IDe arme Sdiild.pa.d- Raadselhoekje. nas *4 rt taiid te bestendigen, waardoor pibeiiders f 1*2 a f 13 per week verdienen. Of "het ver richte werk, van economisch standpunt beschouwd, voldoende rendabel is, laat spr. thans buiten besebouwiug, maar de gezinnen van de to werk ^estêlden hebben dezelfde cischen als dat van spr. en an deren. Hoe die kok daar gekomen is, laat spr, betrekkelijk koud, maar de toestand is, wat de bereiding van het -eten betreft, nfet goed en daarin moet worden voorzien. Is liet voorts zoo'n bezwaar voor den Wethouder voor Sociale aangelegenheden, menseden, die hem spieken willen, to ont vangen? Reeds de omstandigheid, dat nien zijn klachten eens te bevoegder plaats© kan voordragen, geeft voldoening. Elke werkverschaffing levert moeilijkhe den op en er moet een overgangstijdperk zijn. Als do Machten 111 ernstige overwe ging worden genomen en hiér en daar wordt de toestand verbeterd, zial echter, naar spr. meent, de werkverschaffing wel slagen. De lieer Etman heeft bij de vorige be spreking reeds als zijn meening geuit, dat do zaak niet rijp was om haar te aan vaarden. T>e loop der dingen lieeft bewezen, dat spr. gelijk had. Spr. neemt aan, dat de mededeajing van den Wethouder voor So ciale mungófegehheden jmst Zijin, ma ar men dient er rekening mee te houden, dat dö mensdien wien het hier betreft, van den maxdfechappelijken ladder zjn teruggedron gen en dut liet gemeentebestuur tot taak heeft hen bet loven dragelijk te maken. E11 dat is het niet, als "zij zelf het Ie Eener- veid betrekkelijk goed hebben, terwijl Zij weten, dat hun vrouwen en kinderen hier gebrek lijden. Van f 12 ii £13 kan 'een gezin net leven. Een werklooze onder vindt; misschien nog wel eens cenige tege moetkoming uit medelijden, maar "dat zal niet het geval zijn met het gezm van iemand, die te Éenervekl werkt, omdat men van do veronderstelling uitgaat, dal het gezin een behoorlijk inkomen heeft L\3s do berichten juist, zijn, is de toestand voor de te werk gestehlen te Zwolle, Afop- pel. Staphorst en Klazinaveen veel beter dan voor de Schiedamsche werMoozm te Eenerveid. 'tls gewenscht, dat het gemeen tebestuur het lot van die menschen zoo dragelijk mogelijk maakt. Be heer Wiek enk a nip wijst er op, dat meerendeels ongeschoolde weifcliedan .aan het ontginmngsweik zrjn gezet, terwijl grondwerk toch een vak is. Kaar het Eener veid zijn menschen gezonden, die nooit een spa in hun handen hebben gehad. Zij sullen hun best doen, maar verdienen geeu weekgeld. Dat is hun onmogelijk, als gevolg van hun onkunde. Diaarom moet hun de gelegenheid worden gegeVen zich in te werken. De Wethouder voor Sociale aangelegenheden heeft geZ2gd, dut lmt on mogelijk is een .toeslag te geven. In de werkverschaffing moet een pnkel aanwezig blijven om ander werk ta zoeken, maar is het o-ok niet mogelijk een tij'debjken toe slag te. erleenen dValt lieusch niet mee, als men nooit grondwerk heelt verricht, op eens aan ontginningswerk te worden gezet' Den lieer Do 'Tl,ruin zijn de gemaakte opmerkingen, wat hun waarde betreft, niet meegevallen. Bovendien was de toon, dien de heer "Van Koordennen aansloeg, niet piettig Alen kan wel verwijten lot Iemand of tot het College van R. en W. richten, maar men moet toch attijd trachten billijk te zijn. Als iemand wat misdreven heeft gaat men toch niet verwijten daarover tot uiens buurman richten? 