ft
urn
Ea 's avonds, en ""s avonds,
dan loopen z' a op 't ijs
en zeggen al bibb'rend
wat was me dat een reisT
IJsbeertje, ijsbeertje,
die voelt zich liier wel thuis,
ik blijf hiert zoo roept Ixij,
gaan jullie maar naar huis!
liet scheepje, het sdbleepje,
komt eindelijk weerom
en Mientje, die vluggerd,
rolt met de tobhoe doan'
0 heden, o heden, f
nu bibbert Mientje ebt,
maar Moesje, lief Moesje,
brengt alles gauw terecht' HERMANBflA.
CHRIS