschoon het Waar is, dat
dit getal meer dan 3000 heeft bedragen.
Behalve hen, die steun trékken, zijn er
evenwel nog een belangrijk aantal gezin
nen, die op andere twüjze, b.vi via het
jBl A., enz., onderstand genieten. Trou
wens, het feit, dalt de koopkracht hl-er
nog gering is, wijst er wel op, dat ide Hoe-
stand nog vérre van nounaal is.
Den heer De P'ruin zegt spr. dank voor
diens toezegging de behandeling Van de
vermderdng op het Bewaarschtolomlerwijs
te zullen bespoedigen-
Aan den heer De jBii-nin is bet intns-
schen toch weer gelukt, de pol.'dek in
tot debat te betrekken. Hij sprak over
de Katholieke arbeidersafgevaaidigden. Die
kennen we in onze fractie niet. De R.-K.
raadsleden zijn door de heele R.-K. partij
gekozen. Daarbij zijn afgevaardigden iui-t
alle standen, maar deze zijn door de heele
partij benoemd. De heer De Blruin behoeft
dus 'geen beroep te doen op de afgevaar
digden uft de arbeidersklasse. De klove,
die ons scheidt, is zoo groot, dat hij niet
te overbruggen is. Er is op gewezen, dat
tot de Labourpartij' in Engeland ook per
sonen van Prot- Chr. 'en. R.-K. beginselen
toliooren, maai* die wtotidingsgesdhiedenis
van die partij is een geheel andere als
die van de S. D. A. P. hier- te lande. tDooir
hot hoogste kerkelijk gezag in Engeland
is tot trouwens ook met verboden lid Van
do Labourpartij te zijn, terwijl een derge
lijk verbod ten opzichte van de S. B. A.
P. hier Wiel geli.lL
In Frankrijk zien wo, dat de radicaal-
socialistische regeering, opgestuwd en op
gezweept door de socialisten, die daar
aan de toipwitjes békken, de godsdienst
vrede heeft verstoord en Elzas en Lo
tharingen oim zoo te zeggen in opstand
heeft gebracht. Met de soa-dem. hier kan
de R.-K. partij niet samenwerken.
De heer Slavenburg betreurt het,
dat er aandrang is uitgeoefend om van
repliek af te zien. Als de Raadsleden iets
op liet hart hadden, is altijd gezegd: Waclht
er mee tot de algemeen© beschouwingen
bij de begroeting!. De nnancieele toestand
der gemeente üs o. a. alle bespreking!
Waard. Indien we in de hedenmiddag aan
gegeven lijn zouden willen doorgaan, zou
den de Raadsleden wel naar huis kun
nen gaan. Over het feit, dat ook de viool'
zifter met tot denkbeeld van den lieer
Hinkelaar zijn im temming betuigd©» drukt
spr. zijin spijt uit
De Voorzitter: Ik heb geen druk
in die richting willen uitoefenen. Als alle
Leden voor hét geopperde denkbeeld had
den gevoelid, zou hét zeker uitvoerbaar
zijn geweest en aanbeveling! hebben vér
diendi
De heer Slavenburg kost 't moeite
genoeg om de vergaderingen van den Raad
steeds bij te Wonen, maar als hat eeiftgs-
zins mogelijk is, gaan de belangen van de
gemeente bijl hem Voor en stelt hij1 zijn
tijd daarvoor beschikbaar.
De heer Collé heeft een fout gemaakt,
toen liij er op wees, dat de Clir. Hist,
fractie verleden jaar bij de behandeling
van de begroeting op bezuinigjiug aandrong
en- daaraan toevoegde, dat R. en Wj. thans
handelen in den geest van het adires van
het departement van de Mij', van H. en N.
en van de Chr. Hist, Die opmerking is
niet juist. Spr. heeft het College geen lof
gebracht voor de wijze, waarop het de
begrooting heeft samengesteld en ontkent,
dat zijn fractie reactionair zou zijn
Democraat en reactionair behoeven niet
altijd tegengestelde begrippen to zijn en
zijn dat zeker niet altijd in dezen Raad.
