Raadselhoekje, do heet Be Brain heeft zoo oven botrioid, dat dit do bedoeling niot is geweest, want toen wisten, we nog niot, dat da minister dc-n uitkeeringstemnjn zoai verlengen. Tus- sehen beida hoeren is dus oen groot mee. ningsverschil omtrent de bedoeling. Van het op 15 Februari aangenomen Voorstel. Be heer V a n NV' aarde n b o r.gI>o lveoi' v. d. K,raan doet zijri naam eer aan: hij is een kraanNiet een van. do raadsleden hooft do vorige vergadering in do veronderstel- ling geleefd dat die toeslag niet zou gel den voor hen, die een uitfasering uit eou waikloozenkas ontvangen. De hoeren Hoogendain en van dor K r a an Wel zeker! 20 p,Ct. toeslag uit te koeren, evenlang als d eanderre andco-stouniflon, deze toeslag heb ben, gekregen. D;e Voor»ittorDus ook -aam hen, die het niet noodig hebben De hoer Van W'aardenberg: Nu zou ik me toch bijna kwaad maken! Be v'orige week heeft u een toelage vatr föOO v'erde digd v'oor ambtenaren, die zeker geen ar moede 'kennen! Spr. js er niet legen, dat men blijk geeft iemands werk te waardeo- rat en wil wel oen toeslag op salarissen verstrekken in gevallen, waarin dit nu niet zoo dadelijk noodig is, maar dan moet men van den anderen kant ook niot afgeven op arbeiders, die zwaar getroffen zitjn en die De heer- Makelaar: Dan "had je dat toen dadelijk moeten zeggen' iJ De heer Van Waardehbergs\Als de heer v, d, Kraan in/'die yer ondérstell ing had geleefd, had hij dat moeten zeggen, want dan zoiu gebleken Zijn, dat blij die ro- geling alleen ongeorganiseerden 'gebaat zou den zijn. Spr, kan zich liet standpunt, Van den heer 'v. d. Kraan1, «die tot vöor kort zelf nog lid Vatn een werkliderioiganisatie was, niet indenken, Spr. wil' den heer Eifcman verzoeken Zijn voorstel terug te nemen ten gunste Van het volgende voorstel: Be Rand besluit, opk aan da .werkloozen ti ekkendo uit liun werktöozenk assen. de uit hun woiWoiozeiilciisseri een uitkeoriing ontvangen, welke, niot voldoende is om or een gezin van te laten bestaan. Sp'r.'s v'oörstel gaat ims'sdiien niot zoo ver als dat van den lieer litm.au, majar hei; sticht in elk geVal geen verwarring. De heer Wii ok enk am p verklaart-pok gedacht te hebben, dat de aangenomen re. gel ing alleen zou golden voor onderstoum dscin |d por het EL A, p Melvr. |B!en th snikte Wfl'd o, (verbaasd) Jonge, joingol 1 De heer IV'. i eken kamp: 't Kant* aan m!ij liggen, maar ik Zie 'liet niot anders. Mevr. Bionthem-do Wilde: En dat een bestuurder van een vakvereeniging! De heer Wiek enk amp: Men heeft ge tracht don heeer Etmami met aijn Voorstel ui het zonnetje te zetten, maar do alge rneeno strekking van diens voorstel is do onbillijklioid weg te nomon, die liierijn gelegen is, dat een georganiseerde arbei der, die Volor oen uitkeer ing bij werMoos- heicl premie gestort lieeft, minder zou ont vangen clan iemand, die, van ij et B|. A.» trekt. Spr. is een principieel1 tegenstander Van het zonden van een georganiseerd ar beider naar, het B, A.l DOj^pprzitter: Flinfezoo! Do heer, Wii okonkampr Als men fo doen,heeft» met 'n seriouse VaikVorfeoniging, behoort ,dezo iim do eorstou piLaals. bijido, springen, als haar ledeui door- bizoudbro omstandigheden in moeilijkheden Zijn ge raakt. De heer V. d. Kraan: Do hoer Van Waaidenborg lieoft opgemerkt, dat ik de vorige vergadering had behooren to zeggen, dat volgens het voorstel degonon, dio uit wciMoozenkasson trekken1, buiten do rege- lmg melen. Maar do heer Van NVaavdoii- bong had met do terechtwijzing: dichter bij huis moeten blijVen en die