INDISCHE KRONIEK.
IA
mv
Een buitengewone keuze, rijk met
bont gegarneerde mantels, ligt bij
Lampe klaar, om door U bekeken
te worden! Nieuwste modellen,
prijzen die U lijken
Komt U eens inloopen! Met alles
zijn wij tot Uw dienst. Koopen
doet alleen, als U in hjler
opzicht tevreden is
Bij iederen mantel hebben wij een
passenden hoed!
Amsterdam Rotterdam Utrecht Ceeuwarden
Mei Dr. v. d. Sleen op reis.
XXXVI.
Geestelijk leven. Hoe het vroe
ger was en hoe nu. Een geluk
kige verandering. Het peil van de
maatschappij en intcllectueelo Lev le
diging. De Indische Pers.
I iS r
Daar is een tijd geweest, waarlijk nog
niet zoo lang geleden, dat in een schil
dering van hot Indische leven in den trant
van deze Kronieken "beschouwingen en op
merkingen over het geestelijk leven om
schreven hadden moeten blijven. Om van
onze overigens zoo verdienstelijke voor
onders uit den Compagnie's tijd maar geheel
te zwijgen, dient hier toch geconstateerd
te worden, dat zelfs een kwart eeuw ge
leden do Europee se lie maatschappij in ïn-
dië nog bijna uitsluitend georiënteerd was
naar don materieel en 'kant van het teven.
Om geestelijke waarden bekommerde men
zich niet of weinig, liet gezelschapsleven
had één doelafleiding, vermaak. En zelfs
dat doel werd -niet altijd met fijne midde
len bereikt.
Xu moet men niet terstond dit ver
schijnsel geheel of uitsluitend op rekening
stellen van het lago poll der koloniale
maatschappij uit die dagen. Inderdaad ha
perde er aan dat peil veel, maar ook
toen toch telde ele Europeesche gemeen
schap onder haar leden voortreffelijke en
hoogstaande elementen, die liet aan geest,
■intellect noch beschaving ontbrak. Die ele
menten waren dun gezaaid, zoo diui, dat
zij op de toenmalige koloniale maatschappij
niet vermochten hun stempel ie drukken,
dat zij nog geen voldoende gewicht in
de weegschaal konden leggen bij de oriën
teering der gemeenschap en dat zij bet
sociale leven nog niet hi gecultiveerder
beddingen konden leiden. Daar was de
maatschappij niet naar. .Wie in het moeder
land nïislukt was, ging naai' Indië, wie
zich aangetrokken voelde tot ruw pioniers
werk, ging naar Indië, wien de straten
zijner vaderstad te nauw waren, geworden
en zich.een onafhankelijk leven droomde
onder andere hemelen, ging naar Indië;
wien het aan opleiding ontbrak om in
moederland iels te bereiken, ging naar
Indië, Doch, zonder eenig odium te wil
len iaden bp dio nienschen, want zij zijn
de noeste, onversaagde werkers geweest,
die Indië voor ons hebben gemaakt, zij
waren niet degenen, die tevens het aanzijn
konden schenken aan een bloeiend geeste
lijk leven. Overigens, ook wanneer zij liol
gewild hadden, de mogelijkheden ontbra
ken, de tijden waren niet rijp. Daar wa
ren schier onoverkomelijke hinderpalen. Ik
noem slechts het gebrek aan communica
tie-middelen, aan geregeld contact met gees
telijke bronnen, bet ontbreken van tochni
sehe middelen om uitingen op cultuurge
bied mogelijk te maken. De fijnst besnaarde
en beschaafde menscli, die moet leven in
een ongeciviliseerd land, zonder noemens
waard contact met zijns gelijken, niet zel
den dag- of weekreizen verwijderd van
eenig centrum van zeer betrekkelijke be
schaving, die het moet doen met nieuw
berichten van een half jaar oud, die moet
teren op et-n paar boeken, jaren her bij
zijn komst 'in liet vreemde land meege
bracht, die den ewaren dageüjkschc-n strip
om het bestaan moet voeren, cn den mis
stillen nog zwaarderen tegen het klimaat,
omdat hem de hulpmiddelen van moderne
hygiëne en comfort nog niet ten dienste
stonden, ook hij is waarlijk gedoemd om
op den duur zich te zien ovenvinnen
door materialistische gevoelens. En van
den eenvoudigen gemiddelden pionier, zo>
als hierboven gedenkend, mocht men nog
minder verwachten.
