n m Reisindrukken uit Dalmatië, Montenegro en Albanië. m Uit de Tweede Kamer. w VI. Zooals ik ieeds opmerkte, vertoont de Beoca di Cattaro, wat formatie betreft, vod 'overeenkomst mot eeu Noorschen fjord, maar do folio zonneschijn, het don kerblauwe water, de lichto vro olijke kteu- ren vau dc huizon aan don oever en do weelderige plantengroei geven ex een Zui delijk karakter aan. Dikwijls ode moeten wij aan do Italiaanse!» meren denken, maar liefelijk romantisch doen doze aan, verge leken bij de grootse lie, wilde schoonheid dor Rocea. Steeds langs den zuidelijken oever rirj- - etend, telkens weer opgetogen over een nieuw uitzicht over deze onvolprezen golf, bereiken wij Cattaro. ken klein oud ves- licht en de bi!to laaiend terug. Maar ihet uit zicht naar beneden is zóó grandioos, dal ■ik nauwelijks waag er een beschrijving van to geven. Bij elke wending zinkt Cat taro dieper weg en verruimt zich hot ver gezicht, eerst zieu wij nog slechts do baai van Cattaro zelf als een donker blauw meer, aan alle zijdon. door bergen om sloten, diep beneden ons liggenoen stoom jacht lijkt een wit streepje, dat oen brecd- uitloopende wig achter zich aan door het water trekt; dan ontrolt zich naar hot Zui den toe een gedeelte der vruchtbare vlakte, die zich langs de Adria uitstrekt tol Anti- vari toe, en waarin als kleine, zwarte slok jes do cypressen staan; en spoedig zien wij, over de grillig gevormde borgen heen ook de andere zee-armen heneden ons liggen, maar do steile wand van het Vrmac- geheugen, hoe Montenegro, nadat al zijn j schrijvend, on minachtend gaan zijn sdh'ou- bondgonoolen recd9 in 1913 do wapen- ders omhoog stilstand met Turkije gesloten hadden, alsof er niets gebeurd was, door ging Scutari te belegeren 1 Voortdurend vechtend tegen een groote overmacht, kondon zij meerdere malen in "den loep dier tijden slechts arm vernietiging ontkomen, door zich terug te trekken in da woeste, ontoegankelijke bergen van hun vaderland. D.io namen van hun nationale helden ik noem bier slechts den beroemden Turken bestrijder Ivan den Zwarte, wiens nagedachtenis in Montenegro Vereerd wordt als die van Skandor heg in Albanië leven voort in do eentonige heldenzangen, die overal in het land. tot in elke hut, verloren tusschen de bergen, gezongen werden, be geleid door liet droefgeestige geluid van tingstadje, met een mooie Veuetiaansehc poort, gelegen op een smalle kuststrook vlak tegen den vrijwel loodrechten, ruim 1100 meter boegen rotswand aan, die hier de Bocca afsluit. Tenviji on/e chauffeur zijn wagen eerst neg eens goed zal laten nakijken, gaan wij oen kopje koffie drinken in den tuin van oen café-tje, gelegen op do „Riva", de kade langs de zee, waar op de marktdagen de Mentonegrijnen an hun schilderachtige gebergte onttrekt nog do open zoo aan ons den guslar. oog. Totdat wij eindelijk, na een zeer Eindelijk zijn wij gestegen tot het punt, romantisch, op oen hoog rotsplateau ge- waar vropger de grens liep tusschen Oos- tenrijk en Montenegro, en na oen 1-aat- j sten blik in de diepte geworpen te heb'* ben op de fiocche, rijden wij tusschen twee bergruggen door do hoogvlakte van Montenegro binnen. Tusscnen rotsen en steenen ontdekken wij luier en daar kleine I lapjes bebouwden grond, waarop wat maas 1 of tabak groeit en eensklaps liggen daar do nederige' huisjes voor ons van liet kleine -tlorpje Njegutch. Het is Zondag en op liet heetst van den dag, het plaatsje 1 lijkt wel uitgestorven. Slechts een paar knappe jonge vrouwen holen wij in, die zware vrachten hooi op liet hoofd dra gen en dit in de brandende hitte togen den stellen weg omhoog zeulen. Onze