1
Van alles wat.
HUMOR TJIT HET BmTENBAJSTD.
M
Nacht in 'tSprookjesbosch
Raadselhoekje.
'Oporaplalz, een vail do mooiste? pleinen, j nil da hoofdiol in ,,\V<t1zertraum" „héb
nict alleen van Berlijn, maar van 'hteclik altijd getracht mij Ket groe is te geno-t
Duitechland, tenminste in zijn oorspronke- ie verschaffen, dat oen stadsmonsch' kent,
lijken aanleg, in zijn effect absoluut zon
mineenon en dfe tenslotte nog de voor
naamste kerk van do Berlijnscho Katholie
ken, 'de Ilodwigskiiclio oven zoor ben
herinneringswerk aan den tijd van Fnedcrik
den Groote in oen hoek zou drukken
en voor drie\ iorde deel vrijwel onzicht
baar zou maken!
Iedereen pn alles spuwt vuur en vlam
tegen dit plan. Do pers prolosieerfc Do
Kunstacademie verzet zich in kornach' ige
bewoordingen. Do Duitsc.he Arelilteetou-
bond veroordeelt het ontwerp van het
Lcgin tol het einde, 't Geeft alles niets:
de tegeoring laat rustig de voibonwing be
ginnen, alsof hierover do ol manks te har-
uionio bestond. Waar >zij nu eenmaal de
macht en den invloed heeft, begint de
Pruisische „Bauvenvallung" met de opzet
telijke vernieling van een der schoonste ge
deelten nit het iB&dijnschc stadsbeeld, pn
tenzi„ ei een wonder gebeurt, zal zij baar
wil doorzetten. 3Dm kan genist zeggen,
dat zulks in Parijs niet mogelijk zou zijn.
En zoc moet men uit eerbied voor onze
nationale kmislwerken a's goed Duitsc.her
enscben, dat ook de Dadselie re-geerings-
colleges zich in deze aangelegenheden met
die ijver/.ucUtige zorgzaamheid en oplet-
tendbeid vapeuen, waarmede men Injna
oveial in het buitenland het nationale
kunstbezit onderhoudt en verzengt.
Dr. MAX OSiiORX.
Gemengd Kiouws.
te meer, daar het „week-end" my sinds
mijn Now-Yorker tijd lief is geworden. Aan
het tooncel, met zyn Zondags-matince's en
-o.v o ml vo om tell i ngen heb jo zelden gelegen
heid om de vnje natutu* in te vlucli en.
Fen van de wiemen, waarom ik de» te
meer van liet film-spelen houd... Zoodra
's Zaterdags het werk aan kant is, poets'ik
diiect de plaat, spring a tempo m net
meer en zwem. Wat ik nog meer doe?
Slapen in do zon liggen tennis
sen -wandelen. Geen minuut, langer afin
noodig i«, ben lik in huis
De acteur 'Jakob (Piodlko antwoordt:
„Ik ken, als Itillni- en tooneol-acteu'r,
helaas lieelemaal gicen week-end-uitspan-
ning, maat mijn Viijdagon besteed ik, zoo
mogelijk als jager... Ik heb hot in bet
jagei-Latijn nog nict ver gebracht en kan
derhalve niet voet over mijn week-end-er-
vaiingen schrijven."
Pc. componist Franz Lólïar:
„Daar ik maanden lang van mijn Weenen
afwezig en op toumiéo bon, valt. wal ik
zeg, ongetwijfeld uit den loon. Maar ook
als ik in "Weenen tooF, kon ik een week
end van uitmaten en uitspanning mol. Waart
in den loop van do week wordt ik over
loop mi en moet zdLC loopen, van den
schouwburg naar allerlei meaistihon, van
den dirigent naar den lessenaar, zoodat ik
voor inderdaad ernstig weik geen tijd over
houd. Als de WConor's 's Zaterdags het
groc-no bosch introkken, took ik mij terug
achter de groene schrijftafel. Daairom heb
ik mij weer feu zoorste op Pinksteren ver
heugd, omdat ik loon twee Wecle dagen
rustig kon werken. Ik heb geen liefhebbe
rijen mijn sport is do schrijftafel."
Paul Bonoour, do Fiansclio advocaat en
staatsman, klaagt:
[Wjtarde heer, van 'sZaleulagsgmiddags
lot Maandagochtend z.it ik «ver mijlu, par
pieren gebogen... Ik wil mijzelf hieimeo
geen kroon op het hfoofd zotten;, want ik
Gasontploffing tc Los Angelos.