'tls niet goed op hoogen toon je eiselieu dit en dal en ver wijten te doen aan het gemeentebestuur over daden, die liet niet verricht en over besluiten die het niet genomen heeft, maar die gedaan en genomen zijn door do rijlks- regeering. Alen moei dan ook met zijn verwijten bij de rijksregeering en niet bij liet gemeentebestuur zijn. Spr. had gedacht door zijn inleiding van deze besproking dit element uitgesihakeld te hebben uit het debat. Alen doet liet voorkomen, alsof de in het adres genoemde verlangens liter zouden kunnen worden ingewilligd. Het gemeentebestuur heeft daar weinig pijn mm, maar wel wordt pijn veroorzaakt bij de menschen. die in ito meening gaan ver- koeren dat liet Schiedamsohe gemeantóbe- stuur nog wel heel wat voor hen zou kunnen doen. Want dat is mis. En 1111 mag men zeggen: Wat is dat een nare vent, maal' spr. doet er met aan mee, knollen voor citroenen te verknopen. Kiel bij het gemeentebestuur maar in Den Haag moet men zrjn om zijn verlangens inge willigd te krijgen. Alien kan openbare ver gaderingen beleggen, wethouders willen ^preken ca burgemeesters ouders tb oven ïoopen, maar om zijn verlangens kenbaar te maken, moet men in Den Ilaag zijn en nergens anders. Spr. voelt voor die menschen. Voor zijn naaste te voelen is ieders plicht. ALiar ont zeg dat recht niet aan anderen. Bij die an deren zijn er, <be reeds maanden gewerkt hebben voor die menschen en die 111 waar heid kunnen verklaren: Wij kunnen in uw toestand geen verbetering brengen. Alet den heer Code zul spr. met debat- toeren over kleine dingen. Do heer Collé: Doe het dan over groote dingen: De heer D e P> ruinIk heb reeds _,ge- sproken over de groote dingen. Wie de ar beidsvoorwaarden enz. bepaald heeft, woont in Den Haag en met m Schiedam. Ook als wij 4, 5 zdtmgen aan deze kwestie zonden bededen, zouden de arbeiders fje Eenerveid geen stap verder zijn gebracht. Zou de lieer C'ol'lé wilfen, "5lat we wat anders zeiden, dat we de arbeiders daar wat wijs maakten? De Voorzitter: liet College is bef geheel eens niet den wiet h oud m voor so ciale annaelegehhedeiv De heer Collo; .Dat behoeft 11 met je zeggen. Dat weten we wel! Die heer Do Brui n: Waarom zou de lieer Collé ontevreden jajn 1 D"e heer Collé: Op 'grond van de er vtying! De heer Do Bruin: De heer Collé Zegt. dat er menschen uit Eenerveid zijn geweest, die mij hebben willen spreken on dia heer Van Koordennen loopt er op in-' Ataar nie. mand heeft mij te spreken gevraagd 1 Ka do eerste 11 dagen hebben te werk gesteldeu do directeuren van Arbeidsbeurs en B. U. to spreken gevraagd,, aan wellk verZoak is voldaan. Alaar spr. hebben zij niet to spreken gevraagd. Ka afloop van het onderhoud is spr.'s meening gevraagd en toon heeft lnj gezegd: Koleer do geuite klachten. Dat was intusselien reeds gebeurd. Afaar elke 14 dagen oen iieete ochtend beslag leggen op oen piaar ambtenaren om klachten in ontvangst te knnnen neinon, ze! niet mogelijk blijken. Spr. ziou dat ton minste niet opl prijs stelen en zon de klagers ook teleur moeten stelen. Wel hobben menschen, die naar het Eenerveid moesten, naar spr. gezocht, maar hem niet gevonden, wat niet spr.'s schuld is. Kleimmd, die uit Eenerveid