Met dit nog tamelijk recente peeld voor
oogen, dient men tot recht- begrip van de
tegenwoordige verhoudingen te bedenken,
dat zich in do laatste kwart eeuw in
onze Oost een evolutie heeft voltrokken,
dio voor onze begrippen verbijsterend mag
heeten en die slechts de inlandsche maat
schappij ten zeerste heeft beroerd doch
ook de Europeesche een geheel ander aan
zien beeft gegeven.
Want bijna alles, wat eens was, is nu
veranderd.
Ia den loop der latere jaren beeft Xe
derland ia steeds groolor aantal zijn zo
nen aan de koloniën afgestaan, en daar
onder hoe langer hco meer iutellectuee'er
krachten Sinds lang is Indië gelukkig niet
meer de laatste uitkomst voor wie geen
andere uitkomst wist, sinds lang ook is in
Indië geen plaats dan voor geestelijk vol
waardige krachten. En ofschoon daaraan
nog wel 'Iets hapert, geleidelijk wint toch
ook de overtuiging veld, (lat voor IIol
land's intcllectueelo jeugd Indië het af
zetgebied bij uitnemendheid is geworden
boven de overvoerde moederlandse he mark
ten.
De koloniale maatschappij heeft, van deze
gelukkige verandering den even gelukkigen
terugslag ondervonden. Do verbeterde kwa
liteit barer elementen bracht het gezel
schapsleven en de verschillende vormen
van onderling contact op hoogcr peil. Maar
een zeker, niet minder goede, invloed ging
uit van de uitbreiding der communica
tiemiddelen en van den vooruitgang van
wetenschap on techniek. Een steeds groo
tor spoorwegnet, de auto, telegraaf en tele
foon, bet ontstaan eener goed geoutilleerde
en onafhankelijke pers, do steeds snellere
.'crbintling met bot moederland, wetenschap
en techniek, die bewerkten, dat de levens
voorwaarden verbeterden en liet loven van
alledag gemakkelijker, zelfs comfortabel en
voor wal do gezondheid betrof oneindig vei-
igor word, de sportbeoefening, die in zwang
kwam on ook in do tropen voor lichaam
en geest een woldaad bleek, dat alios on
nog veel meer maakte, dat in een wonder
lijk kort tijdsverloop flo koloniale maat
schappij op Europeesche leest word ge-
c.hoeïd en ook op geestelijk terrein een
even snelle als verheugende ontwikkeling
ie zien gaf.
De tropen zullen altijd de tropen blij
ven en de koloniale maatschappij zat altijd
omiuige karaktertrekken behouden, die een
oostelijk leven zooals in -Westersche lan
den onder Westerlingen bloeit, onmoge
lijk maken. Ook zijn daar nog andere strui
kelblokken, zooals do meestal tijdelijke aard
van hel verblijf 'der Europeanen, het jongo
Europeesche geslacht in Indië geboren,
doch waarvan het zwaartepunt der opvoe
ding toch nog altijd '1n Nederland ligt en
dat 'êiclï in het vreemde öostersehe land
niet gelijk bijna steeds in Westerseh eigen
land, de dragers voelt en de scheppers
van cultuur, tenslotte doel en streven van
den Europeaan in de tropen, dat zich nog
altijd laat resumeeren in pensioen verdie
nen en na een bepaidd aantal jaren en
zoovee! mógelijk geld verdienen in zoo wei
nig mogelijk jaren met voor bijna allen als
uiteindelijk ideaal: terug naar huis. Door
dit laatste wordt verklaard, dat onder de
Europeaan in de tropen geen dichters en
romanschrijvers worden gevonden noch mu-
ici, noch andere lieden, die de kunst
als levenstaak hebben gekozen.
