Parijsche Brisven. Werkzaamheden in den Volkstuin. Raadselhoekje, Het Konijntje en de Leeuw. Hts t Restaurant van Rosalie. Laai fk u nn eens vertellen. van een eigenaardige eetgelegenheid In Momtpar- nasse, die tiaar nog bestand vóór de Ameri kanen er lmn invloed deden 'gelden, en daar mol zooveel andere karakteristieke dingen, ook het restaurant Rosalie, op kochten Rosalie is een Ualiaansohe. Ze had een restaurant in eon zijstraatje van den Boulevard Moniparnasse. En een zoon had zo. De zoon bediende, liet restaurant £o- reeidc, en Rosalie zelf kaakte, moederde o£ mopperde. Eon man heb ik er nooit gezien. Maar misschien is Rosalie weduwe. Rosalie meet vroeger mooi zijn geweestze is hot nu niet meer Do zoon zal Wel nooit mooi geweest, zijn. liet restaurant evenmin Maar dat was grappig, net nis de zoon, en net als Rosalie. 1 Het was een „artistiek" restaurant, d, w. z. het werd druk bezocht door ax- tisten en door menschen, die daarvoor wilden doorgaan, o£ wel, die connecties hadden in de artistenwerold, ais daar zijn modelletjes, vriendinnetjes on zoo. Het zal we] vanwege de arrtiestierigheid geweest ziiu. dat het xos'auirant schilderijen op do muren had. Niet logon de muren, aan de muren opgehangen, maar werkelijk ap da muren zeil geschilderd. Twee van Utrillo zelfs: oude stadspiekjes. In ParijsIn Italië'? of ergens anders? Maan zo waren heusch' wel aardig, al hoeren ze nu niet bepaald tot liet beste van den groeten meester. De overige schilderijen, waren van minder allooi, maar bonter, op vallend er. Eén voorstellend een volksdans zaal in Parijs, met een gehurkt®, harmo nica-spelt» als orkest; en op den voor grond' een erg-hlauwe man mot een erg- groeue juffer vrij intiem dansend. Daar naast stond een schilderwerk, dat rooretelde een stuk draaimolen, een hei-blauwe juf frouw op een zacht-rose varken. Ze gaven heelemaal geen aanstoot,, die schilderijen in de eerste plaats omdat „artisten" nergens aanstoot aan. mogen ne men. vanwege hun reputatie van onbevoor oordeeld zijn; en dan ook. omdat het restamant van Rosalie heelemaal geensjiek restaurant was. Een vloer van roodo steenen met zand bestrooid; lange marmeren tafeltjes zon der tafellakens of servetten; tinnen eet gerei, kleine leraninglooze krukjes omdat die npr.der plaats innemen dan stoelen mot leuningen; want het was er niet erg "ruim in hel restaurant van Rosalie. Wie leu nen wilde, die moest bet dan maar doen tegen den muur, wanneer hij een muur plaatsje had kunnen machtig wonden en anders maar tegen den rug van rijm achter buurman of -buurvrouw. Een speciaal soort artiesten trok Ro salie. In hoofdzaak, behalve de Vele Fran- schon, die er kwamen, varen. Kol Amerika nen en Zwitsers. Maar Zwitsers vooral, die hadden bij Rosalie zelfs hun eigen Berner biertje op een plank tegen den muur staan, en spraken er lustig hun „Swifeer-Diitstih", alsof er nooit een Fransch-Diuitsdhe oorlog bestaan had Trouwens een Zwitser oarffceait toch, dat hun Duitscth een Duitsch' dialect zou zijn hij spreekt Van zijn „eigen taal" met evenveel trots als een Yhuning bijvoorbeeld. 