n
m
Reisindrukken uit Dalmatië,
Montenegro en Albanië.
m
Uit de Tweede Kamer.
w
VI.
Zooals ik ieeds opmerkte, vertoont de
Beoca di Cattaro, wat formatie betreft,
vod 'overeenkomst mot eeu Noorschen
fjord, maar do folio zonneschijn, het don
kerblauwe water, de lichto vro olijke kteu-
ren vau dc huizon aan don oever en do
weelderige plantengroei geven ex een Zui
delijk karakter aan. Dikwijls ode moeten
wij aan do Italiaanse!» meren denken, maar
liefelijk romantisch doen doze aan, verge
leken bij de grootse lie, wilde schoonheid
dor Rocea.
Steeds langs den zuidelijken oever rirj-
- etend, telkens weer opgetogen over een
nieuw uitzicht over deze onvolprezen golf,
bereiken wij Cattaro. ken klein oud ves-
licht en de bi!to laaiend terug. Maar ihet uit
zicht naar beneden is zóó grandioos, dal
■ik nauwelijks waag er een beschrijving
van to geven. Bij elke wending zinkt Cat
taro dieper weg en verruimt zich hot ver
gezicht, eerst zieu wij nog slechts do baai
van Cattaro zelf als een donker blauw
meer, aan alle zijdon. door bergen om
sloten, diep beneden ons liggenoen stoom
jacht lijkt een wit streepje, dat oen brecd-
uitloopende wig achter zich aan door het
water trekt; dan ontrolt zich naar hot Zui
den toe een gedeelte der vruchtbare vlakte,
die zich langs de Adria uitstrekt tol Anti-
vari toe, en waarin als kleine, zwarte slok
jes do cypressen staan; en spoedig zien
wij, over de grillig gevormde borgen heen
ook de andere zee-armen heneden ons
liggen, maar do steile wand van het Vrmac-
geheugen, hoe Montenegro, nadat al zijn j schrijvend, on minachtend gaan zijn sdh'ou-
bondgonoolen recd9 in 1913 do wapen- ders omhoog
stilstand met Turkije gesloten hadden, alsof
er niets gebeurd was, door ging Scutari
te belegeren 1 Voortdurend vechtend tegen
een groote overmacht, kondon zij meerdere
malen in "den loep dier tijden slechts
arm vernietiging ontkomen, door zich terug
te trekken in da woeste, ontoegankelijke
bergen van hun vaderland. D.io namen van
hun nationale helden ik noem bier
slechts den beroemden Turken bestrijder
Ivan den Zwarte, wiens nagedachtenis in
Montenegro Vereerd wordt als die van
Skandor heg in Albanië leven voort
in do eentonige heldenzangen, die overal
in het land. tot in elke hut, verloren
tusschen de bergen, gezongen werden, be
geleid door liet droefgeestige geluid van
tingstadje, met een mooie Veuetiaansehc
poort, gelegen op een smalle kuststrook
vlak tegen den vrijwel loodrechten, ruim
1100 meter boegen rotswand aan, die hier
de Bocca afsluit.
Tenviji on/e chauffeur zijn wagen eerst
neg eens goed zal laten nakijken, gaan wij
oen kopje koffie drinken in den tuin van
oen café-tje, gelegen op do „Riva", de
kade langs de zee, waar op de marktdagen
de Mentonegrijnen an hun schilderachtige
gebergte onttrekt nog do open zoo aan ons den guslar.
oog. Totdat wij eindelijk, na een zeer Eindelijk zijn wij gestegen tot het punt,
romantisch, op oen hoog rotsplateau ge- waar vropger de grens liep tusschen Oos-
tenrijk en Montenegro, en na oen 1-aat-
j sten blik in de diepte geworpen te heb'*
ben op de fiocche, rijden wij tusschen
twee bergruggen door do hoogvlakte van
Montenegro binnen. Tusscnen rotsen en
steenen ontdekken wij luier en daar kleine
I lapjes bebouwden grond, waarop wat maas
1 of tabak groeit en eensklaps liggen daar
do nederige' huisjes voor ons van liet
kleine -tlorpje Njegutch. Het is Zondag
en op liet heetst van den dag, het plaatsje
1 lijkt wel uitgestorven. Slechts een paar
knappe jonge vrouwen holen wij in, die
zware vrachten hooi op liet hoofd dra
gen en dit in de brandende hitte togen
den stellen weg omhoog zeulen. Onze
chauffeur wijst ons een bescheiden, land
huis aan, de vroegere koninklijke villa, waar
koning Nikita ieder jaar een tijd placht
to wonen. Even buiten het dorpje werpt
een 'Mein meisje op bloote voeten een
bosje kruiden in onze auto, klautert dan
vlug als een geit tegen do rotsen op en
staat ons hij een volgende wending van den
weg, twintig meter boven de plek waar
zij ons het bundeltje toegooide, met uit
gestoken hand op te wachten, lachend
bedelend om een paar dinars.
