SCHIEDAMSCHECÖURANT Tegen de BotteFdamsche annexatieplannen. TWEEDE BLAD van Donderdag 7 Maart 1929. No. 19056. Een rapport van de Statenkring Delft der Chr. Hist. Unie. «I In Slavernij. Radio-Programma's. VAN DE Uit do Pers. Op den 14 April 1928 went naar aan leiding van de Rotterdamsdie annexatie plannen door den Stafenkring Delft dor Clu'. Hist. Unie eon oommissie aangewezen ten einde over dit onderwerp te rappor- loeren. Deze commissie is als volgt samen gesteld: Mr. J. A. de Visser, Rotterdam, voorzitter; Mr. Dr. H. 1L A. van Gybland Oosterhoff, Den Haag; T. Slavenburg, Schio-» dam; Al van Walsem, Vlaardingen; J. A. van Wijngaarden, Den Haag; leden on II; J. M. van den Berkhof, Hoek van Holland, Secretaris, j i 1 i M i -1 Aan het omder dagteekening van 1 Maart verschenen rapport, cntleeiien wij het vol gènde: f I I Na in liet kort de voorstellen van 11 en AV, van Rotterdam geresumeerd te heb ben aan do hand der stukken, behandelt! de commissie do vraag of de annexatie- voorstellen op goede gronden berusten. Zij' stelt daarbij vier beginselen op, die bij annexatie in acht genomen mceten worden, namelijk: a 'dat tot apnexatie alleen mag worden overgegaan, wanneer de noodzakelijkheid' daartoe dwingt; b. dat alle andere middelen om liet mei de annexatie beoogde doei te bereiken moe ten zijn uitgeput; a dat de annexatie moet berusten op liet „algemeen belang"; (1. dat de betrokken- gemeenten organisch met elkander moeten zijn vergroeid. I Do commissie kramt vervolgens tot de slotsom, dat do annexatievoorslellen van R on W. van Rotterdam aan geen enkele dezer voorwaarden, voldoen, waarbij iirzon derheid de vraag onder de oogen- gezien werd of het „algemeen belang" aanwezig is. Annexatie, merkt de commissie op, be zit algemeeno werking, is daarom geoor loofd, in die gevallen, dat niet een bepaald belang gelijk b.v. het liavonbelang doch liet totaal van allo belangen, waarop do be- stuursbemoeienis betrekking heeft, zulks noodig maakt Van hoe groot gewicht de hayenbelangen dan ook mogen zijn, waar dit geen algemeen behang is in den zin van liet totaal van alle belangen van bestuurs- bemoeiïng, mag daarop ook geen annexatie gebaseerd woïden. 1 Intusschen met liet uitschakelen der an nexatie heeft men de hangende vraagstuk je ken nóg niet tot "een oplossing gebracht. Er is todh eert dublfel probleem op te los sen: a hoe scheppen wij een zoo goed mo gelijk beheer voor het havonoomplcx aan do monden van de Maas; 'i b. hoe komen wij' aan- een gewestelijk uitbreidingsplan Ier, vcKuzion'ng rn. de bè- hoofte aan terrein voor havenaanleg, ..in dustrie, handel on volkshuisvesting, i. j Drie stelsels' zijn hiervoor aanbevolen': het oprichten van een havdnschiip, hel plan van het Beneden-Maas-Gewest enten derde intercommunale samenwerking. Do commissie onderzoekt nu allereerst liet voorstel tot hot instellen van een ha- venschap, hetwelk door haar evenzeer wordt verworpen als annexatie. Behalve do ernstige bezwaren hiertegen -reeds depr R, en W. van Rotterdam aangevoerd, (jc roept de commissie zich vooral daarop, 'dat nog zelfs de igrondslagen van zulk een nieuw publiekrechtelijk lichaam niet aan wezig zijn. Do voorstanders van eo'a ha venschap onderschatten do gevaren ver bonden aan hetgeen de commissie eed reusachtig experiment noemt- Men kan toch do ingewikkelde bestuursorganisatie voor liet havenschap maar niet uit den grond stampen, doch dient het terrein grolndig1, voor te bereiden. I 1 1 Het is niet verantwoord, zegt de oom- missie, zonder meer in ons staatsrecht nieuwe instellingen over te hemen, ontleend aan het buitenland, .zoolang liet Jnict vast staat, ten eerste .dat mot dit nieuwe insti- tuut hot beoogde doel bereikt zal worden en ten tweede, dat alleen la'ngs diünweg dat dool zal kunnen worden bereikt. En geen van beiden is het geval. 