Parijsche Brisven.
Werkzaamheden in den
Volkstuin.
Raadselhoekje,
Het Konijntje en de Leeuw.
Hts t Restaurant van Rosalie.
Laai fk u nn eens vertellen. van een
eigenaardige eetgelegenheid In Momtpar-
nasse, die tiaar nog bestand vóór de Ameri
kanen er lmn invloed deden 'gelden, en
daar mol zooveel andere karakteristieke
dingen, ook het restaurant Rosalie, op
kochten
Rosalie is een Ualiaansohe. Ze had een
restaurant in eon zijstraatje van den
Boulevard Moniparnasse. En een zoon had
zo. De zoon bediende, liet restaurant £o-
reeidc, en Rosalie zelf kaakte, moederde o£
mopperde.
Eon man heb ik er nooit gezien. Maar
misschien is Rosalie weduwe. Rosalie meet
vroeger mooi zijn geweestze is hot nu
niet meer Do zoon zal Wel nooit mooi
geweest, zijn. liet restaurant evenmin Maar
dat was grappig, net nis de zoon, en
net als Rosalie. 1
Het was een „artistiek" restaurant,
d, w. z. het werd druk bezocht door ax-
tisten en door menschen, die daarvoor
wilden doorgaan, o£ wel, die connecties
hadden in de artistenwerold, ais daar zijn
modelletjes, vriendinnetjes on zoo.
Het zal we] vanwege de arrtiestierigheid
geweest ziiu. dat het xos'auirant schilderijen
op do muren had. Niet logon de muren,
aan de muren opgehangen, maar werkelijk
ap da muren zeil geschilderd. Twee van
Utrillo zelfs: oude stadspiekjes. In
ParijsIn Italië'? of ergens anders? Maan
zo waren heusch' wel aardig, al hoeren ze
nu niet bepaald tot liet beste van den
groeten meester. De overige schilderijen,
waren van minder allooi, maar bonter, op
vallend er. Eén voorstellend een volksdans
zaal in Parijs, met een gehurkt®, harmo
nica-spelt» als orkest; en op den voor
grond' een erg-hlauwe man mot een erg-
groeue juffer vrij intiem dansend. Daar
naast stond een schilderwerk, dat rooretelde
een stuk draaimolen, een hei-blauwe juf
frouw op een zacht-rose varken.
Ze gaven heelemaal geen aanstoot,, die
schilderijen in de eerste plaats omdat
„artisten" nergens aanstoot aan. mogen ne
men. vanwege hun reputatie van onbevoor
oordeeld zijn; en dan ook. omdat het
restamant van Rosalie heelemaal geensjiek
restaurant was.
Een vloer van roodo steenen met zand
bestrooid; lange marmeren tafeltjes zon
der tafellakens of servetten; tinnen eet
gerei, kleine leraninglooze krukjes omdat
die npr.der plaats innemen dan stoelen mot
leuningen; want het was er niet erg "ruim
in hel restaurant van Rosalie. Wie leu
nen wilde, die moest bet dan maar doen
tegen den muur, wanneer hij een muur
plaatsje had kunnen machtig wonden en
anders maar tegen den rug van rijm achter
buurman of -buurvrouw.
Een speciaal soort artiesten trok Ro
salie. In hoofdzaak, behalve de Vele Fran-
schon, die er kwamen, varen. Kol Amerika
nen en Zwitsers. Maar Zwitsers vooral, die
hadden bij Rosalie zelfs hun eigen Berner
biertje op een plank tegen den muur staan,
en spraken er lustig hun „Swifeer-Diitstih",
alsof er nooit een Fransch-Diuitsdhe oorlog
bestaan had Trouwens een Zwitser oarffceait
toch, dat hun Duitscth een Duitsch' dialect
zou zijn hij spreekt Van zijn „eigen
taal" met evenveel trots als een Yhuning
bijvoorbeeld. 'De Amerikanen kwaakten
daar hun rare, nourige Engelsch doorheen
Rosalie spiak mot iedereen Fransch, liaar
zoon ook; maar samen spraken die twee
Ualiaansch. En de rekening opmaken, dat
deed llosalie óók in liet Italiaanseh.
