ZESHeaar- exx ZESIrxipplaat] e. Met dr. van der Sleen oplreis] Liesje's ongehoorzaam heid Raadselhoekje. 3 STADSNIEUWS. Verslag Tan den Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag 26 April 1929, Is. namiddags 2 uur. II. Voorzit ter; de burgemeester, do heer 1L Stulemeijer. Benoeming gemeente- genees k u n d i g e. Aanbeveling van Burgemeester en Wet- houders ter benoeming van een ge, mcente geneeskundige ter voorziening in de vacature ontstaan door liet aan den lieer N. F. Elzevier Dom als zoo-danig verleend eet Vol ontslag. Aanbevolen worden; 1. De heer A Hoogendijk; 2 De heer J. A- II. van den Berg lie hoer Gollê heeft gemerkt, dat hot Burgerlijk Armbestuur in deze zaak advies lieeft uitgebracht, wat hem ten zeerste heeft verwonderd. Als een armlastige zicli tot het B. A- wendt, is de eerste vraag? Tot welke godsdienstige ridding behoor je? Bat is trouwens voorgosphroven hl de Armenwet Maar het B. A. heeft zich thans ook bemoeid mot de jrichting van de geneeskundigen, die voor een benoe ming in deze vaaature in aanmerking' kwa men. Er zijn, maar spr. meent, in de ge neeskunde twee richtingen: de homoeopa- Lbisehe en de „heel gewone". Welk ver schil daar tussdien precies bestaat, weet spr. niet! (Vroolijfcheid). 't Is een merkwaardig advies van liet Ik A. Wat bedoelt hot JR. A. als liet spreekt van de riditing van (no. 1 en van do riditing van !no. 2? Het B. A. zal wel oven weinig verstand heblion van ho moeopathic als spr.! Als het dus spreekt van richtingen, zal't vermoedelijk de gods dienstige of politieke richting van do be trokkenen op het oog hebben. Spr. ver tegenwoordigt hier ruim 1009 kiezers en nis één van hen spr. eens de vraag stelde: welke geneeskundige vertegetavv oordigi. mijn richting?, wat moet spr. dan antwoorden? Is no. 1 van de voordracht een Kerstiaaln of misschien een Lingbeekiaain? Of is het de bedoeling, dat do kiezers van deit heer Houtman, als ze eens een dokter noodig hebben, gratis terecht zullen kun nen bij een geestverwant? De zaak is spr. niet erg duidelijk en luj wil daaromtrent gaarne ingelicht worden. In do tweede plaats zou spr willen, dat het advies aan het B. A. terug werd gezonden. Als het B. A. zicli er nog toe bepaald had te zeggen, die sollicitant moet al of met benoemd worden, stond de zaak nog wat anders Maar het B A had zich m elk geval moeten onthouden om zich over de riditing van do voorgedragenen uit to spreken Do vraag, tot welke richting iemand behoort, die in gemeentedienst w.l benoemd worden, moet in 't geheel (niet gesteld worden; niet bij gewone benoemin gen en niet bij de benoeming van een go- meento-geneeskuimligei Als oeia arme tobber geneeskundige hulp (noodig "heeft, stelt luj ook niet do vraag: Welke richting heelt die dokter? Zelfs liet groote publiek stelt maar zeer sporadisch die vraag Spr. stelt voor zonder meei het ad vies aan liet B li. terug te zenden Dio hoer Hoog end a rn vnuigt het woord. Do Voorzitter vraagt of liet voor stel van den heer Colló ondersteund wonlt Dat blijkt alleen het geval te zijn door den heer Fetter Do Voorzitter zegt, dal hot voorstel- Collé dan niet in behandeling kan wor den genomen. Do lieer Hoog end am zegt iets te willen vragen. Het antwoord kan misschien invloed hebben op do vraag, of spr het voorstel-CoUó zal steunen Spr. heeft ook met verwondering kennis genomen van bet rapport van bet B A. Dn is het juist, dat liet usance is, den dokter, liet langst hier ter steile gevestigd, te benoemen tot gemeente-geneeskundige? Als dat inderdaad bot geval is, zou spr. gaarne weten, waarom dan tnu van dio gewoonte wordt afgeweken. De hoer De Bruin beeft zich, waar schijnlijk met meerdere -raadsleden, de vraag gesteld: Hoe moet deze zaak be handeld worden, komisch of ernstig? Men kan van alles een klucht maken. Maar spr. zal er naar streven alleen, liet streng zakelijke te behandelen en de rest wil hij laten schieten Het B. A. hoeft niet <lo pretentie den, raad te willen adviseeron in deze zaak; B. en W. doen dat. Het R. A. kan dus hier niet ter verantwoording geroepen wor den. Het Cellege heeft hij deze gelegen heid advies gevraagd aan het B A., wat vroeger nooit is gebeurd, en het R