kin: er-blad Oost West, thuis best. SCHÏEDAMSCHE COURANT De ontevredèn rivier. No. 20. Bijvoegsel van de Schïedamsche Courant van 15 Mei 1926 VAN DE (jVervolg en Slot). (Haastig wilde hij zijn nieuwen vijlaiyl ontwijken, maar de eekhoorn want die was h'et was met twee sprongen bij' hem. ,;JWaar jgaat u heen, meneer K.wak? vroeg hiijj .jen wat zoekt n>?" 1 .'.Ik zoek vliegen'', antwoordde onze kikvorscli angstig. ,yVliegen, bah", antwoordde de eekh'oom, me neer Pluimstaart „Noten en cleh[nena.pltels', dat is betere kost. Maar als je bepaald vliegen hebben wilt, ga dan mee naar mijn huis, daad zijn) ze in overvloed." „Wee, dank je, ik verstop' mij niet graag onder den gror.d''. jjWat bedoel je? Ik woon niet onder den,' grond''. '.'.Maar bent u dan geen vos?'" ),tfee hoor, dat is niet eens familie van me, of mocht ihet familie wezen, dan is 'tniet uit ie rekenen hoe ver. En wat mijn woning betreft,, die is heel ludhtig en gezond, boven in' dezen boom". .yO, dan ga" ik graag meer. Maar -i boe komen we boven?" .,'Kijk, dat doe ik zoo", antwoordde Pluimstaart, nu vroel'ijk, terwijl hij vlug tegen den stam van den boom. wipte en even later in een' paai* sprongen weer boneden was. ,i,Kom, volg mliji maai"'. Vader Kwak had ten hoogste verwonderd de klimpartij aangezien en staarde denj eekhoorn met groote ooger aan. „Dat kan ik n'iet", zei hij eindelijk met een zucht, ../mijn pooten zijn daar niet geschikt voor". 1 „ylk zal je helpen", antwoordde Pluimstaart, ,(,houd me maai1 stevig aan mïjh staart vast, dan zal ik je veilig boven brengen". Zoo gezegd, zoo gedaan. H'eisa, hopsa, daax gingen gzij den boom in,', Pluimstaait voorop en va der Kwak er achter aan. Krampachtig hield de iaatste de roodbruinen staart vast en hoewel hlij wel van angst om. hulp had willen roepen,,"kwam hij toch zonder ongelukken boven,. Het uitzicht was er prachtig en vliegen en muggen; waren er bij massa's. 'Als de wind de takken maar niet zoo heen err weer geschud had, zou 'them er zeker best bevallen zijn. Maar hij werd zóó draaierig,, dat hij plotseling uitriep: - ,i,'Breng me naar beneden!, gauw. Ik houd ;'t niet langer uit", „yZooals je wilt", antwoordde Pluimstaart. „Maar hoe krijg ik jo naari beneden?" Op hetzelfde oogenblik ruisolite hol in de tak ken en even later zat een, zwarte vogel vlak bij de woning van den. eekhoorn. Och, och, wat was vader Kwak weer geschrikt, maar toen de vogel zijn /kras, kras" liet hooren, dacht hij, dat hij! 'een kunstbroeder ontmoet had. pWaar ga je heen, broeder?'" vroeg bij daarom. Verbaasd keerde de raai' zicli om. lliij nam den kikvorscli eens goed op en antwoordde toen .fWel ik "reis voor mjfn plezier". „'.Toe neem mij dan mee". „Dat is best. Ga dan maar op mijn irng zitten". Natuurlyfc liet vader Kwak zich dit geen twee maal zeggen. j,Klaar", riep de raat' en vloog met hom weg. Kiamp'aehlig klemde do kikvorscli' zich nu aan zijn gevleugeld ros .rast/ doch toen hij' aan de be weging jggewend was; kreeg h'ij ell schik in. Zoo hoog dacht hij vol trots, was zeker nog nooit een kikvorscli gestegen. Maar wat was dat? Diaar hoorde hij plotseling het klapwieken van vleugels boven 'zich en,' toen hij opkeek, zag hrijn grootslcn vijrand meester Langbeen vlak boven zich.. En, meester Lang been 1een ooievaar, dal hebben jullie zeker al geraden wierp' een begeerigan blik op" hem. Van angst verloor de arme vader Kwak zijn even wicht, tuimelde omlaag en Toen hij weer bijkwam, 'zag hij1, dat hijzicli in zijn eigen sloot bevond, wel een eindje verder, dan waar hij haar verlaten had. maar 'twas toch de Kikkersloot. 'Gelukkig had de val hem. in het minst niet gedeerd, maar toch nam h'ij zich plechtig voor, in het vervolg tibuis te blijven en als hij nu op wanne zomeravonden, omringd door familie en vrienden, zijn. „Koak, koak, Iv,oak koak laat hoo ren, beteekent dat in menjschenlaal„Oost West, thuis best". r Naar liet Engolsch van E. THOMAS. Vrij1 bewerkt door C. E. DE LLL.LE BOGEB,WiAlARDt. Niet heel ver van de kust verwijd epd ontsprong een kleine rivier, tiaar water was zöó helder, en sclntterde zoo in den zonnfesqbijfa.,, dat rijt blijdschap en vroolijlcheid om zich' heen verspreidde. SHjet gras, de bloemen, ja zelfs 'de hei, alles wat langs haai' oevers groeide, was fleuriger dan ergens an ders. De vogels leschlen hun dorst aan haar water en toonden hun dankbaarheid door, het zingen van een mooi lied. Ook de insecten ondergingen haar invloed. De krekels zongen vroolijk en allei'lei mooie vlinders vlogen langs haar oevers en over lis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 8