II
Raadselhoekje.
je^
vo
>en
ge-
En
rat
ren
ni,
ra
>n
en
in
de
nz
in
er
ta
cL
le
v-
•e
n
5
vinden zou. Zij was op- Tiet punt h-et last je weer
op zijn plaats te zetten, toen zaj plotseling aan
de gespon dacht. Zij kon het niet wegzetten, vóór
ze nog eens bekeken te hebben. s
Zij nam ze er uit en liep er mee naar het
raam om zo in de zon te laten schitteren. Zij
wenschte, dat ze de goudleexen schoentjes bij
zich had. Ze zou de zilveren gespen er dan
gemakkelijk kunnen afnemen en deze er -op zet
ten. Nan had geen flauw vermoeder hoeveel de
diamanten waard waren. Het was alleen omdat
zij zoo schitterden, dat zij, ze graag vilde dragen
En hoe meer zij er naar keek, hoe mooier zij ze
vond. Zij moest eens even zien, hoe zo op haar
schoentjes stonden.
Zij had de gespen nog in de hand, toen zij
zich door Keziah hoorde roepen t
„Jongnejuifrouw, jongejuffrouw. Kom je eten'
Je krijgt aardbeien".
Haastig stak' Nan de gespen in haar zak en liep
naar de hoekenkast terug. Ia een ommezien had
zij het kistje op zijn plaats gezet en het geheïnfe
deurtje gesloten. Zij "hoorde daarbij een zacht ge_
luid, alsof er een veer knapte. Juist had zij de
boekten weer op hun plaats, toen Keziah de deur
der bibliotheek open deed met het middagmaal
in de hand. I
„Ga maar eten, liefje", zei zij. ,,We Kunnen
op den jongenheer niet wachten. Je zult je toch
al moeten haasten om klaar te zijn, vóór het rijtuig
komt en je zult verstandig doen door je nieuwe
schoentjes niet te dragen vóór je aan het huis
van mevrouw iChilcot komt. Hoe ze in je schoen-
zakje en neem ze zoo mee".
Keziah vond, dat Nan erg stil was, toen zij na
het eten haar haar deed voor het partijtje en ze
vroeg zich af, wat het kind toch schelen kon;,
want zij was dat niet van haar gewend.
-Ik' enk. dat jij de allermooiste zult zijn", zei
de oude vrouw vriendelijk, terwijl zij Nan's zijige
krullen borstelde, haar de witte jurk aantrok en
de ceintuur vast strikte. „Doe nu even je schoen
tjes aan en vertoon je eens aan je broertje"
Maar Nan zei, dat zij daar geen tijd voor had.
Zij moest haar mantel aandoen, want hel rijtuig
kon elk oogenblik komen. En zij nam haar zakje
met de schoentjes op en hield bet onder haar
arm. .Rupert mocht ze volstrekt niet zien, want
toen zjf' er de diamanten gespen opgestoken had
kon zij ze er niet meer af krijgen. Het zou geen
gemakkelijke taak z§n, ha zij al met schrik be
dacht en weer op hun p&ats te bergen, vóór
grootvader thuis kwam, want hij nxochl het nooit
weten. Eri de gespen waren immers van haar
Zij kon 'ze dus veilig dragen. Als grootvader gewe
ten had, hoe graag zij ze droeg, zou ,haji het haar
vel toegestaan hebben. (Wordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR 'G-R100TEREN.
1. Ratelslang, Garen, Stal,, Gans, Taart. Laren
Els, Laag.
2. Genenauiden.
3. Gort, grot, trog.
4. Zij werd PER ZIEkenauto naar de stad ver
voerd. (Perzie).
"Je kunt deze visCH, IN Alle vischkramen
koopen. (China).
Ik vind de vuile rulT AL IEts lielderi»
worden mjL
Je bent een ENGEL, AN Die hclootEn»
niet uitblijven. (Engeland
VOOR KLEINEREN.
1. Zlijn hoed,
2. Rot, Rot, Dot, Mot, Zol.
3. Jan, was de oerSTE EN WU Kvnmeia
ïiem- (Steeakj
O, meneer LuSC-U, OORLog is mij
gruwel. (Scfoai
He jongen bleef steedS LUI Staan wactei
(S
Op het dak loopt onze KAT, WIJ Kt
haar niet wangen. (KaMS
Zet dit schUT RECHT, anders valt hetol
(Utrrf
4. ROOSENDAAL.
R, o m p
b 1 0 e r
b o 0 t
p e e S
b r E m
a N' n a
H O I 3c
1 A a t
g r A s
g e u L
Om op te lossen.
VOOR GR100TEREN.
1. Welke rivier in Furopa heeft een zwarter
oorsprong en een zwarten mond, doei;
zwart water?
2. Welk eiland in den Atlantischen ëteui
Kun je maken van:
ar me ida
3. Op de beide Kruisjeslrfnen komt de na®
van een beroemd Keizer.
xxxxxxxx
X
X. -
X.
X.
X.'.
X.
X
le rij 't gevraagde woord.
2e rij een stad in het Noorden van Afrika.
3e rij een sappige vrucht.
4c- rij oen gebergte in 't Oosten van Europi.
5e rij een wapen.
6e rij een badplaats in Geldei land
7e rij een viervoetig dier.
Se rij een medeklinker.
4. Mijn geheel wordt met 8 letters gesctarai
en noemt een stad in NederlaadscliIaÈê.
Een. 8, 4, 7„ 1 is een zwemvogel
Een 5, 4, 6, C wordt in de meeste ü&mes
gevonden.
3, 4, 6, 5, 7 is een dorp- in de provmcs,?|
Utrecht.
Een 8, 2, 3, 1 is een viervoetig dier, dat
in de hergen leeft.
Een 7, 8, 2j, 5 heeft -een donkere
laafskleur. t
VOOR KLEINEREN.
1. Met 0 hen ik een viervoetig dier, met L
een lichaamsdeel vaneen dier, met Aten
ik iets bevatten, en mei EU ben ik jp
boom.
Z3J
?<X1\
die
iS
51-
St
l.
-3
3-
n
l
a