Rosalie was erg op den roem van haar
keuken gesteld. Aïs je uit jezelf liaar geen
complimentje maalde, kwam ze wel naai'
je 1oe, zoo gauw ze een oogeublik respijt
had, om te zeggen: „La sonpe est bonne,
liein?" En natuurlijk antwoordde je
dan altijd, dat inderdaad de soep lekker
was, al dacht je ook wel eens: „water
met vet, een lepel zont, een lepel rijst, en
dat kokend heet gemaakt!" In den tomaten-
tijd bciiter kon je ste-eds met een gerust
geweien „ja, liéèi lekker!" zeggen, want in
dien tijd was Rosalie in haar Italiaan-
sche element, en dan praatte ze bij ver
gissing in plaats van over tomaten ook
wel eens over pomodoro.
En Rusalie's sphaghetti dan!...
De roem van haar keuken die scheen
nog slechts haar eenige ambitie te zijn.
Veel vroeger zal ze wel andere ambities
gehad hebben ze moet mooi geweest
zijn, Rosalie. "Alleen haar oogen, die waren
nog steeds mooi krachtig; en mis
schien zou ik ook hour haar nog mooi
■gevonden hebben, als het niet zoo vet
was geveest.
De'zoon bediende, zooals ik reeds
vertelde Haar wilde om den drommel niet
voor een knecht of kellner aangezien wor
den' Hij droeg dan ook ge® kellnerssetrvct.
En als een gast uit onwetendheid, luiicid,
slordigheid ef een andere onverschoonbare
roden, niet behoorlijk bedankte, wanneer
de zoon-zelf hem zijn eten brengen kwam,
dan zei die hem dat flink: „Kun je niet
behoorlijk dunk-je zeggen?!..." en danke®
bij zoo nijdig, en bleef met mossen on
vorken smijten, alsof hem een diepe, onher
stelbare beleed iging was a®gedaan„ Dan
werkte hij verder met een zóó dnidslijk-
blrjheinden tegenzin, dat men liever eigen
lijk maar heelemaal niets moer bestollen
zou!
Maar ge moest bet ook niet wagon hem
uit overbel-eefdheid „monsieur Caalo" te
noemen, dan antwoordde hij nijdig: „Geen
monsieur Carlo asljeblieft Carlo, Carlo,
zonde" moer, het is hier een democratisch
restaurant l" en smeet daarna evengoed
met messen en vorken.
.Te meest precies de maat kennen en
den toon van het huis bij Rosalie
anders maakte je jezelf het lev® daar
onmogelijk.
Soms gebeuird© het wel, dat Carlo om
een dergelijke of om een andere reden,
ineens genoeg kreeg van den hcelen boel,
de brui gaf aan alles, mama Rosalie voor
den hcelcn rommel alleen liet Opdraaien en
in dein kelder kroop met zijn mandoline.
Daar speelde liij dan maar oude Italiaan-
scha liedjes, die hij zich herinnerde van
vroeger, en allo moderne F:arische lied
jes die hora voor den 'geest kwamen, net
zoo lang tot zijn kwade humeur weer bij
getrokken was. Den volgenden dag be
diende hij weer als gewoon, en was er
niets aan hem te merken. Dan liep hij
weer lustig heen en weer tussch® hot
buffel .en de tafeltjes en de keuken, zijn
to wijde en to korte broek flapperend rond
zijn been®, en vriendelijk glimlachend Voor
uio ook tegen hem beleefd waren. „Het is
een goeie jongen!" zei Rosalie dan in ver
trouw® tegen den een oif anderen uit
verkoren gast, „Het is een goeie jon
gen, maar een beetje vreemd 1"
En als Rosalia zélf uit haar humeur
was, dan beefden sidderden wc alle
maal ..Zo was dat voornamelijk als het
heolo restaurant al propvol was, nis na
bij de deur een groepje menschen s'and
te wachten op de eerste plaats®, die vrii
zouden komen, en als er dan nóg meer
gasten binnen kwamen zetten.
