KINDER-BLAD
Schiedamsche Courant
Se positie van Nederland in
hei Wereldscheepvaartverkeer
HJET KLAVERBLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Gemengd Menwa.
DOKTERS RAAD
TWEEDE BLAD
Zaterdag 16 Mei 1925. Ho. 17891
door
P. G. VAN D-ER L'AAKEN.
Wanneer men den. doorsnee-Hóllander
spreekt over het W.ereldscihecpvanrtverkeer
en de positie, die ons land daarin Inneemt,
dan is het schrijver dezes herhaaldelijk ge
bleken, dat men in het algemeen er wei een
vaag besef vjan heeft, dat Nederland een
belangrijke plaats bekleedt onder de zeeva
rende natiën der wereld, doch dat kennis
van bijzonderheden ontbreekt en men zelfs
de namen der groote reederijen niet of ter
nauwernood kent. De bedoeling van dit
artikel is dan ook een ape ren te geven vlan
onze grootste scheepvaartmaatschappijen
en zeer in het kort te doen zien, walke
rol zij ons land doen spelen in hot Wereld
scheepvaartverkeer. Het spreekt van zelf,
dat het overzicht binnen het kader vjan dit
artikel slechts schematisch kan en onvol
ledig moet zijn en dat alle cijfermateriaal)
en statistische gegevens, die Voor den leek
slechts met uitvoerig- commentaar eenïge
waarde zouden hebben, achterwege moe
ien blijven.
Het doet goed volmondig te kunnen
neerschrijven, dat de positie, die Neder
land in het Wereldscheepvaartverkeer in
neemt, een zéér belangrijke is, zoowel wat
aanzien, als w'at omvang betreft.
Aanzien in de eerste plaats. Want de
Nederlondsohe reeders, de Nederlandsche
koopvaardij-officieren en opvarenden, de
Nederlandsche schepen, Ihun uitrusting! en
{mderhoud, genieten in alle landen en op
alle zeeën een uitstekende reputatie. Ner
gens ter wereld zal men hooren, dat men
zijn leven als passagier of zijn goede
ren liever niet aan een Hollandsch schip
toevertrouwt. Het percentage ongevallen
met Nederlandsche schepen door verkeerde
navigatie is uiterst gering, tenvijl de er
varing heeft geleerd, dat de booten mtet
onze driekleur in topi voor geen enkel
schip Van andere nationaliteit onderdoen
in den strijd tegen de vaak Woeste en ver
nielende elementen. Daarom, Nederlanders,
veest trotsdh op: Uwe handelsvloot, trotsch
op Uw zeelieden en acht het Uw plicht
nu en dan eens met erkentelijkheid te
denkon aan hen, die ver van huis en
van allen die hun lief-zijn, de rifciig! van
ons land Voeren over alle wereldzeeën.
Die vlag, zij ïs in alle landen een bekende
en gaarne geztene gast, vooral in. onze ko
loniën, wjaar het rood, wit en blauw, dat
van den achtersteven wappert, 't symbool
vormt van liet moederland en de kracht
gevend® belofte vertolkt van een 'terugkeer
naar den geboortegrond. Doch met alleen
in de koloniën, in welk ander land ter
vvereld ook, waar Nederlanders zich geves
tigd hebben, zullen Nederlandsche schepen
hen steeds herinneren aan hnn vaderland,
zal de wapperende driekleur in hen een
verborgen snaar doen trillen en tot hen te
rugbrengen het trotsehc bewustzijn, dat zij
toch blijven beboeren tot een der oudsite
en meest gerenommeerde zeevarende vol
keren derwereld.
Dat is uit een oogpunt van Nederlandsen
stambewustzijn het groote be'ang van onze
scheepVaant. Er zijn hier ter plaatse slechts
met een enkel woord aan toegevoegd, dat
in de internationale Scheepvaartpolitiek
onze Nederlandsche reeders eveneens een
groot aanzien genieten.
