Schiedamsche Courant, De gemeenteraad als opvoeder tweede blad gTAjgMEDWg. Zaterdag I December 1923, No. 18977. In de gemeente Meppol heeft dezer dagen een der gemeenteraadsleden ini den raad verklaard, dat de raad er weinig ni.ee te maken heeft, wat de publieke opinie in een bepaald geval zegt. (Mepp. Courant van 9 Nov. 3de blad). Voor zoover wij zien kannen, verwekte die enormiteit noch' verbazing noch tegen spraak. Dat verwondert ons niet. De ver houding tusschen de publieke opinie en de besturende en wetgevende lichamen wordt over bet geheel weinig gekend. Het be grip ;is wat vaag en dus kan men- zich heel goed voorstellen, dat niet allen dade lijk hegrijpen hoeveel men Ln liet algemeen en hoeveel men in een bepaalde zaak met do publieke opinie te maken hoeft. Trouwens welk ecu macht de pu blicke opinie tegenwoordig is, weet 'ieder een die even de huidige ontwikkeling van de internationale kwestie nagaat. Zou men daarbij de publieke opinie op zij schuiven, dan. zou men tevens den Vol kenbond kunnen afschaffen. AVant zonder publieke opiinie zou de Arolkenbandszaak er stellig hopeloos voorstaan. Evenmin nu a's men op dit groote inter nationale gebied de publieke opinie kan ncgeeren, kan men dat in liet staatsleven doen. Ten slotte is de publieke opinie machtig, machtiger zelfs dan do gemeen teraad van Meppol. Alle gemeenteraads leden van Mop-pel, to zamen, en in ver- eeniging, zouden geen besluit kunnen door drijven, dat in strijd zou zijn met de publieke opinie. Zij Qiebben er dus wol degelijk moo te rekenen. D:och bovendien en dat wordt nog overal voel te veel uit h'et oog ver loren is bet mede bun taak die pu blieke opinie in bun gemeente te ont wikkelen en op te voeden. Een machtig middel daarbij is het openbaar debat, liet is ai zoo jammer, dat er tegenwoordig zooveel binnenskamers bedisseld wordt, dat liet debat al in zooveel opdichten een scb-ijnvertooning is. Doch laat men nu tooli vooral niet verder gaan op dien weg, laat men zich! vooral tegenover die leden, die wat al te veel ,„op de galerij' spelen, niet stil houden. Het oude adagium, dat do publieke zaak publiek behandeld moet worden, heeft gc- leidelijkweg een nieuwe beteekcuis gekre gen. Oorspronkelijk immers was d-e pu bliciteit meer een middel om gekonkel te verhinderen dan iets anders. Doch tegen woordig is die -publiciteit opvoedingsmid- del. Nu is het bezwaar, dat men van meer behoudende zijde tot de radicalen richt, dat zij dit middel wat al 'te voél gebrui ken en in. bun ^opvoeding" wat al té een zijdig zijn. Er is daarin natuurlijk wel- veel waars. Doch ten slotte is do grondgedachte van de radicale sprekers juist. Zij voeden de publieke opinie op. En acht men die voeding eenzijdig welnu, het staat anderen 'vrij op die eenzijdigheid te rea- gceren, door even uitvoerig en eveni na drukkelijk als de radicalen' hun eigen op vatting uit te spreken en zoo aan de pu blieke opinie die veelzijdige ontwikkeling to geven, welke zij zoo noodig heeft. Dat is hun burgerplicht. Zij1 kunnen er niet komen met hun verwijt van volles- misleiding, zoolang zij niict dp do publieke tribune der vertegenwoordigende lichamen zolf hun uiterste best doeu om die alge- mceno opinie dc ontwikkeling deelachtig to doen worden, welke zij wenschélijfc ach ten. - lAVij ontkennen niet, dat