KINDËR-BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT EEN BEKENTENIS. ll No. 36. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 5 Sept. 1925 S! ffilillllilIM fe H VAN DE H m illlllBlilIllIIia^ 111 Kaar het Engelsch van H. CLaRKE. Vrij bewerkt Door C. E. DE LILLE HOVERWAARD. Rupert dacht ecu oogcnblik na. Plotseling had hij een goeden inval. Aan. laten e in de torenkamer thee drinken. We zuileix Kezialx vragen. oE zij er den vloer wil aanvegen: de oude kist kan als tafel dienst doen en Aan klapte in de handen. .,0 Rupert, dat is een prachtig plan", riep zij xiit. „,üe torenkamer is nog veel beter dan het koepeltje en Iveziah 'hoeft den vloer niet eens aan te vegen, dat kunnen wij best zelf do-en. Pluk jij dan wat klimop iexi bloemen. O, het zal veel, veel aardiger zijn dan het koepeltje". „Kom je dan mee naar beneden om Tim te bo danken?" vroeg Rupert nu. blij. dat Aan zoo in genomen was met het plan. „Hij! heeft een hieele ■mand met aardbeien gebracht, pracht stukken, Aan. Hij moet er erg vroeg voor, zijn opgestaan". ..Ik kom dadelijk. Laat Kezialx heux wat te eten geven", zei Aan. „Hjijf wou niet binnen komen; hij is vreeselijk verlegen Kom maar ga,uw. Aan. Er is jam en kaas aan 't ontbijt en iveziah is al begonnen met den koest ie bakken.". Aan kwam tot de ontdekking, dat haai* verjaar dag toch nog heel prettig kon worden. In een wip was zij lieelemaai klaar. Vlug liep zij nar .beneden. Rupert kwam baar itx de hall legen met het v]in de-met in zijn band. ,,Kom mee naar de achter deur, Aan", zei hij; „daar is Tim. Ik zal hem roepen". De achterdeur was vlak bij de keuken en in dit gedeelte van den tuin stond het kippenhok. .Tuist toen Rupert en ATan bif de deur kwamen, holde Keziali hen haastig voorbij. Zij pakte Tim beet, die nadat hij eenigen Lijd naar de verschillende kippen bad staan kijkeax het deurtje van het kip penhok had opengemaakt. ,,\Yat voer je daar uit?" vroeg zij boos. „Xm> maiul mag aan de kippen en kuikens komeri dan ik zch". Tim was een magere jongen met een bruine gelaatskleur, donkere oogen en dito haar. Rij woonde alleen met zijn moeder in een hutje om der aan de Rots van üowsland en vóór hij en Rupert vrienden, werden, was hij min of meer ver- w ilderd en bracht zijn dagen onder den blouteu hemel door. Rupert was de ee-ixige behalve zijn moeder voor wien hij niet bang was. Voor Kezialx had hij diep ontzag, zooxlat hij van angst in elkaar kroop en geen enkele poging aanwendde om zich te verdedigen. Het eenige. wat Ixij deed, was. dat hij aan haar sterke- handen trachtte ito' ontkomen. Als hem dit gelukt was. zou hij zich stellig ui; de voeten gemaakt on zijn vlinderneft in den steek gelaten hebben. Rupert liet Aan bij1 de deur staan en rende naar zijn vriend toe. ..Wat hooft Tinx gedaan, Ko ziah?" vroeg hij. 'kWe-et zeker, dat liij de kui kens geen kwaad heeft willen doen". De tegenwoordigheid van Rupert gaf den ver schrikten jongen moed te spreken. „Ik keek etr alleen maar naar, jongeheer. Jk heb ze nog niet met een vinger aangeraakt", zei hij. „Dat zal wel", meende Kezialx. wier kuikens baar na aaxx bet hart Igcn. „Alleen maar naar gekeken. Waarom kom je niet in de keuken, zoo als ieder ander doet? 'fis weer om c,r goexx hond door te jagen". „Ja. kom in de keuken, dan krijg je wat m eten. Tim," zei Rupert nu. iKeziah meent het zoo kwaad ïxiet en Aan wou je bedanken voor do aardbeien." Doch de eenige weixsch, dien Tim koesterde, was zich zoo vlug mogelijk uit de voeten te maken. Hij zei, dat hij niet bedankt hoefde te worden voor do aardbeien en Mij was, dat de jongejuf frouw ze lekker vond. Diaarna holde Mj weg met zijn vlimlernet in de hand, terwijl hij zi«L pas veilig voelde voor de woede van Iveziah. teen hij weer in de bosscihen was. ,.Ik weet zekei-, dat bet Tim's bedoeling heele- maal niet was om de kuikens aan te rak'eix", zei Rupert heel ernstig tegen Kezialx, terwijl Mj Weer in de keuken kwam. .,111] keek er alleen anaar naar. Dat doet Ixij graag. Rij deed lxeusoh niets, dat niet mocht." Kezialx was bozig haar koek te hakken en draai de dien eerst nog eens om, vóór zij antwoord gaf. Zij voelde zelf web dat zij' ie hard was geweest tegen Tim, doch wilde dit tegenover Rupert niet erkennen. ,,Ik heb niet graag, dat iemand ziclx met mijn kuikens bemoeit, jongeheer", zei zij. „Tim Ben nett had binnen moeten komen, 'dan had hij ziclx bij de kachel kunnen 'drogen. Hij) had fcen drogen draad meer aan z'iin lijf, maar zigeuners geven daar niet om. heb ik wel eens géhoord". Rupert keerde zich driftig otix en wide de kou- kon verlaten, doch Ivoziah haastte zich om den indruk van haar laatste woorden te verzachten. „Kijk eens, jongeheer", zei zij, „ik wil geen kwaad frgf 4i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 8