kwam. heeft spr. te spreken gewaagd: Wie op onjuiste gronden hor boschuldV gingen heeft geuit, zal nu zelf maar moe ten uitmaken, of het boetekleed ook hem siert! AVat de Rotterdamsclie .regeling voor te werkstelling van weikloozien betreft, die werkt nog niet. Er is nog geen enkele Rotterdammer uitgezonden en we zullen dus even moeten afwachten hoe de re geling werkt. Die regel.ng heeft spT. op papier voor Ztch. maar de nonnen zijn ons niet bekend: dié heeft de ivgeer.ng ons niet meegedeeld, zoodat spr ook niet wttt, of een Uotterdamsclue werklooze, uitgezon den naar do werkverschaffing, moer zal verdienen. Door spr. is gezegd, dat f 12 per week door de Schiedamsdie jirbeiclers verdiend kan worden, waarbij clan 50 pCi. toeslag komt, zoodat het loon f IS per week wordt. Dat kan alleen jloor vakarbeiders bereikt worden. zegt de heer Collé. De heer Collé: f 12 kan alleen door menschen, die daar wonen en liet werk gewend zijn, gehaald worden. De lieer Do Bruin: 'kZul voorlesten wat de Schiedamsche arbeiders verdiend hebben in 8 dagen, waarvan .'5 dagen be hoorde» tot de eone en 5 dagen tot dia volgende week. Die Looncn warenf 21.24, f 23.04. £23124, if 26.88, f24 44, f 23.94'. £32.18, f24.24. £25.44', £22.44, f 2(4-24, f32.77, f25.92, £26.28, £19.44, 26.22, f 17.04, f 22.89, 121*82, £26 04, £20.-1 Bij deze cijfers komt dan nog f4 voor do voeding. Is dat nu «mooi? De heer Wiekenkamp heeft betoogd, dat de werkverschaffing begonnen is 0111 een behoorlijk loou te kunnen verdienen. Daar weet spr. niet van. In arbeiderskringen en door de arbeidersorganisaties iis aangedron gen op werkverruiming en werkverschaffing Alen bepleitte dat Zoo en dat werd door inlellecluede kringen dikwijls pndersOound dat werkloosheid sterk demoral'iseerehd werkt, en vaak js het een groot belang ge noemd, voor den arbeider, als hij oen be drag in werkverschaffing ontvangt, dat on geveer gelijk is aan liét bedrag, dat hij aan steun ontvangt. De beer Wiek en k a m pDat bert ik wel met u eens! De lieer Do Bruin: 'tls niet de be doeling een aantal menschen een nileuw vak te verschaffen. Zulk een werkverschaf fing zou tot mislukking gedoemd zijn. In 'een der bladen is, nog wrel gespati eerd, gezegd'tls .werkverschaffing, niets meer en niets minder, 'tls geen produc tieve arbeid, die daar verrecht wórdt, en woidt geen winst gemaakt, maar hot werk is opgezocht om menschen in de gelegen heid te steden arbeid! to leveren, 0111 door een moeilijken tijd lieon to konten, 't Is dus niet de bedoel mg, dat daar aihelderis heen gaan en daar blijven. Wel is "de be doeling menschen tijdelijk aan werk te nejpen en zo zoo spoedig mogelijk wetor in hun eigen bedrijf terug i||e (doen kett-ern. Spr. is overt ui gil, dat het voor menschen, die vanaf 1920 soms jaren „in den steun Ïoopen'', ontzaggelijk moeilijk is om thans in de werkverschaffing te arbeiden. ledlete werkverschaffing geeft teleurstel! mgicn naar twee zijden. Eenerzijds is, Van eoonomïiscih standpunt bezien, deze werkverschaffing niet juist, omdat elke arbeider aan de overheid f 29 kost. Ten onrechte is ge meend, dat liet gemiddelde loon f29 per week zou zijn, maar bij die f29, da© elke arbeider de overheid kost, is het loon inbegrepen en ook de andere onkosten. Al de arbeid, besteed om die woeste