KINDER BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT Met z'n vieren op een eiland. No. 37. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 17 Sept. 1927 VAN DE Naar het Engelsch van L. T. MEiADE. Beknopt bewerkt door C. E. DE LILLE HOGER WAARD. 11) Mensdien die liet druk hebben, voelen zich maar zelden ongelukkig en ons viertal vormde geen uitzondering op den algemeenen regel. Zij lachten onder hun werk en hun vroolijke stemmen, schenen de witte vogels to verhazen, die verschrikt en krij- sehend opvlogen. De landkrabben ratten en muizen waren uit liet 'oude schip verjaagd,* de spinnen en andere insecten, door veelvuldig gebruik van zeep, soda 'en terpentijn verdelgd. Joke cu Elly waschten, c-u plasten, dat het oen' lust was. Ilu'n handen .von den voortdurend bezigheid en terwijl Ferdinand, met zijn geweer gewapend en vergezeld van Totay on Quick, op de jacht ging om voedsel te zoeken, ivaren do meisjes bezig hun „huis" op 'te knappen of de vlag te borduren. Maar eindelijk waren zij toch klaar en Zag alles er keurig uit. „Nu hoop ik maar, dat we niets moei- vinden^', zei Elly, „want dan lijkt het hcelemaal 'niet meer op: een picnic". „O, maar dat hindert niets"', vond Joke, „tk heb op het oogen'blik een gevoel, alsof ik nooit in mijn leven meer lust zal hebben te picnlefcen. Niets lijkt me op het oogenbbk heerlijker dan in een echt bed te slapen, zelfs'al zijn de lakens ook nog zoo grof". „Eén ding mogen \vc niet vergeten,"', zei Ferdi nand, „en dat is, dat we de vlag moeten hijschen. Zou je haar morgen klaar hebben, Joke?" „Ze is klaar", a'ntwoordde Joke triomfantelijk. „Elly, laat eens zien, wat we gedaan hebben". Elly ging de vlag nu haten. Zij kwam spoedig te- rug met een rol rood linnen de handen. „We 'hebben liet l.nnen in een verborgen hoekje gevonden", zei Joke, „en er den niaani met wit katoen er op geborduurd. Hier is onze vlag dus en ik denk, dat Witvoer op grooten afstand te zien zal zijn". De woorden prijkten er met reuschtige letters op en kwamen op den rooden achtergrond dui delijk uit. „Prachtig", riep Ferdinand opgetogen, „Het eenf ge wat ons nog te doen s-taat, is een goede plaats voor onze banier üit ie kiezen". „Op den Suikerbroodberg lijkt mij ."liet best"', antwoordde Joke onmiddellijk. „De bergtoppen, die hooger liggen, zijn te steil voor ons om te klim men. De Siuikerbroodbcrg kan mot de vlag er bo venop oj) grooten laUstand gezien worden. Maar Ferdinand, ik heb ook nog .iets anders bedacht". „En dat is?" vroeg baar broertje. „Twee. of misschien driemaal per dag moeten jij of ik den toj> van den .Suikerbroodberg beklimmen en heel aandachtig kijken door den '"-den teles coop1, dien de onbekende kapitein van net Witte Schip op zijn vaartuig achterliet. Als we m 'de verte een schip zien, moiclen wij het geweer af schieten als een noodsein. Wo hebben 't ons hier wel heel geriefelijk gemaakt en ailie roden tot dank baarheid, dat we het schip gevonden hebben, maar we. moeten toch alles in Jiet werk stellen om hier vandaan te komen". Do kinderen zaten pp het dek, waa.r Ferdinand een soort zonnetent gemaakt had. De zon, .ging onder en zij keken over de kalme golven der baai heen. De lucht was mooi helder en kleurde in de omgeving der ondergaande zon. „Do lucht is prachtig", zei Joke, „maar wat zou die nevel aan den horizont bctockeucu? 't Lijkt net een wolkenbank, maar ik heb zoo iets in dit land toch nog nooit eerder gezien"'. ,,'tZal een wolkenbank zijn'', antwoordde Fer dinand. „Maar een wolkenbank, die stonn voor spelt en ik betwijfel zelfs, of we vannacht wel veilig zullen zijn aan boord van liet Witte Schip!". „Zon ons schip "dan geen storm kunnen weer staan". 1 j i „Ik hoop van wel", zei Ferdinand, terwijl hij min of meer angstig om zich heen keek. Het.schip zal waarschijnlijk al heel wat stormen te doorstaan hebben gehad. Maar je weet, hoe het in dit land stormen kan. Het beste wat we 'doen kun(nen Joke, is, dat we maar dadelijk In de kajuit gaan én allo luiken sluiten". Joke bleef nog eenige oogenblikken tal mep. „Wat zou dat licht beteekenen?" vroeg zij. „Kijk, daar in de verte oip ,de golven, liet schijnt heel helder. O, nu is het weg". ,,'tZal weerlichten zijn", antwoordde Ferdinand. „Kom dadelijk mee in de kajuit, Joke". De kinderen gin'gen nu allen vlug naar de kajuit. Ferdinand maakte de luiken d.'iclU en sloot de ra men terwijl Joke met bevende vingers do petro leumlamp aanstak, die slecht, brandde. Zij leek op een gloeienden spijker, in de plotseling sterk toe nemende duisternis. Daar flitste een felle bliksemstraal door de lucht, onmiddellijk gevolgd door een ratelenden dcwijder- slag. Het kleine schip schudde lieeu en weer, blilk- semsdhikt op bliksemschicht doorkliefde de lucht en aan het rollen en dreuuicsn van den donder scheen geen einde tie zullen komen. liet scheepje kraakte en schommelde heftig heen en weer. Toch was ér geen wind en viel er zelfs geen droppol regen. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 8