dit een moeilijk en ondankbaar werk is, voo-ral voor dege nen, die n;iet in onophoudelijk beloven en in goedkoopc critiek hunkracht willen zoeken. AVjj ontkennen al mede niet, dat de taaie dubbel- lastig is geworden, omdat de techniek van dit voorlichten bij1 de radicalen zoo verfijnd is en bét dus dub bel moeilijk voor de anderen maakt om tegen die propaganda op te komen1. Neen, de publieke opinie -is in den ge meenteraad van bijzaak hoofdzaak gevéor den en do moderne gemeenteraad vervult zijn taak niet goéd, als liij liet zwaarte punt te veel verlegt naar de raadkamer en er niet naar ;alreeft om zooveel moge lijk de publieke zaak publiek te behande len, ter ontwikkeling van de publieke opinie. Verslag van don Gemeenteraad. Zitting van Donderdag 22 Nov. 1928. III. Belooning waarneming hoofd s ehlap. (Vervolg.) Do heer De Bruin: We werken alle maal hot gehcelo jaar! Zoover zijn we ge lukkig nog niet, dat gedurende do vacantie geen salaris wordt genoten. Er is ook een andere opvatting, volgens welke men gedurende de vacantie eau extra vcrgocy ding behoort te geven; die oplVattinjg lijkt spr. heter en daarin' zou bij' zicli ook ge makkelijker thuis vinden dan- in- do an dere! lAls in het particuliere bedrijf iemand ziek wordt, zoekt de patroon een gelijik- waardigen man ter vervanging, dien bij eer meer dan minder zal moeten betalen1. Dat 'kan in de school niet. Zoo-lang do chef weg is, moet een ander van liet perso.uoel zijn functie waarnemen. Door aanneming van art. 1' Wan deze ont- werpwerordcniiiig hébben we liet beginsel erkend, dat het billijk en rechtvaardig is, voor waargenomen diensten een vergoeding toe te kennen. Als dat uitgesproken is moet men consequent zijin en niet zeggenmaar voor waargenomen diensten tijdens de va cantie wordt geen vergoeding gegeven. Als dat aanvaard werd-, zou daardoor een ge voel van onbevredigdheid in 't leven zijin geroepen. - Is het billijk, waargenomen diensten' voor hét lioofd te vergoeden, dan is het ook billijk die waarneming tijdens de vacantie te bon oreeren. Den lieer m r. Van V e 1 z e n spijt het dat de heer De Bruin niet ingegaan is op de zaak, waar bet hier om gaat. Die is niet zoo eenvoudig als hij het wil doen voorkomen. Spr. heeft altijd geleerd,dat in de vacantie niet gewerkt wordt, dat dit zelfs niet wens ei iel ijk is. De onderwijzers krijgen een doorloopénd salaris, maar ge durende zekeren tijd de vacantie wordt niet gewerkt. De plaatsvervangende man, me niet werkt, wil men nu wel gaan betalen. Er zit een logische fout ini de rodeneering van den- lieer De Bruin. -Stel, het hoofd eénor school krijgt 3 weken voor de vacantie een blindedarm ontsteking. Bij het ingaan van de vacantie is de man weer zoo gezond als een visch en blijft dat gedurende eonigo wekén. Maar tegen het eind der vacantie ópen- baart zicli een andere ziekte, die lïem nood zaakt bij bet begin van den niéuwen cursus weer thuis te blijven. In zoo'-n geval is ér geen sprake van vervanging tijdens'de va cantie geweest, maar tocli ontvangt de waar nemer over de vacantie vergoeding. 