Steeds blijft de weg ia lange wendingen
stijgen, totdat wij eindelijk, twee uur na
dat wij 'Cattaro verlaten hebben, hei hoog
ste punt bereiken en dan ligt or eensklaps
vóór ons een berglandschap zóó ontzaggelijk
woest en verlaten, dat de aanblik er van
ons overweldigt. Overal bergtoppen en betrg-
Cattaro. r kammen, zoover het oog reikt, éón chaos
van doodsche grijze steen, geen boom, geen
legen, oud Oostenrijlksoh fort gepasseerd blad, geen spoor van leven, steenen en nog
te zijn, steeds wendend en weer \vm- j eens steenen. Rechts achter ons verheffen
dead, tot een hoogte van ongeveer 8000zich de toppen van den Larven, links ligt
motor gestegen zijn oir over een tweetalhot sombere bergland der Herzegowina en
bergruggen heen de wijde Adria in de vóór ons strekken zich de ketenen uit der
verte voor onze verrukte blikken zien open j ontoegankelijke Albaneesche. alpen, bij xveü-
Liggcn. En steeds nog stijgen wij en steeds kor einde!ouzo grimmige verlatenheid de
groot-schor wordt hot uitzicht, in de diepte; meest woeste gedeelten van Zwitserland
Niet ver van- deze plek staat langs den
weg hot huis van een xvegopzioMcr, oen
kaal, grijs gebouw, opgetrokken uit de
steenen waar het tussckou verloren ligt.
Daar gaat onze chauffeur water vragen
en als wij mee naar binnen gaam, wor
den wij vriendelijk ontvangen door een
ouden Montenegrijm, in schilderachtig nar
tionaal kostuum, met ©en verweerd, krach
tig en epen gezicht, zoo-als ik ook wel
typen zag onder de M Lr dieten, de bewo
ners van de meest ontoegankelijke berg
streek van Noord-Albanië. Met gro-oten
trotsch vertoont hij ons het eenïg beziens
waardige in het kale vertrek, waarvan de
muren met kalk gewit zijn: gekleurde por
tretten van koning Nikita en Peter II, in
hun schilderachtig kostuum, en ook een
oude, gekleurde plaat van den woïwode
Beter I, die een bondgenoot was van
Alexander I van Rusland, en dn liet be
gin der vorige eeuw in Dolimalië tegen
de J. roep en van Napoleon I vocht. Boven
do deur lrangt ook eon portret van het
tegenwoordige Yougo-Slavische vorsten
paar.
In gebroken Diuitsclr veriett onze gast
heer een en ander van de geschiedenis
dezer vorsten en haalt zelfs zijn guslar
te voorschijn, om zich zelf te begeleiden
bij het zingen van eerr door Peter II
vervaardigd heldendicht. 'Ook toont hij ons
eoü-ige oude, met zilver ingelegde pistolen
en een paar opauka's lage lederen schoe
nen, zonder hak, met opgekrulde punten,
en als hij er dan bij zegt, dat de vreem
delingen die "gaarne van hem koopen, over
valt mij de weemoedige gedachte, dat dit
onvermijdelijk het begin van het einde
bebeekent, en dat het wed niet zoo lang
meer duren zal voor het krachtige for-
sbho ras van antieke krijgshelden, hier
Ivo-ven in dezen afgelegen hoek van Europa
voior a'tijd zal zijn uitgestorven. Eet be
gin van het einde nu de auto een
maal deze hoogvlakte van Cettinje uit
het hotel 1 slenteren wiij wat door Eet
overigens weinig interessante plaatsje en
daarna brengt onze chauffeur ons naar
do z.g. Belvédère, een hoog'gelegen punt-
voorbij' Cettinje, van waar men een ver.
rukkelijk uitzicht heeft in het vruchtbare
Rjecadal, waardoor zich de rivier de Rjeka
slingert, illeel in de verte zien !we, in do
diepte tusschen de blauwgrijze bergen, Eet
meer van Scutari blinken.
