Schiedamsche Courant,
KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Mollie en de Bijen.
STADSNIEUWS.
Verslag van den Gemeenteraad.
Zitting ran Vrijdag 20 Mei.
's nammiddags 2 uur.
IV..
Vragen betreffende ad.
mi nis tra ti ere leerlingen.
(Vervolg).
E,r zijn nog andere methoden, die gevolgd
worden, om aan de moeilijkheden, door de
rijksbcpalingen ontstaan, te ontkomen,
Er zijn 4 teldatums in liet jaar en nu
kan men een dag voor zoo'n beroemden
datum kinderen van de cone school naar
de andere zenden, om ze éóu of meer
dagen na dien datum weer terug te zen
den. Is dat wettig, is dat moreel ie ver
antwoorden? De kinderen gaan zich af
vragen, waarom zij eenige maten per jaar
een paar dagen naar een andere school
moeten. Is het Uit paeclagogisch oogpunt
niet te veroordcelon, die methode toe te
passen? Bovendien kan spr. zich voor
stellen, dat ouders er bezwaar tegen heb
ben, dat hun kinderen voor dergelijke prac-
tijken worden gebruikt.
Bp zekeren dag werden van ecu bepaalde
school, die spr, nu maar niet nader zal aan
duiden en sclhool no. 1 zal noemen, 16 kin
deren naar school no. 2 overgeplaatst. Bal
was op 2 Pee. Naar school na. 2 kwa
men ook nog 9 leerlingen van school no.
3. Op 5 Jan. waren deze weer terug op
school no. 3. Als men bedenkt, dat in do
periode, dat ze op school no. 2 waren,
de Kerstvacanlie valt, kan men nagaan,
wat voor nut die kinderen van Let onder
wijs op school no. 2 hebben gehad.
Van de 16 leerlingen, die 2 Dcc op
school no. '2 kwamen van school no. 1,
waren op 22 Dcc. 4 afgeschreven, omdat
ze voldaan hadden aan de leerplichtwet;
op 23 Febr, liad dat zelfde plaats met 2
leerlingen; op 2 Maart mot 5 en op 27
Maart mot 3 leerlingen, zoodat toen van
de 16 leerlingen 14 waren afgeschreven,
omdat ze voldaan hadden aan de eiscihen
van do leerplichtwet.
Op 3 Maart waren weer 4 van de
overgeplaatste leerlingen terug op school
no. 11
Andere scholen weten zich, in stiijd met
de wet, te behelpen met volontairs.
Is bet nu zaak, als men zelf weet dat
TWEEDE BLAD
Zaterdag 28 Mei «927, Ho. I85I1.
er, huismiddeltjes zijn, deze dingen elkaar
voor de voeten te gooien f Spr. heeft
hel niet tot zijn taak geacht de school
besturen, die deze toepassen, ter verant
woording te roepen. Er heersckt wel eens
ten opzichte van een belangrijke bepaling
in de wet misverstand, n.L dat hei Ge-
moentebestuur belast is met het toe-
zicht op de schoolbesturen. Maar wij staan
altijd op hel standpunt, dat we den men-
schen helpen moeten en dat men niet over
allerlei kleine dingen moet vallen, die ver
band houden met een toestand, die lang
zamerhand weggroeit, omdat men zioli aan
de bestaande bepalingen aanpast. Daarom
treden wc ook nooit belemmerend op en
daarom is hot ook te betreuren, dat deze
zaak door de vragenstellers zoo opgebla
zen is. Zou men willen, dat al die school
besturen, die elk voor zich gebruik maken
van huismiddeltjes, gedwongen werden ge
heel volgons den letter te handelen? Is
het geoorloofd, dat 5 maal achtereen de
zelfde leerling van de lijst wordt afge
voerd en daar weer op wordt gebracht?
Mogen volontairs gebruikt worden buiten
de wet om Stel die vragen maar eens aan
het departement. Er zijn heel veel dingen,
die niet formeel berecht moeten worden,
want daardoor schept men voor anderen
moeilijkheden. liet is daarom heel jammer,
dat de hecren vragenstellers op dat pad
zijn geraakt.
Indien, wat welhaast niet denkbaar is,
anders beslist Wordt dan wij verwachten,
dan wordt de Gemeente op kosten ge
jaagd en heeft men anderen in moeilijk
heden gebracht.
En omdat het vandaag weer mooi weer
is en alle stormen uitgewoed zijn, daar
om zou spr. willen advisecren: geef deze
zaak een fatsoenlijke begrafenis 1
De heer Slavenburg merkt op, dat de
lieer De Bruin heeft gevraagd. Waarom
stelden jullie die vragen? Je brengt er
Schiedam maar meo in moeilijkheden.
