Raadselhoekje. zijn mtecnittg deelt, maar hij voel't het a's ©en oaibillijldtoid als do gemeente, mor bouwrijp gemaakte gronden haar op 111 per vierk. JL komen, tegen een particu lieren houwer zou zeggenGa je gang maar en straks zulten we de zaak wel eens Itekijfcen en zal de gemeente vel de lasten dragen! Een particulier kan niet zooveel goed- kooper aan de markt komen dan de ge meente. De gemeente zal de riolen maken en de straten aanleggen. Dat is edsch vatide verordening en tot spr.'s taak behoort het, op de naleving daarvan te letten. Deugt dat niet, dan moet een ander maar op spr.'s plaats gaan zitten. Do gemeente heeft een groote hypotheék verstrekt op huizen, die hui ten den kom der gemeente Veilden gejboawd cn die moeilijk te hereiken zouden zijn.cn dan beweert men nog. dat een particuliere boa- Vier is tegengewerkt. Spr. verzoekt den Raad hier goed nota van te nemen on wijst er op, dat, als hij ongelijk! heeft, het heele Coïk-ge dan ongelijk heeft. Er is in het onderhavige ge vil geen enkele eisch gesteld, grooteï of zwaarder, dan dien de gemeente aaneigen grond zal stellen en verder raadt spr. aan over deze zaak te zwijgen. Aan het departement van H. en N, kan spr. veel vergeven, ofschoon de belastingen, waarover geklaagd voadt, Mer niet zoo bar hoog zijn, Hij staat echter verbaasd, dat in het adres van het departement gezegd wordt, dat de toestand aan de Koemarkt zoo iwel kan blijven Do brug is zoo uit den tijd en zoo primitief, idat zij past in het stadsbeeld van 40 jaar go- leden. Door het sterk toegenomen verkeer, mede in verband met de industrieën, die zich aan den Maaskant hebben gevestigd, is ze evenwel thans ten eenenmale ongie schikt geworden Zij is slechts 3 SI. breed en heeft een trottoir aan weers zijden van 1 M., zoodat de getoele breedte maar 5 M. bedraagt. Daardoor is de brug slechte geschikt voor het rijverkeer in één richting. De onderdeden zijn in slechte condi tie, zoodat- binnenkort veel reparatie zou noódig ziju, waarvoor het verkeer gerui- men tijd gesloten zou moeten worden De toestand is daar aan de Koemarkt wer kelijk uiterst primitief De nieuwe brug, die de oude zal moe ten vervangen, zullen we niet royaal ma ken, maar toch zal zij dienen te beant woorden aan de eischen van den tijd, waar bij er Tekening mee zal gehouden worden, dat ze misschien eeuwen mee moet Zelfs, als Schiedam dan een onderdeel zal zijn van de wereldstad Rotterdam, moet zij nog goed zijn. Spr. dringt er bij den Raad op aan thans in principe te besluiten, het Koemarkt- vraagstuk op ie lossen Men is nog wei niet Volledig op de hoogte met de details, die in de commissie zijn bekeken, maai spoedig' zal spr met uitvoerige plannen kernen, die gereed liggen, en die, naar hij hoopt, ongerept zullen vonten aanvaard Er bestaat abso-luut geen reden, om een pimcipieoïe beslissing ia deze tut te stel ten De verwezenlijking der plannen zal minstens 2 jaar in beslag nemen. Als men bedenkt, wat in verband met de weikloosheid is uitgegeven, behoeft ©en bedrag van 5 ton den Raad niet af te sclnikken De gelden voor leute en af lossing van dit bedrag zullen wel gevon den worden. Wc moeten ook wit aandurven en in Jit opzicht kunnen we eon voorbeeld nemen aan Rotterdam, dat plannen klaar lieeff liggen, wier uitvoering '200 milhoen zal eischen. De toestand in de omgeving van de nieuwe brug, speciaal met het oog op de toegangswegen, is nauwkeurig bestu deerd en m een geheime zftting zullen daaromüent nadere mededeelingen worden gedaan. De Raad dient wat meer vertrou wen m het bestuur der gemeente te tonnen. De kwestie van een abattoir is voor- loopig verschoven en daaromtrent wil spr thans nog geen principieele uitspraak. Het Koemarktvraagstuk roept echter om een oplossing en