IDIEC MOLElsT
Welke koning uit le oudheid wo^dt door
ijn geheel ingeduid?
3. Wi heeft in de wereld de grootste vondst
gedaan?
4. rborgen plaatsen in liet buitenland.
Heeft Anke u lenteliedjes voorgezongen?
Do weg er been was bijna onbegaan! ix.
Ik haal n zijn fietstasch peren.
Moest Hortense villa's bekijken tij*dens haar
bezoek?
Ik hoef allo schriften toch niet door te
lozen v
DO 011 KLEINEREN.
1. Mijn eerste dient om mee te wassen, mijn
tweede veroorzaakt een rinkelenfl geluid eis
- mijn geheel spat-al heel gauw uit elkaar. -
2. IIoo kan iemand, zonder de kamer uit te
gaan, ergens gaan zitten, waar een ander
zulks onmogelijk doei» kan?
3. Mijn eerste s een verkorte vrouwennaam,
mijn tweede wordt zoowel door d huis
vrouw als den bakken gebruikt en (lijn. g
heel is een groot, vier >etig dier, Wie raadt
dit?
4. Het is kort en wanneer het langer wordt,
wordt het korter, maar men kan ook zeg
gen: wanneer het korter wordt, wordt het
langer.
door - 1
C. E. DE LILLE, HOGER WAARD.
Molentje, molentje, drat t he rond
Met je vier kaarsrechte wieken.
Maal er het meel, dat de bakker straks bakt,
'tls voor gezonden en zieken.
Molentje, molentje, rord je ni< n e?
Gaat iet jo heusch nooit verveion?
Zou je niet liever eens stoeien als wij?
Of soms verstoppertje spelen?
Kindertjes, och, van mijn werk houd ik veel.
'tls er mijn lust en mijd leven.
Als ik eens spoelde, zeg, wie zou er dau
Meel voor het brood kunnen geven?
-AÏÏuÜlipj jTOTn5jt|jT
ittnrmtu