doponoex'on bij zijn eigen fainilio, ml. bij don lieer Do Bruin, want dio heeft cijfers gegeven, waar uit bleek, dat ook liijl do werkloozen, die uit een weridöozoukas trekken, buiten beschou wing liet. Spr. is wel ontvankelijk voor tereohtwij zigingen, als die gemotiveerd rijft, maar hij wil niet gekapitteld worden door den hoer Van Waardemberg. Do V o or zit ter adviseoit den hoer F,t man zijn voorstel in te trekken em zic.li aan te sluiten bij liet betoog van den heer Wiekenkaimp. Dun kan do uitvoering van een en ander overgelaten worden aan hot Inzicht van de deskundige ambtenaren. Do hoor C oil lé: Deskundige! i De Voor z i't torAI,en moot wol des kundig zijn dp dit gebied! om een bohoor lijk overzicht Van de gevolgen' van oen re- 'goliug als dio men hier verdedigd heeft te bobben. Men kan maar niet zoo 20 pCt. toeslag leggen op alle uitkcoriagen; dat wil len ook de soc-dem. niot. Diat weet spr. uit do wijze waarop' liet oors'pronkellijk voorstel van B. eu W inzake een toeslag tot stand is gekomen. STADSNIEUWS. Verslag van den Gemeenteraad. Vergadering van Dinsdag 5 Maart 1929, 's namiddags 2 uur. Voorzitter: de waarnemend burge meester, de» heer ir. iHjoutman. Toeslag aan kastrekkors. (Vervolg). Do heer Etnian zegt, dat waar feu zijn wat do heer De Bruin betoogt, maar ais men het hier gesprokene door den heer Dui kelaar op den voet volgt, komt men tot deze conclusie, dat iemand, dio uiet uit een werkloozenfes trekt, en 8 kinderen heeft, per week f21.40 aan steun kan ont vangen van de gemeente. Bij een uitkeering; uit de werkloiozonkassoii blijft het gezinsinkomen buiten besclioil ving, wat reëel is. Maar als or bv. zoons en dochtersjrit een gezin naar eon fabriek gaan is het oimoodig nog een toeslag te geven op liet bedrag, dat oen hoofd van het gezin uit Ae werfdoozenkas trekt. Spr. meent, dat zij, die meerderen steun noodig hebben,1 nicer gebaat zullen' zijn met aanneming van spr.'s voorstel dan met een voorstel om op elke uitkeering 20 pCt. steun van de gemeente te leggen. Spiv is over tuigd, dat zijn voorstel "het moest verstrek kend is. De heen D e B r ui nld het de bedoeling van den heer Etman öin aan allen, die uit een werkl oozenkas trékken een minimum uitkeering van f21.40 te verzekeren? De heer Etman: Dat staat toch in mijn voorstel 1 Leest u het nog maar eens over De Voorzitter zegt, dat, indien meu een verder strekkend voorstel wil indienen, dit schriftelijk aan hem zal moeten ter hand worden gesteld omdat men anders straks niet meer weet, waar precies over gestemd wordt. BVj hen, die uit een weiMoozenfes trek ken, bestaat geen gelijkheid van omstandig heden. Er zijn er, die uit een werkloazen- kas trekken en gelukkig niet m ar moede verkeeren. Eu zou men aan dio men- sohen geld willen geven? Wil de raad B en NV. pressen, dan zullen zij oen voorstel, door den raad aangenomen, uitvoeren, maar spr. maant tot voorzichtigheid We schep pen groote ongelijkheid, als aan 'werkloo zen, die uit een werk! aozeziihas trekken, een gelijke uitkeering wordt gedaan door de ge meénte. - - V-, - - "I J De heer v. d. Kraan wil niet elkeuit keering uit een weddoozenkgs verhoogen tot 21.40. Spr. is het niet eèns nipt de ui- terptfëtMIe~dÖ?