Van alles wat.
Raadselhoekje.
Eindelijk begon Joop zeil ook slaperig te worden
Slij zat nu. op den grond on leunde met zijn rug
tegen de deur. Juist was ltiji qp liet pun|l zijn
oogen te sluiten,, toen blij' zaciifc boven zijn hoofd
hoorde fluiten en opkijkende Nel, Licsje cn Rim
op oen rijtje zag zitten op den tak juist bovon lioin.
Nero zag en hoorde hen. olp hefczolfde oogen-
blik en terwijl bij onmiddellijk overeind was; koek
hij woedend njaar boven.
lljiji scheen te hogiijpmt, da';, zij Joop uit zijn
benarden, toestand wilden bevrijden. Hlij kwam daar
om wal. dichter bij hein als om hem te bd
duiden, dat hij toch niets beginnen kon.
(Slot volgt.)
K u n si j c.
Iemand in den waan brengen, dat men een
geldstuk op zijn voorhoofd heeft vast
gedrukt.
Men toont liet gezelschap, hoe men een geldstuk
op liet voorhoofd vastdrukken en het ook wc-or
verwijderen, kan,, zonder er niet de handen aan
tc komen, atieou maar door rimpels in liet voor
hoofd le trekken.
Wanneer nu een ander het ook probceron wil,
«tikt men hem liet geldsluk op het voorhoofd,
maar neemt liet ook-weer mieq, zomjfcr dat liet door
den antler ongemerkt wonlt.
De giimnssen, wel3 hij maakt 0111 liet geldstuk,
dat hïf nog steeds op zlijn voorhoofd waant, er af
to krijgen, doen liet lieeie gezelschap hartelijk
lachen.
Een uit een spel getrokken kaart op
een flcsoli doen vliegen.
Men laat een kaart uit een spel kiezen en mengt
die weer onder de anderen, bladert hot spel door,
neemt b.v. ruiten-vrouw er uit cn zegt, dal dit do
getrokken kaart is.
bit wordt natuurlijk onjtkénd. Men houdt zich
dan, alsof men met do zaak verlegen is, legt het
geheole spel o ptafei neer,' wijst, och leege wijin-
Boseh aan, die op lafel gezet, is en, zegt, dat deze
uitspraak zal doen.
Nadat men de flescli door de annjwozigon heeft
talen onderzoeken als bewijs, dat, er niets in of
aan is, zet mén. de kaarten rectlitop-stnande tegen
de flescli, slaat vervolgens met, oen staafje togen (cle
kaarten, die op tafel neervallen, behalve de ge
trokken o ften minste de daarvoor 1ifcgogevo.11
kaart, dus in. dit gevat ruitenl-vrouw, die dadelijk
op de flescÉ vliegt.
Yerklaiïng: Men legt de kaax-ti, die men zegt, dat
die getrokken is, ruiten-vrouw dus, omgekeerd on.
der aan hot spel. Men' heeft, echter van. te voren
met was aa.11 de onderkant dier rnilen-vrouw een
draad zijde bevestigd ,en aait den anderen kant
van dezen draad een sjukje lonti vastgemaakt! dat
iets korter zij dan de flcscih. be alzoo toebereide
kaart 'heeft men dus zonder dat d cd raad door
de aanwezigen on'gemeikt zal worden, onder hel
spel gelegd, het kLeine stukje lood houdt in.enj ver
borgen in, de hand.
Nu wijst men do flescli aan( cn lanti behendig
het stukje lood in den, hals der flesoh zakken, ter
wijl inca de kaapten rorih tops taande tegen de flescli
zei. bi- toebereide kaar! blijft op tafel liggen.
gedrukt door hiel gewicht der andere kaarten, maar
zoodra mei do kaarten heeft 'weggeslagen;, zakt
het stukje lood in de flescli 011; trekt «do toebe-
reide kaart in do hoogte, die eindelijk on de flesch
blijft liggen..
ill.et schaap c 11 de zwa 1 u.w.
Een zwaluw vloog op een, schaap nf 0111 wat wtol
voor zijn nest uil de vacht van liet schaap, lp
plukken. .Het schaap sprong vreoselijk boos heen
en weer.
.1,Waai 0111 hen je toch zoo boos óp jnij?" vröeg
de zwaluw. ,„En waarom zoo gierig? Je staat
den herder wel toe, dat hij. je al je wol afneemt
zoodat jo naakt moet loopen, en mij "wil je nog
niet eens één enkel viokje geven. Iloe komt dat
toch?"
..Wel", anhvooidtle het schaap, jij' verslaat de
kunst n,iet 0111 mij m'ijii wol op zoo zachte manier
af te nemen,, als de herder dat doet".
De beer en de ol ifan't.
..Wilt zijn de mentschen toch dwaas", zei do
beer cons legen den olifant. ..Wat eisclien zij, veel
van ons. Op de maat der muziek moet ik dansen.
Ik, de ernstige hoer. En zij' we'.eii, toch maar al
to good, dat zulke grappen volstrekt nie! passen
bij' mijn deftigheid. "Waarom zouden; vzij anders
zoo jchaleiion van hei lachen, wanneer ze mij,
zien (lansen
..sik dans ook op de maat der muziek", zei de
geleerde olifant, „en! toch geloof ik, daL ik oven
ernstig en eerwaardig hen als gij. Maar nog nooit
hebben de loosohouweis mij iii'gehic.heiij; integen
deel blijde verrassing 011 diepe bewondering ston
den steeds op luin, gehuil te Ipzen. Geloof mij.
vriend beer. de menwehen lachen niet, omdat gij
danst, maar omdat gij or u zoo gek bij aanstelt".
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1. (W,if 'hebben oP Oi^so reis JN Noord-ltalié
nog kennissen ontmoet. (Po er Jnn),
Gaat JE IJROer ook mee fietsei 't (Ebio).
Hieoft DO NAUwkeurig alle gege. ens opge-
teekeml? (Dionau).
Wij maLE.N Allo dagen vorsche koffie (Loup)
Wat breidt deze nieuwe INH.UStrte zich snel
uit. 1 (Indus).
2. LinuenkasL Kaneel, steel. Kiel. last, nest,
lente.
3. MEiüE'MBLIK.
M
p 11 p 13 o r d
d e L t a
4. Klok. Lok, Kolk, Kok.
VOOR KLEINEREN.
1 Ruif. Duif. Druif.
2. Leer. aar; 1 eeraar.
3. Kamp, 011; Kampen.
4. Mees, pees, kees, vrees.
p E 11
k a. D, e t
31 ij m E g c n
m e D- e ar L I K