Van ai les wat.
kant strekte zich eeti stuk laud ,uit, waar allerlei
oud roest en ander afval op grooto hoepen lag.
Nergens was een hoorn of eenig gras te hekenno'i
en de kinderen, die op dit veld speelden, waren
al even vuil als hun omgeving.
Twee groote jongens stonden aan den kant van
een grooten donkeren plas, niet ver van den weg
en lachten om iets, dat zich tuit nun handen
trachtte, los te werken,
Pkuocüng sivoin er een meisje aangehold, (dat
angstig uitriep:
,,IIet is mijn poesje. Het is van mij. Geef me
mijn poesje terug".
„Maar de vreode kwelgeest hield hot poesje al
leen wat hooger en wees naar het touw en don
steen, die de andere jongen om den nek van
het arme dier hond.
Het meisje Schreeuwde luid en kwam op don
jongen af, een wanhopige poging aanwendend om
haar arm poesje te bevrijden. In haar opwinding
bemerkte zij niet, dat zij bijna in den grooten
modderplas viel.
„Nou. vooruit dan. Een. twee, drie
Voor d«. jongen het poesje echter in het water
kon gooien, was Dick toegesprongen om dit te
r oorkonten.
„Schaam je waf. Hoe kan je zóó laf zijn? 'riep
hij verontwaardigd uit, terwijl hij den plaaggeest
bij zijn kraag pakte.
„En vat had jij er mee te maken.?" riep Kle jon
gen nijdig terug, terwijl hlji zijn gebalde ruist
dreigend ophief.
Dick was hem echter te vlug af. Hij sprong opzij
om den slag te ontwijken en greep in hetzelfde
oogenblik het poesje, dat hij het meisje in de uitge
stoken handen drukte. Do andere lafaard liad
hel op een loopen gezet Het trouwe dier had,
zoodra lvij zag, dat zijn baasje aangevallen werd,
zijn tanden in één der broekspijpen van den groo
ten jongen gezet. Wordt vervolgd).
Buurman, ze slaan ma
"Voor <lit spelletje worden twee stoelen midden
in de kamer geplaatst. Op één der is toe! en 'moet
iemand uit het gezelschap gaan zitten, die rhot
spelletje niet kent. Do andere stoel wordt 'beziet
door iemand, die het spel wel kent.
Nu wordt er een groote sjaal of leen tafelkleed
over de beide hoofden uitgespreid, zoodat de
zattenden niet kunnen zien, wat er in de rkamer
gebeurt. Degene, dia het spel kent, trekt HM kleed
stilletjes van zijn eigen hoofd en houdt (bet ai-
leen op de schouders, zoodat de ander niet liet
minste vermoeden heeft, dat hij de eenige geblind
doekte is.
De speler, dio bekend is met het' spel raakt dan
zijn eigen hoofd aan en roept op (hetzelfde löciger'1-
blik uit
„Buurman, zo slaan me".
Waarop zijn metgezel mar alle waarschijnlijk
heid vragen zal:
„Wie slaat je?"
De eerste speler noemt nu den naam-' eau iemand
uit het gezelschap, net alsof lvij er ;ua:rr ïoadi.
Vervolgens raakt hij (vooral niet te hard) liet ilioofd
van zijn buurman onder hot taefllakc-n aan, die
eveneens zal uitroepen: I
„Buurman, ze slaan me".
„Wie. slaat je?" vraagt dan de eerste ispeler.
De geblinddoekte moet nu den naam noemen
van dengene uit het gezelschap, dien hij daarvan
verdenkt.
Het grappige van dit spelletje is hierin gelegen
dat de klappen, waarvan de geblinddoekte speler
achtereenvolgens verschillende leden van hot ge
zelschap beschuldigt, hem gegeven worden door
zijn bultmaan, iets waarop hij heelomaal niet ver
dacht is,
Het spreekt vanzelf, dat dit slaan nooit ontaar
den mag .in werkelijk slaan, doch zich 'dceiK
tot een. zachte aanraking beperken moet.
Een nieuw dierenspel.
Voor dit spelletje, dat even aan het kwartetspel
doet denken, maar toch weer aaaders is. 'moet je
dunno slakjes karton ter grootte van om prent
briefkaart snijden. Zoek nu briefkaarten bij t-lkaur
waardp verschillende dieren voorkomen. Óp elke
briefkaart mag Slechts één dier staan. Plak deze
vervolgens op de stukken karton en kmp |->f Inrijd
ze dan in drie deolen. Je krijgt'lzoodoende (ditr. kop
den romp en den staart van een dier.
Nu schudt je de aldus verkregen kaaitjvs goed
door elkaar en deelt ze één voor Eén laan ihöt ge
zelschap uit Hoe meer personen aan dit --pel
deelnemen, ,hoo aardiger het is. leder moet min
stens acht kaartjes ontvangen.
Degene, die de kaartjes uitgedeeld hoeft, mag
het eerst een vraag doen. Hij heeft 'b.v. (den romp
en den staart van een tijger ton, il ld.en |kop Ier Jbij
hebben. Hij vraagt nu aan één der 'speler» .(zelf
mag hij bepalen, tot wien hij zijn [vraag richten
zul) den kop van den tijger.
Heeft de aangesprokene het gewenschte kaartje,
dan moet hij dit afstaan. Heeft hij (hot gewenschie
kanrtjo echter niet, dan bc-hoeft hij niets ic*
staan, doch krijgt twee door hem zelf blinde
lings ,te trekken kaartjes van dengene, diefdeIvraag
tot hem richtte. Hot is bovendien nu >zij,n Ibeurt
aan één der andere spelers een kaarif le ,vragea.
Telkens .wanneer een speler een dier complect
heeft jlegt hij dit open vóór zich'. 'Diegene, die
bij het einde van het spel da 'meeste '.dieren 'vóór
zich heeft liggen, heeft hot gewonnen.
Het letterspel.
De spelers zitten in oen kring. i
No. 1 noemt do letter S., no. 2 do loiter iT„
no. 3 de R., no. i de O.
Als nu do volgende speler do P. inoemf |en dus
het wooid afmaakt, moet hij een pmidigeven. Noemt
hij echter de letter de NL, zoodat (het woord ,nog
niet af is, dan hoeft hij geen ipand ito (govern
Het aardige van dit spelletje is, zoolang1 mogelijk
met spellen door te gaan, zonder dat hat voord
gevormd wordt.
Als één der spelers echter meent, daDeen an'cler
een verkeerde letter noemt, lieeft hij liferfc recht
hem to vragen, welk woord hij 'in gedachten heeft.
Kan de laatste geen goed woord noemen, d in
moet hij een pand geven, maar kan jhij'fzichi daar
entegen er uit redden, dan mag Iryjuo-g pen letter
noemen en moet de eerste een paral jgeveu.
Er zijn dus drie gevallen, waarin een pand'moei
worden gegeven en wel:
le. indien de speler het woord afmaakt.
2c- indien de speler een letter noemt, die jgeffl
goed woord vormen kan en
3e. indien do speler een ander hiervan verkeerd
beschuldigt.
Zoodra iemand driemaal een pand heeft moeten
geven, valt hij af. Wie het langste (aanblijft, (beeft
het spel gewonnen.