IDe arme Sdiild.pa.d-
Raadselhoekje.
nas
*4
rt
taiid te bestendigen, waardoor pibeiiders
f 1*2 a f 13 per week verdienen. Of "het ver
richte werk, van economisch standpunt
beschouwd, voldoende rendabel is, laat
spr. thans buiten besebouwiug, maar de
gezinnen van de to werk ^estêlden hebben
dezelfde cischen als dat van spr. en an
deren.
Hoe die kok daar gekomen is, laat spr,
betrekkelijk koud, maar de toestand is, wat
de bereiding van het -eten betreft, nfet
goed en daarin moet worden voorzien.
Is liet voorts zoo'n bezwaar voor den
Wethouder voor Sociale aangelegenheden,
menseden, die hem spieken willen, to ont
vangen? Reeds de omstandigheid, dat nien
zijn klachten eens te bevoegder plaats©
kan voordragen, geeft voldoening.
Elke werkverschaffing levert moeilijkhe
den op en er moet een overgangstijdperk
zijn. Als do Machten 111 ernstige overwe
ging worden genomen en hiér en daar
wordt de toestand verbeterd, zial echter,
naar spr. meent, de werkverschaffing wel
slagen.
De lieer Etman heeft bij de vorige be
spreking reeds als zijn meening geuit, dat
do zaak niet rijp was om haar te aan
vaarden. T>e loop der dingen lieeft bewezen,
dat spr. gelijk had. Spr. neemt aan, dat de
mededeajing van den Wethouder voor So
ciale mungófegehheden jmst Zijin, ma ar men
dient er rekening mee te houden, dat dö
mensdien wien het hier betreft, van den
maxdfechappelijken ladder zjn teruggedron
gen en dut liet gemeentebestuur tot taak
heeft hen bet loven dragelijk te maken. E11
dat is het niet, als "zij zelf het Ie Eener-
veid betrekkelijk goed hebben, terwijl Zij
weten, dat hun vrouwen en kinderen hier
gebrek lijden. Van f 12 ii £13 kan 'een
gezin net leven. Een werklooze onder
vindt; misschien nog wel eens cenige tege
moetkoming uit medelijden, maar "dat zal
niet het geval zijn met het gezm van
iemand, die te Éenervekl werkt, omdat
men van do veronderstelling uitgaat, dal
het gezin een behoorlijk inkomen heeft
L\3s do berichten juist, zijn, is de toestand
voor de te werk gestehlen te Zwolle, Afop-
pel. Staphorst en Klazinaveen veel beter
dan voor de Schiedamsche werMoozm te
Eenerveid. 'tls gewenscht, dat het gemeen
tebestuur het lot van die menschen zoo
dragelijk mogelijk maakt.
Be heer Wiek enk a nip wijst er op,
dat meerendeels ongeschoolde weifcliedan
.aan het ontginmngsweik zrjn gezet, terwijl
grondwerk toch een vak is. Kaar het Eener
veid zijn menschen gezonden, die nooit
een spa in hun handen hebben gehad.
