KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHECOURANT
Met z'n vieren op een
eiland.
k>o. 34 Bij voegsel van de Schiedamsche Courant van 27 Aug. 1927
n
VAN DE
Naar het Engelsoh. van D. T. ME!ADE.
Beknopt bewerkt door
'C. E. DË LIBLE ÏÏÖGEHWIAARB.
8)
Maar ik ontdekte nergens een spoor van de Zee
meeuw, toen ik vanmorgen langs de kust keek'',
zei Tony.
„Ik ook niet'', klonk bet van Joke's lippen.
„Als we die hoop dus-mioetcn laten varen en de
boot werkelijk gezonken is'', ging Ferdinand voort,
staat ons niets anders te doen dam een grot te
zoeken, waar do vloed niet binnen dringt, een; grot.,
waarvan do bodem rotsachtig is, zoadat :1e land
krabben er geen hol kunnen graven. Natuurlijk
moet de ingang heel nauw zijn, want 'dan kimman
wij er iets vóór zetten, ook ons voor mogelijftco
wilde dieren te beschermen. Op die manier zullen
wij eT een paar nachten veilig slapen''.
„Het zijn heelemaal geen krabben, maar een
troep afzichtelijke dwergen, die in een.paleis onder
den grond wonen, ons gevangen, nemen en daar-
daarheen brengen willen'', zei EBy Wl.
Ferdinand, lachte, sprong op ca zei:
„Bedenk jij maar een heel mooi sprookje, maar
wij moeten aan het werk. Baar helplt niets aan. We
moeten ons verdedentwee van ons gaan op
verkenning uit. Tony en Elly, zijn jullie dapper
genoeg om hier een paar uren onder dje hoede
van Quick achter 'te blijven?''
„We zouden veel liever ar at je meegaan,, Fer",
antwoordde Elly.
„Diat geloof ik wel, maar je bent, niet sterk 'ge
noeg voor de lange wandeling, die Joke en ik
misschien moeten maken. Ik geloof niet, dat jullie
niet aan eenig gevaar blootgesteld zijn en wij,ko
men natuurlijk zoio gauw mogelijk terug".
„Ik laat ze niet graag alleen", zei Jóke tegen
haar broertje.
„liet kan niet andei's, Joke. We hebben eenvou
dig geen keuze. Ze moeten het vuur goed aanhou
den, terwijl wij een slaapplaats zoeken".
„Maar al zou ik ook veel liever met jullie moe
gaan,, ik ben toch heelemaal niet bang", 'ze.i Elly nu.
Joke bukte zich en gaf haar nichtje een zoen.
„Flink zoo', Elly", zei zij1. „Maar Jij èii Tony
hebt ooik heel wat te doen. Jullie moet een massa
hout zoeken om öf dit vuur aan te houden of het
in hossen te binden en naar do grot te helpesnj
dragen, als Fer en ik er in mengen Sagen, er
één te ontdekken. Verder moet je liet servies orm
wassqlien, alles voorzichtig in de piianicimand pak
ken, zoodat we dadelijk nadat we terugkomen,
met ons allen kunnen weggaan.
„Nu Fer, ik ben klaar. Laten we twee of drie
hengels meenemen, voor liet geval wij visch moch
ten zien. Dug Elly en Toiny. We komen zoo ga.uw
mogelijk terug'',
HOOFDSTUK. 'VIII. f
De JiOike.Baai. 1
Ferdinand en Joke liopien nu vlug langs het; steilte
plad naar beneden. Ziji waren vol moed. Het ontbijt
had hun goéd gedaan en Ferdinand Voelde zich
na zijn lang slapen weer zoo frisdi als een hoentje.
Het was laag water en de kinderen zagen tot hun
groote verlichting, dat zij in do nabijheid van den
waterval langs bet Strand konden doopten. Bij ïaag
water hoefden z ijmiefc bang te zijn, dat zij'aan de
kleine baai en de niet veel groiotore hoogvlakte
gebonden varen.
Toen Ferdinand en Joke voorbij een scherpten
boek aan oen voorgebergte kwamen, dat do kleine
barl gedeeltelijk omsloot, 'zagen zij vóór zich uitge
strekt een onafzienbaar stuk steile kust, die op
verscheidene plaatsen door kleine baaien onder
broken werd. Sómmige van, die baaien drongen
een 'heel eind liet land binnen.
Be kinderen afdekten spoedig, dat zij hief lang
hun weg langs het stran vervolgen konden en dat'
wilden zij eenig denkbeeld krijgen van de omge
ving, wam' zij zij' zich bevonden, zij' naar boven
hioesten klauteren.
Dit zou geen gemakkelijke taak zÜjin, want paden
waren er niet en het gras zag el' al heel ghuïfen
glibberig uit, hetgeen, hot bij de eerste de beste
kennismaking dan ook bleek te zijn.
,'jlfet eenige wat ons op liet oogonblik te doen
staat',' zei Ferdinand, terwijl hij er.' Tofce op oen
scherpe rotspunt stonden, vanwaar zij in 'de verte
do kleine haai zagen, waar zij' ajau land gestapt
waren, „het eenige wat óns op 'het oqgenbli'l' te
doen staat, is een grot te vinden. Zie je die
rcclit voor je uij. Joke? Kijk eens, hoe diepl die
onder 'de liooge rotsen doorloopt. Stellig zullen
er grotten lOiuder die rotsen zij: Kom. maar mee.
Joke,* ik heb een gevoel, dat wij onze slaapkamer
achter die ba-U. zullen vinden".
De baai in kwestie bleek veel verder weg te zijn
dan do kinderen berekend hadden. Zij moesten
voor het grootste gedeelte over ruwe steenen loe
pen en ontdekten met afschuw, dat zelfs hier de
landkrab bon sporen achtergelaten hadden. Toen
zij eindelijk voorbij "die (steenen waren, moesten
zij over glibberige, steile rotsen klimmen, waarbij
zij heel wat schrammen on builen opliepen. Maar