K N DE ^-BLAC
SCHIEDAMSCHE COURANT
ROBBEDOES
No. 13. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 27 Maart 1926
VAN DE
Naar het Engclsch vani L. E. TIDDEMAN.
Vrij bewerkt door
C. E. DE DILLE 'ITOGEItWAARDi.
4) -
Vaar loon /.lij ,rle voordeur uitging, zag zij' de
dogcart van. den majoor voor het huis staan. Die
koolsier zei. dat liij haar thuis zou brengen. Wiet
was een prachligen avond on "Bepl genoot vau
haar ritje.
Toen, zij thuis kwa.ni, yenvonclel'cia het haar, dat
haar vader zoo weinig Legalism zei. lltiji had, reeds
den brief van den majoor gelezen daar zou
liet door komen,, illiij nam haar in zijn armen en
kuste baar, doch' dat was niets nieuws. Hiiji begon
over Tom te praten, en Bep werd verlegen.
hU bent niet boos op Tom, is het wel vadertje?"
vroeg zij', n.iet wetend, of haar vader leeds van
alles op de hoogte was.
,',Nee, hoelcmaal rdet",' antwoordde hij glim
lachend, „Ik ben op niemand boos, maai ik wil
wel graag, dat mijn kleine meisje belooft nooit
meer zoo ver van, huis to gaan, zonder het haair
vader te zeggen".
.'IHtet spijt me. dat ik liet niet vooruit kon zeg
gen"', antwoordde zij.
.„"Wal het ook is, je moet Kol me altijd vragen.
Zul je daaraan denken, lieveling?"
,\Ja", zei Bep ernstig. „Daar zal ik aan (denken".
Toen kuste zij haar vader goedeunacht cm zei,
dat zij slaap had, iets dat nioii dikwijls voor
kwam. Toen, zij nauwelijks Vijffminuton in bed lag
en juifrouw Tomson eens om het hoekje van de
deur kwam kijken', lag züji al rustig te tslapen.
,,,'t Lieve kin,'ch', zei do huishoudster, „wat zal
ze moe zijn".
Haar Bep was niet langer moei, zij vertoefde in
hel land der droomen em to oordeelon naar den
glimlach op baar gezichtje, waren, bet gelukkige
droomen.
'HOOFDSTUK IV.
Op vi site b'ij den ma j oor.
Toen Bep twee dagen na het bez'ock aan den
majoor aan het ontbijt kwam, vond zijl een briefje
naast baar bord liggen, iets wat natautlijk hang
«Sol eiken dag voorkwam. Eerst dacht zij' zelfs,
dat liet een vergissing was, maar l'oem zij bet adres
bekeek, zag z!ij, dat het wel degelijk voor haar'be
stemd was. Haar n'aam stond, er op, doch liet was
niet duidelijk geschreven. Met moeite ontcij
ferde zij:
Jongejuffrouw Bepl Halm,
't Zonnehuis,,
Dalton.
Nu, zij was jongejuffrouw Bepl Htdm en hot huis
vsuji haai vader heette "T Zonnehuis, maar wie zou
hc-l briefje geschreven, hebben?
Zij ging naar haar vader en liet bet hem zien.
Zij begreep' er njets van.
Lieve kitüT', zei baar vader, „wat zou je er
van' zeggen, als je den brief eens openmaakte1,
dam kun je zien, van wion hij komt''.
Bil was een goede raad. liep scheurde het cou
vert oji'en en las:
Sip, lief vriendinnetje,
Ik zit nog altijd met mijn voet opi eem laag
stoeltje en verveel mo erg, omdat ik geen. klein
meisje heb. Denpc je, dal je vadier je eens eón
middag zou willen afstaan om een eenzamen,
ouden, man gezelschap te houden en heb je er
zelf lust in;?
Na vriendelijke groeten,
Majoor Wallis.
Bep liet baar brief uit baar handen vallen
,1,0 lieve help", riep z'ij uit.
JITeb je er niiet veel zin in?" vroeg dokter 1 talm
j,Je moet zelf maar beslissen.".
,i,Zou u er njiet mot majoor Wallis oveir kunnen
spreken'?" vroeg Bep.
,i,Nec kin|dje, de brief is aan jou geadresseerd
en je moet dus zelf een besluit nemen".
AÜiat is zoo moeilijk", zuchtte Bep, „en dat
duurt soms zoo lang".
j,Nu, je kunil, er den hooien middag over den
ken,, antwoordde baar vader lachend. „Je liebt
geen! haast te mater'.
Bep bracht den middag in den tuin door, maar
de bloemen, en struiken noch Hector, konden haar
raad geven. Zo'Jfs Tom niet, hoewel zij, 't hem
vi oog. iHlij kwant met zijn langznmen tied voorbij,
terwijl bij ztijln mand "droeg.
„.Tom", riep het kinld.
.'Ja Bep", anttwoordde liij'.
XJe hebt zeker geen ergo haast?"
Deze vraag was eigenlijk geheel overbodig,, want
Toni haastte zich nfooift.
,*Nee, ik heb geen haast. Wat wou je graag?"
„Tom heb jij majoor Wallis wel eens gel
zier.;?"
,',Ja".
Tom zette zijn, mand op den gronj. lichte zijn