chauffeur wijst ons een bescheiden, land huis aan, de vroegere koninklijke villa, waar koning Nikita ieder jaar een tijd placht to wonen. Even buiten het dorpje werpt een 'Mein meisje op bloote voeten een bosje kruiden in onze auto, klautert dan vlug als een geit tegen do rotsen op en staat ons hij een volgende wending van den weg, twintig meter boven de plek waar zij ons het bundeltje toegooide, met uit gestoken hand op te wachten, lachend bedelend om een paar dinars. Steeds blijft de weg ia lange wendingen stijgen, totdat wij eindelijk, twee uur na dat wij 'Cattaro verlaten hebben, hei hoog ste punt bereiken en dan ligt or eensklaps vóór ons een berglandschap zóó ontzaggelijk woest en verlaten, dat de aanblik er van ons overweldigt. Overal bergtoppen en betrg- Cattaro. r kammen, zoover het oog reikt, éón chaos van doodsche grijze steen, geen boom, geen legen, oud Oostenrijlksoh fort gepasseerd blad, geen spoor van leven, steenen en nog te zijn, steeds wendend en weer \vm- j eens steenen. Rechts achter ons verheffen dead, tot een hoogte van ongeveer 8000zich de toppen van den Larven, links ligt motor gestegen zijn oir over een tweetalhot sombere bergland der Herzegowina en bergruggen heen de wijde Adria in de vóór ons strekken zich de ketenen uit der verte voor onze verrukte blikken zien open j ontoegankelijke Albaneesche. alpen, bij xveü- Liggcn. En steeds nog stijgen wij en steeds kor einde!ouzo grimmige verlatenheid de groot-schor wordt hot uitzicht, in de diepte; meest woeste gedeelten van Zwitserland Niet ver van- deze plek staat langs den weg hot huis van een xvegopzioMcr, oen kaal, grijs gebouw, opgetrokken uit de steenen waar het tussckou verloren ligt. Daar gaat onze chauffeur water vragen en als wij mee naar binnen gaam, wor den wij vriendelijk ontvangen door een ouden Montenegrijm, in schilderachtig nar tionaal kostuum, met ©en verweerd, krach tig en epen gezicht, zoo-als ik ook wel typen zag onder de M Lr dieten, de bewo ners van de meest ontoegankelijke berg streek van Noord-Albanië. Met gro-oten trotsch vertoont hij ons het eenïg beziens waardige in het kale vertrek, waarvan de muren met kalk gewit zijn: gekleurde por tretten van koning Nikita en Peter II, in hun schilderachtig kostuum, en ook een oude, gekleurde plaat van den woïwode Beter I, die een bondgenoot was van Alexander I van Rusland, en dn liet be gin der vorige eeuw in Dolimalië tegen de J. roep en van Napoleon I vocht. Boven do deur lrangt ook eon portret van het tegenwoordige Yougo-Slavische vorsten paar. In gebroken Diuitsclr veriett onze gast heer een en ander van de geschiedenis dezer vorsten en haalt zelfs zijn guslar te voorschijn, om zich zelf te begeleiden bij het zingen van eerr door Peter II vervaardigd heldendicht. 'Ook toont hij ons eoü-ige oude, met zilver ingelegde pistolen en een paar opauka's lage lederen schoe nen, zonder hak, met opgekrulde punten, en als hij er dan bij zegt, dat de vreem delingen die "gaarne van hem koopen, over valt mij de weemoedige gedachte, dat dit onvermijdelijk het begin van het einde bebeekent, en dat het wed niet zoo lang meer duren zal voor het krachtige for- sbho ras van antieke krijgshelden, hier Ivo-ven in dezen afgelegen hoek van Europa voior a'tijd zal zijn uitgestorven. Eet be gin van het einde nu de auto een maal deze hoogvlakte van Cettinje uit het hotel 1 slenteren wiij wat door Eet overigens weinig interessante plaatsje en daarna brengt onze chauffeur ons naar do z.g. Belvédère, een hoog'gelegen punt- voorbij' Cettinje, van waar men een ver. rukkelijk uitzicht heeft in het vruchtbare Rjecadal, waardoor zich