spr. besluit met de hoqp uit te spreken, dat thans in beginsel daar toe besloten zal worden. De beer Piinkelaar zou er veel voor gevoelen geen replieken te houden Zij, die h§t meest zijn aangevallen, zijn lüer niet in den Raad aanwezig We zouden onmiddellijk kunnen overgaan tot de be handeling van de artikelen der begroo ting. Spr. maakt van zijn denkbeeld echter geen voorstel hij geeft het slechte in over weging. De voorzitter betuigt zijn itisternimng niet het geopperde idee De lieer iHijman zou dein weth van financiën toch nog wel iets willen vragen betreffende de balans, wat betreft het Crisisfonds. De heer (Boddeüs zegt, dat in het cijfer, aangegeven als zuiver vermogen in ile balans, niet het Crisisfonds is be grepen. De beer IHijman is nog niet bevredigd, maar wil genoegen nomen met een onder houd n^et den hear Boddeüs, buiten den Raad, over de balans. De heer Boddeus stélt zich beschik baar om den lieer Hifrnan onder vier oogen een nadere toelichting te vérstrekken. De heer IHijman hoeft met zijin bet «og niet de bedoeling gehad het College in den rug aan te vatten, en wil den lof, den gemeente-accountant hier gebracht, onderschrijven De heer Slaven burg lijkt het denk beeld, dat de heer Dïnkelaar aan de hand heeft gedaan, niet aanbevelenswaardig De debatten zulten daardo-or niet bekort wor den, want de kwesties, thans besproken, zulten bij do artikelsgenvijze behandeling van de begroeting dan toch weer uit roerig besproken worden. Wil de Raad alles blauw blauw laten, dan moet hij dat zelf weten, cm zal spr. zich daar legen niet verzetten. De heel' Collé meent, dat men zich niet .ongerust beh'oeft te maken, dat de replieken lang zullen duren De heer Djktke- laar heeft misschien niets meei te zeg gen, maar er zijn wellicht andere raads leden, die dat wel hebben. Als de wet houders niet zoo veel praten, worden de debattea zeker bekort De Raad heeft al niet veel meer te zeggen en laat hij, nu de gelegenheid er is om zich eens uit te spreken, daarvan gebruik maken De voorzitter merkt op, dat liet afzien van ïepliek het karakter van een compromis zou dragen en niet het aan banden leggen van den Raad zou betee kenen. De heer Van Velzen voélt veel voor het denkbeeld van den heer Hinkelaar. Als er echter uit den Raad blijken wor den „gegeven, dat men niet van repliek wil afzien, stelt deze spr. voor, den spreek tijd in 'tweede instant©! te bekorten en b.v. op min. v-oor ieder, die reeds het woord vorde, te bepalen. Ook daartegen rijzen uit,den Raad pro testeh. De vo orz itter geeft in overweging met den wenk, om niet te lang te spre ken, genoegen te nemen en verdaagt de zitting tot 's avonds 8 uur. Zitting van Dinsdagavond 23 Dec8 uur. A1 gemeene tesohouwinge.n. jBjegroo.tingi 1925. (Replieken.) De Voorzitter her-opent te ruim 8 uur de vergadering. De heer Evers meent, dat hét College zich zeer optimistisch heeft uitgelaten over de financieele positie van Ide gemeente. Men zou den indruk krijgen, dat er geen vuiltje aan de lucht is, maar de cijfers wijzen wel anders uit. De begrooting! moet met buitengewone middelen sluitend jge- maakt Worden, wat nu; nog kan, maar Ide volgende jaren niet meel', Want dan zijn doze middelen uitgeput. Er is op gewézen, dat de malaiseaf neemt, maar voor Schiedam is He v|oor- uitgang nog niet zoo heel erg te melken. Er zijn altijd nog 1754 wierldoozen, Idie steun trekken, ofschoon het Waar is, dat dit getal meer dan 3000 heeft bedragen. Behalve hen, die steun trékken, zijn er evenwel nog een belangrijk aantal gezin nen, die op andere twüjze, b.vi via het jBl A., enz., onderstand genieten. Trou wens, het feit, dalt de koopkracht hl-er nog gering is, wijst er wel op, dat ide Hoe- stand nog vérre van nounaal is. Den heer De P'ruin zegt spr. dank voor diens toezegging de behandeling Van de vermderdng op het Bewaarschtolomlerwijs te zullen bespoedigen- Aan den heer De jBii-nin is bet intns- schen toch weer gelukt, de pol.'dek in tot debat te betrekken. Hij sprak over de Katholieke arbeidersafgevaaidigden. Die kennen we in onze fractie niet. De R.