Daarna keêren wij weer terug naar
Ragusa.
Als wij Njeghsj voorbn zijn en eensk'aps.
naar de Bocelre diep onder ons zien, valt
het ons op hoe onder deze late belichting
de aanblik geheel veranderd is. Waren
's ochtends kleuren en omtrekken duidelijk
to onderscheiden, het grijs der bergen en
het diep-blauw van de zee, ma is alles
vaal en kleurloos, het water der inham
men lijkt dof zilver en 'de contouren der
bergruggen zijn vervaagd, als een berg.
relief van papier maohé liggen borgen en
fjorden beneden ons. En de in schaduw
gehulde bergwanden, lijken donker dreigend,
bijna zwart. Dus tóch Czrna.Gora: liefland
der Zwarte Bergen!
Steeds wendend zwieren wij langs den
serpentinenvveg omlaag en nooit worden wij
moede het heerlijke panorama to bewon-
deren. Reeds ontdekken wij recht beneden
ons de huizen van Cattaro en eindelijk,
eindelijk groeien hier' weer boomen en
struiken.
Iemand die dezen tocht nooit maakte kan
moeilijk beseffen hoe heerlijk tegen den
avond do terugweg is langs den oever 'der
wom.ersclroane Bocdia! Thans volgen wij
den Noordelijken gever, en bijna twee uiir
lang, rijden wij over een uitstekenden weg
langs de prachtige fjord. Na de troosteloozo
steenenwoestonij van dezen middag zijn wij
hier eensklaps verplaatst in oen weelde
van groen en bloemen, bij duizenden
bloeien de wilde oleanders tusschen do rot
sen langs den weg, overal wordt nog ge
baad in- het lauwe water der Boeda, geplas
en gelach klinkt ons tegen, addio, oddio
juichen de vroolijko baadsters. Door schil
derachtige, vriendelijke plaatsjes komen wij,
waar de theaters vol zijn van kranige mili
tairen en forsche, gebronsde matrozen in
van Cattaro zelf is niets meer te ontdekken,
als op eeu landkaart zien wij neer op
de bergruggen die te Bocclie als in ver-
ko-stuum, hun wraren te koop aanbieden, schillende meren verdoelen. Rechts, air
Op dezen Zondagmorgen zitten rustige witte Zuid-Oostelijke richting boven ons, op een
gedaanten om do tafeltjes in de schaduw top van het Lorken-gebergte, ligt, op bijna
van den tuin, drinken vele kopjes koffie, j 1700 meter boven de zee, oen klein vier-
rookon vele sigaretten en politiseeren
boven onze hoofden worden de bloeiende
rose oleanders fel belicht tegen den strak-
blamven hernel, op tien overs chadit-wdon
grond liggen hier en daar stille zonplek-.,
ken van gloeiend goud. In de schaduw
van onzen. tuin. zitten wij veilig als op
een eiland, daar buiten stort zich onge
hinderd het daverende licilit in de donker
blauwe zee, die het flonkerend en flik
kerend terugkaatst. Nog benauwder is het
hier Tiair in Ragusa, niet om te spotten
is het klimaat hier in Cattaro! Do hemel-
licogo rotsen, die dreigend als het ware
over liet kleine stadje heenh'angcn, maken,
dat de zon or 's zomers brandt als in
een oven, in. den regentijd echter honden
zij de wolken vast, zoodat do gemiddelde
regenval in Cattaro, niettegenstaande maan
denlange droogte in den zomer, buiten
sporig hoog is, terwijl in don winter de
zon slechts weinige uren boven de hooge
bergruggen kan uitkomon, err er om drie
uur middags reeds de avond invalt. Roe
nietig en Oeklernd moet men zich hier
voelen onder aandien voet van dezen
mec-r dan 1000 meter Imogen muur; on
willekeurig gaan onze blikken naar boven,
zoekend naar bevrijding. En werkelijk, daar
ginds, bijna recht boven onze hoofden, slin
gert zich óver dien schijnbaar ontoegan-
k-ciijken rotswand, in 63 scherpe zigzag
wendingen de bewonderenswaardige weg
naar boven, de 'weg naar Cettinje, die
eenïg in Europa genoemd wordt.