Zij sullen hun best doen, maar verdienen
geeu weekgeld. Dat is hun onmogelijk, als
gevolg van hun onkunde. Diaarom moet
hun de gelegenheid worden gegeVen zich
in te werken. De Wethouder voor Sociale
aangelegenheden heeft geZ2gd, dut lmt on
mogelijk is een .toeslag te geven. In de
werkverschaffing moet een pnkel aanwezig
blijven om ander werk ta zoeken, maar
is het o-ok niet mogelijk een tij'debjken toe
slag te. erleenen dValt lieusch niet mee,
als men nooit grondwerk heelt verricht, op
eens aan ontginningswerk te worden
gezet'
Den lieer Do 'Tl,ruin zijn de gemaakte
opmerkingen, wat hun waarde betreft, niet
meegevallen. Bovendien was de toon, dien
de heer "Van Koordennen aansloeg, niet
piettig Alen kan wel verwijten lot Iemand
of tot het College van R. en W. richten,
maar men moet toch attijd trachten billijk
te zijn. Als iemand wat misdreven heeft
gaat men toch niet verwijten daarover tot
uiens buurman richten? 'tls niet goed op
hoogen toon je eiselieu dit en dal en ver
wijten te doen aan het gemeentebestuur
over daden, die liet niet verricht en over
besluiten die het niet genomen heeft, maar
die gedaan en genomen zijn door do rijlks-
regeering. Alen moei dan ook met zijn
verwijten bij de rijksregeering en niet bij
liet gemeentebestuur zijn. Spr. had gedacht
door zijn inleiding van deze besproking
dit element uitgesihakeld te hebben uit
het debat. Alen doet liet voorkomen, alsof
de in het adres genoemde verlangens liter
zouden kunnen worden ingewilligd. Het
gemeentebestuur heeft daar weinig pijn mm,
maar wel wordt pijn veroorzaakt bij de
menschen. die in ito meening gaan ver-
koeren dat liet Schiedamsohe gemeantóbe-
stuur nog wel heel wat voor hen zou
kunnen doen. Want dat is mis. En 1111
mag men zeggen: Wat is dat een nare
vent, maal' spr. doet er met aan mee,
knollen voor citroenen te verknopen. Kiel
bij het gemeentebestuur maar in Den Haag
moet men zrjn om zijn verlangens inge
willigd te krijgen. Alien kan openbare ver
gaderingen beleggen, wethouders willen
^preken ca burgemeesters ouders tb oven
ïoopen, maar om zijn verlangens kenbaar
te maken, moet men in Den Ilaag zijn
en nergens anders.
Spr. voelt voor die menschen. Voor zijn
naaste te voelen is ieders plicht. ALiar ont
zeg dat recht niet aan anderen. Bij die an
deren zijn er, <be reeds maanden gewerkt
hebben voor die menschen en die 111 waar
heid kunnen verklaren: Wij kunnen in uw
toestand geen verbetering brengen.
Alet den heer Code zul spr. met debat-
toeren over kleine dingen.
Do heer Collé: Doe het dan over
groote dingen:
De heer D e P> ruinIk heb reeds _,ge-
sproken over de groote dingen. Wie de ar
beidsvoorwaarden enz. bepaald heeft,
woont in Den Haag en met m Schiedam.
Ook als wij 4, 5 zdtmgen aan deze kwestie
zonden bededen, zouden de arbeiders fje
Eenerveid geen stap verder zijn gebracht.
Zou de lieer C'ol'lé wilfen, "5lat we wat
anders zeiden, dat we de arbeiders daar
wat wijs maakten?
De Voorzitter: liet College is bef
geheel eens niet den wiet h oud m voor so
ciale annaelegehhedeiv
De heer Collo; .Dat behoeft 11 met je
zeggen. Dat weten we wel!
Die heer Do Brui n: Waarom zou de
lieer Collé ontevreden jajn 1
D"e heer Collé: Op 'grond van de er
vtying!
De heer Do Bruin: De heer Collé Zegt.
dat er menschen uit Eenerveid zijn geweest,
die mij hebben willen spreken on dia heer
Van Koordennen loopt er op in-' Ataar nie.
mand heeft mij te spreken gevraagd 1
Ka do eerste 11 dagen hebben te werk
gesteldeu do directeuren van Arbeidsbeurs
en B. U. to spreken gevraagd,, aan wellk
verZoak is voldaan. Alaar spr. hebben zij
niet to spreken gevraagd. Ka afloop van het
onderhoud is spr.'s meening gevraagd en
toon heeft lnj gezegd: Koleer do geuite
klachten. Dat was intusselien reeds gebeurd.
Afaar elke 14 dagen oen iieete ochtend
beslag leggen op oen piaar ambtenaren om
klachten in ontvangst te knnnen neinon, ze!
niet mogelijk blijken. Spr. ziou dat ton
minste niet opl prijs stelen en zon de
klagers ook teleur moeten stelen.
Wel hobben menschen, die naar het
Eenerveid moesten, naar spr. gezocht, maar
hem niet gevonden, wat niet spr.'s schuld
is. Kleimmd, die uit Eenerveid kwam. heeft
spr. te spreken gewaagd:
Wie op onjuiste gronden hor boschuldV
gingen heeft geuit, zal nu zelf maar moe
ten uitmaken, of het boetekleed ook hem
siert!