Toen de heer J. M. van Pelt zijn vra
gen betreffende do Julianasobool had ge
daan, werd spr, opgebeld en wercl hem
gevraagd: Weet u wel, hoe er hij de Ge
meente geknoeid wordt? Toen is spr. pas
gewaar geworden, wat hier geschiedde
Blijkbaar is deze zaak ruchtbaar geworden
en daarom waren vragen van anderen niet
uitgesloten. Indien dat gebeurd was, zou
de indruk gewekt zijn, dat de Gemeenteraad
medewerking had verleend, om de zaak in
den doofpot te sloppén.
De lieer D'e Bruin heeft met voel om
haal van woorden willen betoogen, dat
alles, wat niet volgens de wet geschiedt,
daarom nog niet onwettig is.
En eenigen tijd geleden heeft hot Col
lege meegedeeld, dat maatregelen worden
genomen, om aan den bestaanden toestand
een einde te maken. De heer De Bruin
rnoet dat nog maar eens nalezen. Deze
heeft oók gezegd: de Oifderwijsraad be
moeit zich niet met deze aangelegenheid,
maar spr. herinnert er aan, dat in het
antwoord op de eerste vragen* B. en W.
hebben meegedeeld: „Deze methode vond
bij den Onderwijsraad en het De-
partement waardeering, zoodat van die zijde
een zeer tegemoetkomende houding werd
ondervonden."
En dc Onderwijsraad heeft niets met deze
zaak te maken, beweert de weihouder thans.
Die tegemoet komende houding van den
Onderwijsraad slaat volgens spr. op dc
geleidelijke invoering en niet op 't systeem
dat toegepast is.
De heer De Bruin zegt verder, dat ge
handeld is in het belang van de gemeente
en liet kind en dat niemand geschaad is.
Als de wet deze handelwijze toeliet, zou
ze goed zijn, maar o. i. Iaat ze dit niet
toe.
In het Kon. Besluit no. 42 van 1912
wordt gezegd, wat onder Werke'ij'c sdioo'-
gaande kinderen moet worden verstaan en
als Laban en Ligtvoet, die een speciiale
studie van deze materie gemaakt hebben,
in bun toelichting meenen naar dit Kon.
Bcsl, te moeten verwijzen, om aan te dui
ten wat werkelijk 'schoolgaande kindoren
zijn, dan voelt spr. zich, met a'le respect
voor do kennis van den beer De Bruin
van deze materie, tocih nog altijd veiliger
in liet gezelschap van die hoeren, dan
in dat van den wethouder.
Door dezcu zijn voo ts Oipmetkingen go-
maakt over schoolbesturen, die doze zaak
niet dekken. De heer De Bruin heeft tegen
een schoolbestuur gezegd: Doen jullie maar
net als de Gemeente.
De heer Die Bruin: «Dat hob ik nooit
tegen een schoolbestuur gezegd!
Po heer Slavenburg: Diat heeft u
persoonlijk tegen mij gezegd! Toen ik als
lid van een schoolbestuur een onderhoud
met u had en ik de opmerking maakte,
dat ouders bezwaar maakten tegen het
zenden van hun. kinderen naar een an
dere school van onze verecniging, zeide
u: Dan moe-ten jullie die ouders 1/iair
dwingen, zooals we ook bij dc Gemeente
doen
Eén vraag heeft de wethouder nog niet
beantwoord, n.l. of dc getallen, die bij
eenigen tijd geleden opgaf als te zijn bet
aantal kinderen, dat do school Marlens
bezocht, betrof het werkelijke aantal of het
fic'ieve. Spr. stelt er prijs op, daarop een
antwoord te ontvangen.
onderzoeken, of wat hier gebeurd is, toe
laatbaar is. De "heer De Bruin lieefl ge
zegd Die arme minister van onderwijs
kunnen we toch niet toet zulke dingen
lastig vallen. Maar spr. begrijpt zoo'n ant
woord niet. Als er iets niet duidelijk was
is voor iWoningdicnst oï werkloozenzorg
wel meermalen een bezoek aan den Haag
gebracht. Maar nu het een onderwijskwestie
betreft, wordt het 'als een onmogelijkheid
voorgesteld het kelfde te doen. Spr. vindt
dat niet erg behoorlijk; sterker wil hij zich
niet uitdrukken. AVaarom- nam men nicl
eens een treintje naar Den Haag?