gron den. in cultuur te brengen, wordt niet ver goed met een evenredige stijging van da grondwaarde. Iemand, die oen steunuitfcde ring ontvangt, kost do gemeenschap f10 per week on niu kost een tewletrkgesteldc f29 per week. Dus de overheid legt op die werkverschaffing, nog 119 per man toe. Dp [herhaald aandringen heeft de re- geering echter besloten deze proeven te nemen. In den Biesbosch en elders Zijn moeilijkheden ondervonden, maar de resul. tatcn zijn toch zeer bevredigend. Spr. meent, dat men een werklooze een grooter dienst bewijst hem in de gelegen, beid te stellen een bedrag tö verdienen, als Zooeven genoemd, dan hem te advisbe- ren niet meer naar het Eenerveid ta gaan, wat in vele gevallen bejeckimtgeen brood. (Anderzijds is aan de werkverschaffing, ook wel -een gevaar verbonden, n.i. voor den vakarbeider, die daar beneden biet pel'! blijft en geen gelegenheid heeft om pas send work te vinclen. Spr noemt weer de lijst van uitgekeerde. h> »mu voor zich en dan blijkt,"dat de min, die f21.24 ontving hier geen cent iljtkeering ontving. Die heele eerste ploeg bestond uit vrijwilligers. Spr. stelt zf-oh de vraag, of men een man, dia geen cent uit keering ontvangt, b.v. ten gevolge van een zeker gezinsinkomen, ten gronde r.cht. a's men hem in de gelegenheid sUeüK jin 8 dagen £21.24 te verdienen plus vrije kost1 Do heer Fetter: Heeft die man ook een gezin? 1 Do li eer De Brui n: Ja, van 5 kinderen. Is nu die man gemarteld, ja of neeu? No. 2 bad hier f 11 uitkeering en ver diende daar f23.64 plus vrije kost. Is die man en zijn gezin gedupeerd? Be heer Collé heeft ons meegedeeld, dat hij de menschen op een openbare vergade ring er van afgehouden heeft het bijltje er bij neer te leggen, Spr, zou dat 'aan de menschen zelf willen overlaten. Als men een krantenverslag gelooven mag, werd op die bewuste vergadering den menschen ge adviseerd een andere houding aan te ne men Het is een klein kunstje den een,en dag iemand tot iets aan te sporen en den anderen terug te deinsen voor de gevolgen. B-o rijksinspecteur zou te kennen heb ben gegeven te meonen met werkschuwe arbeiders te doen te hebben op grond van een regeeringscirculaire. AVat staat er 111 die circulaire en hoe maken jullie mt, of iemand werkschuw is, heeft de heer Collé gevraagd. Bij spr.'s weten is er nooit een circulaire over werkschuwe arbeiders ontvangen. Kooit eeraig schrij ven of een boodschap heeft het gemeente bestuur bereikt, wie wel en wie niiet naar liet Eenerveid gezonden moeten worden. 1100 ter wereld, is li el mogelijk, dat zulke praatjes in de wereld komen! Do heer Fetter: E,n toch is het waar! Do heer De Bruin: U zal het woleu'i De heer F etter: Dat heeft v. d AYalle de vorige week Vrijdag, in een vergadering gezegd en op die vergadering was ook u aanwezig De Ijeer Dn Bruin: Uit de krant had ik reed-- begrepen, dat u weinig begrepen had van wat op die vergadering is be handeld en nu blijkt dat weer! Die beer Fetter: 'Op de publieke tri bune staat een partijgenoot van u, en die- zal u wel ter verantwoording roepen1 (Vroolijkheid Dg heer De Bruin: Dat komt dik m orde! Er is geen geheime circulaire versche nen en men moet niet klakkeloos praatjes daarover aanvaarden als juist! Dat lichamelijk ongeschikten zouden zijn uitgezond-en, is absoluut