'De Amerikanen kwaakten daar hun rare, nourige Engelsch doorheen Rosalie spiak mot iedereen Fransch, liaar zoon ook; maar samen spraken die twee Ualiaansch. En de rekening opmaken, dat deed llosalie óók in liet Italiaanseh. Rosalie was erg op den roem van haar keuken gesteld. Aïs je uit jezelf liaar geen complimentje maalde, kwam ze wel naai' je 1oe, zoo gauw ze een oogeublik respijt had, om te zeggen: „La sonpe est bonne, liein?" En natuurlijk antwoordde je dan altijd, dat inderdaad de soep lekker was, al dacht je ook wel eens: „water met vet, een lepel zont, een lepel rijst, en dat kokend heet gemaakt!" In den tomaten- tijd bciiter kon je ste-eds met een gerust geweien „ja, liéèi lekker!" zeggen, want in dien tijd was Rosalie in haar Italiaan- sche element, en dan praatte ze bij ver gissing in plaats van over tomaten ook wel eens over pomodoro. En Rusalie's sphaghetti dan!... De roem van haar keuken die scheen nog slechts haar eenige ambitie te zijn. Veel vroeger zal ze wel andere ambities gehad hebben ze moet mooi geweest zijn, Rosalie. "Alleen haar oogen, die waren nog steeds mooi krachtig; en mis schien zou ik ook hour haar nog mooi ■gevonden hebben, als het niet zoo vet was geveest. De'zoon bediende, zooals ik reeds vertelde Haar wilde om den drommel niet voor een knecht of kellner aangezien wor den' Hij droeg dan ook ge® kellnerssetrvct. En als een gast uit onwetendheid, luiicid, slordigheid ef een andere onverschoonbare roden, niet behoorlijk bedankte, wanneer de zoon-zelf hem zijn eten brengen kwam, dan zei die hem dat flink: „Kun je niet behoorlijk dunk-je zeggen?!..." en danke® bij zoo nijdig, en bleef met mossen on vorken smijten, alsof hem een diepe, onher stelbare beleed iging was a®gedaan„ Dan werkte hij verder met een zóó dnidslijk- blrjheinden tegenzin, dat men liever eigen lijk maar heelemaal niets moer bestollen zou! Maar ge moest bet ook niet wagon hem uit overbel-eefdheid „monsieur Caalo" te noemen, dan antwoordde hij nijdig: „Geen monsieur Carlo asljeblieft Carlo, Carlo, zonde" moer, het is hier een democratisch restaurant l" en smeet daarna evengoed met messen en vorken. .Te meest precies de maat kennen en den toon van het huis bij Rosalie anders maakte je jezelf het lev® daar onmogelijk. Soms gebeuird© het wel, dat Carlo om een dergelijke of om een andere reden, ineens genoeg kreeg van den hcelen boel, de brui gaf aan alles, mama Rosalie voor den hcelcn rommel alleen liet Opdraaien en in dein kelder kroop met zijn mandoline. Daar speelde liij dan maar oude Italiaan- scha liedjes, die hij zich herinnerde van vroeger, en allo moderne F:arische lied jes die hora voor den 'geest kwamen, net zoo lang tot zijn kwade humeur weer bij getrokken was. Den volgenden dag be diende hij weer als gewoon, en was er niets aan hem te merken. Dan liep hij weer lustig heen en weer tussch® hot buffel .en de tafeltjes en de keuken, zijn to wijde en to korte broek flapperend rond zijn been®, en vriendelijk glimlachend Voor uio ook tegen hem beleefd waren. „Het is een goeie jongen!" zei Rosalie dan in ver trouw® tegen den een oif anderen uit verkoren gast, „Het is een goeie jon gen, maar een beetje vreemd 1" En als Rosalia zélf uit haar humeur was, dan beefden sidderden wc alle maal ..Zo was dat voornamelijk als het heolo restaurant al propvol was, nis na bij de deur een groepje menschen s'and te wachten op de eerste plaats®, die vrii zouden komen, en als er dan nóg meer gasten binnen kwamen zetten. ,,'tls vol, 't is vol, 't is oVeawol!" schreeuwde ze dan den binnenkomenden tegen „Waarom komen jullie allemaal hier naar toe, vraag ik ine af Eir zijn toch waar achtig restaurants genoeg in de buurt, ga daarheen, in plaats van mij te kotmen ener veer® I En koek anders thuis zelf. Als je geen kachel hebt, schaf je dan een spiiï- lusntel aan die zijn zoo duur niell Allo, allo er uit asjeblieft hier is nu geen Riants, koan dan morgen torag, maar oen uur vroeger dan je nu gekomen bent!"