de rivier de Rjeka slingert, illeel in de verte zien !we, in do diepte tusschen de blauwgrijze bergen, Eet meer van Scutari blinken. Daarna keêren wij weer terug naar Ragusa. Als wij Njeghsj voorbn zijn en eensk'aps. naar de Bocelre diep onder ons zien, valt het ons op hoe onder deze late belichting de aanblik geheel veranderd is. Waren 's ochtends kleuren en omtrekken duidelijk to onderscheiden, het grijs der bergen en het diep-blauw van de zee, ma is alles vaal en kleurloos, het water der inham men lijkt dof zilver en 'de contouren der bergruggen zijn vervaagd, als een berg. relief van papier maohé liggen borgen en fjorden beneden ons. En de in schaduw gehulde bergwanden, lijken donker dreigend, bijna zwart. Dus tóch Czrna.Gora: liefland der Zwarte Bergen! Steeds wendend zwieren wij langs den serpentinenvveg omlaag en nooit worden wij moede het heerlijke panorama to bewon- deren. Reeds ontdekken wij recht beneden ons de huizen van Cattaro en eindelijk, eindelijk groeien hier' weer boomen en struiken. Iemand die dezen tocht nooit maakte kan moeilijk beseffen hoe heerlijk tegen den avond do terugweg is langs den oever 'der wom.ersclroane Bocdia! Thans volgen wij den Noordelijken gever, en bijna twee uiir lang, rijden wij over een uitstekenden weg langs de prachtige fjord. Na de troosteloozo steenenwoestonij van dezen middag zijn wij hier eensklaps verplaatst in oen weelde van groen en bloemen, bij duizenden bloeien de wilde oleanders tusschen do rot sen langs den weg, overal wordt nog ge baad in- het lauwe water der Boeda, geplas en gelach klinkt ons tegen, addio, oddio juichen de vroolijko baadsters. Door schil derachtige, vriendelijke plaatsjes komen wij, waar de theaters vol zijn van kranige mili tairen en forsche, gebronsde matrozen in van Cattaro zelf is niets meer te ontdekken, als op eeu landkaart zien wij neer op de bergruggen die te Bocclie als in ver- ko-stuum, hun wraren te koop aanbieden, schillende meren verdoelen. Rechts, air Op dezen Zondagmorgen zitten rustige witte Zuid-Oostelijke richting boven ons, op een gedaanten om do tafeltjes in de schaduw top van het Lorken-gebergte, ligt, op bijna van den tuin, drinken vele kopjes koffie, j 1700 meter boven de zee, oen klein vier- rookon vele sigaretten en politiseeren boven onze hoofden worden de bloeiende rose oleanders fel belicht tegen den strak- blamven hernel, op tien overs chadit-wdon grond liggen hier en daar stille zonplek-., ken van gloeiend goud. In de schaduw van onzen. tuin. zitten wij veilig als op een eiland, daar buiten stort zich onge hinderd het daverende licilit in de donker blauwe zee, die het flonkerend en flik kerend terugkaatst. Nog benauwder is het hier Tiair in Ragusa, niet om te spotten is het klimaat hier in Cattaro! Do hemel- licogo rotsen, die dreigend als het ware over liet kleine stadje heenh'angcn, maken, dat de zon or 's zomers brandt als in een oven, in. den regentijd echter honden zij de wolken vast, zoodat do gemiddelde regenval in Cattaro, niettegenstaande maan denlange droogte in den zomer, buiten sporig hoog is, terwijl in don winter de zon slechts weinige uren boven de hooge bergruggen kan uitkomon, err er om drie uur middags reeds de avond invalt. Roe nietig en Oeklernd moet men zich hier voelen onder aandien voet van dezen mec-r dan 1000 meter Imogen muur; on willekeurig gaan onze blikken naar boven, zoekend naar bevrijding. En werkelijk, daar ginds, bijna recht boven onze hoofden, slin gert zich óver dien schijnbaar ontoegan- k-ciijken rotswand, in 63 scherpe zigzag wendingen de bewonderenswaardige weg naar boven, de 'weg naar Cettinje, die