m
5e rij 't gevraagde woord.
6e rij eei pro acie in ons land'.
7e rij een deel van ©en getal-
8e rij een gewiebt
9e rij een k ïker,
3. Een getal, een ander voord voor kasteel
en e voegwoord, vormen samen een stad
in Roemenië, Welke?
Neem uit elk der volgende riinnen één
woord, maar doe het Zóó, dat deze woon
den samen een bekend spreekwoord vormen.
Jan weet niet, wie de fiets gestoten bleeft.
Onze poes kan in haar nieuwe omgeving
nog det wennen.
Je i >et hem jln avonturen hooren ver
telen.
Ik wil gaarne naar je luisteren.
Haar dan moet je even geduld hebben.
Laat Leentje maar eens voelen of 't bui
ten koud is.
VOOR KLEINEREN.
1. Mijn oerste groeit 's Zomers hij vochtig weer
in 't 'boscli, mijn tweede is het grootste
gedeelte van een merel, mijn derde moed
t water tegenhouden, als lit hoog is
Hi mijn gehe lig ii Zuid Holland
12. Waarmee begint de dag en eindigt de
avond?
3. Verborgen vogels.
De jongen probeerde Ie wesp teeht te van
gen, maar zij was hem te vlug.
Hoe lang, iAns, moet nog op je dachten?
Tante gaat u mee? Uw aüto wacht alopu.
Is de weg door het park iets korter?
3e lam: mde ovei heit grasveld.
■4. Met Aj ben lik een lichaamsdeel, met E
een fraai ie oetig dier. Verander den
kop van dit dier en je krij'gt een jon
gensnaam
ZBIÜT 3DIE H/BaEUTOIT.
n geel, ring kapettetje j
blij fladd'rend in de Zon,
5en sjssarwit, dartel' poesjieJdein
daar bij de regenton.
Kijkt plot iet oogjes rond en groot
laar 't sierlijk spele.d'iiig,
dat op-en-neer deint boven 'tgras
'hé, als het dat eens ving.
Dat 's mooier dan! een bal' of Huw
hei schittert in Ie zon;
de kleine poe 'begeerig duikt
in *t boekje bij de to.
Het witte poesjeHijfj© trilt
daar schie ïiet recht omboog,
de pootjes grepen vliegensvlug
1de vlinder met een boog
Vliegt ver buurmans rozenhaag
en stijft dan naar de Zon;
tel eurg e stcPLa taart poes hem na
daar 'bij de" regenton
Totdat de gele stip verdwijnt
in 'd' ijk zo eriucbt -
o poes, dat 'smis, ik sliep je uit
en ach) eens om die Hucht.
11E\NNA.