AVat de Rotterdamsclie .regeling voor te
werkstelling van weikloozien betreft, die
werkt nog niet. Er is nog geen enkele
Rotterdammer uitgezonden en we zullen
dus even moeten afwachten hoe de re
geling werkt. Die regel.ng heeft spT. op
papier voor Ztch. maar de nonnen zijn ons
niet bekend: dié heeft de ivgeer.ng ons
niet meegedeeld, zoodat spr ook niet wttt,
of een Uotterdamsclue werklooze, uitgezon
den naar do werkverschaffing, moer zal
verdienen.
Door spr. is gezegd, dat f 12 per week
door de Schiedamsdie jirbeiclers verdiend
kan worden, waarbij clan 50 pCi. toeslag
komt, zoodat het loon f IS per week wordt.
Dat kan alleen jloor vakarbeiders bereikt
worden. zegt de heer Collé.
De heer Collé: f 12 kan alleen door
menschen, die daar wonen en liet werk
gewend zijn, gehaald worden.
De lieer Do Bruin: 'kZul voorlesten
wat de Schiedamsche arbeiders verdiend
hebben in 8 dagen, waarvan .'5 dagen be
hoorde» tot de eone en 5 dagen tot dia
volgende week. Die Looncn warenf 21.24,
f 23.04. £23124, if 26.88, f24 44, f 23.94'.
£32.18, f24.24. £25.44', £22.44, f 2(4-24,
f32.77, f25.92, £26.28, £19.44, 26.22,
f 17.04, f 22.89, 121*82, £26 04, £20.-1
Bij deze cijfers komt dan nog f4 voor
do voeding. Is dat nu «mooi?
De heer Wiekenkamp heeft betoogd, dat
de werkverschaffing begonnen is 0111 een
behoorlijk loou te kunnen verdienen. Daar
weet spr. niet van. In arbeiderskringen en
door de arbeidersorganisaties iis aangedron
gen op werkverruiming en werkverschaffing
Alen bepleitte dat Zoo en dat werd door
inlellecluede kringen dikwijls pndersOound
dat werkloosheid sterk demoral'iseerehd
werkt, en vaak js het een groot belang ge
noemd, voor den arbeider, als hij oen be
drag in werkverschaffing ontvangt, dat on
geveer gelijk is aan liét bedrag, dat hij aan
steun ontvangt.
De beer Wiek en k a m pDat bert ik
wel met u eens!
De lieer Do Bruin: 'tls niet de be
doeling een aantal menschen een nileuw
vak te verschaffen. Zulk een werkverschaf
fing zou tot mislukking gedoemd zijn.
In 'een der bladen is, nog wrel gespati
eerd, gezegd'tls .werkverschaffing, niets
meer en niets minder, 'tls geen produc
tieve arbeid, die daar verrecht wórdt, en
woidt geen winst gemaakt, maar hot werk
is opgezocht om menschen in de gelegen
heid te steden arbeid! to leveren, 0111 door
een moeilijken tijd lieon to konten, 't Is
dus niet de bedoel mg, dat daar aihelderis
heen gaan en daar blijven. Wel is "de be
doeling menschen tijdelijk aan werk te
nejpen en zo zoo spoedig mogelijk wetor
in hun eigen bedrijf terug i||e (doen kett-ern.
Spr. is overt ui gil, dat het voor menschen,
die vanaf 1920 soms jaren „in den steun
Ïoopen'', ontzaggelijk moeilijk is om thans
in de werkverschaffing te arbeiden. ledlete
werkverschaffing geeft teleurstel! mgicn naar
twee zijden. Eenerzijds is, Van eoonomïiscih
standpunt bezien, deze werkverschaffing
niet juist, omdat elke arbeider aan de
overheid f 29 kost. Ten onrechte is ge
meend, dat liet gemiddelde loon f29 per
week zou zijn, maar bij die f29, da©
elke arbeider de overheid kost, is het loon
inbegrepen en ook de andere onkosten.