eenïg in Europa genoemd wordt. Het is de toegangsweg tot Mont-enegTo, waarvan de bouw in 1863 door Oosten rijk werd iTtingevangen en. waaraan men in 1880, toen Pierre Lo'J don tocht van Cattaro naar Cettinje maakte, waaraan wij kant gebouwtje: liet is het mausoleum, dal Peter II, de omstreeks 1850 gestorven vorst van Montenegro, daar tijdens zijn leven A-oor zich- li-et bouxven, en xvaai'lieen later zijn stoffelijk overschot is overgebracht. Als op oen lioogen voorpost, waar men vanaf duizelingwekkende hoogte neerziet op de zee Qii van waar men rondom allo hoog ste bergen ontwaart Van zijn vroegere kleine, somber-woeste koninkrijk, rust daar nu boog in do wolken deze merkwaardige dóchter-vorst. Nog steeds voert onze xveg o-mhoog en met verwondering bedenken xvlj, hoe vroe ger, voor den tijd der auto's, de inxvo- ners vau Cettinje, de in do wolken ge legen hoofdstad van dit merlkwaardige kleine rijk, dozen weg to voet of op berg- paardjes of muilezels moesten aft-eggen om in de „bewoonde xvereld" to komen. Trou wens, nu en dan ontdekken xvij tusschen de rotsen zoo'n schilderachtig groepje, een I man in witte broek, donker vest en witte hemdsmouwen op een klein paardje ge zeten, een atouw op bloote voelen, een lange stok in de hand, daarachter aan, dik- Avijls nog een zware vracht torsend. iVeeal volgen 'deze menschen nog den ouden rveg, dateerend uit het begin der vorige eeuw, ■een nauwelijks waarneembaar spoor tus schen de steenen, die korter, maar ook steiler en gevaarlijker is. En nu zijn wij no-g in hot midden x-an den zomer, maar hoe moet het hier zijn in den laten herfst en in den Avinter, met hun iwoosle, bijna tropische slagregens, als het xvater aam alle kanton bruisend en kolkend varr de rot sen naar beneden stroomt, als sombere wolken om do beigxvanden hangen en de toppen bedekt zijn met sneeuw en ijs! Geen en Spanje in het niet zinken. Een doodsche stille lieorscM rondom. Op deze plek stonden in 1880 Püerre Loti en zijn drie reisgezellen, alten ma rine-officieren. behoorende tot het inter nationale eskader, dat toenmaals in de Bocca di Catta.roi lag, in afwachting van de beslissing der groote mogendheden om trent Montenegro, Albanië en Grieken land. „Dam eensklaps schrijft Loti opent „zich voor' ons de oneindige ruimte, ge-, „heel Montenegro, tot aan Albanië toe, „vanaf een angstwekkende hoogte in vog-d- „vüucht gezien. Het is iets, dat in niets „gelijkt op hetgeen xvij reeds gezien be-b- „ben op onze omzwervingen over de „wereld; het 'is iets zoo aangrijpends en „onverwachts, dat xvij staan blijven en „elkander aankijken en ik boor hoe „mijn medereizigers op spontane wijze hun „indrukken weergeven Een versteende zee! een gededte „van de maanl een landschap op een „do-ode planeet! Toch hebben xvij reeds „xreeil aanschouwd, in alle oorden van de „Avcrdd, xvij mot ons vieren: de uitge strekte desolate gebieden van Afrika, zand- Mr. H. A. J. GIJSEN. zijn „Voyaga au Monténégro" te dankenwonder, dat hier boven een zeldzaam ge- hobhen, nog druk xverkte. „Lo chomin du ciel" wordt zij daar genoemden inder daad schijnt deze xveg in xvitto zigzag lijnen tegen 'den grijzen bergwand ten hemel te voeren. Als onze chauffeur ons inet zijn gere pareerde wagen, komt halen, snoven wij al spoedig tegen de eerste .slinger- \?n do geweldige serpentine .op, aaivankeüjk nog tusschen het groen van olijven ton cypressen door, maar weldra hangt de weg als het xvare tegen de naakte rotsen aan. Slechts de kruidige geur van lavendel hangt in de beete lucht, overal tusschen "de steenen klinkt zonder ophouden het rèk, rèk, fèk, en tirr-tirr-lirr van