1 v Verder wijst do oommissie er op, dat met de instelling van een havenschap geons- zins een afdoende oplossing is gevonden Vpor het gewestelijk uitbreidingsplan, ten- zij men aan het havenschap bevoegdheden - wil opdragen, dio niets met het haven- beheer hebben te maken; Do critiek van do oommissie tegen' liel plan voor een Itonedon-Maasgewest is vrij- wel gelijkluidend; waarbij zij eeuige ai'gu- menten van Bj.! ein W, vah Rotterdam over .neemt. Zoo blijft tenslotte volgens de commissie alleen intercommunale samenwerking over. Trouwens hierin ziet de Commissiede grondwettelijke oplossing van. liet probleem, omdat het nieuwe artikel 149 Cr. \V. juist er op uit is, annexatie zooveel mogelijk te voorkomen, door middel van samenwer king. Waar nu geen enkele, voorwaarde voor annexatie vervuld is, blijft er in den geest van de Cr. W, niet anders dan samenwer king over. i Deze samenwerking zal echter geen vrij willige kunnen zijn, omdat do belangen, 'dio deze samenwerking eischen van nature boven de gemeentebelangen uitgaan. Vrij willige samenwerking moge een uitstekend middel zijn in gevallen als gemeenschappc lijke gas- en electrici toils voorziening, 2ij deugt niet, wanneer men te doen beeft mol een belang van hocger orde gelijk hei liavonbelang en het gewestelijk uitbreiclings plan. Iherin kan 'slechts doelmatig worden voorzien door gedwongen samenwerking ex art. 149 G. W. zooals dat' in liet ontwerp van Min. Kan van 21 Nov. j.L is uitge werkt. De commissie staat vrij uitvoerig hij dit onderwerp stil, omdat hier het zwaar tepunt van haar beloog valt. Vervolgens wordt een schels gegeven van do wijze waarop deze samenwerking in de practijk opgezet zal moeten worden, waar bij in het rapport do wenscbelijkbeid van twee intercömmiuiale commissies betoogd wordt, één voor het havenbeheer en één voer het uitbreidingsplan. Het rappoTt denkt zich do bevoegdheden van beide commissies in don aanvang zeer beperkt. Alleen de commissie voor hel uitbreidingsplan zou bindende adviezen moeten kunnen geven, doch de uitvoering geheel in handen latc'n van de betrokken gemeenten. De commissie inzake bet haven beheer, zou aanvankelijk slechts kunnen adviseeren en ooanlroleerdn. Eerst later wan neer deze commissie goed blijkt tc functie- neeren zouden deze bevoegdheden ku,nnon worden uitgebreid. In het Rapport wordt er vervolgens op gewezen, dat met de intercommunale sa menwerking op zich zelf het probleem van het doelmatig beheer van de havens aan de monden van de Maas iniet is opgelost- liet havencomplex wordt niet meer ge dekt door het gemeentelijk territoir en zal ook na everitueelo annexatie 'daardoor niét gedekt wonlen; het havenbestuur zal daar om waarschijnlijk op den duur uit handen van dé gemeentebesturen moeten overgaan aan een voor dit doel in het leven te roe pen bestuursapparaat. 