,,'tls vol, 't is vol, 't is oVeawol!"
schreeuwde ze dan den binnenkomenden
tegen „Waarom komen jullie allemaal hier
naar toe, vraag ik ine af Eir zijn toch waar
achtig restaurants genoeg in de buurt, ga
daarheen, in plaats van mij te kotmen ener
veer® I En koek anders thuis zelf. Als je
geen kachel hebt, schaf je dan een spiiï-
lusntel aan die zijn zoo duur niell
Allo, allo er uit asjeblieft hier is
nu geen Riants, koan dan morgen torag,
maar oen uur vroeger dan je nu gekomen
bent!"... „Is me dat een doen!" bleef ze
clan in zichzelf na-mompelen. „Corpo di
Baccol" denk® ze, dat mijn restaurant
van elastiek is, en mijn zonuw® van ijzer
Madonna mia, wat een bende, wat con
bendel..."
En nog een kwartier daarna, als g!e het
waagde, met zachte, beleefde slem te vra
gen om 'n portie spaghettis of een van Rosa
lie's beroemde heerlijke compotes met room
vermengd, liep je kans afgesnauwd le war
den met een: „Nou, nou kalm wat...
zoo'n haast heeft het tocht zeker niet,
en als de bedi®ing hier je niet bevalt,
ga dan óók maar naar ieen ander restiiu-
rant Madonna ania, al die klanten, die
niet wachten kunnen tot gevraagd wordt,
wal ze vertier believenl... Een bende, een
bendei...
En nu iu plaats van de karakteiistieke
moederende of schddmde, schillderaclhtig-
slcwdige Rosalie met liaar oud rood jak
en haar vette pruik, met haar steeds ver-
dar scheurende, vuile servet "in den band
van haar dikgeplooiden zwart® rok vast
geklemd: - In plaats van haar grillig®,
Hchtgeraahten Carlo; in plaats van deze
twee menschen zelf, die enkel cbor Kun
persoonlijkheid hel restaurant maakten tot
wat het was nu in blauw katoen ge-
klcede harkerig; stijve Anusrikaansclie ouwe
jongejuffrouw met een yprpleegstersmuts
op, die. afgepast-beleefd doen, precies zoo
veel als ncnodig is, Verder de fcl'anlen
aan lnm lot overlaten, behalve de vrindjes
onder hen, die ze kennen van vroeger,
to® ze zelf nog klantwaxen, biji Rosa
lie i
Is er nog verder eenig! ooimanentaar noo-
dig om u te doen begrijpen, dat ik de
varam ericaniseeringi van Mon'paraas se ver
foei, verfoeit... tot in het diepst van mijn
hart?!...
i M DE RiOVANND.
In den moiestuiln kunni® weer velschil
lende groicrdonsoorleii gezaaid word®. Zoo
zaaien wiö nu wortel® Met het peg op
de petenvlieg maken we liefst gei® ge
bruik van varscii barnes ton gropd, tenzij,
hiervoor oudia rotte mest of wel kunstmest
gebruikt wierd. Daar het zaad' lang ligt
voor het kiemt, kan men het vooraf plm.
24 uur week® en daarna, gedurende eenjge
dag®, \ienni®gd mot zamd, op oen vodhtig-
warmto plaats ziettien, b.v. in een bloem®-
kas of stal. Daarna wordt liet uitgezaaid.