Al de arbeid, besteed om die woeste gron
den. in cultuur te brengen, wordt niet ver
goed met een evenredige stijging van da
grondwaarde. Iemand, die oen steunuitfcde
ring ontvangt, kost do gemeenschap f10
per week on niu kost een tewletrkgesteldc
f29 per week. Dus de overheid legt op
die werkverschaffing, nog 119 per man
toe. Dp [herhaald aandringen heeft de re-
geering echter besloten deze proeven te
nemen. In den Biesbosch en elders Zijn
moeilijkheden ondervonden, maar de resul.
tatcn zijn toch zeer bevredigend.
Spr. meent, dat men een werklooze een
grooter dienst bewijst hem in de gelegen,
beid te stellen een bedrag tö verdienen,
als Zooeven genoemd, dan hem te advisbe-
ren niet meer naar het Eenerveid ta gaan,
wat in vele gevallen bejeckimtgeen brood.
(Anderzijds is aan de werkverschaffing,
ook wel -een gevaar verbonden, n.i. voor
den vakarbeider, die daar beneden biet pel'!
blijft en geen gelegenheid heeft om pas
send work te vinclen.
Spr noemt weer de lijst van uitgekeerde.
h> »mu voor zich en dan blijkt,"dat de
min, die f21.24 ontving hier geen cent
iljtkeering ontving. Die heele eerste ploeg
bestond uit vrijwilligers. Spr. stelt zf-oh de
vraag, of men een man, dia geen cent uit
keering ontvangt, b.v. ten gevolge van een
zeker gezinsinkomen, ten gronde r.cht. a's
men hem in de gelegenheid sUeüK jin 8 dagen
£21.24 te verdienen plus vrije kost1
Do heer Fetter: Heeft die man ook
een gezin? 1
Do li eer De Brui n: Ja, van 5 kinderen.
Is nu die man gemarteld, ja of neeu?
No. 2 bad hier f 11 uitkeering en ver
diende daar f23.64 plus vrije kost. Is die
man en zijn gezin gedupeerd?
Be heer Collé heeft ons meegedeeld, dat
hij de menschen op een openbare vergade
ring er van afgehouden heeft het bijltje
er bij neer te leggen, Spr, zou dat 'aan
de menschen zelf willen overlaten. Als men
een krantenverslag gelooven mag, werd op
die bewuste vergadering den menschen ge
adviseerd een andere houding aan te ne
men Het is een klein kunstje den een,en
dag iemand tot iets aan te sporen en den
anderen terug te deinsen voor de
gevolgen.
B-o rijksinspecteur zou te kennen heb
ben gegeven te meonen met werkschuwe
arbeiders te doen te hebben op grond
van een regeeringscirculaire. AVat staat
er 111 die circulaire en hoe maken jullie
mt, of iemand werkschuw is, heeft de
heer Collé gevraagd. Bij spr.'s weten is
er nooit een circulaire over werkschuwe
arbeiders ontvangen. Kooit eeraig schrij
ven of een boodschap heeft het gemeente
bestuur bereikt, wie wel en wie niiet naar
liet Eenerveid gezonden moeten worden.
1100 ter wereld, is li el mogelijk, dat zulke
praatjes in de wereld komen!
Do heer Fetter: E,n toch is het waar!
Do heer De Bruin: U zal het woleu'i
De heer F etter: Dat heeft v. d AYalle
de vorige week Vrijdag, in een vergadering
gezegd en op die vergadering was ook u
aanwezig
De Ijeer Dn Bruin: Uit de krant had
ik reed-- begrepen, dat u weinig begrepen
had van wat op die vergadering is be
handeld en nu blijkt dat weer!
Die beer Fetter: 'Op de publieke tri
bune staat een partijgenoot van u, en die-
zal u wel ter verantwoording roepen1
(Vroolijkheid
Dg heer De Bruin: Dat komt dik m
orde!
Er is geen geheime circulaire versche
nen en men moet niet klakkeloos praatjes
daarover aanvaarden als juist!
Dat lichamelijk ongeschikten zouden zijn
uitgezond-en, is absoluut onjuist. Kïemand
gaat naar het Eenerveid, dan 11a een ge
neeskundig onderzoek Kiet de ambtenaren
maken mt, wie lichamelijk geschikt is, maar
een dokter. Dus is liet absoluut onjuist,
dat lichamelijk ongesclukten zijn uitgezon
den.