Te Los Angelos heeft een onlplefiing
plaats gehad van gas^ dal z.ioh in de ondoi
Mission Ro.ul liggende huizen bevond. Dien
tengevolge vloog een gedeelte rati; hfcl
straataspbalt itr brand, waardoor drie win-
kelgebouwen verwoest en negen auto's ver
brandden. hogen personen liepen veiwon-
gen op.
De overstrooming in Buslancl.
De overstioomingen in het Wolga-gieb'cd
breiden zich uit 'Reeds staan tal van ste
den bijna totaal onder water. In do om-
stielen van Astrakan zijn 6000 arbeidoi»
met 2000 (paarden in de weer om de
laag gelegen stadsgedeelten door dammen
tegen overstrooming te vrijwaren. Ook in
de omgeving van Nisjni Novgorod is het
water in de laatste dagen weer gestegen.
Twaalf huizen werden door het water mee
gesleurd. pen groote fabriek stortte in
Uit Bakoe wordt gemeld, dat de Koera
nog steeds wast. In de 'omgeving van
Bakoe staan "200 huizen onder water.
Hoe besteedt ge uw Week-End
Deze vraag heeft de „Vossisclie Zeitung'
gc-stekl aan een aantal bekende personen
met uiteenloopcndie beioepen.
..Zoolang ik in Du.tsc'hland werk," aldus
de filmactiice Mady Christians, welbekend
Vader; het voorwerp van z'n dochler's bevlieging
besprekend„Wel, voor don drommel, maar hij verdient
maar 30 gulden in de week."
Dochter (smeekend)„Jamaar, pappie, een week
is zoo gauw om als je weikelijk echt van elkaar houdt."
(Punch.),
Huisvrouw, tot overweikten knecht voor alles: „En
denU er aan dat je den daium op ieder ei schrijft en den
naam van de kip die het gelegd heeft"
Knecht„Dan moet ik ontslag vragen, mevrouw Ik
heb bijna alle kanveitjes hier opgeknapt, maar om nou
ook nog secretaris van uw kippen te worden, daar pas
ik voor."
De man„Fooi, wat is er met dio sigaren gebeurd
Z'n vrouw „Wel, lieve, ze ruiken zoo verschrikkelijk
on daarom lieb ik er wat eau do cologne op gedaan."
(London Opinion.)
K H- >i=~rirS"
Wanhopige kindermeid* ,0 meneer, ik ben baby kwijt
geraakt
Dommelige vader: „Wel; mevrouw zal het van je loon
moeten aftrekken."
- (London Opinion.)
beklaag het feit, dat do politici in Frank
rijk niet do weldaden van het beroemde
week-end kunnen genietan,waaruit de En.
gelscho staatslieden z'oo'n geestelijke kalm
te putten
En Edouaid IRerriot zucht: j 1
,!,jWlook-eml? Gonnpiis nas. 's Zater
dags reis ik naar nfijn gelede stad Lyon,
waar ik burgemeester ben en voer daar het
beheer tot Dinsdags. Dan roept mij do Ka
mer en haar politiek
Die Frauscbe minister van. Financiën,
Raoul Péret is nog somberder:
,,,!Wjeek-bcgin on week-cin(lo, niks het
zelfde; werken, weiken, workem, Als lmt
's Zondags „goed weer" is ga ik met mijn
vrouw eti mijn dochter eonj uurtje in het
Bois wandelen".
En de minister vaui oorlog, Paul Pain-
levé:
,,|W!oek-bnd? Geen idee. Sinds maanden
ben ik Parijs niet meer vu (geweest. Tljeb
ik toevallig "een vrij oogenbhbjoj dap sim
dcer ik wiskunde"'.
Jean Becquerei; do wereldberoemde na-
Luiii kundige: i
,,'s Zaterdags sluit mijn laboratorium niet
Voor een natnuronderzi'ooker is liet oogen-
blik kostbaar en het leven te koit om
hel beoogde doel Ie bereiken, 's Zondags
blpjH' itk thuis sta als gewoonlijk 's och
tends om vier uur op en sluit 'mij op' in
mijn studeerkamer.' die volkomen geïso
leerd ligt. De maaltijden kosten ieder oen,
kwmlier; dan keer ik naar nVijn( werk
terug, 's Zondagsavonds guii| ik 'mij een
rnu ontspaniiiing, ik besteed liet aan oigol-
spelen, mlijn ecnigo afleiding."