-K. raadsleden zijn door de heele R.-K. partij gekozen. Daarbij zijn afgevaardigden iui-t alle standen, maar deze zijn door de heele partij benoemd. De heer De Blruin behoeft dus 'geen beroep te doen op de afgevaar digden uft de arbeidersklasse. De klove, die ons scheidt, is zoo groot, dat hij niet te overbruggen is. Er is op gewezen, dat tot de Labourpartij' in Engeland ook per sonen van Prot- Chr. 'en. R.-K. beginselen toliooren, maai* die wtotidingsgesdhiedenis van die partij is een geheel andere als die van de S. D. A. P. hier- te lande. tDooir hot hoogste kerkelijk gezag in Engeland is tot trouwens ook met verboden lid Van do Labourpartij te zijn, terwijl een derge lijk verbod ten opzichte van de S. B. A. P. hier Wiel geli.lL In Frankrijk zien wo, dat de radicaal- socialistische regeering, opgestuwd en op gezweept door de socialisten, die daar aan de toipwitjes békken, de godsdienst vrede heeft verstoord en Elzas en Lo tharingen oim zoo te zeggen in opstand heeft gebracht. Met de soa-dem. hier kan de R.-K. partij niet samenwerken. De heer Slavenburg betreurt het, dat er aandrang is uitgeoefend om van repliek af te zien. Als de Raadsleden iets op liet hart hadden, is altijd gezegd: Waclht er mee tot de algemeen© beschouwingen bij de begroeting!. De nnancieele toestand der gemeente üs o. a. alle bespreking! Waard. Indien we in de hedenmiddag aan gegeven lijn zouden willen doorgaan, zou den de Raadsleden wel naar huis kun nen gaan. Over het feit, dat ook de viool' zifter met tot denkbeeld van den lieer Hinkelaar zijn im temming betuigd©» drukt spr. zijin spijt uit De Voorzitter: Ik heb geen druk in die richting willen uitoefenen. Als alle Leden voor hét geopperde denkbeeld had den gevoelid, zou hét zeker uitvoerbaar zijn geweest en aanbeveling! hebben vér diendi De heer Slavenburg kost 't moeite genoeg om de vergaderingen van den Raad steeds bij te Wonen, maar als hat eeiftgs- zins mogelijk is, gaan de belangen van de gemeente bijl hem Voor en stelt hij1 zijn tijd daarvoor beschikbaar. De heer Collé heeft een fout gemaakt, toen liij er op wees, dat de Clir. Hist, fractie verleden jaar bij de behandeling van de begroeting op bezuinigjiug aandrong en- daaraan toevoegde, dat R. en Wj. thans handelen in den geest van het adires van het departement van de Mij', van H. en N. en van de Chr. Hist, Die opmerking is niet juist. Spr. heeft het College geen lof gebracht voor de wijze, waarop het de begrooting heeft samengesteld en ontkent, dat zijn fractie reactionair zou zijn Democraat en reactionair behoeven niet altijd tegengestelde begrippen to zijn en zijn dat zeker niet altijd in dezen Raad. Het wooid democraat heeft ©en goeden klank, ook bij spr. Maai' de beer Collé ziet alleen een democraat in hem, die het loon opvoert of verlaging daarvan tegen houdt Het komt ér echter niet op aan, wat een arbeider verdient, maar wat hij met zijn loon kan doen, heeft de heer Van Koordennen terecht opgemerkt 'Als we thans joonsverhoogingen toestonden, zouden we de welvaart niet bevorderen. De welvaart van één klasse hangt ten aai/wiste samen en is afhankelijk vam de welvaart van de geheele maatschappij Wij zien ons volk ais een nationale eenheid en dooi het bevorderen van de algemeen© welvaart, bevorderen we tot belang van den enkeling Als w© dan ook wol eens te vindon zijn voor eon verlaging der Iconen, is het, omdat dit de algemeene welvaart ten goed© komt. De heer -L© Bruin iwil