Dc verantwoordelijkheid voor oen schade
van f200 000, die het gevolg zou kunnen
zijn van liet gevolgde systeem, wijst spr
terug Die hebben zij te aanvaarden, die
het systeem toepasten Dingen, die niet
deugen, mogen niet in den doofpot ge
stopt worden, ook niet als men weel, dat
schade net govolg kan zijn. De vcrant
woordelijkheid daarvoor dragen zij niel,
die ze aan 't licht brachten, maar die ze
bestendigd hebben.
Spr. had hol plan een motie in te die
nen, waarin do Raad zich uitspreekt, dat
hij een onderzoek van do autoriteiten go-
wenscht acht, maar spr. zal van zijn voor
nemen afzien als blijkt, dat het departe
ment reeds met een dergelijk onderzoek
bezig is
Do heer De Bruin sprak van het mooie
distributie-sysieom, m'aar spr. kan dat niet
mooi vinden. Denken de andere wethou
dors daar even zoo over als de heer Do
Bruin.
De heer De Bruin: Dat is het top
punt I
Do heer Slaven b u r gU sprak van
een mooi dislril u'iesystecm'.
De heer D'e Bu'uin: Dut was natuur
lijk als satire bedoeld!
De heer Slavenburg: Als die kwa
lificatie sa'irisch bedoeld was, vervalt de
opmerking, die ik daarover wilde maken
De Voorzitter: 't Was toch wol
duidelijk, dat de beer Do Bruin bet als
zoodanig bedoelde
De hoor Slavenburg zegt, dat, in
dien deze aangelegenheid binnen de com-
missiempren was behandeld, wat mogelijk
zou zijn geweest, later vermoedelijk het
verwijt gehoord zou zijn, dit zij niet in
het openbaar werd besproken.
De heer Collé kan heel kort zijn, in
tegenstelling met den heer Die Bruin, die
heel lang sprak. Bel gebeurt weil meer.
dat een lang betoog no-odig wordt geachl
als hel een moeilijke vraag betreft.
De wethouder van Ondeiwijs heeft foe
gegeven, dat zeer veel met huismiddeltjes
Laten B. en W. ter bevoegder plaatso is gewerkt T Is misschien niet aardig
om in dit verband de opmerking te maken,
dat de wethouder wel op ©en kwakzalver
lijkt, die veel met Haarlemmerolie werkt
Als Raadsleden vragen stellen wordt
steeds van de zijde van B en W. het
voorgesteld, alsof het den vragenstellers
te doen is sensatie te verwekken
Door de soc-dem. zijn omtrent de Ju
liana-school vragen gesteld, toen de kwestie
al lang was afgedaan, 't Ging ook niet
om inlichtingen te verkrijgen, want men
mag aannemen, dal do soc.-dom. fractie
volkomen op dc hoogte was met wat daar
is gebeurd Als spr. in de toekomst nog
eens vragen stelt, mooi jwen van die zijde
niet zoo hoog van den terou blazen en
do beschuldiging voor zich houden, slat
het spr. om sensatie te doen zou zijn.
Met zijn beperkte kennis heeft spr. z.ich
ook op de hoogte trachten te stelten
tn art 28 van de Wet op het L. O. wordt
gesproken van werkelijk schoolgaande kin
deren, wal duidelijk genoeg is Wat do
lieer De Bruin hier heeft voorgelezen,
hel Kon Beslui! van 2 Sept. 1912, dool
mets ter zake.
Voor het standpunt van B en W., dat
niet altijd de letter van de wot kan wor
den opgevolgd, voelt spr. wol iets, maar
dan moet men zich ook niet bij andere
gelegenheden aan don loiter vastld unpen
Herhaaldelijk worden Raadsleden door
B en W. met een kluitje in 't riet ge
stuurd.
Spr. hoopt, dat do vragenstellers uit
doze zaak iets geloerd hebben en tezijner-
tijd, als 'n ander lid weer met 'n kluitje in
T riet wordt gestuurd
De Voorzitter: Dut is uw conclu
sie, dat Raadsleden met oen kluitje in
't riet zijn gestuurd.
D>e heer Collé: Neen, mijnheer de voor
zitter, dat stond boven een aitikel over
deze zaak in hel partijblad van den Wet
houder van Onderwijs. Als de opmerking
uit zoo'n fatsoenlijke bjftm kemt zal zij
hier toch wel gebruikt'4 mogen worden.