De lieer Collé. Hoeveel arbeiders zijn
dan tusschcntijds van daar teruggekomen?
De lieer De Bruin: Twee!
Be heer Collé: AArat mankeerden die?
De heer Die Bruin: Ik zou het niet
d u r v e 11 zeggen
(Bewijzen van instemming.)
{Wordt verruigd).
Lineke haalde de schouders op, alsof ze zeggen
wilde: ,,AA"at een domme vraag. Dat weten we na
tuurlijk: allemaal, behalve kleine C'onnie".
Aioeder deeid net, aïfeof zij de uitdrukking op
Linekc's gezicht niet zag en 'luisterde naai' Ar
nold. Hij zei:
„Het beteekent hang zijn voor niet» of niemand.
Het hangt er heelemaal van af, hoe je aangelegd
bent. Sommige menschen en kinderen zijn bang
voor ail&es. anderen voor niets. Ik ben nooit bang.
Dat is nju eenmaal mijn natuur".
„Alaar dan is het ook geen Verdienste", Zei Bert,
die gewooniMjk meer over de dingen nadacht dan
zijn oudste broertje. „Ik bedoel, als je vanzelf
zoo bent, is het iets heel gewoons en toch wordt
het altijd ais een deugd beschouwd dapper te zijn".
En liij keek zijn moeder vragend aan.
Lineke zei nu:
„Alooder bedoelt zeker, dat de dapjterheid echt
•moet zijn en jc dus maar niiet moet doen, aiteof
je dapper bent door te pochen 'bijvoorbeeld".
„Pochen is niet dapper, maar taf", Zei me
vrouw van Brakel nu. „Je hebt in zoover gelijk,
maar ik bedoel toch eigenlik nog iets anders".
Ku zei Koortje met haar helder stemmetje:
„£k geloof, dat ik het weet. Afoeder, maar ik
ben er toch niet heelemua! zeker van. Bedoelt u,
dat dat ai ben je ook nog 'z|oo ba,ng, je toch
probeeren moet te doen, wat je piücht is?"
Mevrouw van Brakel antwoordde nu glim
lachend
„Ja, dat is het zoo ongeveer. Dat wilde ik. dat
jullie begrepen. Het overwinnen van angst (.lat
is de wane dappteaheid'. Kiet ter wille van lietgoen
anderen van ons zullen denken, maar alleen omdat
het goed is".
De kinderen zaten zwijgend om hun moeder heien
ieder nog nadenkend over hetgeen Zij zoo juist
gehoord hadden. Eén hunner echter echter had
geen woord gesproken, maar was in diep naden
ken verzonken en terwijl mevrouw van Bra
ke! eens .rondkeek, zag zij een .eigenaardig a uit
drukking in de lieve blauwe oogen van Dolfje.
„Begrijp je ke.t een beetje, vent?" vroeg Zijl
glimlachend.
„Ik geloof het wel. Moeder", luidde het zachte
antwoord en zij voeMe, dat luj liaar £imd, die bij
nog steeds vasthield, drukte. Dit nas echter bet
eenige, wat hij ziek
HOOFDSTUK II.
Twee dagen later kwam de familie tegen 1M
einde van den korten winterdag op Zonheuvel
aan. Dc grond was bedekt met een dikke laag
sneeuw.
„AA af heeft het hier geweldig gesneeuwd",
zei meneer van Brake!. „De sneeuw ligt Vöd hoo-
ger dan hij ons".
„Denk ie dat er iemand in de sneeuw verdwaald
zal zijn, Koortje?" vroeg Dolfje op fluisterenden
toon aan zijn zusje.
Het tweetal zat tegenover vader en niotader iri
een auto, terwijl de rest Van h'et gezelschap in
een tweeden auto volgde.
„Hier niet, Dolfje", antwoordde Koortje vrien-
delijk. „In ons land gebeurt het maar hoogst
zelden, dat er menschen verdwalen in de snieeuw
wel Ia berglanden zooals Zwitserland".