't Is niet de bedoeling van1 sp:r. dit voor beeld als argument aan te voeren ter be strijding van het standpunt van den - heer De Bruin, maar om te laten zien, dat art. 4 nadere overweging verdient, zoodat het getoetst kan worden aan dei-gelijke ge vallen. Als de aanneming van dit 'artikel gefor- ceerd wordt, dan bedankt spr. er voor dit artikel zoo te slikken en wil lij liever be paald zien, dat voor de vacantie geen ver goeding wordt toegekend. De lieer De Bruin zegt, dat indien' dit artikel weer naar B. en \V. wordt teruggezonden, daarin de erkenning ligt, dat B. en \V. do zaak niet good bobben voorbereid De heer D ink el a ar: Juist! De heer D e B, r u i nEu de raad hoeft er recht op, dat hetgeen hem ter goed keuring wordt voorgelegd, door B. on W., af is. De hoer Codlé: Al is het ook niet waar! De heer D e Bruin: Dit voorstel is in B. en \V. afgewerkt en zoo don raad aan» geboden. Er bestaat dan ook geon reden voor liet naar het Collego terug to zenden. De boer Van Vel zen gaat veel te diep in op de kwestie! Spr. li-oeft geen bezwaar tegen éen „logische" fout, zoo-als de lieer Aran Velzen. 'Als iets logisch is, hééft spr. er vrede mee. Al wat tegen art." 4 is ingebracht, kan spr. niet van zijn standpunt doen wijken. De raad moet maar beslissen. Of een hoofd van oen school in dé vac&nti-o er !nog 2 of 3 andere ziekten op na wil houden, niets schelen. Wij regelen liior al- de positie- varï' zijn "vervanger, heer \rau Velzen heeft zich gewaagd an het noemen van een termijn. Spr.wil dat voorbeeld volgen. Stel een hoofd Van oen school wordt 1 Juni ziele -en blijft dat tot -1 Februari van liet daarop volgende jaar. Moet de gemeente nu liet standpunt innemen: De plaatsvervanger-jheeft wel waargenomen gedurende jS maanden, maar we trekken van dien termijn af dé iicele maand 'Augustus, want toen was er geen school, en voorts den tijd van dé herfst- en de Kerstvacantie? Dat is onredelijk. Daarom adviseert spr. het al die bezwaren maar buiten do' deur te zetten, 't Is hier een kwestie van recht en billijkheid. De hoer Steens merkt op, dat nooit vervanging tijdens do Vacantie wordt ge honoreerd, belialve in één geval, n.l. als de waarneming minstens 12 da-gén vóór de vacantie begint én minsteins 12 dagen na de vacantie nog voortduurt. De heer Slavenburg is geeu bewon deraar van vacantio-toeslag. De beer De Bruin lieeft die zaak to eenvoudig' gesteld1. De lieer IHIoutman interrumpeerdeEerst moet een heel jaar gewerkt worden en dan ontstaat recht op vacantie. Daar is in den Raad om gelachen, maar in die uit spraak iigt ecliter het criterium. Een hoofd van de school lieeft zijn vacantie Ver- d i e nd. Als editor een onderwijzer toevallig 12' dagen voor en 12 dagen na de vacaintio het hoofd heeft vervangen lieeft hij' volgens d-e voorgestolde regeling ook roods recht op een boele maand extra toelage. In 24 da gen, lieeft hij echter in werkelijkheid dat recht niet verworven. Anderzijds staat spr. op het standpunt, dat, indien in de vacantie werk verricht wordt >voor hot hoofd dér school, dé ge meente den plaatsvervanger tegemoet dient te komen, zonder editor nog do volledige vergoeding uit to koeren. Iu deze richting moet, naar spr.'s oordeel, een oplossing ge zocht worden. De heer mr. Kavelaars dient een amendement in, om aan art. 4 toe te voegen: „In het laatste geval komen bij do berekening der belooning ook in aan merking de dagen dor vacantie, waarop de onderwijzer het hoofdschap tijdelijk heeft waargenomen". Spr. voelt iets voor de redenecring van den lieer Slavenburg. De