Het wooid democraat heeft ©en goeden
klank, ook bij spr. Maai' de beer Collé
ziet alleen een democraat in hem, die het
loon opvoert of verlaging daarvan tegen
houdt Het komt ér echter niet op aan,
wat een arbeider verdient, maar wat hij
met zijn loon kan doen, heeft de heer
Van Koordennen terecht opgemerkt 'Als
we thans joonsverhoogingen toestonden,
zouden we de welvaart niet bevorderen.
De welvaart van één klasse hangt ten
aai/wiste samen en is afhankelijk vam de
welvaart van de geheele maatschappij Wij
zien ons volk ais een nationale eenheid
en dooi het bevorderen van de algemeen©
welvaart, bevorderen we tot belang van
den enkeling Als w© dan ook wol eens
te vindon zijn voor eon verlaging der
Iconen, is het, omdat dit de algemeene
welvaart ten goed© komt.
De heer -L© Bruin iwil niet aan do loo-
nen van het gemeenteporsoaeel raken, om
dat een slechte geest onder hen, die er
het gevolg van zou zijn, niet in het be
lang der .gemeente is Als di© slechte geest
werkelijkzou ontstaan, en voor d© ge
meente heiliooz© gevolgen zou hebben, zou
bet er met d© gemeente inderdaad slecht
uitzien
Wat is de oorzaak van de malaise? hoeft
de heer Dt© Bruin gevraagd. Dp bewering,
dat de koopkracht, verminderd ön onvol
doende is, is een te simpel antwoord Be
zuiniging leidt tot nieuwe malais©, heeft
de heer De Bruin gezegd Maar als de
belastingen op dit peil gehandhaafd blij
ven of nog hoog er worden, zou dat do
koopkracht ten goede komen? W© zullen
verbetering moeten zoeken door middel
van sterk doorgevoerde bezuiniging en in
dit opzicht staat spr achter het adres
van H. en N.
We zdjn nog niet erg gevorderd en toch
moesten de replieken ook nog maar achter
wege blijven!
■Be heer Houtman: Dat moet u nu
niet te vaak zeggen!
Do toer D© Bru in: We vinden het erg
prettig, dat raadsleden spréken!
De toer Boddeüs: Er is van de be
stuurstafel geen pressie uitgeoefend om
de replieken achterwege te laten.
De heer Slavenburg wil nog iets zegj
gen oyer de annexatie. Spr. zou dit vraag
stuk nog wel eens aan een diepgaand
ten?" Waagde ik tot hleel onderdanig te vragen.
„Dank je wel voor tot ritje, „maar nu wil ik
liever gaan slapen".
Be Uil verwaardigde z ch niet te antwoorden en
als er één ding is, dat ik niet k'an uitstaan, dan
is het onbeleefdheid.
„Ik heet Grijspootje", piepte ik! boos. „Versta
je me? Zot me onmiddellijk neer".
„Aan namen stoor ik me niet", antwoordde de
Uil, terwijl hij weer verder vloog. „Een muis. die
anders heette, zou even go>ed smaken".
Ik begreep, dat het dwaasheid was het gesprek
nog voort te zetten en bedacht iets andersik
beet uit alle macht in één van zijn pooten.
Be Uil liet mij onder lu,:d gekras' vallenIk' ge
loot van verbazing of misschien van pijn. Ik gleed
tusschea de boomtakken door en kwam terecht
in het nest van ©en vogel. Daar verstopte ik (mij.
Later merkte ik pas, dat de woning verhuurd was
aan een Roodborstje.
1 Ik hoorde den Uil nog met zijn vleugels slaan
en nijdig .'krassen1
„Waar ben je toch? Kom dadelijk hier. jof
ik eet je opt"
-Natuurlijk gal ik geen antwoord. Soms kun je
je verontwaardiging liet best toonea door te zwij
gen. Ik vond -dit ïen minste tot verstandigste,
wat ik mijn geval doen krn.