(Vroolijkheid bij rccbls
De lieer Die Drain heeft gezegd: Over liet
verslag van de Commissie van. To-ezicbl
op liet L "O laat ik mij niet uit, maar
misschien wil de Wethouder straks wol
zeggen, of de cijfers, die daarin genoemd'
worden, al of niet fictief zijn
Die Wethouder heeft voorts meegedeeld,
dat er geen geld was om overtollige on
derwijzers in dienst te houden on dat
liet salaris van 28 onderwijzers is be
spaard, maar het is do vraag, of het on
derwijs daarmee gediend is guvecst Spr.
ziet in deze zaak een verkiezingsheibcHjo,
diat do boeren 'noodig hadden De heer
De Bruin heeft gezegd.: Die stormen zijn
Op den Ion 'land een rivier in Rusland
Op don 2en tand een Oosicrscbe godsdienst.
Op don 3en tand een lichaamsdeel van een-
groot dier.
Op den 4en tand een ander woord voor luim,
geestigheid.
Op don öen tand oen giftslangelje.
Op den öen tand een rivier, welke door Oos
tenrijk on Hongarije slroomt.
1 I 1
VOOR KLEINERE®".
Met V ben ik con vogel, met P een lichaams
deel on met Z een 'metaal.
Verborgen jongensnamen.
In ArLis zagen wijl een zebra met baar
jong. -
3.
4.
Zlij stapte juist in de boot, toen wip om
den hoek kwamen.
Die menschcn komen hier geregeld.
Vader is nog niet klaar en dus moeten
wij' even wachten.
Mijn eerste betoekont onplezierig, mijn twee
de Is een boom en mijn geheel noemt een
stad in iNoord.Holland.
Mijn geheel wordt met 9 letters geschreven
en noemt een dorp aan den rand der Vel uwe
1, 2, 3, 5, 4, 9, is een jongensnaam.
6, 5, 7, 4, is turfland. 1
4, 5, 6, 7, S, is een ander woord voor voch
tige damp.
1, 2, 2, S. 4, is een mooi dorp' in de pro
vincie Utrecht 1
3, 2, 4, 9, is een ander woord voor kant.
No. 21.
PUI
28 Mei 1927
C. E.
door I
DE LILLE IIOGERW'AARD.
Op een inooien zomermiddag
Gaan Johan en Annie uit
Met hun hondje. Maar wat denk jo -
Voert hij in zijn schild, die guit?
Rij wil eens alleen gaan jagen
Eu rent plots'Jing er van door.
Blackiel BJackici roept het tweetal
Blackiel klinkt het luid in koor.
Maar jawel, hoon Black maakt boenen
En doet net, of hij niets boort.
Blackio, foei, zal jij1"eens luistrend
Blackio holt maar altijd voort.
I
Eind'ljjfe wil hij moe van 'tjngcii
5 Weer terug. Üet is al laatt
Maar hij is verdwaald en weet niet,
Welke weg naar huis weer gaat.
1
üYaar zijn mand verlangt ons hondje,
Ook naar 'tbaasje en de vrouw;
Want al was hij ongehoorzaam
In z'ijh liarl is Kijf tocih trouw.
Plots'ling hoort luj heel hard roepen.
't Hinkt als van den kleinen baas.
Ook het vrouwtje roept nu: Blackiel
Black maakt boenen als een haas.
Aan den overkant van '1 beekje
Staan dc kind'ren, roepen hem.
Och, nu klinkt in zijn ooren
Als muziek hun lieve slem!
Yroolijk waadt bij door bet boekje,
Kwispelstaart wal is bij Mijl
En hij' blaft in ''Ihondentaniije:
'kHcb berouw, Vergeef jo mij?
Voortaan blijf ik steeds bij' jullie,
---• Als wij 'samen uil weer gaan.
Ileel alleen en dan verdwalen,
Is locli ook niet veel godaam
Yroolijk gaan zo nu naar buis toe,
Biackie loopt vlak achter ben
En blaft luid: Zou je niet z.cggon,
Dat 'kooit boel zoet hondje ben?
VAN DE
Kaar bet Engelsch van Tl. BRO'A DRENT.
Vrij' bewerkt door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD*.
Het was een heerlijke dag in het voorjaar en de
boomgaard van Boer Smitli zat vol dikke knoppen.
Onder de appelboomcn stond een rij bouten bijen
kasten.
Uit die bijenkasten nu klonk zoo'n gegons ca
gezoem, dat ieder begreep, dat er iets gewichtigs
ophanden was.
Koningin Zoem vloog vertoornd hoen en weer.
