ia HUMOR UIT HET BUITENLAND MINETJE. Raadselhoekje. met dezen moord Werd, echter de slager Tranbnaun tot 15 jaar tuoh.tjh.uis veroor deeld. Trautmann, die onlang, uit de ge vangenis werd ontslagen, na zijn heelen straftijd te hebben ondergaan, heeftsteeds zjjn onschnld staande gehouden. Een nieuwtje op sportgebied St Moritz heeft Woensdag de primeur gehad van een nieuwtje op sportgebied. Lord North esk eu prins Odesoalobi. op eki's hebben zich door luitenant Leslie Hamilton, over wiens verdwijning men zich thans ongerust maakt, per vliegtuig eenigje malen met flinke vaart een dichtgevroren meer laten rondtrekken. Daartoe was aan het vliegtuig een lang touw! bevestigd met een dwarslat, waaraan beide sfa-ers rich vasthielden. Hoewel zij een heel enkelen keer wel eens van den grond getrokken werden, slaagde do vlieger er vrijwel hi een constante hoogte te bewaren. Na den ■rijfden keer, toen het begon te sneeuwen en de schroef van het vliegtuig de sneeuw* den skï-ers in het gezicht joeg!, gavien dezen het sein, da,t zij er genoeg van had den. Onder de toeschouwers was ook onze landgenoot Fokker, de bekende vliegtuig- fabrikant, die het voornemen te bennen gaf op dezelfde wijss© e*m bobsleepartij rond het meer te organise eren. Gevecht met een leeuw In een circus te Edinburgh is een angst wekkend voorval afgespeeld. In de cireus- feocd. bevonden zich n.1. twee jonge leeu wen, die zieer wild waren. Toen. de dierentemmer Darius, met twee staven gewapend, de kooi binnenging, wil den de leeuwen hem te lijf gaan. Eén der roofdieren sloeg den temmer een staaf uit de hand. I Toen Djarius zich bukte om een stuk van den staaf op te rapen, sprong de leeuw hem. op Iden rug en wierp hem op tien grond. Het roofdier zette zijn tanden m den schouder van den dompteur en sloeg zijn Mauwen in zijn hoofd en lichaam. Er ont stond. een worsteling tusschen leeuw en temmer, doch deize slaagde er tenslotte in, zich te bevrijden. Intusschen had. Djarius den tweeden staaf kunnen vasthouden, waarmede hij den leeuw een slag op den kop toebracht, zoo- dat het dier torugdiensde en de remmer Weer overeind kon komen. Die! leeuw deed nu opnieuw een aanval, idoch dö dompteur ontweek dien en ging op zijn beurt tot het offensief over, waar bij hij dsn leeuw in een hoek dreef. Ondanks zijn bloedverlies slaagde de temmer erin, de kooi te verlaten, waarna hi j in elkaar zeeg. Onder de toeschouwers brak een pa- |mek uit, waarbij vrouwen en kinderen, naar den uitgang snelden. Het jongmensck: Ik heb gisteren een tientje aan een waarzegster betaald. Ze beschreef je precies en vertelde, dat we binnen het jaar getrouwd zouden zijn. Het meisje: Wat ben je toch verkwistend Dat had ik je wel voor mets kunnen vertellen. (Humorist) Wil je een nieuwe pop, lieveling. Hou je dan niet meer van Christian? O ja, ik ben do! op haar, maar ik begin haar zoo ta vervelen. -. .(Punch) Gevangenisdirecteur (tot ontslagen boef) "t Spijt me, ik zie, dat we je een week te lang hier gehouden hebben. Boef: O, dat is jfc orde; trekt u het den volgende keer maar af. (London Mail) Hij: Ik bad zoo gedacht dat je, op m'n verjaardag me wel 't plezier had willen doen, een citroenpudding te geven. Zij: Het spijt me erg, lieve; maar je verjaardag is nu eenmaal de dag van de schoonmaakster en die houdt veel meer van bitteikoekjesvla. (Humorist) Opgewonden knaap: De brandspuitloods staat in brand! Cirpsbrandmeester: Werkelijk? Wat een bof, dat de nieuwe brandspuit er niet is. (Passing Show) Op een drijvende „vulcaan" Dje passagiers van hef Fransche stoom schip „Coffldiitere", dat te .Marseille is aan gekomen, zijn, zonder da,t zij het wisten, aan een groot gevaar blootgesteld geweest Toen zij zich onderweg bevonden, brak, er brand' rit in een lading katoen. Die la ding werd geheel