1 Als eerste stap in deze richting stelt daarom het rapport voer het havenbeheer van Rotterdam tot een afzonderlijken tak van dienst uit te bouwen binnen hot raam van 't huidige jgemeeUtebestuursapparaiat; op: dat later zoo noodig deze afzonderlijke tak van dienst kan worden toevertrouwd aan een bizonder bavehbestuurslicliaam. Do commissie wenscht evenwel de toe komstige ontwikkeling niet dwingend, voor te schrijven. Volgens haar mceni'ng is hel zeer goed mogelijk, dat reeds door middel van onderlinge samenwerking in een inter communale havencommissie alle li. nge'ndc vraagstukken kunnen worden opgelost Docht zoo het blijkt, dat liet wenschelijk is aan deze oommissie meerdere bevoegd lieden te, geven, met name uitvoerende macht, dan staat er niets in den weg oiii aan do commissie de leiding te geven van den intusschen tot stand gebrachten af zonderlijken tak van gemeentedienst voor het havenbestuur. Neemt men eenmaal dezen stop, dan zal ook de intercommunale commissie moeten worden uitgebouwd, tot ecu zelfstandig rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in het kader 'van het ontwerp vim Minister. Kan en eventueel wetgevende bevoegdheid kunnen verwerven, j j - Of evenwel do intercommunale samen werking zich in deze richting1 zal ontwik kelen, blijve volkomen in het midden, ein digt de commissie haar rapport, de mo gelijkheid bestaat binnen het kader van dio samenwerking en dat maakt haar vol gons do opvattingen van de commissie als aangewezen voor het gestelde doel. Zonder dat men tot krachtproeven als het creëoren van nieuwe publiekrechtelijke lichamen ex art. 149 G. W. zijn toevlucht behoeft to nemen; laat zich bij doelbewuste hiuiteering van het instituut der gedwoligeii inleroommunale samenwerking hetzelfde bo reiken- Do regoerlngsverklaring. Naar aanleiding van de regeeringsver- klaring zegt het II bl'd. Wij hadden echter aan liet slot van de ministericele rede werkelijk een andoren loon verwacht. Er wordt geen enkele ver klaring gezocht van het bij ons heerschcn- de „internationaal waptrouwèa". De rede had o,i. mannelijker geklonken, indien de minister niet alleen gezegd had, dat hij betreurde, dat het Nederlandsche publiek dit wantrouwen getoond had door te spoe dig geloof Ie heelden aan een stuk, waar van do echtheid niet bewezen was, hij had er uitdrukkelijk bij moeien voegen, dat hot onomstootelijk zeker bestaan van een geheim militair verdrag tusschcn België en Frankrijk de eerste oorzaak moet ge noemd worden van dien geest valn wan trouwen. Indien er goeu verdrag bestond of indien dat verdrag vollodig bekend was gemaakt, zou liet Nederlandsche volk reeds sinds jaren de consequenties daarvan heb ben kunnen overzien en z;o-u het zich niet door de eerste de beste publicatie in op winding hebben lalon brengen. 1 Te meer had dit naar voren gebracht kunnen worden, nu het wel duidelijk is, dat do falsificatie op buitengewoon han dige wijze .geschied is, waarschijnlijk met hulp van bekwame deskundigen. Toen de minister de hoop uitsprak, dat het Nederlandsche volk hieruit geleerd zou hebben, het buitenland Iniet te wantrouwen, 7erzuimdo liij er bij te voegen, dat hij1 ook hoopte, dat het buitenland hieruit zou loe ren, hoe licht een atmosfeer van wantrou wen ontstaat tussohen volkan', waaneer men weet, dat er geheime militaire verdragen bestaan. j 1 1 „Het Volle'-'- schrijft: I 'Toen in het begin va'a de vorige week ons bet gerucht ter oore kwam, dat het door bet „Utreclilsch Dagblad" gepublidcer- do stuk eerst aau liet ministerie van buiten- lnndsebe zaken was