HOOFDSTUK II.
Den volgenden morgen werd ik verkwikt en vol
goeden moed Wakker. Ik waschte mijn gezicht en
mijn pootjes in de regendruppels, die aan (Ie f>la
deren hingen in de buurt van net nest. Ik vond
een paar wild© bessen en knabbelde die gretig
opzij waren edhter lang niet zoo lekker, sis -zij
er wel uitzagen.
Daar kwam een Rnips over een blad naar mij
toegefcropen. Zij had een Wollig lichaam en ver
bazend veel pooten. Ze knikte vriendelijk in mijn
richting en vroeg
„Lekker geslapen?"
„Matig!" antwoordde een stem achter mij. Ik
keek om en ,zag een spin, die iifmrig bezig {was
een web te maken. „Er khvam. van alles voorbij",
ging zij voort. „Heb je die Muis vannacht
gehoord?"
„Het was de Uil", antwoordde iik verontwaar
digd „Ik zei .bijna geen woord."
De Spin kedk mij verbaasd aan. „Wat, jben je
nog niet naar huis?" vroeg kij ging daarop
rustig met haar web voort, terwïjil de Rups mij
van mijn kopje tot de nagels van mijn pootjes
opnam en vroeg:
„Veel nootjes gevonden in den laatste®. tijd
;,rk ben geen Eékhoo-m", begon ik, doch de
Rups keek plotseling in een andere richting,^terwijl
de Spin ook op eens afgeleid scheen, te zijn. ,Hef
Roodborstje kwam weer terug iu het n€®{- i®et
gluurde over den rand heen ©n ontdekte mijl
„Zeg eens", vroeg hij boos;, „Wat voer jij
daar uit?"
„Ik ga al Weg", zei ik haastig. „Ik ben ver
dwaal cl, Goeden morgen''.
In m'ijn hart kon ik "de boosheid van hef (Róód-
borstje best begrijpen en ik /naakte dat ik Weg
kwam. Ik liep van den ©enen tak op den (anderen,
totdat ik in een groot-en hollen boóm .terecht
KWam, waar ik' lekkere eikels vond en die op (mijn
gemak oppeuzelde.
De zon stond nu al hoog, terwijl ik rustig
F ontbeet. Plotseling beleefde ik echter wéér een
avontuur, dat mij al evenveel schrik aanjoeg pis
het eerste. Een klein grijs Mjuisje zooWat van
mijn eigen leeftijd piepte geheel onverwacht
in een gat dn den grooten boom. Het Was teen aller
liefst Muisje Zij had een lang, steriajfc staartje en
een zacht,-glad yelltetje. Haar oogjes schitterden
guitig, terwijl ze verbaasd „O!" uitriep.
„Goeien morgen", zei ik, terwijl ik! "beleefd
mijn petje afnam.
„Ik mag niet met vreemden praten", zfesi ze en
wilde weer in haar holletje kruipen.
„Ik heet Grifepootje", haastte ik! mij te zeggen.
„Ik kom van Het Veld. Mag ik' je ©en eikel
aanbieden?"
„Bank je", antwoordde zij glimlachend. Ik hou
niet van eikels. Ze zijn me niet fijn genoeg. |Ons
soort Muizen houdt meer van 'kaas".
„Dat spijt me", zei ik, terwijl ik haar nog .ver
telde, dat Wij thuis heel eenvoudig waren grootge
bracht. „Mijn Vader Werd in een gevecht met ©en
Eend gedood. Het wias een oude vt Me ©u vanaf
dat oogenblik leven wé heel stil! en Kunnen we
natuurlijk niet al le kieskeurig rijn".
„Dat is zoo", antwoordde tot Mjuisje. „'Nu,
goeien dag".
„0, ga alsjeblieft nog niet weg en vertel me
egns wat uit jouw leven. Heb je broertjes en
zusjes?"
,,Ja, laat eens zien, We ziijin met ons vieren".