Paniek op een rivierboot,
Een geweldige paniek ontstond on
der de hondeidcn opvarenden van lief
s.s. Washington living,; toen dit vaartuig op
de IJudso-nrivior nabij1 Hoboken, door een.
tankschip werd goiamd.
Dit ongeluk werd vctrooiaakt door den
buitengewoon dikken; mist. Op de Wash
ington Irving,' die den dienst van Kew-
Yoik op Albany onderhoudt eni de grootste
rivierboot tor wereld moet zJijm was een
groot aanlal vrouwen en; kindei en, die oen
pleiziei tochtje maakten. Dat deze bij de
aanvaring door ontzetting weiden aange
grepen ligt voor do hand. D,o officieren
bobben oclhlcr nadeihand verklaard,; dat do
mannelijke passagiers zich njog veel muider
beheerscht hebben gedtagen en niet
schroomden de vionwcn enj kleiiien weg
te dringen en, onder don voet te loopen,
om zelf bij do sleopbooten te komen,die
op dit drukke riviergedeelto natuurlijk in
menigte aanwoziig warenj en ter redding
toeschoten. G-elukkig scjlifijtnery ajlc passa,-
giors levend aan booad van deze hooien
te zijp gekomen, tenvijl ook njets wordt
gehoord over ernstige verwondingen.
Ilfot aangevaren schip is nanj den grond
voor de avondsoep In plaats van' zooals nndeis in
de buurt der tafel te liggen, bleef 'hij nu. met 'zijn,
kop in de hoogte snuffelend, onder do plank slaan,,
waar vader zijn muts neergelegd had ATu en dan
ging hij zelfs op zijn ackteipteoten staan.
Rudf th,acl hem oplettend gadegeslagen en, het
gedrag van den hond in verband gcbiacht met
hetgeen hij zelf over de muts gedacht had. ïlliji
had natumlijk op het bankje kunnen klimmen en
als hij op zijn teenen stond een blik erin
kuhnen werpen. Rudi dacht hierover na en liet
zijn soep bijna koud worden.
.(Geen honger, Rudi?" vroeg vader. „Waarom
eet je niet en kijk je voortduiend naar de plank?"
De jongen kreeg een, kleur. Zou hij vader vragen
wat erin de muts zat?
iOp hetzelfde oogenblik zei vader:
-ilk begrijp liet wel. Je bent zeker nieuwsgie
rig, wat er in mijn inuts zit. Ik heb wat ,voor jullie
meegebracht kinderen."
Pij nam nu de muts en hield Iiaar zoo laag,
dat 'zelfs Babjc er gemakkelijk in kon kijken,, want
de kinderen waren nu allen om hun vader heen
gaan staan.
,i,Kleine kuikentjes" riep Babje uit.
,j,Nee, jonge eendjes", verbeterde Anna haar
zusje.
j,Jonge gansjes zijn' het", zei Rudi en Mina be
vestigde dit, terwijl zij er nog aan toevoegde:
jYicr stuks en zoo groot en sterk al".
J.Ja" zei (Wemer, „en dat is maar gelukkig,
Want anders hadden zij het er stellig niet levend
afgebracht. Toen ik ze opvischtc, zat er niet veel
leven meer in. De rivier had ze meegevoerd. Wjie
weet, \velk een lange reis Zij reeds achter zich
hadden, toen het mij gelukte 'zo met mijn vischnct
opi Met droge te halen".
...[Waar zou de rnoedeigans zijn?"' Vroeg Mina
ernstig. „'.Arme kleintjes".
/Ja, dat weet ik nict. Misschien is zij Onderweg
ópgevischt, misschien ook is zij omgekomen".
I .jjMina", liep Balije nu uit. „Niet zoo bedroefd
kijken. Peb je je p'rjn gedaan,?"
[M temer legde zijn hand op Mina's schouder,
1'Ar ril kind", zei hij medelijdend, „die jonge
gansjes, wekken waarschijnlijk een droevige her
innering in jo op. Zorg maar goed.voor de arme
dieren; liet zijn weesjes evenlals jij. Geef ze brood
en aardappelen. Alaar nu moet ik noodig weg".
pij. kuste rijn kinderen, op het rijtje af, gat Mina
een hand en zei: „Dat je liet varken en de geit
nict vergelen hebt, zag ik, voor ik het huis in
kwam. Maai voor den nacht kijk je n,og wel eens
in den stal om te zien of alles in orde is, is fciet
niet?" f
„Zeker", zei Mina vriendelijk, terwijl zij de deur
voor (WJeiner openmaakte.