... „Is me dat een doen!" bleef ze clan in zichzelf na-mompelen. „Corpo di Baccol" denk® ze, dat mijn restaurant van elastiek is, en mijn zonuw® van ijzer Madonna mia, wat een bende, wat con bendel..." En nog een kwartier daarna, als g!e het waagde, met zachte, beleefde slem te vra gen om 'n portie spaghettis of een van Rosa lie's beroemde heerlijke compotes met room vermengd, liep je kans afgesnauwd le war den met een: „Nou, nou kalm wat... zoo'n haast heeft het tocht zeker niet, en als de bedi®ing hier je niet bevalt, ga dan óók maar naar ieen ander restiiu- rant Madonna ania, al die klanten, die niet wachten kunnen tot gevraagd wordt, wal ze vertier believenl... Een bende, een bendei... En nu iu plaats van de karakteiistieke moederende of schddmde, schillderaclhtig- slcwdige Rosalie met liaar oud rood jak en haar vette pruik, met haar steeds ver- dar scheurende, vuile servet "in den band van haar dikgeplooiden zwart® rok vast geklemd: - In plaats van haar grillig®, Hchtgeraahten Carlo; in plaats van deze twee menschen zelf, die enkel cbor Kun persoonlijkheid hel restaurant maakten tot wat het was nu in blauw katoen ge- klcede harkerig; stijve Anusrikaansclie ouwe jongejuffrouw met een yprpleegstersmuts op, die. afgepast-beleefd doen, precies zoo veel als ncnodig is, Verder de fcl'anlen aan lnm lot overlaten, behalve de vrindjes onder hen, die ze kennen van vroeger, to® ze zelf nog klantwaxen, biji Rosa lie i Is er nog verder eenig! ooimanentaar noo- dig om u te doen begrijpen, dat ik de varam ericaniseeringi van Mon'paraas se ver foei, verfoeit... tot in het diepst van mijn hart?!... i M DE RiOVANND. In den moiestuiln kunni® weer velschil lende groicrdonsoorleii gezaaid word®. Zoo zaaien wiö nu wortel® Met het peg op de petenvlieg maken we liefst gei® ge bruik van varscii barnes ton gropd, tenzij, hiervoor oudia rotte mest of wel kunstmest gebruikt wierd. Daar het zaad' lang ligt voor het kiemt, kan men het vooraf plm. 24 uur week® en daarna, gedurende eenjge dag®, \ienni®gd mot zamd, op oen vodhtig- warmto plaats ziettien, b.v. in een bloem®- kas of stal. Daarna wordt liet uitgezaaid. Door de peen zaai® we gewoonlijk oen- weinig raidijs ksn kropsla. Die kropsla ku'n- nen wiel later gedeeltelijk opnemien en el ders uitplanten. Wortel® moeien vooral l,ijd)g gedund wond)®. Wainnieor ao te didit staan blijven zid kleiin en groeien erg in 't loof. Dit uitdunnen do® we reeds wan neer ze slcdhts een paar e.M. boog zijn, dan lijld® zid daaitdoor het minst. We zaai® biteiedwerpig op bedden van 1.20 M. breedte, en gebruiken 2 lood zaad per 10 M.2 AAte zaatiem nu ook uidn. Ook dit gewas wordt biteedwerpig gezaaid, waar- voor we Bfzi lood, zaad. per 10 M.2 bohoe- v®. Op liclito' grond® heeft men vaak vdel last van de uienvlieg, waardoor van do zaaiduiien weinig tecreclit komt. Op zware gionden zijn dia resultaten. gewoonlijk goed. AAre kunn® ook reeds do sluitkoolsoorten (roodo, wittd savoye) uitzaai® om straks zelf in Kat bezit le zijn valn kool- plant®. Baar we voor ledglen gebruik slechts wei nig belioidvten, zaaidn we van elke soort eten klein stukje, ön uiot te dik, opdat ze krachtig opgroeien. In d® lauwwarme bak zaaien wö nu knolselderij, tomaten komkommers. Zocdra d!a plantjes opkomen word® zks werspeend in krachtig® grond, waarbij idJa komkommica's tot aan die zaad lobben in dietn -grond kom®. Do tomaten worden lato'r in grooto stekpoLtem geplaatst, en in don bak