krekels en sprinkhanen, al die steenen kaatsen het hard, koppig en trotsch volk woont, met gro-ote primitieve deugden en gebreken. In deze grootsche omgeving gaan de fei ten uit de geschiedenis van Montenegro meer tot ons spreken, xvij hegrijpen hoe do Montenegrijnen van Siavischen oor sprong en eigenlijk ras-echte Serven, xvaar- rnede zij nu sinds 1918 ook xveer ver- ecnigd zijn door allo eeuwen heen hun onafhankelijkheid hebben xvet-en te bewa ren, xechtend in do middeleeuwen tegen de Bulgaren (afstammend van de Hunnen- x'-olkeroa en dus van het Mongoolsche ras), die toen bijna geheel Servië hadden onder worpen, daarna, bijna onafgebroken, van de helft der lóo eouw tot 1913 toe logen „xvoestijnen en ijsvelden, do trieste ver- „la-ton streken van Zuid-Amerika, de groote „einde!ooze vlakten, hot sombere aanschijn „van landen en zeeën in aite mogelijke „streken, veel onbekender ou veel afge- „Legener dan Montenegro... „Maar dit is iets, dat geheel- op zich zelf „staat; dit heeft een eigen droef gees'ig- „h-eid, die met geen andere te vergelijken „valt t— „F'euhl Balkan!" zegt on.z.o cliauf- witte uniformen. Achter ons, oprijzend uit haar 'isolement heeft gehaald xvr-e weet ]1(d kalm-spiegelende water, verheft zich hoe spoedig men in reisgezelschappen naar hemelhoog de steile xvand van den Lor,ön. Montenegro zal gaan, zooals men bij ons' en van heel'verre nog kunnen xvij de lichto een bezoek brengt aan Marken! En even zigzaglijn van ,,onz.en'' xveg daarheen tegen moeten wij lachen als xvij er aan den-,de donkere rotsen zien liggen, kon, hoe de consul' van een land, dat ikWanneer xvij de Bocca verlaten om, land- bier niet noemen zal, ons in Triest met wa,^s naar het Noorden af te bui-gen, den meesten nadruk rfcicd door Monlene- T T gen lijken nu hooger cn dreigender ue gro naar Sentan te reszen. „Ja, ziet u, st0ffi-ge xveg nog xvitter, tegen den oranje- twee jaar geleden hebban een paar Zwe- avondheuvel in het Westen staan roerloos don dien tocht gemaakt" verbelde ons de slanke, statige cypressen. Kudden gei- die consul, „maar zij hadden al bun geld ten keeren huiswaarts, in de dorpjes staan en hun xvapens in Cattaro achtergelaten de bewoners in hun Zondags.nationaal cos. en zoodoende zijn zij, meen ik, heelhuids luuin rustig in gro-epjes op den weg te pra. aangekomen!" t 011 groeten vriendelijk: addioi De kleine scherpe sikkel van een xvass-ende maan Van lueru.it zwieren wij verder m lange komt op bovcn de bergGn) do iauw.wairno slingers bergafwaarts, want Cettinje, een lucht geurt sterk naar thijm en Lavendel, stadje van vijf duizend inwoners, ligt een doodstil staan de zwarte cypressen, de vier honderd meter lager, pl.m. SIX) meier Avondster fonkelt met bijzonderen glans, boven de zee, op oen vrij uitgestrekte hier en daar op de berghellingen branden hoogvlakte, omringd door bergtoppen. Al oranje.vuren. spoedig zien wij in do verte in een met dezen goddelijken zomeravond bedenk lichtgroene mais bebouwde vlokte de zon ,k ^not weemoed hoe roods dat kleine, j c.ni* i merkwaardige^ oerkrachtigo volk daar ginds branden op de terra-co.ta kleurige dasen ])oyen ;n do ]>orgen, wordt aangetast door van het stadje. Gloeiend heet is het ook onze nroderne „beschaving*'voor onzen hier boven, bij volkomen afwezigheid van modernen tijd, die alles nivelleert en alle boomen of struiken, maar -in de hooge volken zooveel mogelijk aan elkaar tracht lucht is deze droge hitte hier beter uit gelijk to maken, is zelfs dat xvo-este-gebied te li-ouden. Een kwartier later rijden wij dat -door vele eeuwen heen steeds een Cettinje binnen: een paar kale, wei-nig f-jkere