meisre in den ff Van alles wat. 8, <7, 15, 20, is een verkorte, meisjesnaam. Een '3, 16, 21, 23, 25, dient om te malen. De 22, 1, 11, is een rivier in ons land. Een' 8 9, 18, 14, is een snaarinstrument. Een 19, 2, 24, 5, is een deel van je voet. 2. Een bergplaats en een halve bloem Vormen samen een boomsoort. 3. Maak een koninkrijk in Azië van: HANS GIT NAAF 4. Ik noem een riviei in Frankrijk en 'België. Onthoofdt men mi| en plaatst men mijn overige lettors dan in een landere v;olgorde, dan word ik een welriekende gom. IVOOR KLEINEREN. T. Welke trommelslagers trommelen, met don neus? 2. Waarvoor staat de haas, als hij' over een sloot wil springen? 3. 1, 2, 3, 4, iets is, wam zoowel jongens en meisjes, als soldaten heen gaan; 6, een voegwoord on 7, 8, 9, 10, 11, 12t een Specerij', welke bloeiende slingerplant wondt dan aangeduid door 1, 2, 4, 5, 6, 7, 89, 10," 11', 12? 4. Verborgen kleedingstnHcen, Je kunt voor dezen toren de halve steenetn evengoed gebruiken. Ga je dadelijk mee? Ja; Simon blijft ech ter thuis Onze hond Cairo kan soms leelijke kuren hebben. De oude man telde tweemaal het geld na Kaarten rad en. Hiertoe neemt men van een spel 5 kaarten, laat die iemand uit het gezelschap zien met verzoek er éen van te onthouden. Daarna legt men de 5 kaarten in een hoopje op de tafel. Vervolgens laat men 5 andere kaarten aan een nder zien om ar eveneens één van. te onthouden. Mei legt dan deze 5 kaarten op het eerste hoopje. Op d ezeltde wijze handelt men -oor den 3en ten en 5den keer. Hu egt men de 25 kaarten in 5 rijen open op de tafel, en wel zóó, dat de 5 eerste kaarten de eerste rij vormen, de 5 volgende de 2e rij enz. Men kan deze rijen in de lengte of in de breedte leggen, al naar mei wil. De aanwijzing geschiedt echter -- teeds in de tegenovergestelde richting; d.w.z als de rijen van links naar rechts wonden gelegd, geschiedt de aanwijzing van onder naar boven en zoo omgekeerd. Daarop vraagt men ieder der 5 personen acli- tereenvolgens, in welke rij de gedachte kaart ligt. Daar de 5 eerste kaarten de eerste van iedere lij zijn, moet de door den eersten persoon ge dachte kaart de eerste van iedere rij Zijn; ld door den 2den persoon gedachte kaart do twee de, enz. Dit kunstje is dus zeer eenvoudig on gemak kelijk uit te voeren Om de toeschouwers ont der. tuin te leiden, kijkt men zeer nadenkend en doet net, alsof men met eenigo inspanning berekent, welke de bewuste kaart is. Zij scheen ook kwaad te -ezen En hield haar mond stijf dicht.. En toen ik huilde oe-h-oo Liep langs haar wang een traan. Ik lieb dat schreiend meisje, Alleen toen laten staan. Zij wil mij alles nadoen; )at haar dat nooit verveelt. Moes zegt: Dat blonde meisje, Is, Els, je evenbeeld. Zeg, raad eens, welk klein meisje Zich 't meest aan mij vertoont? 'tls 't meisje van mijn leeftijd, Dat in den spiegel woont, i •Zij schijnt eens nooit te spelen, 't Is net of z' op me %vacht. Kijk ik blij in den spiegel, Dan zie 'k, dat zaj ook lacht. Eens was ik boos en brommig, Ton trok zo zóó'n gezicht. o^erwöar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7