Na deze algemeene opmerkingen komen
wij dan tot een overzicht van de mate,
waarin onze koopvaardijvloot deelneemt
aan het wereldverkeer. Bij een totaal ge
schatte wereldtonnage (einde Juni 1924),
van ruim 65 rmllóoen Bruto Register Ton
nen, bedroeg de gezamenlijke tonnage Her
Nederlandsche schepen clirca 2vz, millaoen
ten, dus ruim 4 pet.trekt men echter voor
alle landen af de schepen, die méér dan
20 jaar oud zijn en die dus niet meer ge
acht kunnen worden moderne schepen te
zijn, dan komt men voor ons land op een
percentage van 9 pet. Plaatst men daarnaast
bet cijfer van lSVa.pct- voor het machtige
Britscbe Rijk, dan kan Holland zeer zeker
tevreden zijn. De" appreciatie van het werk
dergenen, die dit resultaat wiistea te berei
ken, wordt nog vergroot, wanneer wij zien
op welk een intensieve manier het schepen
materiaal wordt geëxploiteerd en op welk
een verstandige wijze getracht is elkaar
niet in de wielen te rijden -en onderlinge
concurrentie tussclien Nederlandsche ree
dt rijen te vermijden.
IV ij willen trachten ter toelichting van
het bovenstaand© een beknopt overzicht te
geven van de voornaamste Nederlandsche
Lijn-reederijen en de lijnon, die door hen
worden bevaren.
De Stoomvaart MaatschappijNederland'1,
gevestigd te Amsterdam, onderhoudt:
a. frequente en geregelde diensten mét
mail- en vrachtschepen van Amsterdam en
andere Europeesche havens naar de Straits
Settlements en Nederl.-Indië vice versa;
b. een geregelden dienst tusschen
Britsch-hidiië en Nedorlandsah-Indië, ge
naamd „Java-Rengalen Ldjin",(ar samen
werking mot de „Rotterdamsch e Lloyd")
c. een geregelden dienst tusschen Nelw-
York en Nederiandsch-Indië, genaamd
„JavaNew York Lijn" ïin samenwerking
met de „Rotterdamschei Lloyd", de ..Hol
land-Amerika Lijn" en een Engelsche ree-
derij); i 1 i i t i i
o. een geregelden dienst tusschen San-
Francisco en Nederlandsah-Indië genaamd
„Java Pacific Lijn" (in samenwerking met
de „Roti. Lloyd" en de „Java-China-Japon
Lijn");
e. een geregelden dienst tusschen Valpa-
raiso en N ede.rIanCsc.li- Ind ië, genaamd
Java-Zuid-Amerika Lijn" (in samenwer
king met de RoLterd. Lloyd, de „Konink
lijke Paketvaari Maatschappij" en de „,1a-
va-CliinaMapan Lijn").
Door de voor de scheepvaart zeer ongun
stige omstandigheden der laatste jaren heb
ben in de „Java-Pacific Lijn" en Java-
Zuid-Amerika Lijn" momenteel geen af
vaarten plaats.
De Rctterdamsche Lloyd, gevestigd te
Rotterdam, onderhoud
a. frequente en geregelde diensten met
mail- en vrachtschepen van Rotterdam en
andere Europeesche Havens, naar de Straks
Settlements en Nederlands-, h-Indië, vice
versa
b. exploiteert mede de diensten, hier
boven vermeld sub b, c, d en e voor de
Stoomvaart 'Mij „Nederland".
De „Koninklijke Paketvaar. Maatschap
pij", gevestigd te Amsterdam, exploiteert
een dicht not van stooihvaartlijbein in on
zen Oost-IndiscJien Archipel, op de hoofd
plaatsen aansluitend aan de booten der
Stoomvaart Maatschappijen Nederland"
en Rot!erdamsche Lloyd". Vooral in do
Buitenbezittingen zijin de Paketvaart-sche-
pen onmisbaar geworden en vormen zij voor
de daar gevestigde Europeanen de eenige
verbindingsschakel met de Wes'esche cul
tuur.
De K. P. AL exploiteert vooits mede den
hierboven vermelden dienst sub e tijde
lijk opgeheven der Stoomvaart Mij. iNe-
derland", en onderhoudt een geregelden
dienst van Java opi Australië v. vj
De .Java-China-Japan Lijn", gevestigd
te Amsterdam, onderhoudt zooals haar
naam reeds aanduidt, diensten tussclien on
ze Oost-Indische koloniën en China en Ja
pan, terwijl zU voorts deelneemt aan de
tijdelijk opgeheven diensten sub d en o der
Stoomvaart Mij. „Nederland".
De „Holland.Amerika Lijn", gevestigd t©
Rotterdam', is de Nederlandsche lijn voor
goederen en passagiers naar en van Noord-
Amerika. Zij onderhoudt verder met een
tweetal andera Nedeiiandsche reedelrijen oen
dienst op Zuid-Amerika en :"s deelhebber in
den dienst sub e der Stoomvaart Mij. „Ne
derland", terwijl Zij met een Engelsche Lijn
samenvaart in een dienst op de Westkust
van Noord-Amerika.