Door de peen zaai® we gewoonlijk oen-
weinig raidijs ksn kropsla. Die kropsla ku'n-
nen wiel later gedeeltelijk opnemien en el
ders uitplanten. Wortel® moeien vooral
l,ijd)g gedund wond)®. Wainnieor ao te didit
staan blijven zid kleiin en groeien erg in 't
loof. Dit uitdunnen do® we reeds wan
neer ze slcdhts een paar e.M. boog zijn,
dan lijld® zid daaitdoor het minst. We
zaai® biteiedwerpig op bedden van 1.20
M. breedte, en gebruiken 2 lood zaad per
10 M.2 AAte zaatiem nu ook uidn. Ook dit
gewas wordt biteedwerpig gezaaid, waar-
voor we Bfzi lood, zaad. per 10 M.2 bohoe-
v®. Op liclito' grond® heeft men vaak
vdel last van de uienvlieg, waardoor van
do zaaiduiien weinig tecreclit komt. Op zware
gionden zijn dia resultaten. gewoonlijk goed.
AAre kunn® ook reeds do sluitkoolsoorten
(roodo, wittd savoye) uitzaai® om
straks zelf in Kat bezit le zijn valn kool-
plant®.
Baar we voor ledglen gebruik slechts wei
nig belioidvten, zaaidn we van elke soort
eten klein stukje, ön uiot te dik, opdat
ze krachtig opgroeien. In d® lauwwarme
bak zaaien wö nu knolselderij, tomaten
komkommers. Zocdra d!a plantjes opkomen
word® zks werspeend in krachtig® grond,
waarbij idJa komkommica's tot aan die zaad
lobben in dietn -grond kom®. Do tomaten
worden lato'r in grooto stekpoLtem geplaatst,
en in don bak gehouden totdat zjö om
streeks Afei in don volt® grond worden,
uitgeplant. Don wondt ook d'ö knolselderij
in d® volt'® grond uitgeplant; vooraf
worden vJö nog ecins op gr®t®e afstand in
den voilieii grond van dan bak geplaatst. De,
komkommers worden miecmnat® in den
bak wivner geplaatst, waarna ao in den
konden bak, wi olnldler een raam, worden;
uitgeplant. G.
BINNENLAND.
De Koningin naar hf t Land van Maas en Waap
KT'. M. de Koningin beeft gister mol een
klein gevolg een niet ofEiciieel bezoek ge
bracht aan" het land van Maas en AYahl.
1II|. jM. werd o.a. vergezeld door den Com
missaris der Koningin in de prov. Geld-or-
lanjd, baron van ITecmstra en d® inspec
teur voor de volksgezondheid ir. K.uysten,
leider van het bouwbureau voor hef wa-
tersnoodgebied to Nijtaegen.
Gistennorgen arriveerde Hl. M. to Ti el,
vantwaar per auto naar AVamel werd gere
den; Daar word® de noodwoningen bezicih-
tigd, die zijn, opgericlit voor de bewoners
dor verwoeste woningen.
De Koningin onderhield z'irllil kort® tijd
met verschillende personen.
iVan 'Wame! begaf hot gezelschap zich
paar Dreumel, welke zwaar geteisterde ge-
meentto onder leiding van don burgemeester
delnl heer A. van Erp weid (bezichtigd.
TJitgestapt wrerd aan, den Ouden Maasdijk,
do plaats, waar de gemeonjte het (moest ge
leden he-eft. Atervolgens werd naar het ge.
meontelmis gereden, waar Hi, M. met eenige
vooraanstaande pei-sonen uit do gemcenlie
korten, tijd zich onderhield.Adm Diroumcl
de toqbfc over den, herstelden Maasdijk voort
gezet paar Alphen, waar de dijkgraaf, de
heer J. G. de Leeuw zidh bij" het geacl-
sdliap voegde. Ook Her informeerde ïli. M.
naar de maatregelen, dio genomen zijn ten
baten, van de sladiloffers. 1
Nervolgeng werd naar Maasbommel ge
reden,, waar ook slechts korten tijd werd
vertoefd. Hder worden, op het raadhuis eeni-
ge pterson,® door If. M. ontvangen tot liet
geven, van inlichtingen. Aria Appel tem werd
de tocht naar AT,forst vooitg®et.
