Van alles wat.
Raadselhoekje.
•x-
Jong baasje, 'kvind het onbeleefd, 4
Mij, grijsaard, uit te vragen.
1'kZou zeggen: Kijk, ik moet mijn lot
Maar heel geduldig dragen.
En wilde ik ook nel Zoo graag
TVeiPilellen, als jij 't wéten,
'lis mij oen raadsel, of zlou 'tzijn,
Dat 'k Treurwilg steeds moet lieeten
D e wonderdraad.
Neem twee oven lange draden van dezlelfdé
Meur, rol één dezer draden in elkaar en verberg
hem tusselhen den duim en den wijsvinger van
je linkerhand.
Daarna vertoon je den anderen draad aan het
gezelschap en houd hem in de volde lengte met
beide handen vast. Je vraagt nu iemiand uit het
gezelschap cYl hij den draad wil doorknippien,
vouwt de beide stukken samen, laat zie nogmaals
doorknippen en ten slotte in de vlam' do: kaars
tot asch verleeren.
Deze asdh verzamel je zorgvuldig in ©en pa
piertje, dat je nu goed dicht rouwt. Zonder dat
iemand het 'ziet, doe je 'dan den heden draad
die nog altijd in je hand verborgen was, in liel/
papiertje. Daarna geef je het aan één uit hot
gezelschap om hot je openen. Hij, die dit doet
kijkt dan hoogst verbaasd, Want hij is in de vaste
veronderstelling, dat de verbrande draa in öcn
heden is veranderd.
Om geen achterdocht te wekken verzoek je
iemand uit het gezelschap om ©en stukje papier.
Janitj e's brief. 1
Het is iLn de KoTstvadantue en het vriest ge
ducht. Jantje, die bij grootvader en grootmoeder
logeert, schrijft oen brief aan Zijnouders. Ilij
eindigt
„Ik zal u niet meer schrijven, want ik geloof
dat ik bevroren ben. Mijn voeten ziijn zóó 5 >ud,
dat ik mijn pennehouder niet meer vast kant
houden".
Oplossingen der Raadsels uit't
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1. FRANKRIJK
Franeker.
Ruurlo.
(Antwerpen.
Napoleon.
Konshantinopel.
Rome.
IJsseMein,
Kurpathen,
2. |A! p' pl e 1.
Noor.
Tor.
'0 t
N
3. Look, kool.
i4, Kaper, keper, koptar.
VOIOR KLEINEREN.
(1, iZwartehm.
2. Gew]t ,trog.
3. Loof, KLoof, SToof.
4. P(oes), (v)A (jti), (hon)D- pad.
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN. 1
1. Emmer s'choonrijdon vijz&l sdhnjtf.
[tafel aardbei toorts.
Neem ujt elk der bovenstaande woorden
één let'ler, voeg die in dezelfde' volgorde
samen ©n je krijgt den naam van een
componist.
2. Mijn geheel wordt mJet 10 letters geschreven
en noemt oen kruipend dier.
i ,10,' 7, 8, Q, is breekbaar en dikwijls door
zichtig.
Sommige insecten hebben ceaa 0, 9, 10, 4, 5.
Eon b, 8, 3, 4, 7, is meestal ki nderspocSj-
goed.
Een 6, 3, 4, 4, is een deel Van ©en plaint.
Een 7, 4, 4, 6, 3, wordt door den scthoen-
t maker gebruikt
i De 3, '2, 8, 10, is een rivier in Spanje.
3. Maak van dez(e 25 letters drie jongens- en
drie meisjesnamen.
4. Ik bon een scherp voorwerp, -dab door den
schoonmaker gebruikt wjcüdt. Plaats één
s. letter vóór hij en ik word alleen me
kou gedragen. Plaiats nu nog twee" letters
vóór mlij en ik word een stad in het Zuiden
van Europa. Gooi do letters van de* stad
door elkaar en je krijgt ©en werkwoord1.
VOOR KLEINEREN.
1. Op do beide kruisjeslijncn komt de naam
van een voorwerp, dat zoowel dient om
iets in te bergen als muziek te maken.
X
•x*
D.
V
A
LI
A
E
A
E
N
R
0
T
V
T
0
A
N
D
I
A
A
N
A
M
D
'X*
XXX X XXX
'X'
X