„Was het daarvan, dat Afoeder Zondag voorlas
vroeg Dolfje weer.
jJa on daar zijn ook die groote handen, die de
menschen in de sneeuw opsporen, herinner je
je wel?"
Dolfje knikte slechts en ging even later voort:
,ilk zcin niet graag in dat land wilden wonen,
al Zou ik vreesebjk veel van die honden houden".
Plotseling slaakte lifj een kreet Van vreugde.
..0 Koortje. Koortje", riep hij uit. „Rijk toch
eens. Daar komt Prins aan. Prins, die ons in de
sneeuw tegemoet komt. Is dat niet 'lief van hem?
Alaar ik hoop dat hij niet onder de sneeuw bedol
ven wordt. Aiogen we even stilhouden, moeder,
om hem in do auto te nemen?"
„AKe zijn vlak bij liuis, vent", antwoordde me
vrouw van P»'ikeJ, glimlachend om zijn blijdschap.
„Prins zal niet onder de sneeuw bedolven wor
den in dit vlakke land. Zoo iets gebeurt alleen
in de bergen, waar soms een groote sneeuwmassa
plotseling naar beneden stort en alles meeataurt".
Terwijl zij dit zei, blafte Prins een paar maal,
al3 wilde luj de familie verwelkomen en keerde
toen naar Zonheuvel terug.
„Ilij gaat oma vertellen, dat we komen", Zei
Dolfje. „AA'al een verstandige liond, hè, Koortje?
Ik houd van geen enkelen hemd zooveel als van
Prins".
De auto hield nu sti'l voor de deur vajn Zon
heuvel en daar een weinig op den achtergrond,
omdat het bij de open voordeur Zoo koud was
stond oma de familie op to wachten om haar te
verwelkomen.
Ku moet ik jullie echter eerst vertelden, dat
erna eigenlijk niet dja grootmoeder der kindeiten
was, maai' de oud-tante yan hun moeder. Zij was
dus een over oud-tante van do kinderen, maar-
dezen hadden haar al'tijd „oma" genoemd. Zij-
was oud in de oogen der jeugd:, Zelfs heel' oud,
doch zij kon nog zoo iets jeugdigs en vrooftjks
over zich hebben, vooral als zij aicih met de
kinderen bezig bie&l, dat zij dit Iieelemaal ver
gaten. AMe kinderen waren do! Op haar en - zij
op hen maar niemand voelde zich toch' zoo thuis
bij haar als Dolfje deed.
liet was heel lang geleden in de herinnJering
-van een kind ten minste dat Irij Irnar gezien
had, ruim een half jaar. Maar toen. hSj Óma daar
zoo vriendelijk (glimlachend zag staan, haar ge
zicht één-en al' zonneschijn, kwam liet hem voor.
afsof hij lieeiemaal niet weg geweest was.
„Dag lieve oma", zei hij met zijn Zacht stem
metje, toen het zijn .beurt was, gekust fe worden.
„Ik ken u nog Keel goed u en Prins".
Hij was volstrekt niet beloedigd, toen de andere
kinderen lachten om zijn grappige 'toespraak, die
voor zijn doen werkelijk ,lang was. Hij dacht, dat
allen lachten, omdat zo zoo blij waren oma en
Prins terug te zien. -
„Lieve DoJfjé'V, Zei oma, t||jwijl zij hem kuste,
„oma en Prins hebben jou ookPnief vergeten hoor".
„Ik ben zoo^blij, dat ik jullie alen met Kerst
mis bij mij li ebt", ging do oude dame tegen
moeder voort ,,lk denk aan Ken, die niet meer
in ons midden Zijn. Toch zijn ze er juist in zulke
dagen en schijnen de lieve, oude gezichten glim
lachend op mij, do l'aiajste van bet geslacht, neer
te kijken. liet huis wordt evenzeer door hun te
genwoordigheid gevuld als door die- mijner levende
familieleden ,prn mij been".
Bij deZc laatste woorden drukte mevrouw van
Brakel de hand der oude dame.
Dolfje stond vlak bij oma en had alles ver
staan, al begreep hij liet dan ook niet Keel goed.