aangeboden, heeft oinze Haagsdie parlementaire redacteur zicth op ons verzoek tot het Departement van Bui tenlanidsche Zaken gewond met de vraag of dit juist was. Ilij kreeg daar, van den: secretaris-generaal Snouck Ilurgronjo ten antwoord, dat het departement alleen en kele dagen voor de Utredilsche publiciatie kennis had gekregen van een Amster- damsch gerucht, dat er zekere publicatie werd voorbereid. I Deze mecledeeling blijkt dus nu onjuist, misleidend te zijm geweest. Wij weten voor taan wat wij' van inlichtingen van Buiten landsdie Zaken te denken heblien. Uit de regeeringsverklaring blijkt nu: le. dat den minister van b'uitenlandsdie zaken reeds-twee-weken Tang vóót de pu blicatie het stuk bekend was; 2e. dat de minister wist dat do heer Van Beuningein, in verband met de agitatie tegen het Nederlandsch-Bidgisdi verdrag van drie jaar geleden een hoogst ver- dadite bron, achter de zaak stak; 3e. dat de minister van het voomemein tot publicatie door het „Utfechtsch Dag blad" op. de hoogte is geweest, maar zelfs geen poging heeft gedaan om deze publi catie te voorkomen; 1' J 4e. dat de minister het oorspronkelijke shik, zooals dit Donderdag door het „TJtr. Dagblad"- gepubliceerd is, kende en dus wist. dat wat liet „Utr. Dagblad" Zaterdag te voren daarvan maakte een schromelijke en giftige vervalsdiing ervan was, terwijl hij: niettemin naliet terstond in het open baar die vervalsdiing aan te toonen; 5e. dat de minister na de eerste publi ciatie van liet „Utr. Dagblad" bij' del Fransche en Belgische regeeringe'n naar de juistheid daaivan liet informeeren, terwijl hij wist dat die publicatie een schrome lijke en giftige vervalsdiing van liot eigen - lijke stuk was. 1 1 Voor ons is dat alles voldoende. Wij sluiten onsvolkomen aaln bij deta. aandrang der regeering om alle internatio nale wantrouwen weg te ba'nmen- Maar daarom juist betreuren wij 'ion zeerste do luuidelwijze van den minister van buitenlatidscho zaken in dezen. de Visser, heeft tot den minister van jus titie wagon gericht over liet gevangen zet ten van kinderen, waarvan zich' te 'Alme lo een geval zou hebben voorgedaan. De nood in do Noordelijke provincies. Het Tweodo Kamerlid, de lieer Li. L'. H do Visser, beeft tot den minister van' fi nanciën, voorzitter van den Raad vain Mi nisters, vragen gericht over den nood in Drente, Friesland en Groningen, ondanks dein extra steun, die reeds verleend wordt. Do burgemeester van Wassenaar. Do burgemeester vim Wassenaar, Jlih P. B. S. A'. Storm van 's.Gravenzando, sinds 20 April 1911 burgemeester dier gemeente, beeft tegen 1 'Augustus a.s. eefvoil' ontslag aangevraagd. - T i Fra Filippo Lippi; diio al9 monnik zijn jongo leven was begonnen, maar zijn kloos ter verliet, omdat het hem duidelijk werd, dat bidden voor heni niet het levensdoel beteekende, maar wél het schilderen; leef de eens korten tijd in 'Ancona. Het gebeurde, dat hij op zee, in een bootje eonige ontspanning zoekend; zich te ver van den oever had gewaagd en plotseling een zeil zag opduiken; dat hern voorkwam aan Mooren toe te beh-ooren. Daar men hem voor de Moorscho kaper schepen had gewaarschuwd, zette hij koers naar den .oever, do riemen hanteerend in dolle haast, want reeds zag hij hoe het s^itp naderde in zijn richting en1 we- BIMENLMD. Mr. A. J. F. Fokker f. Te Zierikzee is Op 71-jarigen leeftijd over. leden dé 'heer mr. A. J. F. F.okker, bur gemeester dier