Het is de toegangsweg tot Mont-enegTo,
waarvan de bouw in 1863 door Oosten
rijk werd iTtingevangen en. waaraan men
in 1880, toen Pierre Lo'J don tocht van
Cattaro naar Cettinje maakte, waaraan wij
kant gebouwtje: liet is het mausoleum, dal
Peter II, de omstreeks 1850 gestorven vorst
van Montenegro, daar tijdens zijn leven
A-oor zich- li-et bouxven, en xvaai'lieen later
zijn stoffelijk overschot is overgebracht. Als
op oen lioogen voorpost, waar men vanaf
duizelingwekkende hoogte neerziet op de
zee Qii van waar men rondom allo hoog
ste bergen ontwaart Van zijn vroegere
kleine, somber-woeste koninkrijk, rust daar
nu boog in do wolken deze merkwaardige
dóchter-vorst.
Nog steeds voert onze xveg o-mhoog en
met verwondering bedenken xvlj, hoe vroe
ger, voor den tijd der auto's, de inxvo-
ners vau Cettinje, de in do wolken ge
legen hoofdstad van dit merlkwaardige
kleine rijk, dozen weg to voet of op berg-
paardjes of muilezels moesten aft-eggen om
in de „bewoonde xvereld" to komen. Trou
wens, nu en dan ontdekken xvij tusschen
de rotsen zoo'n schilderachtig groepje, een I
man in witte broek, donker vest en witte
hemdsmouwen op een klein paardje ge
zeten, een atouw op bloote voelen, een
lange stok in de hand, daarachter aan, dik-
Avijls nog een zware vracht torsend. iVeeal
volgen 'deze menschen nog den ouden rveg,
dateerend uit het begin der vorige eeuw,
■een nauwelijks waarneembaar spoor tus
schen de steenen, die korter, maar ook
steiler en gevaarlijker is. En nu zijn wij
no-g in hot midden x-an den zomer, maar
hoe moet het hier zijn in den laten herfst
en in den Avinter, met hun iwoosle, bijna
tropische slagregens, als het xvater aam alle
kanton bruisend en kolkend varr de rot
sen naar beneden stroomt, als sombere
wolken om do beigxvanden hangen en de
toppen bedekt zijn met sneeuw en ijs! Geen
en Spanje in het niet zinken. Een doodsche
stille lieorscM rondom.
Op deze plek stonden in 1880 Püerre
Loti en zijn drie reisgezellen, alten ma
rine-officieren. behoorende tot het inter
nationale eskader, dat toenmaals in de
Bocca di Catta.roi lag, in afwachting van
de beslissing der groote mogendheden om
trent Montenegro, Albanië en Grieken
land.
„Dam eensklaps schrijft Loti opent
„zich voor' ons de oneindige ruimte, ge-,
„heel Montenegro, tot aan Albanië toe,
„vanaf een angstwekkende hoogte in vog-d-
„vüucht gezien. Het is iets, dat in niets
„gelijkt op hetgeen xvij reeds gezien be-b-
„ben op onze omzwervingen over de
„wereld; het 'is iets zoo aangrijpends en
„onverwachts, dat xvij staan blijven en
„elkander aankijken en ik boor hoe
„mijn medereizigers op spontane wijze hun
„indrukken weergeven
Een versteende zee! een gededte
„van de maanl een landschap op een
„do-ode planeet! Toch hebben xvij reeds
„xreeil aanschouwd, in alle oorden van de
„Avcrdd, xvij mot ons vieren: de uitge
strekte desolate gebieden van Afrika, zand-
Mr. H. A. J. GIJSEN.
zijn „Voyaga au Monténégro" te dankenwonder, dat hier boven een zeldzaam ge-
hobhen, nog druk xverkte. „Lo chomin du
ciel" wordt zij daar genoemden inder
daad schijnt deze xveg in xvitto zigzag
lijnen tegen 'den grijzen bergwand ten
hemel te voeren.
Als onze chauffeur ons inet zijn gere
pareerde wagen, komt halen, snoven wij
al spoedig tegen de eerste .slinger- \?n
do geweldige serpentine .op, aaivankeüjk
nog tusschen het groen van olijven ton
cypressen door, maar weldra hangt de weg
als het xvare tegen de naakte rotsen aan.
Slechts de kruidige geur van lavendel hangt
in de beete lucht, overal tusschen "de
steenen klinkt zonder ophouden het rèk,
rèk, fèk, en tirr-tirr-lirr van krekels en
sprinkhanen, al die steenen kaatsen het
hard, koppig en trotsch volk woont, met
gro-ote primitieve deugden en gebreken.