Er wachtte hom nog oen teleurstelling, want
hij 2cB niet bij juf en Connie slapen. Oma had
eert Keel klein kamertje voor hom alteen be
stemd, naast zijn beide broertjes, daar zij meende
dat liet op do kinderkamer to vol aou avorden en
Dolfje {dit „grooter" vinden Zou.
AllOn jlieipon mu door dei sichrklerijzaal, allen
behalve juf en Connie, Lineke, (Arnold, Bert en
Noortje, gingen vooruit. A[oeder on Dolfje volgden.
Stevig jln-eld dc kleine jongen de hand van zijn
moeder vast: hij sprak echter geen woord.
,,lk wou, dat wij' een van de torenkamers had
den", jaei Lineke. „Het is zoo leuk. heel hard
door (cle schilderij-zaal t.e Ïoopen, telkens als je
naai' je kamer (gaat. Ik vind het hier het preUigst
•van ihet heele iiuis."
Zij stonden nu allen aan liet ©inde der Zaal,
voor de de-ur, die toegang verleende tot öon klei 11
vertrek, Hva'arin do torenkamers jut kwam en en
koken de zaal nog eens door. Hot was eon öigan-
aardig, maar mooi gezicht; lla ouderwetsdie lam
pen, die aan de eikenhouten zoldering hingen
van de oude galerij, ,met aan één kant faajar ge
kleurde, in lood gevatte ramien en aan de andere
zijde do' rijen zwijgende portretten uit lang ver
vlogen tijden die op hen neerkeken.
„Het is oorspronkelijk niet de bedoeling geweest,
een sehilderijzoal van deze galerij' 'to maken", zioi
mevrouw van Brakel nu. „Die vensters zouden
dan niet van gekleurd glas zijn geweest. De por
tretten hebben oorspronkelijk in Verschillende zla-
len -beneden gehangen".
Zij deed na de deur open en liep door het tus-
schenvertrek (naar do kamer dor jongens. Deze
zag er heel gezellig uit <met haar breed© ven
sterbanken.
Dlaarna gingen allen naaj- D-olfje's kamer. Het
was heel klein en kwam niet met een verbin-
dingsdeur jn het vertrek der broertjes uit, wel
echter in do tussdhenkamor, die niet als slaap
kamer Was ingericht.
„Hier sul je heerlijk slap-en, is het niet Dolfje?"
zei zijn moeder opgewekt. Zij merkte echter niet
op, dat de kleine baas geen. antwoord gaf, want
zij haastte ziek naar beneden om voor oma thee
te schonken.
HOOFDSTUK III.
Koortje 011 D| 01 f j e.
Lineke en Noortje gingen naar de kinderkamer,
waaT de thee op hen wachtte. Dolfje nam Noortje's
liand om moe te gaan, doch [Arnold -eri Bert ble-
bleren nog wat achter om bun nieuwe kwartier
te verkennen.
„Koortje", begon Dolfje, terwijl luj zijn zusje
wat 'op zij trok. „Ik zou voel liever -met juf on
Connie j-n 'de oude kinderkamer willen slapen".
„AA'aarom Dlolfje?" vroeg Noortje vriendelijk,
maai' itodi verbaasd. „Je hebt zoo'n snoezig ka
mertje en -ik dacht eigenlijk niet, d'at je bang was
om alleen te slapen"."
„Ik Iben niet bang om alleen te slapen", Zet
Dolfje nu. „Dat is het niet".
(Wordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR grooterek.
O T T
OEIA
S I T 11 'A R B
ITAV
0' IJ
N ffifi K
Kootwijk,
Si-t'tard.
Station.
Stettin.
Een arme, klein© sohiklpad
Lag hulploos op zijn rug,
Het arme dier wou gaarne
AVcer op zijn bulk terug.
Een Jiondj e Zat te kijken, 1
Maar fnjl begreep het niet,
Oók beide gansjes snapten
'Geen zier van zijn verdriet.
Mi6(éSS^Sassït&
Maar (t slimme, zwarte katje,
Dat .was nog niet zoo dom,
Dat .keerde met zijn pootje
Dje arme schildpad óm.
HETTY BOREL,
K
P
SU*
§te"
I
1
ijfeW#'
Z'ÈA\
r W f j,.