1
I
f
s
De kaars als tijdmeter.
1ft
kortom: hoe verschillend de vacante oak dooigo.
"i. bracht was, ieder had or van genoten, ieder op
haar manier.
ft'" .,Eu u, juffrouw? Heht u een prettige vaeantie
ift, gehad?1' \-roeg Annie Bolt na schooltijd,
ft Even glimlachte de onderwijzeres on toen ant-
woordde zij
|j;" „Ik? '0, ik heb 'took heel gezielig gehad. Ik
bleef thuis bij mijn zieke zuster, die 't heerlijk
vond, den heel en dag gezelschap te hebben. Zij
verheugt zich na al weer op mijn rinkstdr-
vacantie".
Annie, die zelf met haar zusje in Den Iiaag
■had gelogeerd, vond „daar nu eigenlijk n'iets aan'',
ip Zo had diep medelijden met juffrouw Veenstra, de
jX onderwijzeres, en zij en haar vriendinnetje, Cocfc
|tp de Haas. vatten het plan op de juffrouw met
Pinksteren de één of andere verrassing t© be
zorgen.
Hoe zouden zij haar Pihkstervacanthe nu oens
wat kunnen opvroolijken?
Die -v-raag hield de meisjes voortdurend bezig
en zij was niet gemakkelijk te beantwoorden, want
natuurlijk wildé juffrouw Veenstra haar zuster
niet alleen laten.
Plotseling riep Look echter uit.
„Ik weet het. We geven 'haar bloemen'*.
lAnnie begreep eigenlijk niet, dat ze daar niet
5 eerder aan gedacht hadden en vond het een
prachtig plan.
pk» Arm in arm stonden de vriendinnetjes dikwijls
IV v-oor het raam van den bloemist, waar zij langs
kwamen opi hun weg naar en ui!t school
O, er waren bloemen genoeg, die zij konden
geven, klaar bloemen kostten geld en
LAnnie was gewoonlijk platzak. Look was zuiniger
van aard, zoodat haar beursje meestal wel wat
Jp bevatte. En natuurlijk wflde Annie er evenveel
voor geren als Loek. 't Moest eerlijk van hen
samen rijn.
LAnnie nam zich voor, maar heel zuin'g te zijn.
Ze kon -elke week best een dubbeltje over-
6 sparen.
"Vrijdag voor Pinksteren had zij dan ook veertig
cent bij elkaar. Ka schooltijd stapte het tweetal bij
Ij den bloemist binnen. Loek trok de stoute schoa-
nen aan en vroeg:
„Wat kost die witte brem, meneer?"
„Een gulden v/ijftig. jongejuffrouw'], luidde het
antwoord.
i 'Annie schrok .er van. Ze had immers maar
veertig cent en de bloemenhulde mocht dus niet
Ms meer dan tachtig, cent kosten..
P'Teleurgesteld trok ze Loek mee den winkel uit.
gij - „Jammer", zei ze, zoodra ze wec-r buiten waren,
lift „Ik heb maar veertig cent",
fel„Ik heb een gulden en een kwartje. Als ik w
|fcf dus wat meer bij leg, kimnen we djs mooie
bloeiende brem immers toch koopen", stelde
E; Loek voor.
Sft Msar Annie schudde heftig met haar hoofdje.
Ilj Toen rij dien middag thuis kwam, was tante
Jenny er, die een paar dagen zou komen logeeren.
Ka de begrooting vertuide 'tante"haar, dat zij
geen cadeautje voor haar had meegebracht, maar
LAnnie zelf wat mocht kiezen. Zou ze graag een
§fö.' plantje voor haar kamertje willen hebban tor
||i eere van Pinksteren?
|fft LAnnie kreeg oen kleur, sloeg liaar armen om
IXj tante's bals en fluisterde haar iets in.
„Goed kindje, ais je dat liever hebt*], zei laaie
Jenny hierop.
P?
P>
Den volgenden motgen al heel vroeg was Annie
bij Loek. In haar beursje hidden de twee kwartjes
van tante Janny do vier dubbeltjes gezelschap.
De vriendinnetjes kochten nu samen de mooie
witte brem en nog wat losse bloemen. Mot glun
dere gezichtjes brachten zij dien bloemenschat
aan juffrouw Veenstra.
O, wat was die blij.
„Kom toch binnen lieve kinderen, dan kun ja
zelf zien hoe je ook mijn zustor hiermee ver
rast", zei ze.
Bij het zien van die prachtige bloemeu, r.ep de
zieke met stralende oogesn uit:
„Dat is een echte P,ti ikster-ver ras singJaSlie
had ons met niets zóóveel' plezier kunnen doen".
Wat was Annie in haar schik, dat rij het geld
van tante Jenny er bij had gelegd.
We rijn zoo gewend aan allerlei moderne uit
vindingen, dat wij er ons nauwelijks kunnen in
denken, dat de menschen het vroeger Zonder
heel veel dingen moesten stellen, waarvan hot
gébruik ons als onontbeerlijk voorkomt.
Zoo bediende men 'z ch vóór men klokken
en horloges kende van Zonnewijzers om den
tijd te weten. Dit is algemeen bekend. Minder
bekend is echter, dat men voor dit doel ook kaar
sen aanwendde.
De kaars bewees als zoodanig in lang vervlogen
dagen reeds goede diensten. Zoo Zegt men, dat
een Engelsch koning zijn kaarsen besch'lderen
liet met strepen, welke verschillend van breedte
en kleur waren. Het verbranden dézer strepen
gaf den tijd aan, waarop verschillende Iiez' góeden
plaats hadden. 1
Bij een anderen koning kwamen oenige edel
lieden. d.e zeiden:
„Wij brengen u slecht nieuws, Heer. Een aantal
uwer onderdanen is opgestaan en lieoft de wa
pens tegen u opgenomen".
Toen hij dit hoorde, riep de konjng zijn ge
trouwen 'bijeen. Met een leger trok hij nu tegen
do weerbarstigen op. De koning won den strijd
glansrijk en degenen dor verslagenen, die not
gedood of gevangen genomen werden, Vluchtten en
verborgen zich in het bosch.
Toen zei de koning:
„Ik wil mij een genad'g vorst toonen en een
kaars voor een der vensters Van mijn paleis laten
plaatsen. De opstandelingen, do zich voor do
kaars is opgebrand bij mij komen aanmelden,
zal ik Van alle vervolging ontstaan.
Van de kaars werd ook nog een ander gebruik
gemaakt.
Zoo kwam het vroeger in somm'ge landen voor,
dat men „hij de kaars" land verpachtte.
Ex werd een speld in -eon kaars gestoken, ven
paar centimeters van boven af. De kaars werd nu
aangestoken en het verpachten begon, Iedere lief
hebber moest een bepaald stuk geld op tafel
leggen, hetgeen door den volgenden liefhebber
werd opgenomen en in den Zak gestoken, nadat
hij het zjne had neergelegd. 'Als de kaars eenigen
tijd gebrand had, viel de sprid cr uit en degene
die het laatst rijn geldstuk op de tafel gelegd;
had, was pachter van hel land.
rj T*-_1
ft
ftv
■dft-
i\
sr
fC
¥l
Kaf 1
PLÏ,ft
Él-