gomeento. Van 1896 tot 11913 was do overledene lid der Eerste Kamer. Ooik is hij' verscheidene jaren: lid der Provinciale Staten van Zeeland geweest. H'ij was ridder in do orde van don Nod' Leeuw en commandeur iade Oranje Nas sau .Orde, 1 1 Algem. Nod. Bond van Meubelmakers. In do plaats Van den heer C. Wouden bejg, 'die tot secretaris, der S.DcA.P. is benoemd, heeft liet bestuur Van don Aïgeln Ncderl. B-ond van jMeubelmakors en behan gers; -onder nadere goedkeuring van do al gemeono vergadering, tot; voorzitter aange wezen den lieer C. Kimmors te Amsterdam Koloniale tentoonstelling te Farfls. Het Tweede Kamerlid nievr. Bakker Norl, heeft den minister Vau koloniën ge vraagd, of deze hot niet gewonsclit acht do Nodorlandsdi'o Commissie voor do Ko loniale Teutoons!oilin'g te Parijs in 1931 uit to breiden met eenigo vrouwen, dio' zich op het gebied Van'het Indisclio maat- schappelijko loven verdienstelijk liebbon ge-' maakt,; j Gevangen zetten van kinderen. Het Tweede Kamerlid, do hoor L. E. H gens ue veel grootere snelheid hem spoe dig zou- inhalen. Inderdaad werd hij in gehaald, overweldigd, vastgebonden en naar Afrika weggevoerd. Meer dan een jaar bracht de kunste naar, die in zijn eigen land zoo zeer verafgood werd," door in 'de allerellendig ste omstandigheden. Hij moest den minsten arbeid verrichten, waarmee zijn welver zorgde handen deerlijk gehavend- werden; hij kgecg slecht, minderwaardig voedsel, wat hem deed vermageren en tot verval bracht. Met zijn meester, die alleen met de zweep hem naderde, kon hij geen woord spreken en de slaven waren slecht gezelschap, want zij waren het uitschot der maatschappij. Lus keerde hij1 géh'eei tot zichzelf, in, deed met zwijgende ver- •bitlering zijn werk en verleerde bijna het spreken. iWaar waren ze, de kostelijke dagen en nachten met vrienden en vrouwen? ;Waar- heen waren ze gevloden? Vcor altijd voorbijl En niet meer te schilderenl Had hij maar eenige verf bezeten! (Wanneer men hem vroeg wat hij vroe ger geweest was en hij antwoorddeschil der, begrepen ze niet wat dit zeggen wilde 1 De Mohammedanen bezitten bijna geen schilders, omdat hun godsdienst hen ver biedt beeltenissen te maken van God en de menschen. Schilder zijn en niet te kunnen schil deren! Hem nu was de taak opgedragen stal len te reinigen, mest te rijden en mest vaalten te ommetselen. Eens kreeg hij werk in de keuken, moest hij voor hout spaanders zorgen en het vuiir aanmaken. Buiten in den hof stond de meester, bezig te onderhandelen over een kameel, dien hij wilde koo-pen. De schilder kon den kameel niet zien, maar des té beter den meester, die in de scherp-beliichte binnenplaats, juist vóór de opening van de keukendeur stond. En opeens beving den schilder de niei te stuiten begeerte om hiervan oen' schets te maken. Bijna zonder het te weten; greep hij haar een uitgedoofd stuk houts kool, zette de eerste strepen op den muur en teekende hem levensgroot, zoo als hij daarbuiten stond. En teekende.:. En toekende... Do hand vloog; de wereld zonk weg Hij wist niet meer dat hij slaaf was... Toen hij weder tot zdchizelve kwam; zag hij het geheele keuken-personeel rondom zich staan, allen ziagen met angstige oogen dan naar hem, dan naar de teekening op, „Bij den baard van den profeet! AVat is dat? Buiten staat hij en hier staat hij 1 hoorde hij (hén sohuqhter fluisteren. En plotseling nam een van hen een sprong, ijlde langs hem heen, rende naar huiten, roerde even het Meed van den meester aan en wees bevend- naar binnen, naar den muur. De meester, verrast, keerde zich om en trad de keuken binnen. En zag... 