In deze grootsche omgeving gaan de fei
ten uit de geschiedenis van Montenegro
meer tot ons spreken, xvij hegrijpen hoe
do Montenegrijnen van Siavischen oor
sprong en eigenlijk ras-echte Serven, xvaar-
rnede zij nu sinds 1918 ook xveer ver-
ecnigd zijn door allo eeuwen heen hun
onafhankelijkheid hebben xvet-en te bewa
ren, xechtend in do middeleeuwen tegen
de Bulgaren (afstammend van de Hunnen-
x'-olkeroa en dus van het Mongoolsche ras),
die toen bijna geheel Servië hadden onder
worpen, daarna, bijna onafgebroken, van
de helft der lóo eouw tot 1913 toe logen
„xvoestijnen en ijsvelden, do trieste ver-
„la-ton streken van Zuid-Amerika, de groote
„einde!ooze vlakten, hot sombere aanschijn
„van landen en zeeën in aite mogelijke
„streken, veel onbekender ou veel afge-
„Legener dan Montenegro...
„Maar dit is iets, dat geheel- op zich zelf
„staat; dit heeft een eigen droef gees'ig-
„h-eid, die met geen andere te vergelijken
„valt t—
„F'euhl Balkan!" zegt on.z.o cliauf-
witte uniformen. Achter ons, oprijzend uit
haar 'isolement heeft gehaald xvr-e weet ]1(d kalm-spiegelende water, verheft zich
hoe spoedig men in reisgezelschappen naar hemelhoog de steile xvand van den Lor,ön.
Montenegro zal gaan, zooals men bij ons' en van heel'verre nog kunnen xvij de lichto
een bezoek brengt aan Marken! En even zigzaglijn van ,,onz.en'' xveg daarheen tegen
moeten wij lachen als xvij er aan den-,de donkere rotsen zien liggen,
kon, hoe de consul' van een land, dat ikWanneer xvij de Bocca verlaten om, land-
bier niet noemen zal, ons in Triest met wa,^s naar het Noorden af te bui-gen,
den meesten nadruk rfcicd door Monlene- T
T gen lijken nu hooger cn dreigender ue
gro naar Sentan te reszen. „Ja, ziet u, st0ffi-ge xveg nog xvitter, tegen den oranje-
twee jaar geleden hebban een paar Zwe- avondheuvel in het Westen staan roerloos
don dien tocht gemaakt" verbelde ons de slanke, statige cypressen. Kudden gei-
die consul, „maar zij hadden al bun geld ten keeren huiswaarts, in de dorpjes staan
en hun xvapens in Cattaro achtergelaten de bewoners in hun Zondags.nationaal cos.
en zoodoende zijn zij, meen ik, heelhuids luuin rustig in gro-epjes op den weg te pra.
aangekomen!" t 011 groeten vriendelijk: addioi De kleine
scherpe sikkel van een xvass-ende maan
Van lueru.it zwieren wij verder m lange komt op bovcn de bergGn) do iauw.wairno
slingers bergafwaarts, want Cettinje, een lucht geurt sterk naar thijm en Lavendel,
stadje van vijf duizend inwoners, ligt een doodstil staan de zwarte cypressen, de
vier honderd meter lager, pl.m. SIX) meier Avondster fonkelt met bijzonderen glans,
boven de zee, op oen vrij uitgestrekte hier en daar op de berghellingen branden
hoogvlakte, omringd door bergtoppen. Al oranje.vuren.
spoedig zien wij in do verte in een met dezen goddelijken zomeravond bedenk
lichtgroene mais bebouwde vlokte de zon ,k ^not weemoed hoe roods dat kleine,
j c.ni* i merkwaardige^ oerkrachtigo volk daar ginds
branden op de terra-co.ta kleurige dasen ])oyen ;n do ]>orgen, wordt aangetast door
van het stadje. Gloeiend heet is het ook onze nroderne „beschaving*'voor onzen
hier boven, bij volkomen afwezigheid van modernen tijd, die alles nivelleert en alle
boomen of struiken, maar -in de hooge volken zooveel mogelijk aan elkaar tracht
lucht is deze droge hitte hier beter uit gelijk to maken, is zelfs dat xvo-este-gebied
te li-ouden. Een kwartier later rijden wij dat -door vele eeuwen heen steeds een
Cettinje binnen: een paar kale, wei-nig f-jkere xvijkplaats bleek togen aanrukkende
fraaie, zonnige, breede straten, met een Nijanden, niet meer veilig.