Maar voorgoed is toch voorbij de tijd,
toen man óf vrouw, die naar Indië ging,
bij voorbaat afstand deed van intellec-
tueele bevredigingen. \e een vorig hoofd
stuk heb ik reeds geschreven, welke ont
spanningsmogelijkheden de Europeaan in
Indië, althans 'in "do grootero centra, tot
zijn beschikking heeft. Tooneel, opera, so
listen, orchest, bioscoop, hij kan er van
genieten. Weliswaar, de bioscoop natuur
lijk uitgezonderd, niet op geregelde tijden,
niet permanent, evenmin steeds in on-
berispelijken vorm, maar de mogelijkheden
zijn er en zij zuilen naar alle waarschijn-
ijkheid kwantitatief en kwalitatief zich in
opgaande lijn blijven bewegen. Ook over
de actie der Kunstkringen heb ik reeds
hot een en ander verteld. Ik kan er nu
nog bijvoegen, flat fl.ie ac-He niet slechts
beperkt blijft tot muziek en tooneel, maar
dat het verbond vau Kunstkringen eveneens
seliilderijen-tentooasteiliiigeu organiseert en
lezingen op allerlei gebied laat houden.
Ook liet onderwijs in de laatste vijf en
twintig jaar is reusachtig verbeleil Ban
doeng en Batavia zijn centra geworden van
middelbaar en hooger onderwijs en uit den
aard der zaak beeft zich in die centra
door de aanwezigheid van talrijke en voor
treffelijke onderwijskrachten een weten
schappelijk leven ontwikkeld, dat ook bui
ten de muren der onderwijsinrichtingen
zijn invloed laat gelden. Bibliotheken zijn
tegenwoordig in vele Indische steden te vin
den, musea van beteekenis zijn geopend,
congressen op allerlei gebied worden ge
houden. Be boekhandel is uit zijn vasten
Indisehon slaap ontwaakt en allengs op
moderne leest, geschoeid. Een niet voor
handen boek kan desgewensctit, telegra
fisch besteld, in drie of weken worden
geleverd. De nieuwste tijdschriften, perio
dieken of brochures uit het moederland
en uit flen vreemde, worden geregeld aan
gevoerd, leestrommels e-irc-u! veren door bet
geheete binnenland.
Last not least is daar de Indische pers,
de veelbesprokene, do veel gesmade en
daarom ook zeer miskende, die in werke
lijkheid reeds voor vijf en twintig jaar
coiyphceëu telde, die zich met do bes
ten in bel moederland konden xneten. Waar
mee ik niet zeggen wil, dat zij en zelfs
haar corypheeën geen gebreken hadden.
Het tegendeel is waar, maar het feit, dat
dio gebreken dikwijls veel te breed wer
den uitgemeten en niet zelden daarom de
verdiensten werden verzwegen, was niet
de schuld van do Indischo pers, maar
van onbevoegde beoordeelaars in het moe
derland, die bij gebrek aan kennis van
de Indische maatschappij geen flauw be
grip hadden van de ornslan ligheden, waar
ken en van do invloeden, waartegen zij
under Indische journalisten moesten wer-
tnoe.sten vechten.
Intussche.i, oök 3e Indischo pers heeft
zich in latere jaren aan do veranderde
verhoudingen weten aan 'te passen en haar
werkwijze en outillages gemoderniseerd.