Centraal admlolstraticbureau voor bijzondere
schoolbesturen.
Ter ondervanging van de- vele moeilijk
heden die do schoolbesturen hebben bij de
afrekening met rijk on gemeente on de daar
uit voortspruitende administratievo lasten
is to Rijswijk in Zuid-Bolland een centraal
adminlistrat ebureau voor bijzondere school
besturen, opgericht. Aan hal! bureau is een
rechtsgeleerde medewerker verbonden dié
door sepeciale studie met onderwijszak®
bijzonjder hekend is.
Reehtsmken.
De zaak-Muylwijlc
Gistermiddag wiercl die zaak voor het
ArnsteirdamscJilei Cerechlsbof togen Van
Muijhvijk voortgezleL
Plea ter mr. Levy ®nciludöort, dat hat
„Die knoopeu'*, ging Bep voort, „beteek®en,
dat je achttien, fleschj-es moet wegbreng®. Ik heb
ze zelf geteld. Dat zal ik in "Het vervolg altijd
doen, dan hoef je ze maar te tellen en kun je
er geen een vergeten". f
j,0, dank je wel", zei Tom blij dat flrij nu niet
in moeilijkheden zou gerak®. Hij was wat lui jen
's zomers was dit nog erger dan 's winters.
(R(j ging nu nai de kamer van den dokter
zette achttien! ïleschjes in zijn mand zonder zich
de tooeite te geven te kijken, 'oi Bep wel goed
geteld had. t fi(
Na het eten. ging de dokter uit en maakte Bep
in, den tuin een halsband van boterbloemen .en
■madeliefjes voor SRoctor. Zdj ging niet vóór acht uur
•paar binnen en keek toen, of naar vader al thuis
gekomen was. In zijn kamer -ontdekte ze een
fieschje, dat op aert versten hoek van de tafel
stond. Hiet was netjes ingepakt en de naam ten hel
adres stonjden op bet wit ie papier geschreven:
Majoor Wallis.
Uooge AVeg,
Dalton.
Bep's hartje klopte er van'. Ze had zich 'vergist
en achttien knoopen gemaakt in plaats van ne
gentien. Óf zou Tom zich soms vergist hebben?
Nee„ dat was onmogelijk, want zij herinnerde zich
hu, dat zij dit fieschje niet gezien 'had. |Hb„ stond
eep eindje verder dan de anderen, daaroor kwam
het zeker. i
■Zij was al even dom als Tom. En inu zou Tom
weggestuurd worden,. Tom, met wien ze zulke
goede maatjes was. Tom, die Hectors poot ver
bonden had, toen iedereen hem aan zijn lot over
liet. AJs z'ij er zich maar heelemaal nfet mee be
moeid bad, was het misschien niet eens gebeurd.
Nu had hij op haar gerekenjd on het was dus
haar schuld.
Bep stonld sprakeloos midden ia de kamer met
het flesdhje in, haar hand. Goede rand was duur.
AToorzichtig maakte zij bet papiertj© open en las
wat op het etiket stond: „Gebruiksaanwijzing be
kend'". Daar word ze dus niet wijzer dooT. ©et zei
haar niet, of majoor AA'jallis ernstig ziek was ten op
liet drankje wachte'of niet. ,AV|at moest ze doen?
Eén ding stond vast: Tom mocht niet door haar
schuld weggestuurd worden.
Het kind dacht een oogenblik na. Toen, zette zij
haar hoed op en liep met hel molicijnfleschje jn
de hand naar buiten. Zij stapte flink aan, want ze
wist. dat het een, hteel eind was naar den Hloogen
AVeg. Dit schrikte haar echter Tijiet af; want zij hield
van wandelen en haar vader zei altijd, dat het zoo
gezond was. Eén ding joeg baar echter schrik aan,
dat was de gedachte, tegenover den majoor te
zoden sta®.