„En hoe heetten jullie allemaal?"
„Spitsneusje is de oudste. Dan komt Knabbel
tandje en dan jPieps."
„Plieps, dien leen ijk Eén van de di.kste Muisjes
o|p school ik ben nu van tedhoolj ,af,
weet je." i
„Zoo?" vroeg zij verbaasd. „Ben je weg
geloop-en?"
„Ja, wij piannen" ik kuchte even om meer
mdruk te maken wij mannen können niet
altijd thuis blijven. Bovendien héb ik met "Wit-
neusje, mijn zusje, gekibbeld, ik heb daarop ipijin
boeltje bij elkaar gepakt en Moeder gezegd, dat
ik heenging."
Mijn nieuw vriendinnetje bleef ©en oogenblik
zwijgen, teryijl rij haar neusje met blaar rechtetr1-
voorpootje wireetf. v
„En wanneer ga je weeir terug?" vroeg rij'
eindelijk.
„Nooit".
Haar oogjes Werden nog ronder, doch daalrl rij
niets meer zei, maakte ik aanstalten heeai te gaan.
„Kom, ik moet naar huis", zei zet „Moeder zal
niet weten, waar ik blije".
„Goeden dag," zei ik terwijl ik1 mijn pootje
uitstak. t 1 1 r I I 'tIF'
„Goeien dag", herhaalde rij zacht
„Je hebt me nog niet eens gezegd, jE-oe je
heet", merkt© ikr op. 1
„Het is zoom grappige naam", antwoordde zij.
„Ik heet Bruinoogje" en wég wasj rij. Ik Hoonde
haar nog piepen dn Eet nest; ze kreeg zeiter jeen
standje van haar moeder.
(Plotseling Werd het pikdonker om mij Eeem en
kon ik heelemaai niets zien. ,Ik voelde mij stevig
beetpakken.
Gelukkig heb ikrischierpe tanden, die ik dan.
ook goed gebruikte. Het mocht mij echter niet
batenik ging Weer de lucht in' ©n 5k' 'dacht iii-ejte
anders of de Uil hield mij opnieuwj ©n ditmaal
veel steviger vast.
„Ik heb hém, Siuusjé, Wees maar niet bang",
klonk' het Ik begreep, dat ik in, oen .pist zat ,en flat
een Jongen mij vasthield. Hpji stopte mijl in rijn
zak, Waar ik in gezelschap kwam van een verza
meling tollen m knikkers, ja zelfs van- ©en stuk
kleverig drop. Ble Jongen zorgde ,wfel, dat ik niet
ontsnappen kon, door den zak! stijf dicht te hou.
den. Ook daar was tot volkomen duister.
Ik voelde dat ik een héél' eind gedragen Werd.
Ik beet in d© voering van den zak en (probeerde
er een gat in te maken.
„Vat Wou jij?" riep de jongen en liij gaf jmij
door de jas heen oen tik.
„Ik wou, dat je de andere gevangen had", zei
nu een meisjesstem. Ik deed mijn naam eer aan.
door mij muisstil te houden en zon óp ailedei
middelen om te ontkomen. 1
„Die zal ik morgen wél vangen", zei, de Jongen.
„Léze heeft scherpe tanden. Kjijfc tuf je pet eens
gescheurd hebben. Wje zullen hem in de groote
kooi zetten." i
„Ik ben bang, dat hij met de anderen vechten,
zal", antwoordde de Jongen
„Nou of Ik", dacht ik, doch' ik bleef -in ,afe
talen zWrj'gen. Het viel mij eerlijk gezegd
mee, dat ze me niet zouden opeten, al lachte
het <vooruitzicht in een kooi gestópt te wórden,
mij natuurlijk niet toe. Ik! besloot echter te .Vluch
ten, Helaas, ik moet erkennen, dat de Jóngen m'ij
heel handig in de kooi liet glijden cn 'dat (deze(ge
tralied was. Van ontsnappen wus dus geen sprake.