onjuist. Kïemand gaat naar het Eenerveid, dan 11a een ge neeskundig onderzoek Kiet de ambtenaren maken mt, wie lichamelijk geschikt is, maar een dokter. Dus is liet absoluut onjuist, dat lichamelijk ongesclukten zijn uitgezon den. De lieer Collé. Hoeveel arbeiders zijn dan tusschcntijds van daar teruggekomen? De lieer De Bruin: Twee! Be heer Collé: AArat mankeerden die? De heer Die Bruin: Ik zou het niet d u r v e 11 zeggen (Bewijzen van instemming.) {Wordt verruigd). Lineke haalde de schouders op, alsof ze zeggen wilde: ,,AA"at een domme vraag. Dat weten we na tuurlijk: allemaal, behalve kleine C'onnie". Aioeder deeid net, aïfeof zij de uitdrukking op Linekc's gezicht niet zag en 'luisterde naai' Ar nold. Hij zei: „Het beteekent hang zijn voor niet» of niemand. Het hangt er heelemaal van af, hoe je aangelegd bent. Sommige menschen en kinderen zijn bang voor ail&es. anderen voor niets. Ik ben nooit bang. Dat is nju eenmaal mijn natuur". „Alaar dan is het ook geen Verdienste", Zei Bert, die gewooniMjk meer over de dingen nadacht dan zijn oudste broertje. „Ik bedoel, als je vanzelf zoo bent, is het iets heel gewoons en toch wordt het altijd ais een deugd beschouwd dapper te zijn". En liij keek zijn moeder vragend aan. Lineke zei nu: „Alooder bedoelt zeker, dat de dapjterheid echt •moet zijn en jc dus maar niiet moet doen, aiteof je dapper bent door te pochen 'bijvoorbeeld". „Pochen is niet dapper, maar taf", Zei me vrouw van Brakel nu. „Je hebt in zoover gelijk, maar ik bedoel toch eigenlik nog iets anders". Ku zei Koortje met haar helder stemmetje: „£k geloof, dat ik het weet. Afoeder, maar ik ben er toch niet heelemua! zeker van. Bedoelt u, dat dat ai ben je ook nog 'z|oo ba,ng, je toch probeeren moet te doen, wat je piücht is?" Mevrouw van Brakel antwoordde nu glim lachend „Ja, dat is het zoo ongeveer. Dat wilde ik. dat jullie begrepen. Het overwinnen van angst (.lat is de wane dappteaheid'. Kiet ter wille van lietgoen anderen van ons zullen denken, maar alleen omdat het goed is". De kinderen zaten zwijgend om hun moeder heien ieder nog nadenkend over hetgeen Zij zoo juist gehoord hadden. Eén hunner echter echter had geen woord gesproken, maar was in diep naden ken verzonken en terwijl mevrouw van Bra ke! eens .rondkeek, zag zij een .eigenaardig a uit drukking in de lieve blauwe oogen van Dolfje. „Begrijp je ke.t een beetje, vent?" vroeg Zijl glimlachend. „Ik geloof het wel. Moeder", luidde het zachte antwoord en zij voeMe, dat luj liaar £imd, die bij nog steeds vasthield, drukte. Dit nas echter bet eenige, wat hij ziek HOOFDSTUK II. Twee dagen later kwam de familie tegen 1M einde van den korten winterdag op Zonheuvel aan. Dc grond was bedekt met een dikke laag sneeuw. „AA af heeft het hier geweldig gesneeuwd", zei meneer van Brake!. „De sneeuw ligt Vöd hoo- ger dan hij ons". „Denk ie dat er iemand in de sneeuw verdwaald zal zijn, Koortje?" vroeg Dolfje op fluisterenden toon aan zijn zusje. Het tweetal zat tegenover vader en niotader iri een auto, terwijl de rest Van h'et gezelschap in een tweeden auto volgde. „Hier niet, Dolfje", antwoordde Koortje vrien- delijk. „In ons land gebeurt het maar hoogst zelden, dat er menschen verdwalen in de snieeuw wel Ia berglanden zooals Zwitserland". „Was het daarvan, dat