/Do legen en de storm zijn iets minder geworden
zei zij ea toen |Wjern'er rnet een „Goddank" hot
liuisjo veiliet. grendelde zij de deur weer.
'/.Ik weet, wat ik doe", juichte Anna. „De ganfe-
jes moeten een groot nest hebben". Bij deze woor
den holde zij naar den zolder en kwam even
later met Gier oude plankjes van gelijke grootte
terug. Pjervan maakte zij een vicikant, legde stroo
binnenj in en zette de gansjes in hun nest.
.{.Kijk, dat dacht ik wel", riep Rudi uit, toen er
een plank omviel. ,,Zoo gaat het niiet",. En mei
groote krachtsinspanning sleepte hij vier bate tee
nen aan. „Pu habben de planken een steuntje
en kunnen zij niet omvallen'.
1 Mina. had intusschen voor wat eten gezorgd,
maar Anna smeekte haar zoo, de kleinjjes te mogeti
voeien, dat zij toegaf. Dat was een pretje op) zich
zelf. Aan den stoim en den ïegen buiten dachten
de kimleicn n'u nauwelijks meer. Gelukkig waien
deze weikclyk wat Bedaard, en gelukte" het de
zon zelf» door het dikke wolkengoitlijn heen te
breken. Toen Mina de luiken openmaakte, wilden
de zonnestralen zeker eens zieii, wat de Wlernérs
toch uitvoerden".
Dit meende Rudi tenmin'ste, toen het plotseling
weer licht om hom heen werd. Poewel Mina n!og
altijd ernstig keek, moest zi| toch even lachen,
om hetgeen hij zei. Do kindeien| waren allen in
bewondering voor de jonge ganzen en zelfs de
kleine Albeit trappelde van plezier.
De zon veidween echter weer oven, snel, als zij
gekomen was en de avond viel in. En met hem
kwam de zandman. Pet kleinte gezelschap wercl
moe en de een n,a den ander werd naar lied
geb lacht.
Alleen Mina voelde geen, veimoeidhoid. Zij had
ook nog heel wat te doen en weg te inimen en
bovendien n'aar de dieren in den stal te kijken.
Pet was al laat, toen zij met alles klaar was 'en
een blik op de klok wierp.
„Ovgr negenen al", liep zij uit. „En vrouw
jMjerner is nog altijd n'iet terug. Als er maar geen
ongeluk gebeurd is".
Deze gedachte deed haar over al haar ledei-
maten beven. „Zouden de Sitters* haar hulp ook
in den nacht niet kunnen missen? Of wilden _zij
liaar misschien den moeilijken, terugweg bespa
ren? Ziij kon het niet geloovcn. Maar zelfs, al
zou vrouw Wcinor er gebleven zijht dan zou
Sitter toch wel gozoigd hebben, dat zij een bood
schap kregen. 1
Ongedurig liep Mina in' het vertrek heen en
weer. Ontelbare malen bleef zij1 voor het raam
staan luisteren, of zij geen, naderende voolslapj*m
hooide alles bleef editor stil. Zij hoorde slechts
het ééntonige n,eervallen van den 'regen. Nu en
dan huilde daar lussohendoor een enkele wind
vlaag, doch sliet haalde niet moer bij' den storm,
welke overdag gewoed had.
Als ei* maar geen vallende tak vrouw We'rnpr
in het vooibijgaan gekwetst o£ zelfs gedood had.
Als de biug over de bock eens door het opstuwende
water weggeslagen was. - misschien jnisl op liet
oogenblik^ dat zij er over liep. Als de woeste
waterma»sa haar maai niet had meegevoerd.
weid Mina steeds jjngsliger te moede. Reeds
eenmaal nu zes jaar geleden, haddon do ont
ketende uatuurki achten een groot ongeluk over
haar gebiacht. In haar herinnfcring zag zij ze
weer voor zich, de woeste, baltsende golven, wel
ke in dien oniLzeUendon nacht plotseling haar liet
gebooitcdoip overstroomd hadden. Z'ij hóórde weer
het noodgelui dei* kerklok; net om hulp roep'en
van vrouwen eni kinderen, die zich in gevaar be
vonden,'* klonfc haar weer in do ooren. t W|us
haar, als hoorde zij weer het ineenstorten, van de
tuinschutting en den houten stal,, het roepen der
manneg die zich haastten te redden, wat er nog
te redden viel. Pet gchcelo onbeschrijfelijk treurige
tooueel van dien kornmeivollen nacht, stond haar
weer voor oogen.