>f"~den heef 'Bé "Bruin aan het voorstel Etman gegeven. De heer Van NVaardenherg heeft gezegd, dat het op 15 Februari wel de bedoeling was aan alle werkloozen een toeslag te geven op hun uitkeering van 20 pCt. en „Kijk 'es moeder. Pappie z'n scheerrlemt «Passing Show) Het jongetje Fotograal ..Em wat ts er ran Uw dienst dame Mevrouw Jk wou deze £oto vergroot hebben maar wilt 0 den mond hetzelfde laten V (Passing Show) De aanstaande schoonzoon „Bij de Goden. Ik kan met O meevoelen, meneer Ik neb een eksteroog dat me absoluut gek maakt als ik een nauwe dansschoen aan heb" ILoadon Opinion) Vrouw .Xieve hemel, Hendrik, ik wou dat Je met dat belachelijke gedoe uitschee Je aan te stellen als een kracht- mensch uit een circus I" (Passing Show) vroeg ze het beertje: „Ben jij ook zoo heel moe, Ben? En wil jij ook even- gaan zitten,?" Doodmoe als ze was, zette Elsje zich op de afgevallen bladeren tusschen de struiken neer, eu toen dunrrde liet met laug, of ze was met Beri in haar annen, ingeslapen. Natuurlijk verkeerden allen op het kasteel in grooten angst, zoodra men bemerkte, dat Elsje nergens te vinden was. En nog grooter weid die angst bij het vinden van haar pop, vlak bij den vijver. Toen had niemand rust meer en werd er zelfs reeds in den vijver gedregd. Niemand kwam echter op do gedachte, Elsje in het struikgewas, dat aan de heid'a grensde, te zoeken. Hieraan dacht alleen oaide Jan,' zoodra hiji Van Elsje's verdwijning hoorde, en dit was pas laat in den avond, toen alle anderen liet kind reeds gestolen ofgestorven dachten. „Hij, die irnjn kind terugbrengt, krijgt de beloo- mngj die hij zelf verlangt", had de graaf in zijn wanhoop tot alle bedienden gezegd'. ,,'tKiomt er niet op aan, hoeveel men verlangt, als ik mijn lief meisje maar gezond en wel terugkrijg Oude Jan was, na het onderhoud met den graaf als versuft naar huis gegaan. Hij had zelfs niet meer aan de palmtakjes gedacht, die afgesneden bij de lieg lagen. Hij had alleen gedacht aan het huis, dat hem zoo lief was geworden en dat hij nu zoo gauw zou moeten verlaten. „Ja, ja, vrouw, dan neemt een jonge tuiiranam mijn plaats in", zuchtte hij:. „Dan komt er een jonge tuinmansvrouw in deze woning, waar wij veertig jaren zoo gelukkig waren, En wij, v, zullen onze laatste levensjaren in het tuinhuisje moeten doorbrengen. Ach, als dat graaf Godurd' wist „Kom, Jan, wees niet zoo bedroefd", troostte d> i tuinmansvrouw, ,,'t Is morgeni Pal'm-Zondag Over een wek is 't Pasohen. Ea wie kan zeggen, wat er gebeuren kan in den tijd tusschen Paschen en Pinksteren?" Toen zijn vrouw zoo over Palm-Zondag sprak, dacht, op eens de tuinman aan de palmtakjes, die nog bij de heg lagen. Hij stond op| eu liep naar buiten. „NVaar ga je heen?" vroeg do vrouw, 'ils al donker; je kunt nu toch niet meer werken an de jongeu heeft alles al bijgeharict. Je hebt buiteni niets meer te doen „Ik moet de palmtakjes naar het kasteel bren gen", was liet antwoord. „Ik vergat ze mee te nemen; ze liggen nog bij de heg en' do graaf zal ze morgen vroeg noodig hebben, als hij mot de gravin naar de kerk gaat". „Doe dan je jas aan, Jan; 'tis guur buiten", waarrschuwde de vrouw. Werktuigelijk nam de tuinman z'ijln jas, trok dio aan en ging heen. In het dqnjker grabbelde hij de palmtakjes bijeen. Ach, nu had liij de mand vergeten. Die stoind in 't tuinhuisje, met de stekken, die hij Maandag wilde planten In zijn ijver om alles in ordo te hebben, zooals het behoorde, het Jan de palmtakjes liggen en ging hean, om do mand te halen. Doch zoodra hij' in 'tpiafk kwam, zag hij bij den vijVer lichtjes heen en 'woei' dansen. Nog niets begrijpende, wat liet botedkende, liep bij er heen e zag tot ziijn grootan schrik: Ti tuis cm Kees, twee stalknechten van den graaf, bozig in den vijver te dreggen. „Is er een ongeluk ge- beurd?" vroeg hij verschrikt. „Is er iemand