Afoeder Zondag voorlas vroeg Dolfje weer. jJa on daar zijn ook die groote handen, die de menschen in de sneeuw opsporen, herinner je je wel?" Dolfje knikte slechts en ging even later voort: ,ilk zcin niet graag in dat land wilden wonen, al Zou ik vreesebjk veel van die honden houden". Plotseling slaakte lifj een kreet Van vreugde. ..0 Koortje. Koortje", riep hij uit. „Rijk toch eens. Daar komt Prins aan. Prins, die ons in de sneeuw tegemoet komt. Is dat niet 'lief van hem? Alaar ik hoop dat hij niet onder de sneeuw bedol ven wordt. Aiogen we even stilhouden, moeder, om hem in do auto te nemen?" „AKe zijn vlak bij liuis, vent", antwoordde me vrouw van P»'ikeJ, glimlachend om zijn blijdschap. „Prins zal niet onder de sneeuw bedolven wor den in dit vlakke land. Zoo iets gebeurt alleen in de bergen, waar soms een groote sneeuwmassa plotseling naar beneden stort en alles meeataurt". Terwijl zij dit zei, blafte Prins een paar maal, al3 wilde luj de familie verwelkomen en keerde toen naar Zonheuvel terug. „Ilij gaat oma vertellen, dat we komen", Zei Dolfje. „AA'al een verstandige liond, hè, Koortje? Ik houd van geen enkelen hemd zooveel als van Prins". De auto hield nu sti'l voor de deur vajn Zon heuvel en daar een weinig op den achtergrond, omdat het bij de open voordeur Zoo koud was stond oma de familie op to wachten om haar te verwelkomen. Ku moet ik jullie echter eerst vertelden, dat erna eigenlijk niet dja grootmoeder der kindeiten was, maai' de oud-tante yan hun moeder. Zij was dus een over oud-tante van do kinderen, maar- dezen hadden haar al'tijd „oma" genoemd. Zij- was oud in de oogen der jeugd:, Zelfs heel' oud, doch zij kon nog zoo iets jeugdigs en vrooftjks over zich hebben, vooral als zij aicih met de kinderen bezig bie&l, dat zij dit Iieelemaal ver gaten. AMe kinderen waren do! Op haar en - zij op hen maar niemand voelde zich toch' zoo thuis bij haar als Dolfje deed. liet was heel lang geleden in de herinnJering -van een kind ten minste dat Irij Irnar gezien had, ruim een half jaar. Maar toen. hSj Óma daar zoo vriendelijk (glimlachend zag staan, haar ge zicht één-en al' zonneschijn, kwam liet hem voor. afsof hij lieeiemaal niet weg geweest was. „Dag lieve oma", zei hij met zijn Zacht stem metje, toen het zijn .beurt was, gekust fe worden. „Ik ken u nog Keel goed u en Prins". Hij was volstrekt niet beloedigd, toen de andere kinderen lachten om zijn grappige 'toespraak, die voor zijn doen werkelijk ,lang was. Hij dacht, dat allen lachten, omdat zo zoo blij waren oma en Prins terug te zien. - „Lieve DoJfjé'V, Zei oma, t||jwijl zij hem kuste, „oma en Prins hebben jou ookPnief vergeten hoor". „Ik ben zoo^blij, dat ik jullie alen met Kerst mis bij mij li ebt", ging do oude dame tegen moeder voort ,,lk denk aan Ken, die niet meer in ons midden Zijn. Toch zijn ze er juist in zulke dagen en schijnen de lieve, oude gezichten glim lachend op mij, do l'aiajste van bet geslacht, neer te kijken. liet huis wordt evenzeer door hun te genwoordigheid gevuld als door die- mijner levende familieleden ,prn mij been". Bij deZc laatste woorden drukte mevrouw van Brakel de hand der oude dame. Dolfje stond vlak bij oma en had alles ver staan, al begreep hij liet dan ook niet Keel goed. Er wachtte hom nog oen teleurstelling, want