Heel lang geleden had zij hem eens gezien en
ze was eigenlijk een beetje bang voor hem. ©ij
had een boos gezicht, strenge oogen, grijs haar
eni donkere wenkbrauw®, ©ij'droeg een stokj Waar
mee hij in. de luoht zwaaide, als hij wandelde en
ax laarzen kraakten, ©ij zag er belelemaal niet
vriendelijk uit en Bep dacht, dat hij) erg op baar
zou brommen.
•Na een, flinke wandeling zag zij het huis in Ue
avonjdschemeriry, Het zag er aardig uit, maar Bep
vond het niet ramooi als haar eigen huis, want
hier onjtbraken de rozen en andere bloemen, die
bij hen tegen do muren opklommen.
filet een, kloppend hartje belde Bep aan. De
deur ging onmiddellijk open en ze zei met een
bevend stemmetje tegen hot dienstmeisje
„Ik ben liet dochtertje van dokter Halm en ik
zou graag d® majoor will® spreken."
„Komt u maar birinen jongejuffrouw1. 1
De deur ging weer dicht en Bep1 bleef in de
gang staan. Het meisje kwam spoedig terug en
bracht Bep in, een prachtige kamer, de door kaar
sen! verlicht werd. Eerst dacht Zij, dat er niemand
was, maar al gauw ontdekte z'ij "clen majö-or in een
leuningstoel. Eén voet ruste op oen voelstoeltje.
,„Zoo"'. zei hij op barseh'en, toon. „'tis wat
moois voor een klein meisje om nog zoo laat
cpra 'st'raat te loopen. Hoe komt je vader er toe
zoo iets goed te vinden?'"
Bep verzamelde al haar moed. Zij kon niet velen,
dat ieman|d iets van .haar vader -zei.
pArader weet er heetemaal niets van", Zei zij.
;,Dat maakt de zaak nog erger. Maar wat kom je
eigenlijk doen?"
Bep beet zich op de lippen!; zij wdde (niet buil®,
al was de majoor ook nog zoo boós. Hiij keek
haar doordringend aan. t
,„AArat kom je eigenjijk do®?" vroeg bij voor
den tweed® keer. 1
Bep voelde een, prop in haar keel, maar (ziji slikte
die weg en, zei:
jjlk heb iets voor u meegebracht, (dat ik dacht,
dat u misschien dadelijk noodig haclt",
„En wat is dat?"
,.Gebruiks®nj'wijIzing bekend", ze: ze langzaam,
©et volgend oogenblik schaterde do majoor het
uit van liet lach®. Bep keek hem eerst aan,, maar
begon, toen ook te lachen, zoodat hel tweetal sa
men plezi® had, totdat de voet van den majoor
dezem een pijnlijk gezicht deed zetten.
Bep keek hem vol medelijden aan en dacht
er over nia, hoe zij hem heljjj® kon. 'Zij ging
naar hem toe en vroeg: t
„Mag ik uw voet een's wrijv® 1 Ik kan het lioel
goed. Vader zegt altijd, dat ik hot zoo (goed Boo,
al zijn mijn handen nog klein".
,AK kan niemand in de buurt van mljln voet
velen", zei de majoor met o® verwrong® ge
zicht. i
„Dan ikan ik u niet helpen", zei zo, „dat
is jammer".
„Ja toch wel; je kunt me wat geven van „ge
bruiksaanwijzing bekend", zei de majoor, „en boa
eerder hoe beter. Schenk dat medicijnglaasje maar
tot het middeste streepje vol. Daarna mag je one
vertellen! ,hoe je er toe gekom® beat, het mij
zelf te brengen en wat er met di® luim Tom. ge
beurd is. Zeker gespeeld onjderweg in plaats van
zijp! plicht te doen".