vernield en groote pom pen moesten, nog na 'de aankomst vah hel, schip, in werking worden gesteld om de vlammen te idooven. Niemand van. de passagiers vermoedde gelukkig tijdens de reis, dat in de ruimen onder hen hef vuur zijn vernielende wer king uitoefende en hen mef groot onheil bedreigde. Die „Coidillere" was afkomstig uit Egyp te. Groote brand te New-York Volgens de „Paris Times" brak Dinsdag middag in. een der groote modemagazijnen aan. Fifth Avenue, op den hoek der 51ste straat te New-York, brand uit, die het le ven der 500 atelier-meisjes die opi de vijfde Verdieping aan den arbesd waren, ernstig bedreigde. De vlammen 3-eIcten langs de trappen, alvorens de meisjes een been- komen konden vinden. En de brandweer lieden, die langs ladders de rijfde verdie ping bereikten, leidden de meisjes naar het dak, vanwaar zij over aangrenzende daken in veiligheid konden Worden ge bracht Tijdens de paniek, door het vuur teweeggebracht werden verscheidene meis jes evenwjel door den rook bevangen, en moesten naar- het dak Worden gjebesehen of langs de ladders naar beneden worden gedragen. Bij een poging om de laatsten dezer meisjes te redden, kwam een brand weer-luitenant door rookvienjstikking om 'l leven. De materieele schade wordt op 1' mit- lioen dollar geschat De wonderdokter Die medicus Meridy Mohammed ben Toean, int Algiers afkomstig, had zrlch on langs in Béziers gevestigd., na eerst in straatsburg „pracfjjlk" te hebben uitgeoe fend. H(J gaf blinden het gezicht weer, behandelde z'ekten in het beonderstelsetii, deed tatoeëringen verdwijnen met een door hem zelf uitgevonden serum of zalf. Vele patiënten vonden baat bijl zijn behandeling, anderen dienden een Macht tegen hem in. En Meridy vroeg hooge honorariabedrar gen van 15.000 francs waren geen zeld zaamheid. Een dame, die aian tuberculose leed, was den dag na de inspuiting van zijh serum overleden. Ee rechtbank veroordeelde den esculaap cLe voortvluchtig is, bij verstek' tot acht maanden gevangenisstraf Wegens hot ge bruik van een nietgeautoriseerd serum, het gemis van een diploma, en oplichting „Nu als je er dan zoo'n drukte over maakt, ontsla ik je van die belofte. (t Spijt mijl Wel) want ik had het noodig voor een tooverpenstiel dat ik bezig ben te makenDat moet dan maar wachten en jij geeft me je langste tand of je scherpsten nagel. Dat komt er met op aan. Ik zal daarvan een toovergrifM maken, een griffel, dia alle sommen uit z.chza! f maakt en in eens uitrekent, hoeveel negentien maal negentien is.'" Het was verre van prettig een land of een nagel te moeten missen. „Ik heb je het tasehje toch teruggegeven," bracht ik in het midden, „en wat de mals betreft, die er ia groeide „Breng mij de betooverde maïs dan ook terug", zei Glinstaroogj© met rollende oogen, ,,©n we pra ten er niet verder over". „Onmogelijk," zei ik somber. „Zie hebben alles opgegeten." „Wat? Opgegeten?" schreeuwde Glinsteroogje plotseling zóó hard, dat ik bijna uit mijn veO sprong van schrik „Och, och. Maar heb je hun dan niet verteld", dat ze betooverd wasi? Als rij er van gegeten hebben, zirjfa. ze allen muizen des doods het groeit in hen." Hoofdstuk LX. Nu was het mijin beurt hevig te ontstellen! „Waarom heb je me niet gewaarschuwd?" riep ik ontzet uit „Ik dacht dat je hef wel Wist,'' antwoordde hij. De was echter ai Weggesneld. Vóór allies moest ik het lieve Bruinoogje redden. Welk een geüiuk, dat Zij boos op mij geworden Was. Daardoor was zij van tafel opgestaan, vóór zij de maïs had aan geraakt. Wat Reps betrof, die verdiende het bijna, maar ik zou zelfs heem wallen redden. „Kpm mee") riep ik nog terug tegen Glinsteroogje. „Je moet hen redden, dat is je plicht". In een oogenbbk stond inj naast ine. „Wat krijg ik er voor?" vroeg 1#. „Wat je maar Wilt", hijgde ik. „Ik houd je aan j'e woord". 