xvijkplaats bleek togen aanrukkende fraaie, zonnige, breede straten, met een Nijanden, niet meer veilig. i ui i - i -i P 1 t j i i Nog is het binnenland van xn-wm» An. dubbdo rij telefoonpalen. In de schaduw tot ]l0ei-mg nog? van de lage wi-tte huizen, alle van een verdieping, zitten p-raohttypen van oude Montenegrijnen in hun schMeracjhilig roo-j verskleedij, zongebruinde kerels, met ge-| weldi-ge 'grijze knevels, zeer krijgshaftig on] 1 Do verwerping van de motie van den t-mponeerend, en xvre men kan aanzien dat ,nil,1 p - *..x. .heer Oiud, om de pensioenen x-an de oud- zij i-n hun krijgsmansleven wel meer dan g0pensionnemlen met 30 pGt. te vernrew- één Turk naar de^ andere wereld zul! emderen, zoowel als van den heer K. tor hebben geholpen. Echter valt het ons op, Laan, welke in meer algeineeno termen op dat meerdere jonge mannen hot nationaleherziening van die pensioenen aandrong, kostuum reeds niet meer dragen hel'stond, na de besliste afwijzing door den Ah' begin var, het einde! {nister vast. Dat zona de overtuigende argu- Onze chauffeur wijst ons op een grootmenten, die de heer de Geer voor haar wit gebouw, dat in een tuin staal, het vroe- j «rwerpmg aanvoerde, nog zoovele stenunen b ~j 'kregen, zal met op do c-reditz-ndevan die le gere koninklijke palms, en dan stappen denövan de 2e Kamer, die daaraan schuldig staan, worden gebraclit. De motie.Oud haal de 28 stemmen van de 82, to xvctcnVaaGe S. I>. A. P., de Y. D-, van tden communist en x-:an den man van de Katholieke Volks1- partij. Do motie-ter Laan haaltle er 32 van de 82, doordat daarbij de Katholieken Ver aart, Bullen en Möller en xran'der BW;mee gingen met lien, die bun sfcin aan (dei motie- Oud hadden gegeven. Wij kunnen ons tenslotte verbazen, dat het mogelijk geweest is. Be Minister heeft zoo terecht er o-p gewezen, dat men in vermeerdering van het percentage allerminst do oplossing van het vraagstuk kon zoe ken; deke zou toch aan alle kanten mank gaan, daargelaten, dat er telkens wel xveer aandrang zou komen om cr nogmaals wat op to gooien. Wilden de voorstemmers het voor hunne verantwoording nemen, dat de zeer velen van deze oud,gepensioneerden die op 40-jarige of op 48.jari-gen leeftijd den dienst zijn uitgegaan, en die zoo gocdo betrekkingen in hot particuliere bedrijf Eel> ben gekregen, dat zij zich uitstekend kun nen redden, een gansch onnoodig cadeau Uit de schatkist krijgen? ^Immers neen. M.iar xvaarvoor dan dit vóórstemmon, dubbel onverantwoordelijk, nu do Regoering met oen suppleloiro h©- grooting van 2I/L> ton zal komen, opdat De haai van Cattaro. de Turken. En nog ligt ons verseh in hot four, met uitgestrekte arm een kring be- wij af in het Grand-Hótol, dat, lioowd eenvoudig en tamelijk primitief, toch een alleszins goed verzorgde „Wiener Küche"in'de ^tevaïien" 'xviurriu hot noöïig is] de heeft, eu waar xvij op de spijskaartspij- g-ewensclite hulp zal kunnen xvordöa ver zon kunnen uitzoekon, die toebereid zijn laend. Wij kunnen het helaas niet anders zien, dan dat wij hier weer een ivooibecïd hebben xran die kiezersvaixgerij, die ondor hot stelsel van Evenredige Vertcgcnwoor- diiging is totwenomen, (doordu-t nron tluuis in staat is zijn net over hot guiische laiid te spannen, maar het aanzien van deKax roer verhoogen, doen zulke manoeuvres zeer zeker niet. I 1 a la minute", tenviji men komt aandra gen met het vreemdelingen-boek. 0, con sul in Triest 1 In den laten namiddag, als het niet meer zóó gloeiend heet is ik wildo wel eens weten, hoeveel graden liet qm 12 uur 's-middags was op de zonnige stoep van 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 6