De bodem der kooi was bedekt met stróö en ik
zag wel een half dozijn Muizenkoppen. Twaalf
nieuwsgierige oogjes keken mij aan.
„Rif. Een gewone veldmuis," riep één der kooi-
bewonecs, „verbeeld je een veldmuis bij
ons"
„Foei", riep 'een bruine Muis, weet je met,
dat je hier niet hoort? Kijk eens, Wat *n lange
ooren hij heeft 'tis net een ezel".
„En wat een gékke kleur", riep een ander.
„Bah. Een veldmuis", klonk h©t au van
alle kanten. f
Ik keek hen rustig aan, Wel wetende, dat de
jongen nog in de buurt was'. Ik hoorde nu m
dan zelfs zijn stem. H[ij stond te fluisteren met
het meisje en ik ving op, dat ik tot den volgenden
dag bij de andere Muizen zou Mijven en dat ik
dadelijk brood en melk m-oest hébben.
Er werd een klein deurtje in de tralies open
gemaakt en een schoteltje melk voor inïj neergezet.
Gretig dronk ik het teeg. De andere! muizen kwa
men er op af, ik kéék ton echter .uitdagend
aan. Eén begon er1 vau m'ijh. melk te snoepen jen
in minder dan geen tijd Was het gevecht in volta
gang en beet ik naar rechts en links. Het Echo-
teitje lag natuurlijk al heel gauW onderstboven en
de melk stroomde naar alle Kanten. Het Was een
gevecht op leven en dood en mijn, ergste kibbelt-
partijtjes met Witneusje konden ©r niet bij in de
schaduw staan.
i 'CWordt vervólgd).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
- V0-0R GR0GTEKEN.
1'. Helmond, Mond, hond, el, Ronden..
VOOR KLEINEREN.
1.
1.
2.
3
1.
e>.
4.
5.
Om op te lossen.
VOOR GROOTFiREN.
Verborgen Imatenlandséhe steden.
Laat Anna, Mjien, Stans en Dora naar huis
gaan. f(2)
Zij gingen met rijn vieren uit logee reu.
Hij was in donker tegen u aangelo open-
Mama lag al weken te bed.
Laat hij maar niet langer iaden.
Welke vogel wordt, als men hem van één
letter berooft, een groote stad in Europa?
Wolk voorwerp Kan je makten van:
china maan ei
VOOR KLEINEREN.
Met g ben ik een zwemvogel, met H een
jongensnaam en met St een meisjesnaam.
Verborgen bloemen.
Mevrouw van Mprle liet hajar zakdoek
liggejo.
I Wait ,heb je veel (draden aan j© rok
(hangend i
I Wlaldamir is leien Russisch© naam.
J© weet niet, wat ©en lasjfe er nog aan
verbonldjen is. i
Zei letters in plaats van fle slippen, dan
l krijg je spreekWooijden.
V.l k.|.in.j ,s m.K.n e.. g.o.t.
Hj-.si.ig. s,p..fd! .s -.efpfl-n. g..d'.
I ti.r g. b.g.snt
(Met a lig iik op den grond, met p beu ik
een schadelijk insect.
Verborgen plaatsiem in Nederland.
Tot mijn verbazing hoor ik, dat ze f? tbjuis
gebleven. I
Wij hebben nogal genoegen 's winters.
Wij kunnen veel uitgaan. (2)
Wees maar niet bang, ik blijf bij je.
Ik heb al dagen lang oorpijn.
'Op de kruisjesJSjben komt de naam van, ©an
stad in NoordJïolland.
X
X.
..X-.
XXXXXXX 1
.x.
X.
X
le rij een klinker.
2e rij iets, dat men 'szOmers veel ©et.
3e rij een 'zoute vloeistof.
4e rij 't gevraagde Woord.
5e rij de naam ©ener maand.
6e rij ©en voomWerp, dat dienen Iran om
mee te spelen.
7e. rij een medeklinker.
K
O
E
K
0
K
D
E
E
D -
E
L
K
E
L
K