'Wij renden voort en kwamen gelukkig nog juist bijtijds. Mijnheer Muis zat vóór zijjn deur*, opge zwollen ter grootte van een. rat. Zijn. gericht Was heel dik. Reps en Knabbeltandje waren er ail even naar aan toe. Elk oogenbbk verwachtte ik de nmisplant uit hun bek te zien komen. „Houd het toch' tegen", zei ik liegen Glinsfer oogje. „Gauw". Hij gesticuleerde druk, terwijl hij" vlak vóór mijn heer Muis ging staan en zei: Tooverplant, hou op met groeien, Di.tmaal zul je toch niet Moeien. Hioma zei Glinsteroogje het rijmpje, dat de kracht van een tooverspreulc had, tegen Knabbel tandje en Reps en holde ik naar binnen! om haar tegen mevrouw 'Muis en Sipitsneusje te zeggen, die ook angstwekkend dfk en groot Werden. Zij waren gered. Vader Muis, Moeder Muis en de jongens kregen Weer hun gewone grootte. „Waar is Bruinoogje?" vroeg ik. Zij wezen naar het nest en ik gingj er .Weer [bin nen Spitsneusje zap ik alleen. „Er zijn bier vreemde dingen gebeurd, Grijs- pootje", zei hij „We zijn Keelemaal opgezwollen geweest". „Ja, dat weef ik", antwoordde ik. „Maar waar ia Bruinoogje?" „Ze is gaan Wandelen". Ik weer naar buiten, naar Glinsteroogje. „We moeten haar zoeken", hijgde ik. „Misschien heeft ze er toch' nog van gegeten". „Betaal mij maar eerst", antwoordde hij koel. „Wat wil je hebben?" vroeg ik ongeduldig, „Je snor. Die zal ik maar al vast nemen". In het volgend ©ogenblik had ik geen snor meer. Ik zuchtte, maar troostte mij met de ge dachte, dat ik voor een goede zaak leed. „Ziezoo, nu heb ik rrijh tooverpenseel toch", riep hij verheugd uit. „Verder wil ik je staart heli- ben, dat is een pracht zweep". „0 nee, dien alsjeblieft niet", „Je hebt gezegd: „Wat je maar hebben wilt," maar als je liever dé kans wilt loepen, dat Bruin oogje „Nee, nee." Mijn staart verdween ©ogenblikkelijk en ik? had den tijd niet hem te betreuren. „Dat is vooreerst genoeg," zei Glinsteroogje. Hij nam mij bij een poot en liep hard met me weg. Overal zochten we Bruinoogje. „Ze moet hier ergens rijn", mompelde Glin steroogje, terwijl hij plotseülng Meef slaan „Ik hoop het", piepte ik. „tiaar is" rij"'. Glinsteroogje begon weer te loo p-en. Wat kon hij rennen. (Slot volgt.) „Ei- is een verrassing voor je gekomen, terWjjl wip je op school was", zei moeder, toen ik om twaalf uur uit school kwam. Ik wilde mantel, h'oed en tasch zoo maar ergens neergooien, om gauw te gaan kijken, maar moeder zei: „neenkindlief, eerst je goed ophangen, dat weet je weldat ééne ©ogenblikje kan je je nieuwsgierigheid nog Wel bedwingen". Ik deed 'ten volgde moeder, vol on geduld, aaar de schuur, waar Poese-moes in haar mandje lag. Maar wat had zij daar bij zich? Och, hoe snoezig. Drie heel kleine poesjes, een zwart, een grite met Wit borstje en witte pootjes, en een heelemaal grifs. Ze Waren nog kleiner dan ©en rat, en kénden nog niet zien. Ze hadden i zeker erg koud, want ze lagen zoo dicht moge lijk tegen hun moeder aan, en maakten zulke grappige piepgeluidjes, terWijl Kitty" zoo h'eefcte onze poes, hen voortdurend likte, en er héél Mij uitzag. Ik had ei' zoo'n pteazier in, dat ik er den jbeelen tijd, tusscihten de schooluren Wel bij had wLfen blijven, en mijn boterhammen voor een keertje maar eens had willen laten staan, maar moeder was gelukkig verstandiger, en nam me mee naai de eetkamer, met de belofte dat ik voor ditmaal van tafel zou mogen opstaan als ik? klaar was. en dan nog wat naar de kleine poesjes moch! gaan kijken. Ik wilde er dolgraag even eentje in mijn handen nemen, toaar toen ik) hét deed, scheen poes! dat nieft erg prettig te vinden, wanl ze miaiwde met zoo'n vreemd geluid, en was niet gerust, eer rij het weer bij zich jn de mand had, eu. het vol blijd schap likte. Hef kleintje kroop Weer gauW zoo dicht mogelijk bij z'n moedertje, alsof