Daardoor is de taak tier redacties er niet
gemakkelijker op geworden. Een Indisch
dagblad-redactie bestaat gewoonlijk uit niet
nicer dan vier of vijf nienschen, in tegen
stelling met die van groote bladen in het
moederland, die soms den omvang aanne
men van een klein departement. Deze vier
of vijf nienschen maken de krant. Zij moe
ten daarom zijn all round journalisten,
die elk oogenblik elkaar moeten kunnen
vervangen, voor elkaar inspringen, oven
goed een hoofdartikel moeten kunnen schrij
ven als een verslag, en die verbazend
hard moeten werken. En toch weten zij,
gering in aantal als zij zijn, onder ook nu
nog vaak zeer moeilijke ('Omstandigheden,
op de hoogte te 'blijven van den tijd en
r
Nieuwendijk225*29 Hoogstraat 347 OudeGracht151 ö/d Kelders 206"8
van hun taak. Men vindt op het ooogen-
btiik in Indië verse bill endo voortreffelijk
geredigeerde dagbladen, die, gezien ré liet
kader der omstandigheden, volstrek® niet
behoeven onder te doen voor hut. grootste
collega's In liet moederland.
Indië is gelukkig nog niet zoo verpoli
tiekt als liet moederland. Men kent er
nog niet de tailooze partijen en parjjtjes.
die hier de nationale eenheid "tof oen
illusie maken. Daarom zijn 'de Indisclio
dagbladen dan ook geen politieke organen
i-n de be teekenis, dio wij b i er daaraan
geven. Dat zou ook niet goed zijn, want
door de geweldige afstanden, die geen
transp-on, toelaten dat snel genoeg kan
zijn om de actualiteit vau liet dagblad niet
verloren te doen gaan, kan een Indisch
dagblad geen groep van overal verspreide
politieke geestverwanten bedienen, doch
moet zich bepalen tot het bestrijken van
een bepaald ressort af streek, waar lezers
van allerlei gezindheid wonen, al loipen
die gezindheden,-zooals ik reeds zeide, nu
niet zoo ver uiteen; Daardoor hebben som
mige bladen in sommige stroken van Java
en Sumatra een soort van positie, die
veel overeenkomst beeft met een monopo
lie. Ik moet er terstond bijvoegen, dat zij
daarvan geenszins misbruik maken, doch
veeleer beboeren tot do voortreffelijkste
organen.
L.
"WEELI NAAR-DE SUTLY IX DEN
HIMALAYA.
Madras-Bombay boteekent twee nachten en
een dag in den trein, overdag door het
land van apenoten en gierst, katoen en
wilde dadels. Aardig zijn, overal in de
nu rijpende velden, kleine afdakjes, waar
op nacht en dag een kerel zit, gewapend
met slinger en steenen, oru papegaaien
en wikte varkens uit zijn veld te Houden,
Vaak is ook een rammelaar voldoende. Oli
fanten, zooals in Travanoore, lcojien hier
niet meer los, wel tijgers, maar die hel
pen, door de varkens op te eten.
Voorbij Bombay staat in tie Glials, waar
wij in Mei een Woestenij zagen, nu, in
October, het gras twee meter hoog. In 'de
vlakten rorul Delhi -weer kraanvogels en
pauwen en springbakken, inaar ooft veel
mals en gierst en suikerriet. Alles is hier
den grond uitgevlogen in do zes weken,
dat wij in het Zuiden zijn geweest. De
woestijn is tot paradijs geworpen, het
Adam's kostuum past er ook best bij, want
liet is 'bier nog braaf heet en wij halen
weer heel Wat ruimer adem als de auto
ons weer van Kalka naar Simla brengt,
vau de vlakte naar 2-100 Meter hoogte.
En bier is de plantonweelde alweer
verdord. De prachtige varembosschen, die
wij in Augustus door den regen niet kon
den fotografeeren, zo zijn thans tot bruine
Looimassa's Verdord. Overdag zonnehitte,
maar 'snachts is "het aardig frisch en als
wij ons weer klaarmaken voor een voet
reisje met muilezels liet gefcergto in, gaan
de wanne kleeren mee. Dat was anders
voor de eerste dagen niet noodig. Wij be
ginnen met een dagmarsch van 15 mijl
recht op het dal van do Sutiy aan, naar
Seond en ons oersto kamp ligt nog geen
1000 Meter hoog aan den rand der val
lei. Wij zijn vroeg weggegaan en snel
gedaald door een prachtig bosch, waar
wij meermalen fazanten opstooten en tel
kens weer vogels ontmoeten, die wij van
den vorigen tocht niet kennen. Dat moe
ten trekvogels zijn en de eerste zending
naar onzen vogelvriend in Simla bevat al
een paar 'typische Tiibotanon.
