DyCoecLér lioort liet niet.
i
m
I mijn opa in den tuin
Staan duks populieren.
Die als wij naar bed toe zijn,
Stieknm feest gaan vieren.
Dan komt 'tmaantj' en zegt gedag
En de boomen knikken, i'
Zeg, ze ruischen soms hard,
Dat de vogels schrikken.
Dan hoor ik een mooi verhaal
Van een schoorsteenveger,
Dis zoo bang in 't donker was
Hij1 was zelf een neger.
Dat verhaal doet dai de maan
En de boomen knikken
En mijn klokje op :1e kast
Hoor je zoo goed tikken.
En die neger ging p reis
Boven op de wolken
Naar ziin eigen warme land,
En zijn zwarte volken.
Ook van beesten is 't verhaal;
Van \ier zwarte schapen.
Vraag ik moeder: hoort u 't ook?
Ze l zn* vent. ga slapen'
IRUUS VERDONER—SALOMONS