KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Keesje s Kerstfeest.
No. 51 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 24 Dec, 1927
VAN DE
„Waarom geven «alleen rijke monscben wat met
Kerstmis, moeder? Waarom doen wij 'tnief?"
KJeine Kees /lie op ep-n bankje aan moeders
sdhooi rat, met een boekje van school op zijn
knieën sloeg zijn donkere kijkers vragend naar
baar op.
„Omdat die wat hebben om weg to geven. iMs
jo niks hebt 'kan je niks geven, dalff 's' nogal 'glaxl",
bromde broer Jan, die net als vader al izoo'n fffijkl
werkeloos was en nu -landerig met de éïïebogiHn
op tafel leunde. 1
Moeder, die aan 't «aardappel schillen was,
zuchtje.
„Zo moesten ons maar liever wat brengen", zoo
let Jan zich weer -hoorcn.
„Do juffrouw zegt", zoo klonk Kcesjo's beider
«stommetje, „de juffrouw zegt, dat met Kerstmis
iedereen wat kan geven, i-ederegn, om een ander
blij te imaken, en dan ben jo zelf ook blij enfdon pas
kan je een gelukkig Kerstfeest vieren«anders niet".
„Do juffrouw weet er niks van. zo hooft zelf
van alles volop". t i
„Stil Jan, stil. Ja> Kersje, 'tis waar!watJde
juffrouw zegt't is waar, maar, "t is soms erg
moeilijk voor lui als wij zijnen dat weet (onze
ikwe Heer ook wel". i
„Ja Moeder? Moeder, als 't nou Kerstmis is, gaan
wij dan een ander ook blij maken, :wiijjsamen?"!—
Hoopvol keek 't jongetje Móéder «aan.
„Moedor zal eens zien, KoesMooier moet or
zich nog eens op bedenken, hoor. Ga maar nvwsr
zoet lozen".
's■Avonds, toen Keesje «al Lang sliep, moest juf
frouw de Beer onder 't kousen stoppen oj> eens
weer aan die vraag van haar kleinen jongen
denken. Vroeger, toen zij in beteren doen waren,
luid zij t zoo heerlijk gevonden eens wat voor Pen
ander te doen, maar in do laatste jaren, «ach
hadden ze zelf zoo te tobben -gehad, dat .er igee-n
gedachte meer voor een ander Kad kunnen over
schietenen toch,, de «onder was er noig ietven.
goed, de ander wasje naaste. Juffrouw de
Beer begreep hve-l best, bote de „juffrouw van' (de
school'', 'tden kinderen had uitgelegd.'. Kleine Kees
luwt 'tin zijn eenvoud precies bij 'trechte eindge-
lutd. Al was je zelf .'irni, jojkomno-gjwel watlvo-orecnl
ander doen, neen, je kotn *t niet «alleen je moest,
neten, ook nietje mocht, ja, dat was (het, je
mocht.
Juffrouw do Beer werd 't wann en blij 'om
'tjliart. Jo mocbitwat heerlijk was die go-
diafchtc. fn geen tijden was ze zoo opgewekt geweest
bijw al haar zorgen. Atorgen, met Keesje samen',
zou zij overleggen, wat zij zouden kunnen doen,
ora met Kerstmis een ander blij te maken'
zonder geld. Juffrouw de Beer glimlachte; ja, zon
der geld, dat was er nog 't mooiste Van.
't Was een paar dagen vóór Kerstmis.
Keesje lïep met een gelukkig gezichtje rond.
Telkens luid hij wat met moeder te fluisteren. Ben
gelieiinpje?
Eén? Keen hoor, een heelebotói. Ze zouden
c?cht Kerstmis gaan vieren, edh:t, zooals de „juf
frouw van de school" 'thad bedoeld.
Daar heb je om- to beginnen, Jaap je van tien
overkant, die was al zoo lang ziek, en 'pou kou
Keesje hem met Kerstmis zijn opplakplaten 'bren
gen; die had liij zelf met Sinterklaas op ,,'t school"
gekregen. Dan zou Jaapje wel erg Mij zijin|En
Grootje van Oven, die drie hoog woonde, nou
die kon nooit 's uit en geen mensoh keek maar (d'r
oin en nou zou -Moedor d'r vragen om ime.fc Kerst
mis te komen. Nou ja, veel bijzonders had: (Moeder
niet ,maar een „bakkie koffie" toch wel, met (eten
bal er bij. En Keesje zou voor dor sdngen, (al ;zl"u
mooie Kemtversjes en Moeder had nog dan kaars,
die kwam er hij aan; "dajtf was dan (een fersj-
lichtje.
En (Lan zou Keesje vandaag al vast boodschap1-
pen doen voor buurvrouw, die dor boen had ge
broken en tuoeder zou der kamertje opredderen!,
dat Zo netjes lag .met de feestdagen. En 'zb (had
een poes, die zou Keesje nooit moer plagen jen
als andere jongens in do steeg 't deden, nou^'daJnzou
Keesje ze wegjagen en poes gauw, bij buurvrouw
brengen. En dan liadt jo vader, vaster, d iel altijd izo-o
verdrietig keek, omdat or geen werk .was (bom
Keesje met Kerstmis eens heeil extra flink pakken
en hij zou 's morgens al vroeg voor Vader z'n
Kerstversjes zingen misschien miss'dlli-en
werd vader dan ook blij. Eu Jan izou IKeesje's
grooten stuiteT krijgen, maar 't mooiste kwam nog;
voor moeder zou hij op zusje passen, 'dan? kon lm oe-
der rustig naar de kerk gaan; dat woi? ze p.oo graag.
Dat was een echte, mooie verrassing, die maakte
moeder blij, -1
Ja, Moeder was nu al blij in 't vooruitzicht ten
meteen wist zo ook nog allerlei, dat zijf (Icon V-loen
om de buren te plezieren. Wonderlijk, als je Ik'je
eenmaal inging denken, wist jeIioelanger lioöineer
dingen om- te doen en je was verbaasd-(en 'f speet
jo, dat je daar al niet' eerder 's op 'was gekomen'.
Voor die ziel mdt der „rimmetrek", (die (twee
hoog vóór woon'de, kon-ze best de molklien 'f brood
aannemen en niet alleen in iSeiu Kersttijd, maar
altijd. En dan was er een buurtje, dat (naaide Ivoor
een winkel, en die stumperd liocstto zoo. Nou, kon
Keesje toe üdbest geregeld der naaiweak wegbren-