1
K
SCHADUWBEELDEN.
VOOR KLEINEREN
Met K ben ik een diepte, me B kan ik
pijn doen, met M ben ik eer, lichaamsdeel
n eer dier, met V niet helder on met
Z ben ik meestal rond.
Mijn eerste is een kleur, mijn tweede half
loon en mijn geheel een stad in ons land.
Verborgen gebouwen.
Ja. Leek, er kan nog meer bij.
Meneer Musch, u is de een: ge bezoeker.
Deze mooie schotels passen goed bij ons
servies.
4. Mijn eerste is een rivier, welke gedeeltelijk
door ons land stroomt, mijn tweede moet
den toevoer van het water regelen en mijn
geheei is een stad in Zuid-Holland.
Door C. E. DE LUXE ROGERWAARD.
'Als tiï m
Dan g - -
Je dacht g/i» t
Een ooaenblik
heel donker is,
chad inrbeelden'
■iat w* ons in huis
aveelden?
Wij vragen moeder om een kaars,
Li eist een ie lang kan branden;
En au en Wiesje toov'ren dan
Wat grappig met hun handen.
Zij zitten tussehen kaars en muur -
Jan gaat zijn handen vouwen.
Je ziet zijn schaduw duid'lijk en -
Een bond komt uit zijn mouwen.
Aan d'and'ren kant zit W.'esje-zus.
Zij maakt een duid'iijk gansje."
Dat afsteekt, tegen 't wit'e vlak
Vol aandacht kijkt poes Hansje.
Wat doen die groo'.e k'ndors daar?
Wat ziet hij toch bewegen?
Gok Teddy-Beer kijkt heel verbaasd
Bob Nikker wordt verlegen.
Wij tand're kind'ren zeggen nu:
Het zijn maar schaduwbeelden.
Werd juliie bang? Wist je dan niet,
Dut Jan en Wiesje speelden?
- Het gansje zal niet snaafren hoor,
Het hondje je niet bij en.
-Ze zijn niets anders dan de hand
1Van Jan en Wiesje Leyten.