minimum-marge voor een hoofd der school is f400. Hij ontvangt dus ruim fl per dag meer aan salaris dan een onderwijzer. AVerkteen plaatsvervanger gedurende de vacantie 2 dagen, dan krijgt hij' daarvoor 30 X ruim fl uitbetaald1 in plaats vau 2 X ruim fl. Als art. 4 ongewijzigd blijft, z:al spr., daar in een reden zien om tegen te stemmen. Den beer De Bruin is het niet ge lukt de redactie van hét' amendement-Kave laars te vólgen. SP®fPlÜP! mm tfB&sm a De heer mr. Kavelaars schrijft zijn amendement op en laat dit aan dén heer Be Bruin overhandigen. De heer De Bruin vraagt zich af, waarom over dit onderdeeltje van de ver ordening zoo. hard gestreden meet wor den. Alle theorie is grauw en wat de heer Slavenburg getheoretiseerd heeft, is niet beter dan spr.'s theorie. Het is al ge zegd Een waarnemend hoofd heeft de kans 100 dageu zijn chef te/hebben ver vangen, zonder daarvoor ooit danige, ver goeding te hebben ontvangen. En omdat liij toch al een. groot aantal, dagen zon der vergoeding moet werk'eny.-jd's. het bil lijk, dat ook gedurende de vacantia de vergoeding doorloopt, als deze valt in een vrij lange periode, waarin hij als waar nemend' hoofd optreedt. Spr. zou niet gaarne iets in art. 4 ver anderen. De uitvoering van het amende ment-Kavelaars lijkt spr: practisch' onmoi gelijk. Het kan dan ook niet door spr. aanvaard worden. Hét is door niemand te controleeren, welke dagen een waarne mend hoofd in de vacantie voor de school ■heeft gewerkt. De heer mr. Kavelaars erkent, dat er misschien, pradiscbe moeilijkheden zijn. Maar volgens het voorgestelde ontwerp krijgt een onderwijzervergoeding over de geheele vacantie, of hij daarin gewerkt" heeft of niet! De heer mr. v. V el zen: Dat is ook mijn bezwaar! Dc lieer De Bruin: Twee juristen hebben bezwaar tegen de redactie van art. 4, maar daarom hébben-we hier nog niet te doen met een juridische kwestie. Er zijn allerlei moeilijkheden, in zake ziektegevallen om en bij de vacantie, in ons brein, op te houwen, maar al' die ge vallen kan men toch niet gaan regelen! Na de vacantie moet nog gedurende 12 dagen het hoofd vervangen zijn, wil een onderwijzer aanspraak kunnen maken op vergoeding, ook tijdens de vacantié. Zoo-'n langdurig ziektegeval simuleert men toch niet! Spr. is" er van, overtuigd, dat de voor gesteld ieredactie van. art. 4 de meest ge lukkige en meest practischte regeling biedt. De heer mr. Kavel a ar r stelt thans voor het volgende amendement aan art. 4 toe'te voegen: „In het laatste geval kómen de dagen der vacantie bij dc berekening der belooning i'n aanmerking, behalve die dagen, waarvan vaststaat, aat de onder wijzer daarop het -hoofdschap niet tijdelijk lieeft waargenomen." De heer De Bruin merkt op, dat deze redactie althans niet ingaat tegen h'et stelsel. De heer v. d. IToe'k (spottend): Is het niet mogelijk een bepaling op te nemen, dat het hoofd zich eiken dag bij dén dokter gaat. melden, zoodat uitgemaakt kan worden, of hij wel werkelijk ziek is? De heer Collé: iWe zouden hem ook •kunnen verplichten tweemaal per dag te komen stempelen, evenals we dat werkloo- zen doen! D:e Voorzitter brengt thans art. 4 met de toevoeging van den lieer mr. Kave laars in stemming. Tijdens de stemming blijkt verschil van meening te zijn, waar over gestemd wordt. Mevr. Be nth cm—de