Zij was zeer opgewonden.
„Het is een schande", zei zij tegen haar eersten
minister Buzz. „Denk eens aan al die jaren, dal
wij hier heel nauwgezet onzen p'licht gedaan heb
ben en n(u zoo veronachtzaamd te worden. En
zoo'n gewichtig nieuws van de klaver.bijien te moe.
ten hoeren!"
„lleolemaal veronachtzaamd worden wij toch
niet. Uwe Majesteit", waagde Buzz bol te zeggen.
„Zie maar eens hoe vol de staüsliek.bo-eken over
ons staan". i
„Dat is het juist", ging de Koningin voort;
„maar nu worden wijt veronachtzaamd. Ze moeten
maar eens een goede les hebben. Ik beveel een
algemcencn zwerm".
„Och, doet u "dat toch alsjeblieft niet. Uwe
Majesteit" pleitte mevrouw BruinGeel, Oén der
hofdames. „Denk u eens aan al dio lieve rose-cn-
witte appelbloesems, dio op ons zitten te wachten 1
En vergeet U Mollic's heerlijke dahlia's toch als
jeblieft niet. Wat waren die verleden jaar prachtig.
Zulke fluweelachtige bloemblaadjes en zulk mooi
gouden stuifmeel
„Stil", geboocl Koningin Zoem. „Ik zeg, dat
we gaan zwermen en dus gaan we zwermen".
'Niemand durfde nu een woord meer tegen
spreken.
„Eu morgen vroeg", voegde 'do Koningin er nog
aan too. Daarna Irok zij zich in haar particuliere
vertrekken terug.
In een hoekje, geheel onopgemerkt, stond Bruin,
een klein bijtje. Het was haar plicht, voor één der
Koninklijke babies do lucht koel te houden door
voortdurend met haar vleugeltjes te waaien. „We
zullen niet wegzwevmen uit dezen heerlijken
ouden boomgaard ton minste als ik er iels aan
doen kan. Ik weet zeker, dat de Koningin liet diep
in Haar hart ook liever niet wil", dacht zij.
En toen zij eenigen lijd later door een ander
bijljc afgelost werd en dus vrij nas, ging zij naar
(b- boerderij om Moéiic te zoeken, die tof een
bloembed slond.
Zij zoemde nu:
Lief meisje, aardig meisje,
Ga alsjeblieft niel weg,
Maar boor nu toch ecus even
Naar 'tgeen ik tot je zeg.
„Hé" riep Mollic plotseling uit: „daar iseen
fcetje. Ik hoorde zoo'n lief, zacht stemmetje'
1 1
Ik ben geen fee, klein meisje,
blaar slechts een bruine bij.
Blijf even slaan, toe Mollic,
En luister dan naar mij!
„Natuurlijk, wil ik naar jo luisteren", antwoordde
Mollic. „Hot is eigenlijk nog veel leuker dan wan
neer je werkelijk een fectje was, want je komt
misschien nooit een fee tegen, maar je kunt allijll
mooie bruine bijtjes zien. Ik wist eigenlijk n et,
dat bijen konden praten, juffrouw Bruin voegde
zij er lachend aan toe.
„Wij zijn te verstandig om veel tc praten", ant
woordde Bruin nu.
„Dat weet ik", knikte bel kleine meisje. „Die
oude Esther noemt jullie, kleine schepselen veil
wijsheid'. Ik begrijp wel niet goed, wat ze daar
mee eigenlijk bedoelt, maar liet klinkt locli als
een mooie naam".
„Wel lieve Mollic, zou je iels voor ons willen
doen?" zoemde Bruin nu weer.
„Kan ik dan wat voor je doen?" vroeg Mollie
gretig- r
„Je zou de bijenkasten morgen toch niet graag
leeg willen zien, is liet wol?" ging Bruin voort. „.Te
zou dus geen gouden homing meer op je boterham
hebben."
„Maar dat zou vrecselijk zijn', zei Mollie ver
schrikt. „En het zou ook heel jammer zijn, als de
bijen mij nooit meer onder de appelboomcn in
slaap zoemden".
blaar je k u n t volle bijenkasten en oen massa
honing hebben, als je vanavond vóór zonsonder
gang maar aan elke bijenkast klopt en zegt:
Bijtjes geel en bijtjes brain,
H 'Appelbloesems zwellen, 1
e Luister toch, o luister toch, 1
'lcKom je wat vertellen.
„Wil je dat doen, lieve Mollie? 'En cr sprak
-angst nil Bruin's stem.
DER
C
t l
I
I