'Zag zijn eigen beeltenis... Hij had in zijn leven veel gereisd en wist, dat men iii andere landen beelte nissen van menschen maakte. „Je kunt ook heel wat!" zei hij tot Filippo Lippi; "„vertel me, wie je bontl" En Lippi verhaalde nu, hoé hijin Flo renco een der meest voorname schilders geweest was en hoe de beroemde Cosimo dei Medici stellig zich over hem zou ont fermen/wanneer hij zijn lot vernam. Toen de Arabier deze dingen hoorde, deed hij Lippi onmjddellijfc een voornaam vertrek toekennen, zond hem mooie gewa den ên verzocht hèm aan zijn disch. Hij zou zich gaarne door hem laton schilderen: en hem als zijn schilder en als vriend bij zich behouden, Maar vele Arabische vrienden rieden, den meester dit af. 'Zij waren van oordeel, dat iemand, die een mensch op den muur vermocht te tooveren, beschikte over buitengewouo krachten, waarvoor men liever op zijn hoede moest zijn. - v Dientengevolge, besloot do Arabier hem vrij te laten. Hij deed dit naar landsge bruik op de edelste en voornaamste wijzo, door hem met geschenken, to overladen en een Meine karavaan mede te goven, die hem naar de naastbjjgelegen haven stad had te brengen. H.oe gelukkig was Filippo Lippi, toen hij zjju vaderland terug mocht zien on zijn oude vrienden hem omhelsden en ge- lukwenschten en de sclioone Florentijrt- sche vrouwen mee wedijverden om hem do ontberingen van het slaven-leven te doen vergeten. Bestellingen stroomden hem toe cn hij begon opnieuw zijn oude leven: schilderen en minnen! Zijn groote bescher mer, de vader des vaderlands, Cosimo dei Medici, bestelde direct een altaarstuk „met vele heiligen" bij hem en liet niet na er op aan te dringen, dat hij zoo spoe dig mogelijk er mee zou beginnen. Maar Filippo minde blaar de „vader des vaderlands" bad weinig geduld. Waarvoor is men bescber- mer, als de beschermden niet naar jo pijpen 'zoiiden dansen? Cosimo liet hem zonder aarzeling met al zijn schildergerij) halen en sloot hem lachend in een zol derkamertje op. „Ziezoo, nu zul je braaf zijn en: een Madonna met vele heiligen voor me schil derenl" ilijj. Was dit hier beter dan in Afrika? Filippo trok geen lijn; hij heet een penseel kapot en tuurde daarbij bet venster uit. Eu daarmee ging ook do dag voorbij. Toen het donker werd, sneed bij zijn beddelaken aan repen en liet er zich langs afzakken. Wel scheurde het doek, maar gelukkig eerst, toen hij niet ver meer van den grond verwijderd was, zoodat hij zich met een flinken sprong vermocht te redden. Cosimo dei Medici schrok zeer, toen men hom den volgenden dag de vlucht van den schilder berichtte en hem het ver scheurde laken toonde. Hij geraakte in de grootste zorg over Filippo en zond direct iemand tot hem om zich van zijn toestand op do hoogte te stellen. Men trof hem in zijn werkplaats aan. Cosimo was schrander genoeg om zijn begane fout in te zien. Hij noodigde Fi lippo Lippi met vele gasten bij zich en nam de gelegenheid waar om ten aan hoor© van alle gasten te zeggen: '„Kunstenaars 'zijn geschenken des he mels; men mag ze niet als gewone ster velingen beliandelen." Daarmede maakte bij het weer goed bij don schilder, die echter, kort daarop, tocihi nog gelegenheid vond liem een Hein lesje toe te dienen, door zij'n antwoord; toen men hem naar zijn Arabische avonturen' ondervroeg „Do Moslim's? Och, dat zijn onweten de menschen! Maar zij hebben iets op menig Florentijn vóór: zij hebberi eerbied... voor de kunst!" "Vrijdag, 8 Maart. II; U ver sium, 1071 M. 1010.15 uur. Morgenwijding. 