Van alles wat.
Raadselhoekje.
Spitsje, dat voor niots fa do wereld gebruikt
kon worden.
Dc nuiizienmoeder braclht do kleinste naar
bed en. zei:
„Kom hier zitten cn zing zo in slaap dat
zul je toch wel kunnen''.
En daar bet eon gehoorzaam muisje was, ging
zij vóór hel muizenbedje zitten ontzoog met tra
nen in de oogen:
Ach, wat is bot loven hard.
Onder einkel vreemde muizen
Heb ik veel verdriet en smart.
„Kinders. wat is dat voor een lied?'' riep de
•oude grootmoeder uit. „Noe, dat gaat zoo niet,
je zou do kleintjes heelomaal van streek maken''.
,,7.ing toch iets vroo-lijks", gebood de fphizeW-
vadcr.
Maar dat kon Spitsje niet.
Toen zei Snekgraag, do oudste van de muizen-
jongens, die het kleine? Spitsje in haar wil vel
letje 'toch vel lief vond:
„Kom maar moei, dan zal ik je Erica Wijzen,
maar je moet hooi stil zijn''.
Nu, dat zou Spitsje zeker. Zij kropen door eicn
klein gaatje en kwatneu in een grooten, donkeren
kekier. Daar lagen allerlei ILessöben, koolrapen,
kool, kaas, worst, cn nog veel meer lekkere din
gen. In den hoek bij de trap waren inkkehossciii
opgestapeld.
„Kom faciei dicht bij' ine en schrik niet'', zei
de vriendelijke Spekgraag. Daar viel een helle
lichtstraal in den kolder on op do trap stond
een vrouw, die zoo dik was als een regenton en
een vriendelijk rond gezicht had. Zij hield een
kaars in de hand.
,,[s plat Erica?'' fluisterde Spitsje verschrikt.
„Nee, domme meid, dat is .Mina. Die stelt de
vallen voor ons."
Klap (klap, deed do dikke Mina inot de vallen,
dan hing rij er voorzichtig kiene stukjes spek
in, zette de vallen weer neer ea zei:
„Nou, als dat niet helpt, clan weet ik ;jiiet,
wat jullie wilt".
Daarop ging dj met de kaars weer naar boven.
„Voorzichtig", riep Spekgraag, „daar 'komt ze.
de trap kraakte onder haar zwaar gewicht
en alle1» was weer stil.
Hoor je die lidlde pasjesV "Zoo loopt zijl alleen
maar, Erica onze lieve vriendin. Voor haar gaan
wij allen door 'tvuur".
Daar knarste do deur in haar hengsels een
geiclroodo lichtstraal en op de trap stond
Erica.
Nee, de muisjes hadden niets te veel gezegd,
ze was alleiliefsl, Erica. 'Ze had een witte jurk
aan en lange, blonde krullen, die met een blauiw
lint waien samengebonden.
Als een elfje .ijpelde zijj de trap af, hield
haar lantaarn in de hoogte en koek om zich heen.
(JVordt vervolgd).
Kunstje om achter iem.a.n.d.s
leeftijd te komen.
Schrijf In één getal op: den dag cm de maand
der geboortj® van dengene, van wicn mort don
■ouderdom wonseht nit to vorschen. B.v. 3 Juni
(3de dag van de 6e maand) is 3610 November
is 1011, 13 De-comber is 1312. t
Vermenigvuldig dit getal met 2. tel Baarbij 5
op cn vermenigvuldig do uitkomst mot 50. Hierbij-
telt degene, wiens leeftijd men raden wil, het
getal van zijn eigen leeftijd opt (doch zóó); dat hij;
dia (het kunstje opgeeft, het getal niet zien kan)
Bijl deze som wordt 115 opgeteld en daarna 365 af
getrokken. Bet cijfer, dat nu als uitkomst verkregen
wordt, zal zonder fout in volgorde den dag en de
maand der geboorte, benevens den leeftijd, dien
je wcnscht te weten, aangeven.
Vooral als j6 de getallen, waarmee je optellen,
aftrekken en vermenigvuldigen moet en de volg
orde, waarin dit moeit plaats hebben, uit je hoofd
leert, kun jo veel plezier met dit kunstje hebben.
Haiy voeten vorge'te.n.
Een predikant kwam een vrouwtje vau zijn ge
meente bezoeken. Zij was juist bezig met do wasch.
cu daar zij niet vensc.hto gestoord te worden,
verstopte z'ij zich, toen zij 'den predikant zag aan
komen, achter een dioogi-ek, waarop reeds aller
lei goed hing.
„Zeg, dat ik niet thuis "ben", riep de'vrouw
baar zoontje ioe.
De predikant kwam binnen en vroeg:
„Waar is je moeder?"
„Moeder is uitgegaan, dominco", zei de jongen.
De predikant zag do dampende wasch'lobbo en
vestigde daarna zijn blik op den grond, vlak onder
hot clroogrekJ
„Nu, zeg,dan maar uit mijn naam aan je moeder,
dat, als zij weer uitgaat, zij vooral niet vergeten,
moot haar voeten mee te nemen, zooals nu".
Eu mei dc/,o woorden verliet de bezoeker het
huis.
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR GROOTE'REN.
Stille waters hebben diepe gronden. Laren,
bier, gieter, water, distel, bes, wip,
hond, Barend.
I.lf ver; ijver.
Torenspits.
Heeft de schilder al veEL BAnken geverfd?
f. (Elba).
Dit lint is veel te sM'AL, TAnto; ik zal bree
der koopen. (Malta),
Met mist is alles grauw en glr-IJjSL[AND .zoo
wel als water. f (IJsland).
De tuinMAN zal morgen do rozen brengen.
!(Man).
Heb je een nieuwo JERSEY gekocht?
l(Jersey).
VOOR KLElNEREüN
Luim. Ruim, Diuiim, Pruim.
V-a-l-k; valk.
Beek, beigen; Beekbergen.
1.
koPer
kruik
merel
z o m er
f i ets
t a rwe
le «uw
kon ijn
r a u ij s
FURMEiRiEND.
4.