gehouden totdat zjö om streeks Afei in don volt® grond worden, uitgeplant. Don wondt ook d'ö knolselderij in d® volt'® grond uitgeplant; vooraf worden vJö nog ecins op gr®t®e afstand in den voilieii grond van dan bak geplaatst. De, komkommers worden miecmnat® in den bak wivner geplaatst, waarna ao in den konden bak, wi olnldler een raam, worden; uitgeplant. G. BINNENLAND. De Koningin naar hf t Land van Maas en Waap KT'. M. de Koningin beeft gister mol een klein gevolg een niet ofEiciieel bezoek ge bracht aan" het land van Maas en AYahl. 1II|. jM. werd o.a. vergezeld door den Com missaris der Koningin in de prov. Geld-or- lanjd, baron van ITecmstra en d® inspec teur voor de volksgezondheid ir. K.uysten, leider van het bouwbureau voor hef wa- tersnoodgebied to Nijtaegen. Gistennorgen arriveerde Hl. M. to Ti el, vantwaar per auto naar AVamel werd gere den; Daar word® de noodwoningen bezicih- tigd, die zijn, opgericlit voor de bewoners dor verwoeste woningen. De Koningin onderhield z'irllil kort® tijd met verschillende personen. iVan 'Wame! begaf hot gezelschap zich paar Dreumel, welke zwaar geteisterde ge- meentto onder leiding van don burgemeester delnl heer A. van Erp weid (bezichtigd. TJitgestapt wrerd aan, den Ouden Maasdijk, do plaats, waar de gemeonjte het (moest ge leden he-eft. Atervolgens werd naar het ge. meontelmis gereden, waar Hi, M. met eenige vooraanstaande pei-sonen uit do gemcenlie korten, tijd zich onderhield.Adm Diroumcl de toqbfc over den, herstelden Maasdijk voort gezet paar Alphen, waar de dijkgraaf, de heer J. G. de Leeuw zidh bij" het geacl- sdliap voegde. Ook Her informeerde ïli. M. naar de maatregelen, dio genomen zijn ten baten, van de sladiloffers. 1 Nervolgeng werd naar Maasbommel ge reden,, waar ook slechts korten tijd werd vertoefd. Hder worden, op het raadhuis eeni- ge pterson,® door If. M. ontvangen tot liet geven, van inlichtingen. Aria Appel tem werd de tocht naar AT,forst vooitg®et. Centraal admlolstraticbureau voor bijzondere schoolbesturen. Ter ondervanging van de- vele moeilijk heden die do schoolbesturen hebben bij de afrekening met rijk on gemeente on de daar uit voortspruitende administratievo lasten is to Rijswijk in Zuid-Bolland een centraal adminlistrat ebureau voor bijzondere school besturen, opgericht. Aan hal! bureau is een rechtsgeleerde medewerker verbonden dié door sepeciale studie met onderwijszak® bijzonjder hekend is. Reehtsmken. De zaak-Muylwijlc Gistermiddag wiercl die zaak voor het ArnsteirdamscJilei Cerechlsbof togen Van Muijhvijk voortgezleL Plea ter mr. Levy ®nciludöort, dat hat „Die knoopeu'*, ging Bep voort, „beteek®en, dat je achttien, fleschj-es moet wegbreng®. Ik heb ze zelf geteld. Dat zal ik in "Het vervolg altijd doen, dan hoef je ze maar te tellen en kun je er geen een vergeten". f j,0, dank je wel", zei Tom blij dat flrij nu niet in moeilijkheden zou gerak®. Hij was wat lui jen 's zomers was dit nog erger dan 's winters. (R(j ging nu nai de kamer van den dokter zette achttien! ïleschjes in zijn mand zonder zich de tooeite te geven te kijken, 'oi Bep wel goed geteld had. t fi( Na het eten. ging de dokter uit en maakte Bep in, den tuin een halsband van boterbloemen .en ■madeliefjes voor SRoctor. Zdj ging niet vóór acht uur •paar binnen en keek toen, of naar vader al thuis gekomen was. In zijn kamer -ontdekte ze een fieschje, dat op aert versten hoek van de tafel stond. Hiet was netjes ingepakt en de naam ten hel adres stonjden op bet wit ie papier