12.15—2 u. Concert door liet A. "V. R. O. Trio. 2.052.45 u. Voor do scholen. Ir. A. Minderhoud: Bijenteelt 2.454 u. Gramofoonmuziefc. 4-1.30 ul HnjsvrouwenhaHuurtje. 55.30 uur. Gra- mofoonmuziek. 5.30—6 u. Radiopraatje. O '7.15 u. Concert door het A. V. R{. O. Trio. 7.157.45 u. Schippersles, door A'. A. Kleijn. 8—9 u. Een uurtje volkszang. '9—11 u. Concert. Het Omroop-orkest, on der leiding van Nico Treep. B. v. d. Bosch' —Schmidt, zangeres. 10.45 u. Persberichten!. Daarna tot 12 u. (lajisnraziek. - Huizon, 336.3 M. Na' 6 uur 1852 M. 1111.30 u. N. C. R. V'. Korte zieken.-", dienst, on'der leiding van Dir. G. W. Ober man. 11.30—12 uur. K. R, O. Godsdien stig halfuurtje. 12,15—1.15u. K. R. O. Concert door het K. 11. O. Trio. 11.15—2 u. Gramofoonmuzick. 3—4 u. IC. R. 0. Vrou wenuurtje door mej, N. Mens. 45 u. N. C. R. V. Gramofoonmuziek, 56.-15, u.' N. C. R. -V; Concert door het ILoL- landsche hulpkwartet, viool, harp, cello en orgel. Fransch-Italiaansch concert. 77.25i u. Spy.W. A. H'. SmitDje centrale warmtebron.-7.35 u. V; P„ R. O. Sprs. Prof. R. Gasimix: Practische opvoedkunde. Prof. Da; J. LindeboomGodsdienst en kerk. F. v. Dijk, declamatieII. Schouw man, piano1; Al. 'Orobkx de Castro, viool Di;aV',entriy, 1562 M. 10.35 u. Kerk dienst. 11.05 u. Kaofcpractje.' 11.20 u. Grar mofoonmuziek. 12.20 u. Sonatenconcert, viool en pianó. 12.50 u. Orgelconcert. 1.20 —2.20 u. Orkestconcert. 2.20 iv Beeld-uit- zending. 2.50 u. Voor de scholen. 3.15 u. Muzic-k. 3.20 u. LezingReisverhaal, 3.40, Muziek. 3.45 u. Lezing: Mme/Curie. 4 u. Muziek. 4.05 u. Voor de schdeiu 4.50 u. Orkestconcert. 5.35 u. ICinderumtje. 6.20 u. Tuinpraatje. 6,35 ul Nieuwsberich ten. 6.50 u. Landbouwers. 7,05 u. Mo zart's pianosonaten. '7.20 u. Bioscoop- praatje. 7.35 u. Muziek. 7.45 u'. Lezing. 8.05 u. Populair concert. Squire celestp •Octet. Koor. 9.20 u. Nieuwsberichten. 9.35 u. Actueele causerie. 9.50 u. Nieuwsbe richten. 9,55 u. Russische muziek. Sym- phonie-orkest, onder leiding van Nikolai Malko. 11.20—12.20 u. Dansmuziek. Parijs, .„Radio Parig", 1744 M. 12.50 —2.10 Ui Orkestconcert. 4.055.05 u. !0r- kestconcert. 7.05—7.60 u. Gramofoonmu ziek. 8.20 u. Literaire causerie. 8,50—11.1Q u. Orkestconcert. Langcniborg, 462 M. 9.35 en 11.30 u. Gramofoonmuziek. 12.251.50 ul Or kestconcert. ,6.055.50 u. Orkeslconccrt 7.20 u. Concert. (Werag-orkest. 8.05 u. De clamatie door E. Ilairdt. 8.5Ö u. Zang- uurtje, onder leiding van F, Jöde. Daarna tot 11.20 uur dansmuziek, (in de pauze uitzending van do Dortmunder C-dagren- nen). Z oo son, 1649 M. 11.203.50 u. Le zingen. 3.50—4.50 u. Orkestconcert. 4.50 (7.50 u. Lezingen. 7.50 u, Orkcstconcort. Itamliu rg, 391.6 M. 10.2011,20 Gramofoonplaten. 12.40 Muziekuitzéndirig 'j voor scholen. 5.20 u. Concert. 71.20 u- Agues MiegelTlordenking, metmedowior- king van het Norag-orkest. 8,35 u. Zweitö Aliendv erans taltuug mit Woipsweder Künst- ler. 9.50 u. Actucelo berichten. 10.20 u. Dansmuziclk. Brussel, 511.9 M. 5.20 u. Orkestcon cert. 6.50 u. Trio-concert .7i,20 u. Gra- Kiolwtojfdaten. §.§5 u, Orke^tcwcort. i,-1- ii .istb- ;-:7

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5