Bep gaf den, majoor zijn mèSioijri en. vertelde
waarom zij zeil liet Uescbje gebracht bad.
';,\Vel heb ik van, mijn leven", riep de majoor
uit. „Jij berd nog eens een flinke meid. Maar nu
is het donker geworden en zal je vader al wel
thuisgekomen, zijn. Wat zal hij zeggen? Ik donk,
dat je hem erg ongerust gemaakt hebt."
,',Arader is niet zoo gauw ongerust, maar als ik
uw voet toch niet mag wrijven, is het maar het
beste, dat ik naar huis ga".
„j,Ja, stap maar stevig oanj, beste meid, en ik zal
je vader wel een,s een boekje over Tom opendoen".
Bejj ging nu vlak vóór den majoor staan jen
keek hem in, hét gezicht.
VDat geloof ik niet", zei tzij „zoo iets leelij'ks
zoudt u niet doen".
,",Nu, als ik beloof het niet te erg te maken, moet
je me een kus geven', zei 'hij.
Bep vond een glad plekje op de wang van den
majoor en, drukte er liaar lippen op.
,„AVel te rusten', zei zij", „ik heb nog een Koele
wandeling".
(Wordt vervolgd).
Bij ops wordt de vos voor het slimste flier ge
houden,, doch de inboorlingen van 'Afrika zijn van
oordeel dat bet fconjijn niet alleen heel verstandig
is, maar het in, sluwheid van pile andere (dveren
wipt. AVSji lat® hier één van de vele verbal®
volgen^ waarin het konij'n een rol speelt, zooals
wij die aan, Reintje toeschrijven.
©et luidt:
Een konijntje was op zekeren dag druk bezig
voedsel voor zich en (Zijn gezin te zoeken. Don
geheel®, morgen h'ad hij reeds nu oems hi®, dan
weer daar rondgesnuffeld. Toen het tegen d® mid
dag liep en de zon hoog aan d® hemel stond; weid
het erg wann. Hiet konjjiitje begon er last van "te
krijigen„ le meer daar hij züjh bontjasje niet voor
iets luchtigere kon verwisselen.
.Dicht hij een kruispunt ontdekte Üuj ©en hol,
dat er al heel koel en, aanlokkelijk uitzag. Het (ko
nijntje besloot er wat uit t© rusten ©n ge
noot weldra van de veitavikkelijk© koelte.
Na een! tijdje kwam ©r e® leeuw voorbij (pn
daar hij ook last van, de (hitte bad, stapte h'iji ©vem-
als het kopijntje het hol binn®.
©et arme konlijntje, dat daar op rijn gemak lag
uitgestrekt, ontstelde lievig, toen hip zag, wie daar
bet Kol in! kwam. Hjij bestierf het bijna van angst
en! dacht:
„lOcjh lieve help. Nu is het met m!ij gedaan'.
Nog pooit in mijn leven boa ik zóó (in het nau,w
gedreven, phf op het oogenblik. Ik /heb niets to
veiliezen, maar misschien win ik er b'ij, door heel
beleefd tegen mijnheer Leeuw, te Zijn. In elk géval
ga ik paar hem toe om hem mijn compliment |te
maken. Dat geeft mij meteen wat meer tijd om
n'a te denken"'. i -
Zoo gezegd, Zop gedaan. i
©et konijntje sprong nu naar den leeuw toe,
wierp izidh vlak vóór hem plat op den grond en
sloeg zijp voorpootjes tegen elkaar (zooals dc ip-
booilingen in Afrika doen,, als zij ee>n moerdere
tegenkomen)"® zei:
j,Goeden morg®, grootvader".
De leeuw was bijna gevleid en beantwoordde den
groet heel beleefd,- boog, sloeg zijn poot® even-
cops teg® elkaar en. zei
Goeden morgen, mijn kind". 1
Infusschen dacht het konijntje wanhopend^ wat
hij »zou kupnon doen om zich het leven te redden.