"Woel jo, dat kabouterkind'.!en
In het maanbeschenen bosch, 1
Dansen, huppelen en springen.
Over 'tzachte, groene mos?
l
Weet jo, dat er elfjes zweven,
in dien held'ren maneschijn,
'Elfjes met hun zachte vleugels,
Elfjes groot en elfjes klein?
Weet je, dat het dievenvolkje,
Mol, haas, egel en konijh,
Jn zoo'n raaan'nacht heerlijk spelen,
Dat ze helder wakker ztijn?
Weet je, dat je 't alles zien kunt,
Zoo maar 's nachts van uil jo bed..
Als je maar met zachte handen,
In hot Droomrijk wordt gezet?
1 TRUUS DiENTJS.
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
(Wordt vervolgd).
SPELLETJE.
De Rei'zigstor.
1 Dit (spelletje kan zoowel binn'ou als lbuitcns-
huis gespeekï ivoidcn.
Plaats hieivoor een aantal stoelen één minder
dan ér is peels Iers Zijn in iwoc rijten op ctanigcm,
afstand tegenover elkair. E,éni der speelsters heeft
dus geen stoel. Zjji is de i*oeizig»l,er en, hc\gin(t nu to
zeggen:
yj[k ga op reis naaren njoomt een aardrijks
kundigen jifuun op als: het meer van Genève. Grie
konland, dén| Iudischcu Oceaan, do Alpen, Apel
doorn, den Rijn enz. enz'.
Noemt zij water op, b.v. liet moer van Genève,,
den Jndischen Oceaan, den Rijn, dan moeten allen
opstaan en oen, stool aan don overkant Irachlcin te
bemachtigen.
V/ie geen stoel veroverd heeft, wordt nu rei
zigster en moot dus cp haar beurt een aardrijks
kundigen naam opnoemen. 1
Noemt ifj echter een naam; dien, geen water bc-
tcekent, tem ar land, een, berg of gebergte, een
plaats enz., zooals Griekenland, do Alpen, Apel
doorn, dan mag njet van plaats veranderd worden.
Staat één dor speclsteis in dat geval toch op
en komt er dus een sloel vrij, dan! is do reizigster
or op uit, den leegen stoel te (veroveren! en de
gene die haar stoel verloren Keeft, gaaf/nu tteizen.
Eiken keer, dak do reizigster geen steal kan! hc-
Tnnchligen en dus reizigster blijft, moot z'ij teen
pand betalen.
Deze panden woulcn baar verbeurd. 1
1.
2.
3.
voor gBoteren.
Bark, krab.
Sinaasappel, Napels, pil, lans, pas, pari.
jilelk, weg; Melkweg (sterrenbeeld).
VOOR KLEINEREN.
Blaar, klaar.
Dam, bord; damboul.
Kom Olto, ik STA AL oen kwartier Ic wach-
ten. (staal).
D|e vrouw Maalde do zuurkool uit bet vaT
IN den kelder. (tin).
Ik keek dadelij'K OP; ERnst Awm echter
1 3 ceds verdwenen. (koper).
Tante ih,ad geen ZIN. Koon[, om zoo laai, naar
bed io gaan. (zink).
Ik (lileb niet graaO OU Don rommel op zol-
'dor. (goud).
Morel, (cm)mor, (sp)cl(d),
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN. 1
Kruisraadsel.
Op tic beide kruisjeslijncn komt do njaaui
vail een slad iri Zuid-]H|ollancl.
X
.X.
..X..
.X.
.X.
xxxxxxxxxxx
-x--
X
'X' 1
'X'
X
Ie rij oen medeklinker.
2e rij! een boom'sooat. f
3c rij oen lijdsveiloop i
4e rij een voorworp, dat men aan, (den voet
draagt en dat velen i»1 den winter genot
verschaft.
6e rij een werkwoord, dat gekheid maken
beteeken t. 1 1
fifpf-H l f
gO70t.
i i
1
D
E
E
N
E
B
R
0
1
R
W
T
N
0
T
A
I