De „Koninklijke Hoïlantlsohe Lloyd" ge
vestigd ie Amsterdam, exploiteert een
maildiensL op Zuïd-Amerka en. ondeihoudt
in samenwerking met twee andere. Neder
landsche reederijón een vrachtdionst op
Zuid-Amerika.
De „Koninklijke Nederlandsche Stoom
boot Maatschappij', gevestigd "te Amster
dam, heeft een groot aantal lijhen op vrij
wel alle landen van het Europeesoh conti
nent en Klein-Azië, Zij is de Nederlandsche
Lijn voor de Kustvaart op Europeesdw
landen en het Nabije Oosten. Voorts onder
houdt zij een dienst op de Westkust van
Zuid-Amerika.
De „Koninklijke West Indische Mail
dienst'', gevestigd Ie Amsterdam, is de
reederij die door een geregelden dienst met
passagiers» hepen Het mee lerl <nd ve bindt
met are West-Indische koloniën.
De „Stoomvaart Maatschappij „Zeeland!"
gevestigd te Ylisshigen, :s de welbekende
lijn, die ons land door een geregelden
dienst verbindt met de Engelsche Zuid
kust. terwijl de
Hollandsche Stoomboot Maatschappij
gevestigd te Amsterdam, verschillende lij.
nen onderhoudt op verschillende havens in
Engeland, Schotland en letland.
Wij eindigen onze opsomming, waarin
alleen de voornaamste Nedetlandsclre Lïju-
reederijen onder aanduiding van hun ar
beidsveld werden vermeld - behalve de
hierboven genoemde telt ons land nog 3.1
andere scheepvaar.ondornemingen van min
der groote be'eekenis, doch waaronder be
lmoren wereldbekende sleepdiensten -met
liet noemen van de
„Yereenigde Nederlandsche Scheepvaart-
Maatschappij", gevestigd te 's-Giaverrhage.
Dit lichaam werd in 1920 in liet leven ge
roepen door een combinatie van Amster
dams die en Rotterdamsehie reederijen. met
het doel een aantal groote lijnen te exjioi.
teeren, welke tot dien tijd nog niet door
Hollandsche Maatschappijen werden beva
ren. Deze financieel zeer krachtige com
binatie exploiteert momenteel:
a. de „Holland-Oost-Azië Lijn" (Directie
gevestigd Ie Amsterdam en Rotterdam)
een dienst van Europa naai- de Phijgbpij-
nen, China, Japan on Aziatisch Rusland,
vice versa;
b. de „.Holland Afrika. Lijn" (Directie te
Amsterdam, met diensten op Üost-Afrika,
Zuid Afrika en West-Afrika, de laatste
beide gebiedsdeelen samen met één resp.
twee andere Nederlandsche reederijen;
c. de „HoUancLAustraïlë Lijn", (Directie
te Rotterdam), een dienst van Europa op
Australië v. v.;
d de „llolland-üritsch-Iadië Lijn", (Dii
rectic te Rotterdam), met diensten op do
verschillende havens in Rritsch-Indië.
De „Vereenigde Nederlandsche Sch'eepl-
vaart Maatschappij" demonstreert ton dui
delijkste don Ilollandscheu ondernemings
geest, den geest van samenwerking en ver
standig overleg tusschen de leidende per
sonen in de Nederlandsche scheepvaart
wereld.
De lezer moge uit deze korte uiteenzet
ting de conclusie trekken, dal zijn kleine
land groot is in hel were] d scheepvaart ver
keer, dat de Hollandsche vlag en met
recht trolscli wappert over alle zeeën
en dat do Nederlandsche sclüeepvaart voor
een niet gering deel bijdraag! tol do wol-
vaart van ons vaderland.
Mannelijke modepoppen.
De studenten van Engeland hebben zich
nooit fatterig gekleed. Er whs een tijd, dat
van de studeerende jeugd 'van Oxford en
Cambridge werd verwacht, dat ze liooge
hoeden en „pandjesjassen"' (morniiigcoats)
droeg. iMaar die tijd is Voorbij. Hun Hee
ding was meestal geriefelijk en slordig,
flanellen „sport coats" en slordige broeken
van dezelfde stof, welke nimmer een strijk
ijzer voelden. Ook liepen ze Vaak bloots
hoofd rond. Maar nu hebben zij plotseling
oen eigen stijl uitgevonden, waar van het
gemak twijfelachtig is, en de leelijkheid
buiten kijf. Zij laten hun haar lang groeien,
dragen nauwsluitende jasjes en broeken,
in lila of zalmkleurige tuiten, die wijder zijn
dan die van een Volendamseihen visscher.
