KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Een onvergetelijke
Nacht.
No. 44 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 5 Nov. 1927
VAN DE
Naar liet Engolsch van H, WOOL LEY.
Vrij bewerkt door
C. E. DE DILLE HOGERWAARR.
HOOFDSTUK I.
Een af sclieid.
„Bravo, Kenriek heeft 'rn. Hoera. Ken. Vol-
houdon". j
Het was het eritieko oogenblik iri een boeten
voetbalwedstrijd. Kcnrick had den bal en dood een
jwachtig sdiot.. liet leek, alsof de lnd juist over
de lijn was.
„Goal. Goal, klonk het op eens.
Haar Hand, de scheidsrechter, schudde bet hoofd.
Met fladderende haren en oen vu u ito ode kleur
snelde Ken riek naar hem toe.
„Wat beweert u nu?" riep b(ij uit. „Het was
toch goal".
De hoogst bedaarde jongeman was het echter
niet met den jongen «mis en beval Kcnrick min
of meer kortaf, met het spel door te gaan.
„Dat nooit. Hot was goal, dat weet u lieel goed",
klonk zijn opgewonden antwoord. „Ito bal vloog
over de -lijn".
„Dat ben ik niet met je eens", zei de scheids
rechter weer, terwijl hij dooV een schril gefluit
liet spel stopzette. Bijna.
„Maar 'twas toch goal", hield Kenriek uitda
gend vol. „Ik neem geeft genoegen met uw uit
spraak. Het is niet eerlijk
Ito lippen van meneer Band klemden zich om
heilspellend op elkaar.
„Genoeg", zei hij streng. „Je hebt me vanmid
dag al eerder gebrutaliseerd. Ik heb je toon ge
waarschuwd. Ga van het veld af".
„Wat - wat bedoelt u?" schreeuwde Kcnrick
doodsbleek.
„Precies wat ik zeg", luidde het antwoord. John
Hand was leeniar aan do kostschool van meneer
West en leidde het voethalspel der jongens. Nooit
badi cnuuul zóó uitdagend tegenover hem gestaan
ids deze opgewonden knaap op dit oogenblik.
„Ga je van het vebl af of niet?" klonk het uit
den mond van meneer Rand.
Kenrick's lippen vormden zirih reeds tot lewn
„Neen.'Maar er was iets in de kahrtét houding
van den leeraar, dat hem hiervan terughield". Wat
zou het hem ook batenV Roos en beschaamd ging
hij heen.
Behalve in zijn oogenblikken van zininèlodzo
B
dijt wal Kenriek, werkelijk een goede, aardige!
jongen goedhartig en vruolijk, een echt spoilt-
typo, maar geen boekenworm. Hij was wat 'men
noemt populair. Zijn drift bedierf echter Wol, al
meende bij het niet kwaad fc>n was zijn booze
bui :dtijd spoedig weer bedaard.
Niemand bad banier voor de overwinning ge
streden dan hij. En dit was nu liet bittere Ms,
Weggejaagd, terwijl in zijn afwezigheid andere
partij winnen zou.
„,To moet hij meneer Rand in det "klas komen,
Kenriek'', luidde- do half. verwachte boodschap, diiei
hij korten tijd ma het hierboven gebeurde) op zijn.
kamer kreeg.
Met opgericht hoofd trad hij 'do klas L. .ion,.
Allen bewaarden een diep stilzwijgen en het was
maar al te duidelijk, dat zij' zich niet op hun
gemak gevoelden. Een gezicht, dat van Jim Hor
ner, Kenrick's hesten vriend, was at zeer bedrukt.
„Kenriek", begon meneer Rand na «een pijnlijke
stilte, en er klonk geen spoor van boosheid in
zijn stem, „liet spijt ons allen heel erg, maar na
het gebeurde kun je niet langer in het elftal
blijven. Je bent reeds eerder gewaarschuwd en
„11 wilt mij er uit hebben. Goed jk zal gaan",
zei Kenriek en.(hij verliet de klas om weer naar zijn
kamer te gaan, waar bij spoedig ontboden 'werd
bijden directeur.
Dinar hij maar al te dikwijls zijn lessen niet kende
en zijn werk slecht maakte-, vermoedde hij terecht,
dat er „weer wat op 'za.t'". Meneer West, die
om zijn eigen woorden te gebruiken altijd
wat op hem aan te merken had, liet beun natuurlijk
weer niet meL rust.
Hun verhouding was echter niet uitsluitend die
van leeraar en leerling, want Kenriek was een wees
en door memoer West, die zelf geen zoon bad, als
zoon laaiigenoinen, met de bedoeling door hem
opgeleid to worden voor dezelfde loopbaan als
bij foor zijn zoon gewenscht zou hebben, n.l.
directeur van een "dergelijke school, als waarvan
hij zeil! aan het hoofd stond, en mcitterlijd Dein
op te volgen.
Landerig en gedrukt begaf Kenriek zich naar de
kamer van den directeur, die nog uk-Is van liet
gebomde op het voetbalveld afwist.
„Kenriek", begon meneer West, terwijl bij op,
keek ,van zijn schrijfwerk en er iets bedroefds
in zijn toon klonk. „Ik ben teleurgesteld ill' je,
diep teleurgesteld. Ju MTLoohvork is bepaald treu.
rig. Nog steeds krijg ik daarover de slechtste be
richten. Je hebt zooals Ik je reeds meermalen
zei je f pöfd 'niet bij jo studie. 'Geen succes
op liet gebied van sport kan dat verzuim goed
maken. Je schijnt da.t mastje niet te willen be
seffen. Tot nu toe heb ik heel duidelijk tot je
gesproken, maar ik zal liet i\og duuidelijkor dolen'.