geschreven: Majoor Wallis. Uooge AVeg, Dalton. Bep's hartje klopte er van'. Ze had zich 'vergist en achttien knoopen gemaakt in plaats van ne gentien. Óf zou Tom zich soms vergist hebben? Nee„ dat was onmogelijk, want zij herinnerde zich hu, dat zij dit fieschje niet gezien 'had. |Hb„ stond eep eindje verder dan de anderen, daaroor kwam het zeker. i ■Zij was al even dom als Tom. En inu zou Tom weggestuurd worden,. Tom, met wien ze zulke goede maatjes was. Tom, die Hectors poot ver bonden had, toen iedereen hem aan zijn lot over liet. AJs z'ij er zich maar heelemaal nfet mee be moeid bad, was het misschien niet eens gebeurd. Nu had hij op haar gerekenjd on het was dus haar schuld. Bep stonld sprakeloos midden ia de kamer met het flesdhje in, haar hand. Goede rand was duur. AToorzichtig maakte zij bet papiertj© open en las wat op het etiket stond: „Gebruiksaanwijzing be kend'". Daar word ze dus niet wijzer dooT. ©et zei haar niet, of majoor AA'jallis ernstig ziek was ten op liet drankje wachte'of niet. ,AV|at moest ze doen? Eén ding stond vast: Tom mocht niet door haar schuld weggestuurd worden. Het kind dacht een oogenblik na. Toen, zette zij haar hoed op en liep met hel molicijnfleschje jn de hand naar buiten. Zij stapte flink aan, want ze wist. dat het een, hteel eind was naar den Hloogen AVeg. Dit schrikte haar echter Tijiet af; want zij hield van wandelen en haar vader zei altijd, dat het zoo gezond was. Eén ding joeg baar echter schrik aan, dat was de gedachte, tegenover den majoor te zoden sta®. Heel lang geleden had zij hem eens gezien en ze was eigenlijk een beetje bang voor hem. ©ij had een boos gezicht, strenge oogen, grijs haar eni donkere wenkbrauw®, ©ij'droeg een stokj Waar mee hij in. de luoht zwaaide, als hij wandelde en ax laarzen kraakten, ©ij zag er belelemaal niet vriendelijk uit en Bep dacht, dat hij) erg op baar zou brommen. •Na een, flinke wandeling zag zij het huis in Ue avonjdschemeriry, Het zag er aardig uit, maar Bep vond het niet ramooi als haar eigen huis, want hier onjtbraken de rozen en andere bloemen, die bij hen tegen do muren opklommen. filet een, kloppend hartje belde Bep aan. De deur ging onmiddellijk open en ze zei met een bevend stemmetje tegen hot dienstmeisje „Ik ben liet dochtertje van dokter Halm en ik zou graag d® majoor will® spreken." „Komt u maar birinen jongejuffrouw1. 1 De deur ging weer dicht en Bep1 bleef in de gang staan. Het meisje kwam spoedig terug en bracht Bep in, een prachtige kamer, de door kaar sen! verlicht werd. Eerst dacht Zij, dat er niemand was, maar al gauw ontdekte z'ij "clen majö-or in een leuningstoel. Eén voet ruste op oen voelstoeltje. ,„Zoo"'. zei hij op barseh'en, toon. „'tis wat moois voor een klein meisje om nog zoo laat cpra 'st'raat te loopen. Hoe komt je vader er toe zoo iets goed te vinden?'" Bep verzamelde al haar moed. Zij kon niet velen, dat ieman|d iets van .haar vader -zei. pArader weet er heetemaal niets van", Zei zij. ;,Dat maakt de zaak nog erger. Maar wat kom je eigenlijk doen?" Bep beet zich op de lippen!; zij wdde (niet buil®, al was de majoor ook nog zoo boós. Hiij keek haar doordringend aan. t ,„AArat kom je eigenjijk do®?" vroeg bij voor den tweed® keer. 1 Bep voelde een, prop in haar keel, maar (ziji slikte die weg en, zei: jjlk heb iets voor u meegebracht, (dat ik dacht, dat u misschien dadelijk noodig haclt", „En wat is dat?" ,.Gebruiks®nj'wijIzing bekend", ze: ze langzaam, ©et volgend oogenblik schaterde do majoor het uit van liet lach®. Bep keek hem eerst aan,, maar begon, toen ook te lachen, zoodat hel tweetal sa men plezi® had, totdat de voet van den majoor dezem een pijnlijk gezicht deed zetten. Bep keek hem vol medelijden aan en dacht er over nia, hoe zij hem heljjj® kon. 