niet aan do loo- nen van het gemeenteporsoaeel raken, om dat een slechte geest onder hen, die er het gevolg van zou zijn, niet in het be lang der .gemeente is Als di© slechte geest werkelijkzou ontstaan, en voor d© ge meente heiliooz© gevolgen zou hebben, zou bet er met d© gemeente inderdaad slecht uitzien Wat is de oorzaak van de malaise? hoeft de heer Dt© Bruin gevraagd. Dp bewering, dat de koopkracht, verminderd ön onvol doende is, is een te simpel antwoord Be zuiniging leidt tot nieuwe malais©, heeft de heer De Bruin gezegd Maar als de belastingen op dit peil gehandhaafd blij ven of nog hoog er worden, zou dat do koopkracht ten goede komen? W© zullen verbetering moeten zoeken door middel van sterk doorgevoerde bezuiniging en in dit opzicht staat spr achter het adres van H. en N. We zdjn nog niet erg gevorderd en toch moesten de replieken ook nog maar achter wege blijven! ■Be heer Houtman: Dat moet u nu niet te vaak zeggen! Do toer D© Bru in: We vinden het erg prettig, dat raadsleden spréken! De toer Boddeüs: Er is van de be stuurstafel geen pressie uitgeoefend om de replieken achterwege te laten. De heer Slavenburg wil nog iets zegj gen oyer de annexatie. Spr. zou dit vraag stuk nog wel eens aan een diepgaand ten?" Waagde ik tot hleel onderdanig te vragen. „Dank je wel voor tot ritje, „maar nu wil ik liever gaan slapen". Be Uil verwaardigde z ch niet te antwoorden en als er één ding is, dat ik niet k'an uitstaan, dan is het onbeleefdheid. „Ik heet Grijspootje", piepte ik! boos. „Versta je me? Zot me onmiddellijk neer". „Aan namen stoor ik me niet", antwoordde de Uil, terwijl hij weer verder vloog. „Een muis. die anders heette, zou even go>ed smaken". Ik begreep, dat het dwaasheid was het gesprek nog voort te zetten en bedacht iets andersik beet uit alle macht in één van zijn pooten. Be Uil liet mij onder lu,:d gekras' vallenIk' ge loot van verbazing of misschien van pijn. Ik gleed tusschea de boomtakken door en kwam terecht in het nest van ©en vogel. Daar verstopte ik (mij. Later merkte ik pas, dat de woning verhuurd was aan een Roodborstje. 1 Ik hoorde den Uil nog met zijn vleugels slaan en nijdig .'krassen1 „Waar ben je toch? Kom dadelijk hier. jof ik eet je opt" -Natuurlijk gal ik geen antwoord. Soms kun je je verontwaardiging liet best toonea door te zwij gen. Ik vond -dit ïen minste tot verstandigste, wat ik mijn geval doen krn. HOOFDSTUK II. Den volgenden morgen werd ik verkwikt en vol goeden moed Wakker. Ik waschte mijn gezicht en mijn pootjes in de regendruppels, die aan (Ie f>la deren hingen in de buurt van net nest. Ik vond een paar wild© bessen en knabbelde die gretig opzij waren edhter lang niet zoo lekker, sis -zij er wel uitzagen. Daar kwam een Rnips over een blad naar mij toegefcropen. Zij had een Wollig lichaam en ver bazend veel pooten. Ze knikte vriendelijk in mijn richting en vroeg „Lekker geslapen?" „Matig!" antwoordde een stem achter mij. Ik keek om en ,zag een spin, die iifmrig bezig {was een web te maken. „Er khvam. van alles voorbij", ging zij voort. „Heb je die Muis vannacht gehoord?" „Het was de Uil", antwoordde iik verontwaar digd „Ik zei .bijna geen woord." De Spin kedk mij verbaasd aan. „Wat, jben je nog niet naar huis?" vroeg kij ging daarop rustig met haar web voort, terwïjil de Rups mij van mijn kopje tot de nagels van mijn pootjes opnam en vroeg: „Veel nootjes gevonden in den laatste®. tijd ;,rk ben geen Eékhoo-m", begon ik, doch de Rups keek plotseling in een andere richting,^terwijl de Spin ook op eens afgeleid scheen, te zijn. ,Hef Roodborstje kwam weer terug iu het n€®{- i®et gluurde over den rand heen ©n ontdekte mijl „Zeg eens", vroeg hij boos;, „Wat voer jij daar uit?" „Ik ga al Weg", zei ik haastig. „Ik ben ver dwaal