Met dat al is bet 5 mi r als wij op
onze kampplaats arriveeren, maar, van be
dienden of muilezels is nog u-iets te zien.
Het wordt 6 uur en do zon gaat onder.
Een troepje Indiërs strijkt neer bij de
bron, waar wij in donker, hongerig bij
een - vuurtje zitten en biedt ons aan
mee te eten. En een poosje later kau
wen wij japattie «net dali en uien on
gepeperde aardappels, toebereid, door een
hoofdcommies van het departement van fi
nanciën op een 'houtvuurtje onder een
grooien steeneik in de lotiko koperen pot
ten, die iedereen bier gebruikt. Do hee-
rett hadden een paar vacantiedagen benut
om een uitstapje te maken, naar de Ueeto
bronnen bij Seoni en waren zeer vereerd,
dat 'de Suliib en Meiiisahib (de vrouw is
hier altijd tweede), hun maal wilden
doelen.
Om 8 uur iprscheen onze oersto be
diende op liet tooneel, gelijk met do volle
maan, om 9 uur arriveerden de muil
ezels en om half tien waren alle tenten
klaar, was liet kamp at in diepe rust,
behalve de muilezels, dti-e den boelen hel
deren maannacht rondzwierven en wds-
stroo kauwden.
'Den volgenden morgen eerst eer. it-
stapje naar het krachtstaliion, dat met be
hulp van een groote zijheek van de Sutly
do eledrieiteit opwekt, die 18 mijt ver
der en 2000 meter liooger in Simla wordt
gebruikt. Toch makkelijk en goedkoop, dio
w aterkrachtl
De rivier is zeker een meter of 5 lager
dan ifn Augustus en heel wat interes
sante ges'een te vormen trekken onze aan
dacht. Wij |ijn -toen ook niet zoover
stroomaf geweest, 's Avonds hangen de ka-
longs, de groote vruchten etende vleermui
zen boven ons hoofd in de takken. Een
zaligheid toch, dat kampeeren, vooral in
heldere maannachten aan tlo rivier.
Dan naar do hcoto bronnen. Een merk
waardig verschijnsel, Uiit hot grindbed dor
rivier, dat in den moesson onder water
staat, borrelt, liet heoto water op. Graaf
een 'kommetje in do grimdmassa en uw
warm bad is klaar. Wel borrelen tegelijk
met het 'valer talioozo belletjes zwavel
waterstof omhoog, met de bekende rotte
eieren lucht, maar dat schijnt de Hindoo's
niet te hinderen. Trouwens, menigeen, die
voor zijn gezondheid zwavelbaden neemt,
moet daar maar tegen kunnen. De bron
nen geven een massa .water. Hier en daar
scheidt de 'zwavel Zich tusschen de steo-
nen af en go "kunt er op rekenen, dat,
wanneer dit plekje biet zoo afgelegen lag,
er een gewéldige fcuranstalt zou verrijzen.
Koude en warme baden, bananenkuur en
een rijke jacht op gevleugeld wild. Ro
mantische omgeving vlak bij een woeste
rotskloof, Waardoor flo rivier brullend en
schuimend zijn weg zoekt. En voor wie do
brug te ver weg vindt oen lueol interes
sante manier Vïm overvaren. Twee koe
huiden worden opgeblazen en dichtgebon
den. Hierop wordt voor sjioko lui een
soort rustbed vastgebonden, maar de in
boorlingen gaan dwars over oen koe hoon
liggen en peddelen zich met handen en
voeten naar dien overkant. Hebt ge haast,
dan gaat 'f-e schrijlings op den rug van
zo-o'n inlander zitten c'i komt honderd
tegen één veilig aan den overkant. Maar
Co
CO
co
K>
CO
Ui