AVildo vraagt, of het niet beter zou zijn eerst h'et- amen dement-Kavelaars afzonderlijk in stemming te brengen. De heer Swaxtjcs acht liet beter art. 4 naar B. „ren AV. te renvoyeerener is nu "niemand meer, die er iets van be grijpt! De heer Die Bruin: AA'el neen. De zaak is heel eenvoudig. De lieer S wart jes: Als dc meerder heid vari den raad er anders over denkt, is bet beter dit artikel aan B. en AV terug te zenden. De heer D'inkeiaar wil wat in h'et midden brengen, ofschoon hij deze zaak wel wat. vervelend vindt! Als wc art. 4 aan B. en AV. terug zenden, krijgen we straks liet artikel' on gewijzigd terug, omdat do meerderheid van B. en AV. geen ander advies zal geven clan zij- reeds' gegeven jheeft- Het gaat toch niet aan, aat de raad tot biet Col lege zegt: Maak je' werk óver!' De raad vindt de redactie van art. 4 goed, maar een deel van het College van B. en W. vindt haar niet goed en daarom Zou hét' artikel weer aan B. en AV. gezonden moe» ten worden. ITet is te bespottelijk, dan dat zoo iets zich in. h'et parlement zou kunnen afspelen! (Groote hilariteit.) De heer Swartjes. handhaaft zijn voorstel om dé beslissing: .omtrent art. 4- aan te houden. De lieer De Bruin acht het zonde van dén tijd, die aain deze kwestie is besteed. Eii tenslotte zou dan nog hot artikel aan B'. en AV. terug gezonden worden, opdat die hun werk zullen kunnen overdoen: Daarvoor is de' tijd van B. en AVi. en vau dén raad spr. te lief. De lieer Swartjes: B. en AV'. zijn -liet onderling niet eens! De heer ir. Houtman: De meerder heid van het College handhaaft volkomen liet eenmaal ingenomen standpunt. De lieer Swartjes zou wenscben, dat de voorstellen beter door B. en AA1, voor bereid in den raad kwamen. De heer De Bruin (met nadruk)Tegen deze voorstelling van zaken protesteer ik! In B. en AV. is geen spoor van,oppo sitie tegen art. 4 aan den dag getreden, toen dit behandeld werd; ook niet van do zijde van den heer Van Velzen. En nu moet men hier niet gaan zeggen, dat de zaken door B. en AV. niet goed voor bereid worden! D.e heer Swartjes handhaaft zijn voor stel om art. 4 naar B. en- AV', terug te zenden. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en verworpen met 9 tegen 16 stemmen. Aroor stemden de hoeren Swartjes, Van Dorp, Hoogcndam, v. d. Tempel-, mr. Kave- DER PER ROEIBOOT NAAR OE WOONKAMER. In allerijl brengen de menschen nu» huisraad in veiligheid. De ovérstroo -ninp van den grooten Vettenoordschp' ooider OS. A. J VAN 'T HOOFT, predikant der Ned. Herv. Gemeente te Ooster- beek. heeft rijn veertig-jarig ambtsjubileum gevierd. Pi. O. KROES, de eonlge Nedei landsche deelnemer aan de rallyt van San Remo Stockholm—San Remo, een afstand van 34Q0 km dien hij met lijn ..Steyr" hel snelste aflegde. „AL. IS ONS PRINSJE NOG ZOO KLEIN roch zal hij onze koning zijn", zingen de-Albaneezen, vanneer zij dit charmante ventje begroeten: Het'li prins pRsat. de neef van konino Zogoe van- Atbanffi -vrr-'V" <>-1 V-éwf' V. - «Sr; ftf? j'x: - A J MMS Aümlraal ReinharO Scheei de" vroegere opperbevel hebber van do Duitsche oorlogsvloot, die o.a. den •lag bij het Skagerrak rde, is i«verd overleden. OE VECHT BUITEN HAAR OEVERS. Oe genietroepen aan het werk om een dam te leggen langs de Vecht nabij Maarssen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 5