«2
Als de na aarsw tiden waaien!
,VOOR KLEINEREN.
1. Stulp, tulp.
3, Leeuwarden.
4.
NACHTEGAAL.
N e u
v A 1
e s C
1 a o II
o t T o
lm, E lk
Gee 1-
v h A r k
h 1 A d
1 s ra a L
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN.
t Jljju geheel is een hekend spreekwoord, dat
uit 5 woorden en 30 lettors bestaat.
5, 8, 11, 10, IS, is oen dorp nn het Gooi.
15, 20, 23, 25, is een dra.uk.
Een 24, 3, 6, 9, 14, 25, behoort iLol het tuin-
mansgereedsdhap.
7, 8, 9, 10, 11, is een element.
Een 19, j2Ö„ 1, 2', 171) 4, is |eie|n stekelige jplant.
Een 16, 21, 12, is eein klein vruchtje.
Een 7, 20, 22, vindt men in een kinder
speelplaats.
Een 13, 23, 27, 28, is een liuisdicr.
15, 8, 11, 29, 30, 28, is een jongensnaam.
2 Mijn eerste deel is een water in Noord-IIol.
land, mij'n tweede noemt een onbepaalden
afstand en m'ij'n geheel is een zelfstandig
naamwoord, dat een goede eigenschap aan
duidt.
3. Welk zelfstandig naamwoord kim je maken
vang nest pit ros.
4. Verborgen eilanden.
Heeft de schilder al veel banken geverfd?
Dit lint is veel te' smal, Tante; ik zal
breeder koopen.
Met mist is alles granw en. grijs; land zoo
wel als water.
De tuinman zal morgen de rozen brengen.
Heb je een nieuwe jersey gekocht?
VOOR KLEINEREN.
1. Met L hen ik een grap, met R een deel van
een schip, met Di een lichaamsdeel en mot
PR een vrucht.
2 De kop een visoh, do ïomp van een ram,
de kop van een leeuw cn de staart van een
draak, vormen samen, een roofvogel.
3. Mijn eerste is een kleine stroom, mijh twee
de en deido vormen samen hoogten cn mijn.
geheel is een dorp op de Velmve.
3. LadderraadscL
x
le (bovenste) sport een metaal.
'2e sport een voorwerp dat een
vloeistof bevatten kan.
3c sport een zangvogel.
4e sport een jaargetijde.
5o sport een veivoormiddel.
6e sport een graansoort.
7e sport een gioot roofdier.
Sc sport een knaagdier.
9o sport een knolvruchitje.
De woorden bestaan allen uit vijf letters
cn de middelste letters vormen, van hoven
naar beneden gelezen, den naam van een
stad in Noord Holland.
Als de najaarswinden waaien
en de blaad'rein vallen gaan,
komt een drnkk'e tijd van werken
voor do nlijV're elfjes aan.
Zie, de rood' en bruine blaad'rcn,
door don stormwind opgewaa d,
liggen op de buitenwegen,
waar men ïondziet, als gezaa'd.
'tis do laak nu van de elfjes,
al die bonte najaarsprach't
saam te vegen, op te ruimen
voor de winter wordt verwacht.
's Morgens vroeg als jullie slapen
zij'n z' al ijv'rig aan den gang
cn ze werken door tot donker
nooit duurt hun de dag te lang.
IIER3 \NNA.
'2, Staal, stoel, steel.
X
X
X
X
i