i ui i - i -i P 1 t j i i Nog is het binnenland van xn-wm» An.
dubbdo rij telefoonpalen. In de schaduw tot ]l0ei-mg nog?
van de lage wi-tte huizen, alle van een
verdieping, zitten p-raohttypen van oude
Montenegrijnen in hun schMeracjhilig roo-j
verskleedij, zongebruinde kerels, met ge-|
weldi-ge 'grijze knevels, zeer krijgshaftig on]
1 Do verwerping van de motie van den
t-mponeerend, en xvre men kan aanzien dat ,nil,1 p -
*..x. .heer Oiud, om de pensioenen x-an de oud-
zij i-n hun krijgsmansleven wel meer dan g0pensionnemlen met 30 pGt. te vernrew-
één Turk naar de^ andere wereld zul! emderen, zoowel als van den heer K. tor
hebben geholpen. Echter valt het ons op, Laan, welke in meer algeineeno termen op
dat meerdere jonge mannen hot nationaleherziening van die pensioenen aandrong,
kostuum reeds niet meer dragen hel'stond, na de besliste afwijzing door den Ah'
begin var, het einde! {nister vast. Dat zona de overtuigende argu-
Onze chauffeur wijst ons op een grootmenten, die de heer de Geer voor haar
wit gebouw, dat in een tuin staal, het vroe- j «rwerpmg aanvoerde, nog zoovele stenunen
b ~j 'kregen, zal met op do c-reditz-ndevan die le
gere koninklijke palms, en dan stappen denövan de 2e Kamer, die daaraan schuldig
staan, worden gebraclit. De motie.Oud haal
de 28 stemmen van de 82, to xvctcnVaaGe
S. I>. A. P., de Y. D-, van tden communist
en x-:an den man van de Katholieke Volks1-
partij. Do motie-ter Laan haaltle er 32 van
de 82, doordat daarbij de Katholieken Ver
aart, Bullen en Möller en xran'der BW;mee
gingen met lien, die bun sfcin aan (dei motie-
Oud hadden gegeven.
Wij kunnen ons tenslotte verbazen, dat
het mogelijk geweest is. Be Minister heeft
zoo terecht er o-p gewezen, dat men in
vermeerdering van het percentage allerminst
do oplossing van het vraagstuk kon zoe
ken; deke zou toch aan alle kanten mank
gaan, daargelaten, dat er telkens wel xveer
aandrang zou komen om cr nogmaals wat
op to gooien. Wilden de voorstemmers het
voor hunne verantwoording nemen, dat de
zeer velen van deze oud,gepensioneerden
die op 40-jarige of op 48.jari-gen leeftijd
den dienst zijn uitgegaan, en die zoo gocdo
betrekkingen in hot particuliere bedrijf Eel>
ben gekregen, dat zij zich uitstekend kun
nen redden, een gansch onnoodig cadeau
Uit de schatkist krijgen?
^Immers neen. M.iar xvaarvoor dan dit
vóórstemmon, dubbel onverantwoordelijk,
nu do Regoering met oen suppleloiro h©-
grooting van 2I/L> ton zal komen, opdat
De haai van Cattaro.
de Turken. En nog ligt ons verseh in hot four, met uitgestrekte arm een kring be-
wij af in het Grand-Hótol, dat, lioowd
eenvoudig en tamelijk primitief, toch een
alleszins goed verzorgde „Wiener Küche"in'de ^tevaïien" 'xviurriu hot noöïig is] de
heeft, eu waar xvij op de spijskaartspij- g-ewensclite hulp zal kunnen xvordöa ver
zon kunnen uitzoekon, die toebereid zijn laend. Wij kunnen het helaas niet anders
zien, dan dat wij hier weer een ivooibecïd
hebben xran die kiezersvaixgerij, die ondor
hot stelsel van Evenredige Vertcgcnwoor-
diiging is totwenomen, (doordu-t nron tluuis
in staat is zijn net over hot guiische laiid
te spannen, maar het aanzien van deKax
roer verhoogen, doen zulke manoeuvres
zeer zeker niet. I 1
a la minute", tenviji men komt aandra
gen met het vreemdelingen-boek. 0, con
sul in Triest 1
In den laten namiddag, als het niet meer
zóó gloeiend heet is ik wildo wel eens
weten, hoeveel graden liet qm 12 uur
's-middags was op de zonnige stoep van
4