Raadselhoekje. heen het gezelschap vluchten, mag en waar het vrij' is. Ieder neemt nu eeiu zakdoek, waarin een losse knoop gemaakt is, in de liamd. Allen komen dicht bij den vos om hem te plagen. De éêne trekt hem aan zijn staart, een ander wil zijn hol binnenslui pen, een derde doet. alsof hij wat lekkers voor hem hoeft en hem dat gevon wil. Plotseling echter doet Remtje oen uitval om met zijn vijanden af te rekenen; maar één ding mag hij daarbij niet uit het oog verliezen en wel, dat hij hinken moet. Gewoon loopen of op twee voeten staan is daarbij verboden voor hom. Doet Mj dit toch, of met opzet, of bij vergissing, in het vuur van het gevecht, dan stuiven de op do vlucht geslageuen op hem af. Zij roepon1 daarbij: „Vosje, vosje, naar je hol! Anders krijg je op je bol!" Met lichte slagen van hun zakdoeken wordt hij nu naar zijn hol teruggedreven. Ieder moet hierbij echter oppassen, lat hij niet door den vluchtenden vos gevangen wordt, want zoodra hij al is het maar met één voet in zijin hfol geweest is, mag hij', al hinkende, opnieuw een uitval doen. Degene, die een tik van hem krijgt, is nu op zijn beurt vos er» het sp'elltetje begint van voren af aan. Tante Jo heeft zeven zonen. Alle spelers gaan iin een kring staan en houden elkaar hij eer hand vast. Terwijl zij' nu in cie rondte dansen, zingt één uit het gezelschap: „Tante Jo heeft zeven zonen, Zeven zoons heeft tante Jo. Zij eten niet, ze drinken niet En allen doen ze zoo!" Bij het woord „zoo", bootsen allen de gebaren, beweging of den stand, welke de voorzangster bij dit woord heeft, dadelijk na. De kring mag daarbij niet verbroken worden. Wie in gebreke blijft of lacht, moet een pand betalen. Er wordt nu een andere voorzangster gekozen, tot allen, een beurt hehheu gehad. Ten slotte worden de panden verbeurd. Spreek oefen in g. Zeg zes maal Zoo viug mogelijk achter elkaar: Er zaten twee sissende slangen tusschon twee spitse steenen te sissen. Violet staat recht net; recht net staat violet. Een snijdersschaar snijdt scherp, scherpi snijdt een snijdersschaar. Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer, VOOR GROOTEREN. 1 Ze hebben alle twee een kurk (Gork is im mers een stad in Ierland). 2. Ik kan vandaag niet bij je komen, want Hah IS Jarig. (Nisj). Er LAG OSsetong voor het raam in den winkel. (Lagos*). Als je lieVER ONAardig wilt zijn, moet je het maar zeggen. (Verona). Is het jongmensClI U Rechts achterop ge reden? (Chur). S. De molenaar, want die krijgt daarbij zwart op wit 4. Birmingham. Han, ring, maag, big, maan. VOOR KLEINEREN. 1. Matrozen. 2. Een trommel. 3. Een stoel. 4. KAMEEL. akKer kraai hamer dwerg w e e p Delft Om op te lossen VOOR GROtTEREN. 1 Wanneer je van een stad in Rusland het hoofd en den staart wegneemt, krijg je een meisjesnaam. Welken? 2. Ivruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een Engelsch vorstin. X .X. .X. .X. xxxxx xxxx -X* 'X- 1 -X' X le rij een klinker. 2e rij een boom.., 3e rij een rivier in» Frankrijk. 4e rij iets wat sommige menschea op zee zijn 5e rij 't gevraagde woord. 6e rij een rivier in Afrika. 7e rij iets wat men zoowel in Steden als in dorpen vindt. Se rij een bepaald soort teékening. 9e rij een medeklinker. 3. Mijn eerste is een tijdsverloop, mijn tweede dient om een bepaald iets in te bergen of te bewaren en mijn geheel wordt tweemaal 'sjaars in Nederland gehouden. 4. Welk land is het armste van de geheele wereld? VOOR KLEINEREN. 1. Zoek uit elly-der onderstaande zinnein één woord, maar doe het zoo, dat de gekozen woorden in dezelfde volgorde genomen, een bekend spreekwoord vormen1. Heb je een mooi, nieuw hoek uit de biblio theek gehaald? Neen, ills aiam per ongeluk een, dat ik al kende. Roe komt het toch, dat je tegenwoordig zoo dikwijls suft? Vroeger heb ik dat nooit van je opgemerkt Eet is alleen, omdat ik alles vlugf wil doen. 2 Welke noten kunnen niet gezongen en. ook niet gegeten worden? 3. Met K hen ik een viervoetig dier,, met L' lang on smal, met M lig ik op den grond, met G hen ik een opening en met KR ben ik van. hout. 4. Maak ee»n gevaarlijk dier van: dik rol Ko

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10