cl, Goeden morgen''. In m'ijn hart kon ik "de boosheid van hef (Róód- borstje best begrijpen en ik /naakte dat ik Weg kwam. Ik liep van den ©enen tak op den (anderen, totdat ik in een groot-en hollen boóm .terecht KWam, waar ik' lekkere eikels vond en die op (mijn gemak oppeuzelde. De zon stond nu al hoog, terwijl ik rustig F ontbeet. Plotseling beleefde ik echter wéér een avontuur, dat mij al evenveel schrik aanjoeg pis het eerste. Een klein grijs Mjuisje zooWat van mijn eigen leeftijd piepte geheel onverwacht in een gat dn den grooten boom. Het Was teen aller liefst Muisje Zij had een lang, steriajfc staartje en een zacht,-glad yelltetje. Haar oogjes schitterden guitig, terwijl ze verbaasd „O!" uitriep. „Goeien morgen", zei ik, terwijl ik! "beleefd mijn petje afnam. „Ik mag niet met vreemden praten", zfesi ze en wilde weer in haar holletje kruipen. „Ik heet Grifepootje", haastte ik! mij te zeggen. „Ik kom van Het Veld. Mag ik' je ©en eikel aanbieden?" „Bank je", antwoordde zij glimlachend. Ik hou niet van eikels. Ze zijn me niet fijn genoeg. |Ons soort Muizen houdt meer van 'kaas". „Dat spijt me", zei ik, terwijl ik haar nog .ver telde, dat Wij thuis heel eenvoudig waren grootge bracht. „Mijn Vader Werd in een gevecht met ©en Eend gedood. Het wias een oude vt Me ©u vanaf dat oogenblik leven wé heel stil! en Kunnen we natuurlijk niet al le kieskeurig rijn". „Dat is zoo", antwoordde tot Mjuisje. „'Nu, goeien dag". „0, ga alsjeblieft nog niet weg en vertel me egns wat uit jouw leven. Heb je broertjes en zusjes?" ,,Ja, laat eens zien, We ziijin met ons vieren". „En hoe heetten jullie allemaal?" „Spitsneusje is de oudste. Dan komt Knabbel tandje en dan jPieps." „Plieps, dien leen ijk Eén van de di.kste Muisjes o|p school ik ben nu van tedhoolj ,af, weet je." i „Zoo?" vroeg zij verbaasd. „Ben je weg geloop-en?" „Ja, wij piannen" ik kuchte even om meer mdruk te maken wij mannen können niet altijd thuis blijven. Bovendien héb ik met "Wit- neusje, mijn zusje, gekibbeld, ik heb daarop ipijin boeltje bij elkaar gepakt en Moeder gezegd, dat ik heenging." Mijn nieuw vriendinnetje bleef ©en oogenblik zwijgen, teryijl rij haar neusje met blaar rechtetr1- voorpootje wireetf. v „En wanneer ga je weeir terug?" vroeg rij' eindelijk. „Nooit". Haar oogjes Werden nog ronder, doch daalrl rij niets meer zei, maakte ik aanstalten heeai te gaan. „Kom, ik moet naar huis", zei zet „Moeder zal niet weten, waar ik blije". „Goeden dag," zei ik terwijl ik1 mijn pootje uitstak. t 1 1 r I I 'tIF' „Goeien dag", herhaalde rij zacht „Je hebt me nog niet eens gezegd, jE-oe je heet", merkt© ikr op. 1 „Het is zoom grappige naam", antwoordde zij. „Ik heet Bruinoogje" en wég wasj rij. Ik Hoonde haar nog piepen dn Eet nest; ze kreeg zeiter jeen standje van haar moeder. (Plotseling Werd het pikdonker om mij Eeem en kon ik heelemaai niets zien. ,Ik voelde mij stevig beetpakken. Gelukkig heb ikrischierpe tanden, die ik dan. ook goed gebruikte. Het mocht mij echter niet batenik ging Weer de lucht in' ©n 5k' 'dacht iii-ejte anders of de Uil hield mij opnieuwj ©n ditmaal veel steviger vast. „Ik heb hém, Siuusjé, Wees maar niet bang", klonk' het Ik begreep, dat ik in, oen .pist zat ,en flat een Jongen mij vasthield. Hpji stopte mijl in rijn zak, Waar ik in gezelschap kwam van een verza meling tollen m knikkers, ja zelfs van- ©en stuk kleverig drop. Ble Jongen zorgde ,wfel, dat ik niet ontsnappen kon, door den zak! stijf dicht te hou. den. Ook daar was tot volkomen duister. Ik voelde dat ik een héél' eind gedragen Werd. Ik beet in d© voering van den zak en (probeerde er een gat in te maken. „Vat Wou jij?" riep de jongen en liij gaf jmij door de jas heen oen tik. „Ik wou, dat je de andere gevangen had", zei nu een meisjesstem. Ik deed mijn naam eer aan. door mij muisstil te houden en zon óp ailedei middelen om te ontkomen. 