Soms hebben zij geen nauwsluitend jasje
aan, maar een trui, een zoogenaamd „Fair
Isles jersey" in opzichtige kleuren en pa
tronen. Van opzij gezien kan inen de jonge
lingen bijna niet onderscheiden van meis
jes, en men heeft ze dan ook al den bij
naam gegeven Van „mannelijke flappers'".
Een „flapper"' is de spotnaam voor ee.11
jongej uffer (ook wel oude juffer), die zich
zeer opzichtig Heedt, en zich met veel
drukte en quasi gewichtigheid in het open
haar beweegt. In de V,.io.in tie tijd zag men
zo in die dwiaze kleeren door de straten
van de Londenschc voorsteden loepen. En
't gezicht was zelfs den Londenaars, die
zich in het algemeen van niemand en niels
iets aantrekken, te veel.
De jongens met hun grenzeloobiwijdo
broeken werdc-n bespot en gehoond. De
nieuwigheid zal wol met lang duren bij de
schare die haar heeft doen ontstaan; maar
het „East End" van Londen zal ze wel na-
apen. i
In elk geval kan men zeggen, dat de man
nenmodo Voor het eerst in Vele, vele jaren
ook opvallende wijziging in den virtrm van
de broek te zien geeft.
Door em schildwacht doodgeschoten
Te Rostock werd een paar, dat op liet
militair© oefenterrein wandelde ïu de rich
ting van het gedeelte, waar met hand
granaten werd geoefend, eenige malen door
een §childwacht aangeroepen. Toen liet
tweetal niet bleef staan, schoot de sol
daat eerst tweemaal in de lucht en legde
toen. op hei meisje aan, dat bij doodschoot.
Naar het „Berl. TM." meldt heeft 'de
schildwacht door met scherp te schieten,
zijin bevoegdheid overheden.
No. 20.
16 Mei 1925
door C. E. DE L1LLE HOGERWAARjDi
>,Trx
Koos» van Maurik is de „Dokter",
Jopie's beentje doet z'oo zeer,
Anneke, oen flinke „Zusier".
Loopt bedrijvig been en weer.
Dokter neemt een heel lang windsel,
Band uit Moeders liandiverkmand
Zegt tot Zuister Houd de kom maar
Voor liet bloeden hij do Hand.
Dokter, is mijn -been gebroken?
Vraagt Joop ernstig. Kan 'took Kwaad?
Nee, zegt Dokter, 'l wordt u-el beter.
'kKom gelukkig niet te laat.
'k Zal et goed sekuur verbinden,
't Blijft wel zitten heel den dag.
'k Zal u zeggen, wat u doen moei,
Drinken en ook eten mag.
Rustig moet u blijven zitten.
Niet zoo heel lang: een kwartier,
Daarna mag u wel gaan loopen,
Maai" niet al 1e ver van hier.
Om het uur een slok van 'Ldrankje,
Dat ik vnsu heb meegebracht.
Limonade is 'I, frambozen -
Heerlijk zoet en lekker zacht.,
Verder eet u soep en biefstuk,
Appelmoes cn vette jus;
Griesmeelpudding met amand'len
Is een kostje juist voor u.
Koek, sukade en rozijnen
Zijn een heel goed medicijn
Dokter, o van zóóveel lekkers
Zal Lk heel gauw beter zijin.
Maar, ik zal ook' wat bewaren
Voor u beiden, roept Joop tril.
Zieke, Zuster, Dokter, smullen
In gedachte reeds vooruit.
VAN DE
ill
Naar het fingelscli' van L. E. TÏDDEMAN.
Vrij bewerkt door
C. E. DE LILLE HOGE'RAVAARD.
4)
HOOFDSTUK IV.
Een verrassing.
Liesbeth bleef haar bijnaam Lij'," houden, zoo
als dit dikwijls met bijnamen gaat.