ver dronken?" i i er hier tegen Pinksteren een nieuws tuinman, die jonger en dus beter met het nieuwe svstcem van tuiiiarbcict op de hoogte is dan jij. En van liet jaargeld, dat mijn oom op je heeft vastgesteld, kun jo Inst 'even vooral wanneer je het tuinhuisje wiit gaan bewonen, dat achter het park ligt; 'tis ruim genoeg vGcr jou en je vrouw „Hoe bedroefd zal mijn vrouw zijn, als ik haar vertel, dat we de tuinmanswoning moeten veria ten'/, zuchtte de oude man. En ze had altijd ge dacht, dat ze ia de tuinmanswoning waar we bijna veertig jaren zoo gelukkig waren, mocht blijven wonen tot aan haar dood „Ja, dat kan nu eenmaal niet, tuinman", klank het ap beslisten toon. „Maar je kunt hier blij to tot Pinksteren, dan eerst verwacht ik je op volger.. a" Toen de graaf even later was heengegaan, stond oude Jan als versuft hem na te staren, en daarna drupte traan c(pt traan langs zijn gerimpelde wan gen en vandaar op de afgesneden palmtakjes in zijn hand. „Deze zullen dus de laatste palmtakjes zijn, die ik van deze zelfgekweekte boompjes snijd", sprak hij met een -snik. „Ach, dat deze takjes, als ze mcugen zijn gewijd, mij toch het geluk zullen brengen, het getlufó «lalt ik niet het werk behoef neer te leggen, waaraan ik veertig jaren al mijn krachten heb'gewijd en dat ik zoo liefheb Daar luidde de bel voor het middagmaal. Ook Jan moest naar de tuinmanswoning waar zjin vrouw hem met het eten wachtte. Hij iKt Marom de afgesneden palmtakjes bij die heg liggen, en ging naar buis. t Noch de graaf, noch de tuinman! hadden Elsje opgemerkt, die met twee poppen en een Teddy- heeft achter de palmheg, op het grasveld, speelde D-och Elsje, kleine wijsneus, had het geheele ge sprek gehoord. Maar niemand hooide 't lieve, nu wat droeve stemmetje van het kidd/dat heel zacht tot het beertje zeide: „Neen, hè, Beri, zoete Janbaas mag niet uit zijn. huts gaan. .Nis Janbaas uit zijn huis gaat, neemt .hij do lieve konijntjes ook mee. Die moeten dan in, dat leolijke tuinhuisje, en dan zien wij de lieve konijntjes van Janbaas nooit meer terug. Kom, Beri laten wij ook maar weggaan. Kom, we gaan heel ver naar het bosch, daar zijn een heeJeboel konijntjes, a" Elsje stoorde er zioli niet het minst aan, of Beri en de popipdn haar aankeken, alsof ze wil den zeggen: „Je moogt niet alleen naar het boseh, Efcje", want zoodra de tuinman was heen gegaan, nam ze één der poppen en ook Ben op en liep er mee den tuin uit, recht door naar het park, dat slechts door een hekje en een heg van prikkeldraad van het bosch was gescheiden. Mid den in het park, juist aan den rand van den vijver, bleef Elsje besluiteloos staan, 't Kwam, om dat Beri niets zeide, daclit Elsje, dat ze toch maar eerst naar 't bosch moest gaan, om d& ko nijntjes te zien. Ze legde toen da pop in het gras aan dan Vijverrand neer on begon met to zeggen„Jij mag hier blijven otn naar de eendjes te kijken, snoesje. Straks, als Beri en ik de ko nijntjes hebben gezien, komen, wij je weer halan, hoor, schatje". Pop kreeg eerst nog een, kusje on daarna liep Elsje met Beri verder, on zoo, door het juist openstaande hekje, kwam zo in het bosch. Hoe ver ze liep, begreep' zo zelf niot, doch toen ze, na heel lang door het mulle zand ge- loopesn te hebben, in een boschjo Vol dicht struik, gewas stond, waar eenige konij nonholen waren, „Maar weet je dan niet, dat het kleine gravinne tje weg is?" vroeg Tinus. „Ze zoeken haar al Vanaf dezezn namiddag", vertelde Kees. „Wat? Is het lieVe, kleine meisje weg?" riep met angst in z'ij'ti stem de