het zich daar alleen maar veilig voelde. Wat was 't leuk, die kleine poesjes, voorat toen ze na een week? of drie, al probeerden uit de mand te kruipen, «n dan eerst Weer terug vleiela, omdat de rand nog te hoog voor Ken was, maar eindelijk lukte het toch, en liepen rij1 hun moe der na, doch als rijf ergens zaten Waar Poes niet hebben wilde, liep rij er vlug heen, pakt© hen bij hun nefcvelletje in haar bek, en bracht ze weer naar de mand. Het meeste hield ik van het grijze me de Wittje pootjes, het witte borstje en het aardige rose neusje, ditnoemde ik Minetje. Dlif Was ook het zachtste van de drie. Hoe aardig was tab ik, uit school komende, al in de gang doof de hétile poesenüamili© werd opgewacht, en zo inijf tegemoet vlogen, en dan speelden ze en rolden Zij over, elkaar, zoodat 'teen wonder Was, dat zfrji nooit eens een trap gekregen hebben, want het ge beurde soms vlak voor mijln voeten. Zoo waren Ze langzamerhand zes Weken gewor den en sprak moeder er over, dat 'ttijd werd eens naar een goed tehuis voor een paar van de kleintjes om te zien, daar wij ze niet allen konden houden. Ik vond, dit wel vreesclijk jammer, maar er was niets aan te doen, ik moest van een (paar van die kleine schatjes scheiden, en toen moe der vroeg, welk van de 'drie ik houden Wilde, koos ik natuurlijk Minetje. Slot volgt.) Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer. VOOR GROOTEREN. 1. "Arno. 3. Robespierre, Roer, Pjeer, Spier, Poes, Bier. 4 Nico. Tine, nicotine VOOR KLEINEREN. 1. School, schaal. 2 P>1. lip 3 1 BRTJMMEN. B b R r s 1l U r f B R U M jK 1 N. z o M v i m E s N 4. Hoe somBER TusscKen detóe hoog© muren to wonen. - C®03^)- HeuscH AN, Samen gaat beter. pang). De dieF RITSte hjet tasehje der dame Weg. (Frits). Heb je Amélie van R&LE Ook gezien '(too-). Wat zullen die arme menscHEN Koude ij- den. i i Penk). Om op te lossen. VOOR GROOIEREN. 1. Verborgen rivieren in Eet buitenland: Is de soep op. en kan ik geen bordje meer krijgen Hoe fcWaad u er ook om Wordt, 'th'elpt toch niets. Een vreemdeling bood onlangs veel geld voor ons huis. 0, je ziet er weer veel heter uit, Magda. 2. Mijn geheel wordt met 10 letters geschreven en noemt een jongensnaam. Een 6, 8, 5, 1', "2 is ©en voorWerp, dat dient om iets in te dragen of op te bergen. 5, 6, 8, 10, 5 is ©en verkorte meisjesnaam Een 3, 9, 6 is ©en 'knaagdier. 6, 7, 10 is tien metaal. Een 10, 4, 5 is ©en holte in een muur. 3 Mijn twee eerste deelen vormen samen iets, dat Wij in den regel 'sWinters1 het meest hebben, mijn derde deel is een gebouw" en mijn gehtiel een dorp in Zuid-Hoïland. 4. Als 6, 3, 4 ©en badplaats in. België is", 1'. 2, 3 hét h'oogst© punt en 4, 5, 3 een grap pig dier, welke ©delsteen is dan 1', 2, 3, 4, 5, 6?' VOOR KLEINEREN. 1. Met R als beginletter ben ik niet veef waard, met H een insect en met SiCH een speel werk tuig. 2 Verborgen meisjesnamen- Jan van Welie stond nog alitijd te wacbten. Ee ze wol kan ik alleen nog krijgen in het rood, in andere klciuen. was Zij uitverkocht Hoe snel liepen de beid© mannen voort. Z t Kees van D'am in Anions club? 3. Kruisraadsel. Op de kruisjeslijnen komt de naam van een stad m ons land. X -X. .X. xxxx xxxx x .X. X. X le. rij ©en klinker. 2e rij eten vrouwelijk familielid. 3e jrf. d© hoofdstad van een provincie ni ons land. 4e. rjj een grooter of kleiner gebouw1 daf alfi/i aan de spoor- of tramlijjn Siigt. 5e rij 't gevraagde Woord. 6e. rij een stad in biet Gooi. 7e. rij iets wat door den schoenmaker ge bruikt wordt. 8e. rij ©en deel van een Kuis. 9e. rij! ©en medeklinker '4. Mijn eerste Is bijna altijd Het mooiste ge deelte van een plant, mïjii tWeede kan ge geten en verbrand Worden en mfa geheel noemt een groente. N 0 R G 0 L I E R I E M G E M 1 S .X. V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 6