De meisjes zouden hem misschien hebben laten
varen, als zij haar vriendschap met Gatlikientjcf
Danvers opgegeven had. Dit laatste kwam echter
uiet in haar op en Zoo bleef liet vriendinne
tje van Kaatje" dus „Lijs' heden Eerst werd.
zij er boos om cn zei zo allerlei leelijke dingen,
terug. Maar toen zij bemerkte, dat dit toch niei)
hielp zei zij:
„Je rnoogt mij zoo dikwijls als jullie maar wilil
„Lijs" noemen. Daar kan ik niets tegen doen.
Maar .ik geef geen antwoord, als j'e mij zoo noemt
en Catlirientje antwoordt niet op „Kaatje". Dat
zal ik haar wel aan Het verstand brengen".
Dil was een lange toespraak voor een
meisje van acht jaar, maar hakr groote
broertjes hadden haar verteld, wat zij zeggen
moest en dit maakte dp zaak veel gemakkelijker.
Eens vroeg Jenny Henderson, die nooit meer
vriendelijk wast 'geweest tegen Liesbeth,
sinds deze met ('athrientje omging, haar vloeitje
te leen.
„Je vloeitje alsjeblieft Lijs", fluisterde zij, want
het was onder de les en zij wist, dat zij dan
niet praten mocht. j
Liesbeth verstond haar best, maar gaf Jviar bet
gevraagde niet.
Jenny vroeg het telkens opnieuw, maar Lies
beth ging rustig door met Haar sommen.
IMaar Liesbeth'! zei juffrouw Axmitage ein
delijk, „waarom ben je toch zoo onvriendelijk?
Ik geloof, dat Jenny je al wel zes keer om je
vloeitje gevraagd heeft. Natuurlijk had zij er zielf
voor moeten zorgen en mag zij niet praten in de
los, maar dat neemt niet weg, dat jij haar 't
jouwe had kunnen loenen".
Rosa Neville, liet grootste meisje uit de klas,
had nagenoeg Hetzelfde met Cathrientje Danvers
gehad. Telkens bad rij Haar aangesproken als
„Kaalje" en haar om een 'gommetje gevraagd.
Evenals Jenny had zij den byfnaam echter heel
zacht gezegd.
Jufiiouw Amritage nu:
„Catlirientje is al even onaardig. Zij wil haar
gommetje niet geven, is het wel, llosa?
„Nee juffrouw", antwoordde Rosa, „ik heb het
haar al zoo dikwijls gevraagd."
„Hebben jullie samen afgesproken zoo onvriende
lijk tegen de anderen te zijin?" vroeg de onder
wijze res. t
Zij sprak op strengeren toon darr zij' gewoon
was en Catlirientje en Liesbeth' kregen beiden
een kleur. Catlirientje was te verslagen om eenige
opheldering te geven. 'Liesbeth wjde d.t wel doen,
maar ze wist niet goed, wat rij zeggen moest,
want .To en Bob hadden haar ingeprent, dat liét
heel flauw was om te klikken.
„Catlirientje", zei juffrouw Annitage nu. „Jij
bent de oudste en langer op school dan Liesbeth.
Ik sta er op, dat je mij onmiddellijk zegt, waarom
je Rosa je gommetje niet wilde geven".
Catlirientje kerk Liesbeth aan, alsof zij vra
gen wilde:
„Zal ik het zeggen?''
Liesbeth knikte van ja", en Catlirientje zei nu
j Omdat Rosa me niet bij mijn gewonen naam
noemde, juffrouw".
„Hoe noemde zij je dan?"
„Zo noemde nnc Kaatje en ik kan dien naam
niet uitstaan".
„Is dat zoo, Ros'a?"
„Nee. juffrouw", jokte Rosa.
„O, wat jok jij", riep Liesbeth plotseling uit.
Alle meisjes luisterden nu oplettend naar wat et-
verder gebeuren zou.
Liesbeth", zei juffrouw Armi'tage, Hoe weet
je dat?"
„Omdat Rosa en de anderen Cathriantje altijd
zoo noemen", antwoordde Liesbeth. „Dat doen
ze, omdat Calhrientje oude jurken draagt. Vader
en Moeder zeggen, dat het Heel onaardig is. Ik
heb Cathrientje gevraagd geen antwoord te geven,
als zij haar „Kaatje" noemen en ik zou geen ant
woord geven, als zo mij „Llijls." noemde. Jenny
Henderson zei „Lijs", tegen me, toen zie om mijn
vlooitje vroeg en daarom, gaf ik het Haar niet".
JOB