5c rij een oude taal.
6e rij oen vaartuig.
7e rij con. klinker.
VOOR .KLEINEREN.
1. Laddcmadsel.
lc (bovenste) sport een deel van
een uurwerk.
2e sport oen roofvogel.
3e sport een waterplas.
4o sport hot tegenovergestelde
van groot.
5e sport oen fihscilie drank,
(ie sport een sieilijke zwem.
vogel.
7e spert een Viuchtje, dat in het
wild groeit.
Se sport iets, lat door ons be
woond wordt.
Deze voorden bestaan allen uit 5 letters
en de middelste letters vormen, van boven
naar beneden gelezen, den naam van een
sjadje in Gelderland.
2. Verborgen plaatsen in onls land.
De nieuwe katrol deugde niet.
Wij vonden, dat Jan Viscb edelmoedig ban.
doble. (2)
Piet loerde ,zijn les, terwijl Steven fietste. (2)
Zij kwam er ongenoodigd binnen.
6. 'Mijn eerste is een viervoetig dier. mijln twee
de in eejn riviertje in ons land, en mijn
geliecl een dorp in Zuid Holland.
4. .dijn icerslo twee declen vormen samen
een groot getal, mijn dorde deel is een
lichaamsdeel van een dier en mijn geheel
een insect. Wie raadt dit?
X i
"x
PIe{jC van de buren
is bij ons te gast;
Pietje heeft veel kuren
o, daL is zoo'n last.
Dit vindt hij "niet lekker,
daf vindt hij niet fijfn
hier wil bij niet zitten,
daar wil bij niet zijh.
Dit wil bij niet spelen,
daar vindt hij niets aan",
zullen wij dat Pietje
maar niet laten gaani
Neen, daar komt zus Liesje,
helpt ons uit den brand
'n hakje vol met zeepsop
draagt ze in de band."
Pijpen brengt ons zusje
ook al voor ons mee
nu aan 't bellen-blazen!.
Pietje pruilto wee.
Alaardie mooie bellen
trekken hem toch aan.
nu met naar hem kijken,
laat hem stil begaan.
Weldra is ons Pietje
11 eel em a al bekoord
door de zeepsopbellen
helpt hem nu maar voort.
Kijk, zóó moet je blazen,
weet je nu. hoe 't moet?
flink probeer 'tmaar, Pietje,
ha, zóó gaat het goed.
Waar zijn Pielje's kuren?
'Alle vlogen weg
met de mooie bellen
is 'tniet grappig zeg?
HEKWANXA.
X
X
X
X
X