Raadselhoekje.
de rustbank gaan liggen Dart kon bij goed eeren.
En Jan nestelde zich behagelijk mot zi|n taal
boek op de rustbank. [Het duurde editor niet lang
of liet weid al te behagolijk. Jan keek et meier
ia het boek, dat uit zijn hand opi den] grond viel
en sloot de oogen. Blij reisde zonder dat hïjl dit
natuurlijk zeil vermoedde naar Droomenland en
hel dumde niet lang, of luj hoorde de klok op'
vadeis schoorsteen eentonig tikken;
Lui lak,
Jan Tak!
.Lui lak,
Jan Tak!
•Zou die brutale klok dan nooit ophouden An
ders tikte zij tocli zoo hai'd niet, maar nu was 't om
uit je vel te springen.
'Maar wat was dat voor vreemd geluid?
't Leek wel een geklepper, 't Klonk echter niet als
de vroolijikie kleppermaisch, dien ziji op school
geleerd hadden voor het feest op Koninginjnedag,
See, 'twas saai en eentonig, niets aan, hoor.
Maar wie deed dat dan Z'ou zus mïsehien aan
zijn kleppers zitten of zou kleine Tom zich
oefenen?
Plotseling werd 't hem duidelijk, 'twas tie inkt
koker, die eentonig open etij dicht klepte ©a toen
Jan goed luisterde, verstond hij duidelijk:
Die lui-© Jan,
Die lui-e Jan 4 1
Wiordt-nooit-ecn-man.
(Wordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit't
vorige nummer.
WOOL GROOTEREN.
1. Beigen-oprZoom.
2. Middelburg. Gier, Elbe, geld, muil, Eihurg,
deur.
3. A, zuur, azuur.
4. D< r^e ran den Kouseband,, '((Engelsche
ridderorde).
(YOOR KLEINE>RRN.
1. KOPENHAGEN.
Kalf
h O n d
1' u P s
Oc n i E
a n !N a'
c 0 e f
Ar t s
e G e 1
b e E n
k o e N
2. Apeldoorn. Diora appel, rood, paai ét, Doorn.
3. Hooi, Ilaai.
4. Forellen (visschen).
Om op te lossen.
YOOR GROOTEREN.
1. Wie kan van deze lettere een dorp in," de
provincie AiodrcI-Holland maken:
vrcthDidneuei
Sf. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam.
1 van een stad in oil's land.
x
x
X. u
x.
x.
x.
X
le rij 't gevraagde gjwoord. t
2c rijl een bekende Engeïsclie koningin.
1 3c rij' een stad in Oveïiijlssel.
4e rij een sfad in 't midden van/ ons land.
5e rijl een jongensh'aam, t
6o rijf een stad in Dirent'o.
7e rij 'een oude stad in Italië.
Se rij het tegenovergestelde van glimmend.
1 9e rij' een lengtemaat. 1
10e rij1 een medeklinker. 1
3. Maak een bekende stad in Europa van|:
niet vee
4. Plaats in deze 16 vakje
'4A 2T 2S 10 31/ l'P 3N
zóó, dat je van links naar 'mclits enj van bo
ven naai' beneden leest: 1
i n
le iets, dat door vocht ontstaat.,
2c een brandend koo'rd^ dat dienit am iets
te doen ontploffen.
3e. een meisjesnaam.
'4c. een verblijfplaats van sommige dieien.
YOOR KLEINEREN
Met Bi bon ik een drank, met M eeii) 'ijverig
diertje, met G een 'roofvogel, met Zi niet
veel en met P een worm.
Op de zigzag-kraisjesl'ijn komt de naam van
een vogeltj'e. 1
le rij een uurwerk.
2e 1% iets,' waf zich bij' h'oog wa
ter In een dijk kan vertoonlen
Xei zeer gevaarlijk zijn.
.XI. 3e rij een knaagdiertje.
„X. 4e rij iets,' dat zóó licht is, dat
gjiX In op! het water drijft.
.X. 5e rij! een deel van een schip.
X 6e rij een jongensriaam,.
X'7e rij! een ziü'e vloeistof.
X 'Sc rij een zwemvogel.
.X. 9e rjji •tuinrnaiisgerecdschap.
X 10 rij een meubelstuk,' levens
bergplaats.
XXXXX XXXXX f
(X'
X.
i