De bloem voor de Juffrouw. LEGPLAATJE. den do lantaarn geplaatst liatl, zooals zij dit wensclite. Haar houding was al heel lastig 'en vermoeiend, maai' zij leunde tegen den muur orn een steuntje te hebben. Het scheen niet in haar op te komen, (dat zij onmogelijk den geheelen. nacht in die houding zou kunnen blijven staan. God, Die haar Öen weg had doen vinden naar dan vuurtoren om grootvader te vervangen, zou haar stellig ook daartoe de kracht geven. Zij luisterde in gespannen verwachting, elk oogenblik vreezend het schip tegen de rotsen te pletter te hooren slaan. Maar de tijd verliep isl ging dit dan ook langzaam, heel langzaam en het gevreesde geduid bleef uit. Zij kon niet naar buiten kijlken door de opening. .Over haar schoudersr heen wierp zij1 een blik op grootvader. Het licht der lantaarn wierp een flik. kerend schijnsel op het lieve oude gezicht en het witte haar. Het leek, of het tegen haar glimlachte. Judith dia niet anders Jacht dan dat do oude man gestorven was, vroeg zich af: „Zou grootvader weten, dat zijn kleine meisje nu zijn taak heeft overgenomen en in den vuur toren waakt?" En zij voelde zich niet langer eenzaam. Zij wist niet, hoeveel tijd er op die wijze ver streek. In haar stijf geworden armen scheen zij alle gevoel.' behalve pijn verloren te hebben. Haar ■leele lichaam weid stijf, toen zijl plotseling oen geluid hoorde, dat haar verschrikt naar omlaag deed zien. Iemand klom ae ladder op. Al liooger en hoot- ger klom hij. Daar herkende zij Michel Pohvarfch in hem, die de afwezigheid der lantaarn ook op gemerkt hadi al was het clan een hooien tijd later dan ■(Judith dit gedaan had en nu te hulp snelde, zoo vlug mogelijk, als de duisternis dit toeliet. Het was goed, dat hij kwam, want Judith's krachten schenen haar elk oogenblik te zullen begeven. Met op elkaar geklemde lipplem stond, zij daar op baar post en zij was innig dankbaar, dat Micliel Polwarth haar kwam aflossen. Eenigen tijd te voren was er een groot schip voorbijgekomen. Jozefs kleine meisje haid de bo ni arming ervan met baar lantaarn gered. (Wordt vervolgd). (Vervolg en slot). Met deze gedachte liep1 zij ook dier... dag naar huis terug. Moeder was er nog niet, die werkte vandaag m do groote villa en dan kwam zij altijd wat later thuis. Wacht, ze zou moedei' maar een eindje tegemoet gaanZoo liep toen Mie-sjo den weg op, waar cle groote, mooie villa's stan den. In een van deze villa's, die Catherina heette, werkte moeder, en 'twas de zesde vanaf de bosdilaan. Doch voor het hok der tweede Vila bleef ze staan. Op d'en. grond, bij1 hot hek zag zo een roode roos. Ze ha wel gezien, dat rozen aan struiken groeiden, als 't zomer was. Maar hoe nu die roos op1 den grond, in de aarde groeide en zoo maar in den winter, neen, dat kon klein iMiesje niet 'begrijpen. Maaj een mooie roos was J, dat zag ze wel, en plukken mocht ze haar ook, want de roos groeide buiten het hok, zoo maar ■op den weg Wiet lang dacht "Miesje er over na en zoo „plukte" zij de roode roos vandon grond en droeg baai voorzichtig naa.r liuis, want zo wilde do mooie bloem, die voor do juffrouw was be stemd, dadelijk in het water zetten. „Dan is ze morgen nog frisscher", dacht ze. Heen, ze zou nu moeder maar niet gaan halen en dadelijk met de roos naar huis gaan. Zoodra moeder thuis kwam, moest ook zij de prachtige roos bewonderen. Waarom moeder toen zoo lachte, begreep Miesjo nog niet en nog min-- der begreep zo, hoe ,H©t kwam, dat het water in 't kopje, waarin heel don nacht de foos had gestaan, den volgenden morgen rood gekleurd was. Ze dacht aan niets anders dan aan de bloem dio zij aan de juffrouw wilde geven. Heel voorzichtig en gewikkeld in vloeipapier, droeg Miesje dien dag Je roos nafü* school en denkend hoe blij cle juffrouw zou zijn eu haai nu ook zou kussen, kwam zij' er aau en liep met een lachend gezichtje do andere kinderen voorbij, zoo naar den stoel, waarop de juffrouw zat. Ze begon toen eenigszïns verlegen haar die in Vloei gewikkelde roos gevend: „Deze mooie bloem is voor U „Dank je wel, kind", klonk het vriendelijk. Maar ziet, terwijl de juffrouw bozig was het vloeipapier los te maken, betrok baar gezicht, en met een op. getrokken neus bekeek zij do roode roos, die, ter wijl zij haar opnam, haar vingers rood kleurde. Deze luchtballon kun jo gemakkelijk leggen van lucifers, waarvan de koppen afgesneden zijn, of van laghoutjes. Het hoofd van den man in het schuitje, dat onder aan den luchtballon hangt, wordt gevormd door een knoop'. Je kunt hot plaatje dus loggen, naar ook natee- kenen, cd is dit wel wat moeilijken Probeer liet maar eens; zoo heel lastig' is het niet. V au

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9