KINDER-BLAD
1
fi
SOHIEDAMSOHE COURANT
Een klehe Schipbreukeling.
I
m
"H
J
Ai
m
No. 33 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 18 Aug. 1928
VAN DE
Naar Ret Eagelsch. van F. SPEJNSE.
'Beknopt bewerkt door
C. E. DiE LILLE HQGERW1AAKD.
HO.OFDSTÜK yil.
Een n.ach'telijk avontuur.
Toen Chris in het <vissdhersRuisj© teruggekeeatl
was, vroeg Mj: t
„Oom Tom, m,ag ik vanavond inet u mee op
de visohv,angst gaan?
„M,aar jongen. Er zullen jater nog genoeg nach
ten komen, die je met in je bed kunt doorbren
gen. Neem hist er maar van, Zoo Jang als het
kan en bedenk, dat Je van slapen nog moot
groeien. Maar je kunt me helpen met de netton
naar de boot te .dragen en de 'laatste uit Ito
zetten".
„De zou zoo vreeselijk graag met u mee wil
len gaan".
Toim keek hem een oogenblik verwonderd aan
en zei vriendelijk:
„Je bent toch1 niet hang, is hiet wel?"
„Bang niet. Maar maar nu ze weg zijn,
is het opeens zoo /eenzaam geworden".
„Je kunt, 'zoodra we de boot uitgezet hebben,
paar tante Ruth gaan. JZïjï Zal je gezelschap
houden".
Chris hield niet langer aan. Oom Tom scheep
hem niet te begrijpen, m,aar hij nam Zooveel
netten, alls hij maar dragen kon, en liep efl
mee naar het strand. .Dl© booten werden, «liep
gereed geopaakt om uit te keilen en tegen dat de
laatste uitgezet was, scheen 'hij Zijn eenzaamheid
vergeten en even vroolkij als altijd te zajn.
_„Ik ga een had pemien vanal de rotsen bij het
oude kasteel," zei hij in zichzelf. „Misschien,
zijn daar wat jongens".
■Vlug liep hij over de rotsblokken en neuriedel
daarbij een vrooljjk liedje.
Plotseling werd er een jacht met volle Zeilen
Zichtbaar en Clhris keek jbot na, terwijl' het in
de richting der Raven gleed. Hij had daar mis
schien een jpiaar minuten ^gestaan, toen hij ©en!
vreemd, klagend geluid meende ,te hooren. Hij
keek om zich! heen, ,n\aar zag niets. „Ik hehl
het mij Zeker verheeld", mompelde hij.
Staar 'daar was 'het weer, ditmaal duidelijker!
d,an "den eersten keer. Chris begreep, dat' 'het
fcnpm bit één' 'der vele grottan, die daar waren.
„Ik 'zal eens gaan kijken", ducht hij 'en nieuws
gierig "w.at hij vinden ^ou, kroop h'ij naar eeinl
grot. De plotselinge overgang ,van den helderen!
Zonneschijn *in deze donkere ruimte was zóó groot,
d,at 'hij in Üe .eerste loogenbliikken niets kon oln-
derseheiden. 'Met zijn (Randen Rings de glibbe
rige 'muren (.astend, ivond Jiij techier toch. dens
weg 'paar de nauwe gang, die leidde naar eeö
groote donkere speCiorik, .w,aar izelfs de golven,
niet Schenen binnien it® <Ri rven dringen. Alleen,
slijmerige, kruipende voorwerpen schenen hier
eer. SvoonpRiats te Vinden en (Cliris huiverde, meer
door liet onherbergzame van het loord dan van
kou, hoewel het ter kil genoeg was om ZelIfS
een jongen te doen rillen.
In lang vervlogen dagen was de grot een ge
liefkoosde "sclmilpiaats van smokkelaars geweest
en 'er werden nog allerlei jgrie'z'elige verhalen
gedaan Van tooneetan, welke er zich hadden
afgespeeld, f
Slechts in stormachtige nachten juist Zulke,
alls do smokkelaars plachten uit te kiezen voor
hun bedrijf en gezeten rond de kachel' van
„De Tabaksplant", de herberg, vertelden de oud
ste bewoners uit het dorp -deZe gruwelijke ver
halen. 'Zoo kwam het, dat .Chris ze nooit géhoord
had en onbevreesd al. was het dan ook in he
vige 'mate verwonderd de grot binnendrong.
Langzaam kroop Iflj verder, terwijl hij "trachtte
de donkere hoeken met Zijn .oogen te doorboren.
Eindelijk 'wenden deze aan de diusterais en kon
hij 'een man onderscheiden, die tegen den dom
keren, Vochtigen rotswand aan kroop m het
hoofd 'in de handen hegraven hield. Juist viel
een lichtstraal der ondergaande Zon door een
nauwe 'spleet hoven het hoofd jran den man
naar binnen
Eén 'oogenMik bleef Chris stilstaan, P'aarna
gingf (h'ij naar den man toe en vraag vriendeCüjk:
„U 'wilt hier zéker wieg, js het niet? Zal ik
u heipen1
De man, die zich uit angst voor de polite, m
deze grot verstopt had, 'hief liet hoofd ofpl en
zei met zwakke stem: v
„Ik sterf van honger, Kun je mij ook wat te
eten geven'"
„IHaal het dan in 's hemels naam."
De 'ontzettend© gedachte van honger te moe
ten 'omkomen, had voor een pogenhlik alle an
dere gevoelens, Zélfs dat van vrees, vterdraveiri.
Nauwelijks had! 'Chris Zich ediiter omgekeerd,
de oude angst keerde terug.
De man, 'een gevangene, die ,in den afgeèoopeu
nacht >uit de gevangenis te Stone End gevlucht
was en naar wien men den geheeien dag ijverig
maar nog steeds te vergeefs -gezocht had, riep
angstig 'uit:
-é
J
I l.l l-t i
S)
„Ja"
.,«8
Vi
M
-
ést
H'l,.
'I»
/""Sift
X