Zijn aangeboren sluwheid wead ditmaal wel tot
het uiterste op do proef gesteld^ doch liet hem
gelukkig niet in den sleek, want plotseling schoot
hem een middel te binnen, waardoor hiji misschi®
zou kunnen ontkom®. Schijnbaar wanhopend liep
liij snaar den lagen van lüet bol, ging op
zijlp achterpootjes op een rotsblok slaan en deed,
ais of hij met züjln voorpootjes e® overhangend stuk
rots opdcrsteundc. Opgewonden riop Iiijl uit:
j,Grootvader, grootvader, dit hol staat op het
pupt in te vallen. Kom, mij' loch eons igauwi helpen
om de rots tegen te houden", 1
De leeuw sprong verschrikt oveteind en stond
opruiddejjijk maast het konijntje, terwijl hij' het
in, zijn verbeelding ten minste uil alle macht
hielp om het stuk rots tegen' ito houd® en dus
een ontzettend ongeluk tie voorkom®.
©let konijntje, wiens list tot nu to© scheen
to zuilcp gelukken, zei, zoodra do leeuw zoo stond:
,jHioud 'm goed tegen, grootvader. Ik zal e®
stevigen paal gaan halen. Laat 'm vooral nieit los,
vóór ik terug ben;, want u zou or sbollig door ver
pletterd worden".
yjtleel goed", aptwoorddö do leeuw, „Ik zal 'm
blijven ondersteun®, totdat je met don paal te
rug beul" 1
kiel 'een vlugheid zooals misschien nog nooit
eenig konijn zich voortbewogen hoeft, sprong_ het
kopijttlje nu weg. Natuurlijk lachte het daarbij! in
zijp vuistje. D© list was ook zoo prachtig gelukt;
Inlusschen hield de armd leeuw, liongeiig en
uitgeput van' vermoeidheCdy uren aan een istuk in
rijp verbeelding het rotsblok .tegen, 'zich angstig
afvragend, wat het beste Zijn zou: biij'ven waar Wij
was ep volharden in rijm moeilijke houding of
weggaap en misschien verpletterd ,\vorden. i
Eindelijk toen rijn krachten geheel uitgepufc iaak-
teP en hij bovendien nog kramp kreeg in zijn ge-
heelo licjhaam, begon irij (toch te begrijpen, dat het
konijntje niet meer terugkwam en dacht hij somber:
„Ik kan slechts éénmaal sterven". Blij hield hot
rotsblok .piet langer teg® en liep naar buition, met
apders denkende, dan dat jiet hol zou instorti®^
Tot rij® groote verbazing zijn lievige veront
waardiging kwam hij' echter lot de ontdeklcmg, dat
de bewuste rots heel stevig en sterk was en heelé-
maal geen neiging vertoonde pieer te storten.
De Koning van het ,AAroud mompelde tusscliten
de tanden: 1
,},AVat ben ik dom geweest om dat ellendige ko-
njijü le gelooven. IMps ik maar niat zno dom gp-
wecsl". i i
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
'VOOR GROOTEREN.
1. Neger, Niger.
"2. Schoopmaker, K.ers, Maas, oor, saho®, keiK.
3. Stockholm.
'4. Utrecht, AtrecliL 1
VOOR RLEINE1TEN.
1. Ja, daar spraK EVERX ook teeds ran (kever)-
AVSj kwamen. BJJna te laat.
Oom AdaM, U Gaat vanflciag todi nog met
wee? i. Onug;.
AAre cinken juist Zondag met AinaoMIB
Roeien (mieÓ-
Ja, Tanito' AVE SPelen defeo sonate voor het
corst (wesp).
2. 'KORENBLOEM.
K aas 1
p 0 e s
v o II k
k 'p i E 1
to a N d
1 i B. i s
Lood i
b O o t
1 b i E r
k r o M 1
3. Droom, Dom, oom, rood.
4. Last, Gast, Bast, Mast, Kast. -