tuinman „Is ze met in 't,boseh? Niet op de heide?" /Nergens" was het antwoord. „Dan wil ik haar óók nog eens zoeken", sprak Jan. „Kom, geef me vlug één, van de lantaarns. Ergens moet ze toch zijn. En al' moet ik drie dagen zoeken, vinden wil ik het lieve land „Waarom wil jij zooveel moeite doen?" vroeg Tinus, „Kom, ga liever naar huis. Is de graaf zoo goed voor jou? Heeft hij je Vandaag niet ge zegd, dat jij plaats moet maken voor een ajnder, die jonger is dan jij, oude; brave ziel, die zoo veel jaren eerlijk en tromw den ouden graaf hebt gediend.... „Moet men dan kwaad met kwaad vergeiden?" \Toeg de -oude man, „Kom, geef me dus vlag een lantaarn, Be ga het bosch in en de hei overKom ving, 't is morgen Palm-Zohdag en tegelijk met de palmtakje®, die ik afsneed, wil ik den graaf zijn kind terugbrengen. God zal me helpen haar te vinden „Ik ga met je mee", zei Tinus „Ik ook; ik ben moo Van 't dreggen", s'prak Kees. „Maar ik geloof, dat oils zoeken tot niets zal leiden. Jan (Slot volgt). In Zuid-Limburg, waar vcal Katholieken wo nen, worden op Palm Zondag deze palmtakjes haai de kerk gebracht om gewijd te wordteai en daarna te worden geplant in den tuin of op döa akker. Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer, VOOR 'GROOTEREN. 1. VALPARAISO. V «i 1 k b A r 'k kr Aai paars villa v 1 n c li kamui h y e n n speld varen Om op te lossen VOOR GROOTEREN. Ik kom soms heel onverwachts, sterf dade lijk na m'ijn, geboorte on word opgevolgd door iets, dat heel Veel geraas maakt. Wie hot heeft, zegt het niot altijd; wie het krijgt of neemt, kent het gewoonKjtkl niet en wie het kent, wil het niet. NVat is daj? Mijn geheel wordt met 9 letters geschreven en noemt een stad in Engeland. Een 4, 2, 1, is een geldstukje. Een 8, 5, 6, 7, is iets wat zwaar Veegt, zoowel in den eigenlijken als den figuur'l'ij ken zin van het woord. Een 7, 9, 1, 7, moet soms als huis dienst doen. 3, 2, 9, 1, 9, 1| is een grtfoto stad in Europa. Flaats in deze 16 Vakjes 4 A 2E1D 2 K 2L 3N IP IV zóó, dat je van links naar rechts en van boven naar beneden te lozan krijgt lo een roofvogel. 2e. oen stad in Azié 3o. een meisjesnaam. 4e. bet tegoi icwerges tol de van dom VOOR KLEINEREN. 1. NWl'kb nionscbcn laten alles over en oïldor zich lieen gaan an vindon zulks lioal ge woon 2 Bij menig studievak ben it^cfliontbeoi'lijl!» in liet spel speel ik Vaak' oen! rol, ook Ver leen ik dikwijls toegang tot allerlei vorma- koTijkheden. Soms hang ik aan tien muur al vóór do klas on hot gebeurt ook dikwijls, (lat men mij op de wandeling meeneemt. Zeg mij nu con's Ivjug, hop jjk hooi 3 Verborgen insecten. Dag tante Jonlny, ik ktoiin u graag gezel' sohap houden. Toe Cato, ruim eens gauw dien rommel op. Wat is Bob ijverig aan het weak gegaan. Frits kwam Otto halen om samen te gaat! fietsen. 4. Mijn beide eerste doelen vormen samen eén jaargetijde; mijn dorde, vierde en vipdo doel Vormen samen een zoca- jeugdig Vorst en ïnijii geheel noemt een Vogeltje, dat bij ons Voorkomt. 2. Alen kan geen veeron plukken van eeni kikker 3. Bdor, a, a, Arabic. 4.«De ornde vrouw moest PEIl ZlEkenauto ver voerd worden. (Porzie), Mag die tamme nuisCU LN Allo kamers rondvliegen? (Cluna). Heeft Hans LoBO IIEM EN zijn broer te logearen gewaagd? (Bohomen). De zieke zlT AL tEts langer op eiken dag. (ItaJio) VOOR KLEINEREN. 1. Limonade, Litia, mode. 2. NVajmeer do Vogel in een boom zit en van een blad zingt. 3. Op do landkaart. 4. AALSiMEER. i. r i V f'. 4 w v J t. -* vfe

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6