'Zij ging naar hem toe en vroeg: t „Mag ik uw voet een's wrijv® 1 Ik kan het lioel goed. Vader zegt altijd, dat ik hot zoo (goed Boo, al zijn mijn handen nog klein". ,AK kan niemand in de buurt van mljln voet velen", zei de majoor met o® verwrong® ge zicht. i „Dan ikan ik u niet helpen", zei zo, „dat is jammer". „Ja toch wel; je kunt me wat geven van „ge bruiksaanwijzing bekend", zei de majoor, „en boa eerder hoe beter. Schenk dat medicijnglaasje maar tot het middeste streepje vol. Daarna mag je one vertellen! ,hoe je er toe gekom® beat, het mij zelf te brengen en wat er met di® luim Tom. ge beurd is. Zeker gespeeld onjderweg in plaats van zijp! plicht te doen". Bep gaf den, majoor zijn mèSioijri en. vertelde waarom zij zeil liet Uescbje gebracht bad. ';,\Vel heb ik van, mijn leven", riep de majoor uit. „Jij berd nog eens een flinke meid. Maar nu is het donker geworden en zal je vader al wel thuisgekomen, zijn. Wat zal hij zeggen? Ik donk, dat je hem erg ongerust gemaakt hebt." ,',Arader is niet zoo gauw ongerust, maar als ik uw voet toch niet mag wrijven, is het maar het beste, dat ik naar huis ga". „j,Ja, stap maar stevig oanj, beste meid, en ik zal je vader wel een,s een boekje over Tom opendoen". Bejj ging nu vlak vóór den majoor staan jen keek hem in, hét gezicht. VDat geloof ik niet", zei tzij „zoo iets leelij'ks zoudt u niet doen". ,",Nu, als ik beloof het niet te erg te maken, moet je me een kus geven', zei 'hij. Bep vond een glad plekje op de wang van den majoor en, drukte er liaar lippen op. ,„AVel te rusten', zei zij", „ik heb nog een Koele wandeling". (Wordt vervolgd). Bij ops wordt de vos voor het slimste flier ge houden,, doch de inboorlingen van 'Afrika zijn van oordeel dat bet fconjijn niet alleen heel verstandig is, maar het in, sluwheid van pile andere (dveren wipt. AVSji lat® hier één van de vele verbal® volgen^ waarin het konij'n een rol speelt, zooals wij die aan, Reintje toeschrijven. ©et luidt: Een konijntje was op zekeren dag druk bezig voedsel voor zich en (Zijn gezin te zoeken. Don geheel®, morgen h'ad hij reeds nu oems hi®, dan weer daar rondgesnuffeld. Toen het tegen d® mid dag liep en de zon hoog aan d® hemel stond; weid het erg wann. Hiet konjjiitje begon er last van "te krijigen„ le meer daar hij züjh bontjasje niet voor iets luchtigere kon verwisselen. .Dicht hij een kruispunt ontdekte Üuj ©en hol, dat er al heel koel en, aanlokkelijk uitzag. Het (ko nijntje besloot er wat uit t© rusten ©n ge noot weldra van de veitavikkelijk© koelte. Na een! tijdje kwam ©r e® leeuw voorbij (pn daar hij ook last van, de (hitte bad, stapte h'iji ©vem- als het kopijntje het hol binn®. ©et arme konlijntje, dat daar op rijn gemak lag uitgestrekt, ontstelde lievig, toen hip zag, wie daar bet Kol in! kwam. Hjij bestierf het bijna van angst en! dacht: „lOcjh lieve help. Nu is het met m!ij gedaan'. Nog pooit in mijn leven boa ik zóó (in het nau,w gedreven, phf op het oogenblik. Ik /heb niets to veiliezen, maar misschien win ik er b'ij, door heel beleefd tegen mijnheer Leeuw, te Zijn. In elk géval ga ik paar hem toe om hem mijn compliment |te maken. Dat geeft mij meteen wat meer tijd om n'a te denken"'. i - Zoo gezegd, Zop gedaan. i ©et konijntje sprong nu naar den leeuw toe, wierp izidh vlak vóór hem plat op den grond en sloeg zijp voorpootjes tegen elkaar (zooals dc ip- booilingen in Afrika doen,, als zij ee>n moerdere tegenkomen)"® zei: j,Goeden morg®, grootvader". De leeuw was bijna gevleid en beantwoordde den groet heel beleefd,- boog, sloeg zijn poot® even- cops teg® elkaar en. zei Goeden morgen, mijn kind". 