1 „Die zal ik morgen wél vangen", zei, de Jongen. „Léze heeft scherpe tanden. Kjijfc tuf je pet eens gescheurd hebben. Wje zullen hem in de groote kooi zetten." i „Ik ben bang, dat hij met de anderen vechten, zal", antwoordde de Jongen „Nou of Ik", dacht ik, doch' ik bleef -in ,afe talen zWrj'gen. Het viel mij eerlijk gezegd mee, dat ze me niet zouden opeten, al lachte het <vooruitzicht in een kooi gestópt te wórden, mij natuurlijk niet toe. Ik! besloot echter te .Vluch ten, Helaas, ik moet erkennen, dat de Jóngen m'ij heel handig in de kooi liet glijden cn 'dat (deze(ge tralied was. Van ontsnappen wus dus geen sprake. De bodem der kooi was bedekt met stróö en ik zag wel een half dozijn Muizenkoppen. Twaalf nieuwsgierige oogjes keken mij aan. „Rif. Een gewone veldmuis," riep één der kooi- bewonecs, „verbeeld je een veldmuis bij ons" „Foei", riep 'een bruine Muis, weet je met, dat je hier niet hoort? Kijk eens, Wat *n lange ooren hij heeft 'tis net een ezel". „En wat een gékke kleur", riep een ander. „Bah. Een veldmuis", klonk h©t au van alle kanten. f Ik keek hen rustig aan, Wel wetende, dat de jongen nog in de buurt was'. Ik hoorde nu m dan zelfs zijn stem. H[ij stond te fluisteren met het meisje en ik ving op, dat ik tot den volgenden dag bij de andere Muizen zou Mijven en dat ik dadelijk brood en melk m-oest hébben. Er werd een klein deurtje in de tralies open gemaakt en een schoteltje melk voor inïj neergezet. Gretig dronk ik het teeg. De andere! muizen kwa men er op af, ik kéék ton echter .uitdagend aan. Eén begon er1 vau m'ijh. melk te snoepen jen in minder dan geen tijd Was het gevecht in volta gang en beet ik naar rechts en links. Het Echo- teitje lag natuurlijk al heel gauW onderstboven en de melk stroomde naar alle Kanten. Het Was een gevecht op leven en dood en mijn, ergste kibbelt- partijtjes met Witneusje konden ©r niet bij in de schaduw staan. i 'CWordt vervólgd). Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer. - V0-0R GR0GTEKEN. 1'. Helmond, Mond, hond, el, Ronden.. VOOR KLEINEREN. 1. 1. 2. 3 1. e>. 4. 5. Om op te lossen. VOOR GROOTFiREN. Verborgen Imatenlandséhe steden. Laat Anna, Mjien, Stans en Dora naar huis gaan. f(2) Zij gingen met rijn vieren uit logee reu. Hij was in donker tegen u aangelo open- Mama lag al weken te bed. Laat hij maar niet langer iaden. Welke vogel wordt, als men hem van één letter berooft, een groote stad in Europa? Wolk voorwerp Kan je makten van: china maan ei VOOR KLEINEREN. Met g ben ik een zwemvogel, met H een jongensnaam en met St een meisjesnaam. Verborgen bloemen. Mevrouw van Mprle liet hajar zakdoek liggejo. I Wait ,heb je veel (draden aan j© rok (hangend i I Wlaldamir is leien Russisch© naam. J© weet niet, wat ©en lasjfe er nog aan verbonldjen is. i Zei letters in plaats van fle slippen, dan l krijg je spreekWooijden. V.l k.|.in.j ,s m.K.n e.. g.o.t. Hj-.si.ig. s,p..fd! .s -.efpfl-n. g..d'. I ti.r g. b.g.snt (Met a lig iik op den grond, met p beu ik een schadelijk insect. Verborgen plaatsiem in Nederland. Tot mijn verbazing hoor ik, dat ze f? tbjuis gebleven. I Wij hebben nogal genoegen 's winters. Wij kunnen veel uitgaan. (2) Wees maar niet bang, ik blijf bij je. Ik heb al dagen lang oorpijn. 'Op de kruisjesJSjben komt de naam van, ©an stad in NoordJïolland. X X. ..X-. XXXXXXX 1 .x. X. X le rij een klinker. 2e rij iets, dat men 'szOmers veel ©et. 3e rij een 'zoute vloeistof. 4e rij 't gevraagde Woord. 5e rij de naam ©ener maand. 6e rij ©en voomWerp, dat dienen Iran om mee te spelen. 7e. rij een medeklinker. K O E K 0 K D E E D - E L K E L K

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 6