hij 2cB niet bij juf en Connie slapen. Oma had eert Keel klein kamertje voor hom alteen be stemd, naast zijn beide broertjes, daar zij meende dat liet op do kinderkamer to vol aou avorden en Dolfje {dit „grooter" vinden Zou. AllOn jlieipon mu door dei sichrklerijzaal, allen behalve juf en Connie, Lineke, (Arnold, Bert en Noortje, gingen vooruit. A[oeder on Dolfje volgden. Stevig jln-eld dc kleine jongen de hand van zijn moeder vast: hij sprak echter geen woord. ,,lk wou, dat wij' een van de torenkamers had den", jaei Lineke. „Het is zoo leuk. heel hard door (cle schilderij-zaal t.e Ïoopen, telkens als je naai' je kamer (gaat. Ik vind het hier het preUigst •van ihet heele iiuis." Zij stonden nu allen aan liet ©inde der Zaal, voor de de-ur, die toegang verleende tot öon klei 11 vertrek, Hva'arin do torenkamers jut kwam en en koken de zaal nog eens door. Hot was eon öigan- aardig, maar mooi gezicht; lla ouderwetsdie lam pen, die aan de eikenhouten zoldering hingen van de oude galerij, ,met aan één kant faajar ge kleurde, in lood gevatte ramien en aan de andere zijde do' rijen zwijgende portretten uit lang ver vlogen tijden die op hen neerkeken. „Het is oorspronkelijk niet de bedoeling geweest, een sehilderijzoal van deze galerij' 'to maken", zioi mevrouw van Brakel nu. „Die vensters zouden dan niet van gekleurd glas zijn geweest. De por tretten hebben oorspronkelijk in Verschillende zla- len -beneden gehangen". Zij deed na de deur open en liep door het tus- schenvertrek (naar do kamer dor jongens. Deze zag er heel gezellig uit <met haar breed© ven sterbanken. Dlaarna gingen allen naaj- D-olfje's kamer. Het was heel klein en kwam niet met een verbin- dingsdeur jn het vertrek der broertjes uit, wel echter in do tussdhenkamor, die niet als slaap kamer Was ingericht. „Hier sul je heerlijk slap-en, is het niet Dolfje?" zei zijn moeder opgewekt. Zij merkte echter niet op, dat de kleine baas geen. antwoord gaf, want zij haastte ziek naar beneden om voor oma thee te schonken. HOOFDSTUK III. Koortje 011 D| 01 f j e. Lineke en Noortje gingen naar de kinderkamer, waaT de thee op hen wachtte. Dolfje nam Noortje's liand om moe te gaan, doch [Arnold -eri Bert ble- bleren nog wat achter om bun nieuwe kwartier te verkennen. „Koortje", begon Dolfje, terwijl luj zijn zusje wat 'op zij trok. „Ik zou voel liever -met juf on Connie j-n 'de oude kinderkamer willen slapen". „AA'aarom Dlolfje?" vroeg Noortje vriendelijk, maai' itodi verbaasd. „Je hebt zoo'n snoezig ka mertje en -ik dacht eigenlijk niet, d'at je bang was om alleen te slapen"." „Ik Iben niet bang om alleen te slapen", Zet Dolfje nu. „Dat is het niet". (Wordt vervolgd). Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer, VOOR grooterek. O T T OEIA S I T 11 'A R B ITAV 0' IJ N ffifi K Kootwijk, Si-t'tard. Station. Stettin. Een arme, klein© sohiklpad Lag hulploos op zijn rug, Het arme dier wou gaarne AVcer op zijn bulk terug. Een Jiondj e Zat te kijken, 1 Maar fnjl begreep het niet, Oók beide gansjes snapten 'Geen zier van zijn verdriet. Mi6(éSS^Sassït& Maar (t slimme, zwarte katje, Dat .was nog niet zoo dom, Dat .keerde met zijn pootje Dje arme schildpad óm. HETTY BOREL, K P SU* §te" I 1 ijfeW#' Z'ÈA\ r W f j,.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 6