1 Infusschen dacht het konijntje wanhopend^ wat hij »zou kupnon doen om zich het leven te redden. Zijn aangeboren sluwheid wead ditmaal wel tot het uiterste op do proef gesteld^ doch liet hem gelukkig niet in den sleek, want plotseling schoot hem een middel te binnen, waardoor hiji misschi® zou kunnen ontkom®. Schijnbaar wanhopend liep liij snaar den lagen van lüet bol, ging op zijlp achterpootjes op een rotsblok slaan en deed, ais of hij met züjln voorpootjes e® overhangend stuk rots opdcrsteundc. Opgewonden riop Iiijl uit: j,Grootvader, grootvader, dit hol staat op het pupt in te vallen. Kom, mij' loch eons igauwi helpen om de rots tegen te houden", 1 De leeuw sprong verschrikt oveteind en stond opruiddejjijk maast het konijntje, terwijl hij' het in, zijn verbeelding ten minste uil alle macht hielp om het stuk rots tegen' ito houd® en dus een ontzettend ongeluk tie voorkom®. ©let konijntje, wiens list tot nu to© scheen to zuilcp gelukken, zei, zoodra do leeuw zoo stond: ,jHioud 'm goed tegen, grootvader. Ik zal e® stevigen paal gaan halen. Laat 'm vooral nieit los, vóór ik terug ben;, want u zou or sbollig door ver pletterd worden". yjtleel goed", aptwoorddö do leeuw, „Ik zal 'm blijven ondersteun®, totdat je met don paal te rug beul" 1 kiel 'een vlugheid zooals misschien nog nooit eenig konijn zich voortbewogen hoeft, sprong_ het kopijttlje nu weg. Natuurlijk lachte het daarbij! in zijp vuistje. D© list was ook zoo prachtig gelukt; Inlusschen hield de armd leeuw, liongeiig en uitgeput van' vermoeidheCdy uren aan een istuk in rijp verbeelding het rotsblok .tegen, 'zich angstig afvragend, wat het beste Zijn zou: biij'ven waar Wij was ep volharden in rijm moeilijke houding of weggaap en misschien verpletterd ,\vorden. i Eindelijk toen rijn krachten geheel uitgepufc iaak- teP en hij bovendien nog kramp kreeg in zijn ge- heelo licjhaam, begon irij (toch te begrijpen, dat het konijntje niet meer terugkwam en dacht hij somber: „Ik kan slechts éénmaal sterven". Blij hield hot rotsblok .piet langer teg® en liep naar buition, met apders denkende, dan dat jiet hol zou instorti®^ Tot rij® groote verbazing zijn lievige veront waardiging kwam hij' echter lot de ontdeklcmg, dat de bewuste rots heel stevig en sterk was en heelé- maal geen neiging vertoonde pieer te storten. De Koning van het ,AAroud mompelde tusscliten de tanden: 1 ,},AVat ben ik dom geweest om dat ellendige ko- njijü le gelooven. IMps ik maar niat zno dom gp- wecsl". i i Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer. 'VOOR GROOTEREN. 1. Neger, Niger. "2. Schoopmaker, K.ers, Maas, oor, saho®, keiK. 3. Stockholm. '4. Utrecht, AtrecliL 1 VOOR RLEINE1TEN. 1. Ja, daar spraK EVERX ook teeds ran (kever)- AVSj kwamen. BJJna te laat. Oom AdaM, U Gaat vanflciag todi nog met wee? i. Onug;. AAre cinken juist Zondag met AinaoMIB Roeien (mieÓ- Ja, Tanito' AVE SPelen defeo sonate voor het corst (wesp). 2. 'KORENBLOEM. K aas 1 p 0 e s v o II k k 'p i E 1 to a N d 1 i B. i s Lood i b O o t 1 b i E r k r o M 1 3. Droom, Dom, oom, rood. 4. Last, Gast, Bast, Mast, Kast. -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 6