Van alles wat. deed, het mocht hem niet gelukken er door heen te komen. Eindelijk wachtte hij even om het in het volgen, de oogenblik weer opnieuw to probeeren. IBj span. do irjn uiterste krachten in e.n kwam werkelijk iets verder. Weer een ruk on hij was «r mot de beide schouders door. Daarna kostte het nfiet roei mspunining moer. Toen hij een eindje in het bosch wa,s„ wierp hij rijn pet van, plezier in de lucht'. jjHbera'', riep hij zóó hard, dat oen vogel verschrikt opvloog. Anton nam zijn mes en zocht naar den mooiston hoorn om er oen tak af he gnjpeu. i ..Dolly zal haar Kerstboom hebben'', zei hij halt binnensmonds. ,,al mood ik mij ook door twaalf 'hekken heen worstelen". v Doch nu hij centeaal in het bosch was, deden zich voorloopig geen nieuwe moeilijkheden voor." Alleen waren er zóóveel denneboom-en.' dat hot heel lastig was. den mooislen.' er uit te, zoeken. III. Eindelijk zag Anttou echter toch den tak,, dien hij noodig had. Vlug klom hij in! den boom en begon h,ij uit allo macht te snjijden. Hij was zóó verdiept in zijn werk, dat hij heelcmaal niet he. merkte, dat een joinjgen. van zijn eigen leeftijd naderbij kwam. Bet was Henry ten Ilove, de zoon van mijniheer ten Hove, die op „hot Huis" woonde. Anton zag Henry niet vo-or deze vlak bij hem was. .Jjfallo", riep Henry. „Wat voer je daar uit? Kom onmiddellijk uit dien boom". Blij sprak op barsc'h'en toon en dit maakte Anton op zijn beurt boos, zoodat hij nfiets anders antwoordde dan,: „Dat doe ik niei''. ..Kom er onmiddellijk uit'', schreeuwde Hlenay nu. j,3e hebt het recht niet een tak van dezen denmeboom af te snijden". Anton zei geen woord. Hij bepaalde al zijfn aan dacht bij zijn werk en sneed met oen Hinken houw den itaik af. Deze viel met een plof iop den grond, waarop Anton zich. uit den hoorn liet zajkken „Je bent toch zeker niet van plan hem mee nemen?" vroeg Henry, terwijl Anten zich 'bukte om den tak op te rapen. „Ja, natuurlijk wel", antwoordde hij „Dat zullen we dan tocih eens zien", zei dc andere jongen weer, terwijl hij Anton met zijn ruist een slomp in den rug gaf. Dat liet Anton zich! niet welgevallen. Hij was hteelemaal niet ban'g voo-r dezen vreemden jongen en wist zelfs piet eens, dat het ISenry ten Hove was. Hij liet den tak weor op dep grond vallen en sloeg den jongen uit allo maübl ten® (Biet werd een formeel gevecht. Einjdelijik, toen zij qllebci een blauw oog hadden, riep Henry: „Ba, daar komt iemand aan. Hou zal ik je laten oppakken". Inderdaad kwam er een man aan. EEenry rende hem tegemoet en bracht hem van het gebeurde op de hoogte. 'Anton, die natuurlijk niet veel lust gevoelde op. gepakt te worden, maakt© hij zich haastig uit de voeten. Ondoordacht als hij dikwijls was, JhSad hij zich geen rekenschap gegeven van hetgeen hij eigenlijk deed en was het, eenvoudig niet bij hem 'opgekomen, dat hij'1 geen recht had in het bosch van een ander te gaan en er een dennetak af te snijden. Het was dan ook pas, toen Henry hem nariep: .„Je zult er wel meer van heoren. Vader laak zich maar zóó niet bestelen", dat hij besefte,wat hij gedaan had. In hetzelfde oogenblik drong het te. vens tol hem door, dat dio jonjgen Hienry ten Ilove van „,het Huis" was. Nu werd hot hem toch angstig- to moede «suf hij ronde zoo hard mogelijk dep anderen kant uit. Den tak wierp hij weg, walg nu het hem duidelijk werd dat het diefstal was, wilde hij hem' geen minuut lanfger houden. Hij had lange beenten, en" daar hij oen hooien voorsprong op d'o anderen had, kouden do man en (fteniy bcm niet inhalen. Jlij hoorde don eerste met luider stem hom achterna roepen: „We zullen jo achter slot' en, grendel zetten, kwajongen, Lees maar eens, wat er op biet bord bij het hek slaat. Dan weet jo meteen', waar je aan toe b>en|„'\ i f Bij het hooren van, deze woorden ontstelde An ton nog heviger. Hiij holde in do richting van het hek. Haar hoe moest hij aan den anderen kan! komen'? Als Kern dit niet gelukte, zou hij stellig gegrepen worden. iljij keek om zich hoon om te zien1 ,oC or geen anderen uitweg was. lliij zag ocDrlter niets. Toon hij omkeek, bemerkte hij, dat de jongen en de man hem nog steeds volgden. Iljij moest dus over het hek klimmen, M waren er ook nog scherp© pun ten op. Er was geen sprake van. dat hij er zich nu doorheen kon wringen. t Het trof al heel ongelukkig, dat zijn, mouw daarbij aan ee punt bleef haken. Bij', kon nie!| loskomen, al waren zijn voelen alweer dicht l>ij den grond. Hij hing aan het hek. llij kon zijn hoofd niet omdraaien, maar hoorde de stemmen van zijn vervolgers nu vlak bij. Elk oogenblik konidon dio twee hem pakkan. Wal moest hij doen, om hun te ontsnappen? Hiij trok met veel moeite zijn arm uit de bewuste mouw. De rest ging gemakkelijk. Bij 'glipte uit do andere mouw, viel op den grond, stond weer op en rende weg. Zijn jas bleef aan het hek hangen. (Slot volgt.) Hioe paarden op gezellig, h® id gesteld z^n. Paarden hebben enkele eigenaardigheden, waar. mede ernstig rekening gehouden moet worden. Eén van die eigenaardigheden is hun voorleefde voor gezelligheid en een' afkeer 'van eenzaamheid, dio soms tot de merkwaardigste voorvallen leiden,. Zoo vertelt een geleerde in' zijn werk, over paarden, hoe een|s op een wedren de nabijheid van een „stamgenoot'' het winnende paard den prijs deed verliezen. De oppasser der hoiclo paarden; was n.l. met het ééne dier naar de rennten gegaan om het (andere zjeTL Joopen en dit werd in het voorbijgaan door zijn, kameraad herkend en toege. hinnikt. Met moeite kon de jackey zijn weglooppn verhinderen, maar de snelheid was reeds zóó ver. minderd, dat 'de prijs verloren was. De drang naar gezelligheid is zóó groot,, dat' in Afrika de zebra's samen gaan met struisvogels en wilde ezels. Beken'd is ook, dat een paard na het vertrek van oen makker een tijdlang treurig is en Ben eetlust verliest. Bet gemeenschapsgevoel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 9