A. heeft naar beste weten geadviseerd, waarbij het zich wel met bezorgd zal hebben ge maakt over do kiezers van de/o óf gene. Het kiezen van een geneeskundige is een zaak van vertrouwen; vertrouwen in zijn geneesheer is voor eiken patient inoodig En nu hebben wo de keus zoo groot mo gelijk willen maken, liet B. A. heeft wil len zeggen: er is onder de geineemtege- neoskundiger* één R-K. arts, de heerGeei- des en één, die gerekend kan worden tot de Prot Christelijke kringen, de beer Die Leeuw en nu. is het redelijk, dat ook van do andere gezindten er con gemeentc-gê- neeskundige beschikbaar is Wie een ge meente-geneeskundige noodig heeft, kun voortaan zelf kiezen uit de drie, die elk een andere riohtuig zijln toegedaan. Hot zou, niet goed zijn, als b v. all# 3 gemeente- geneeskundigen R.-K. waren, of dat er geen B-K. onder hou gevonden word 't Is dus niet do kwestie do patiënten te distri- hueeren over de beschikbare gemoontc- geneeskundigen, maar als er 3 zijn van vorschillendo richting kan elke bevolkings groep zoo goed mogelijk een keus ma- kou Het B A. heeft -aan B. en W- gead viseerd en B, en IV. hebben zicli met zijn advies vereetiigd Er is, dit in antwooid aan den heer Hüogendam, geen usance, dat de genees kundige, die hier het langst gevestigd is, in gemeentedienst wordt benoemd Erliecft zich wel eens het geval voorgedaan, dat do oudst gevestigde benoemd werd... Do hoer Hoogendam: Maar dat ge schiedde tot nu too dus niet altijd? Do heer De Bruin: Noen! Dat is mij altlians niet bekend. Niet omdat hij hot langst hier gevestigd was, maar op grond van andere overwegingen, is vroeger wel eens do oudste geneeskundige hernoem-I. Stel voor, dat inderdaad, de langst ge vestigde benoemd moest worden 1 Dan zou men wel eens het geval kunnen krijgen, dat men een oud man, iemand van bv. 70 jaar tot gemoentogeneeskimdige moest benoemen! De hoor Hoogendam: Die zou in zoo'n geval het ambt niet ambieeren! Do hoer De Bruin: Dat weet men niet! In ieder geval is het geen usance de oudste to benoemen, al is misschien wel een regel af te leidon uit do benoemingen, waaruit zou Blijken, dat de oudste ge neeskundige gewoonlijk wordt benoemd, hocvol het ook mogelijk is, dat hij voor gedragen werd. tot benoeming, die het meest naar voren trad. Do heer Collé gaat niet discussieerenf over de vraag, of wc hier te doen heb ben met een klucht of mot een ernstige1 zaak. Vooral voor de armen is liet oen belangrijke kwestie, wie tot gemeente-ge neeskundige wordt benoemd, al hooft hot B A. er ook een klucht van gemaakt- Als de heer De Bruin zich gegriefd voelt over de behandeling val deze zaak, moet luj zijn klacht maar deponeeren bij het bestuur van het B. A, ,,'t Is een zaak van vertrouwen", zegt de heer De Bruin. Juist! En daarom heeft ook do politieke riditing van den ge neeskundigo er 'niets meo te malcdn Spr. weet niet tot welke richtingen die vor schillendo geneeskundigen behooren, die thans voorgedragen worden. De heer De Brum zegt: Wo hebben een R-K. ge meente geneeskundige oa de ander behoort tot de Prot Christelijke kringen. Stel, dat alle geneeskundigen hier tor stede op één na tot dio beide groepen behoorden en die ééno geneeskundige genoot niet het vertrouwen, dan zou men toch zoo iemaind moeten voordragen in een voorkomend ge val volgens liet systeem van liet B A., omdat iedere bevolkingsgroep zijn eigen geneeskundige moet hebben. Spr. betreurt het, dat het R A. op dio gronden zijn advies heeft gebouwd en tevens betreurt spr, dat B en W. dut systeem hebben geaccepteerd liet Collega had toch wel een beetje verstandiger kunnen zijn dan het R. A. Bij liet B A. heeft men zeer veel verstand van richting, dat is spr. meermalen gebleken. Maar de raad zal ver standiger moeten zijn en niet op den grond vau het advies van hot B. A. dit tweetal1 accepteeren. Op formccle gronden heeft do hoer Re Bruin liet terugzenden van liet advies be streden. De boer De Bruin is verbazend sterk in het vinden van formeele gronden en ook 'nu heeft hij er een kunstje op gevonden, want het B A. deed niets an ders, zegt de wethouder voor sociale aan gelegenheden, dan R on W. op hun ver zoek adviseeren en dus kan de raad dat advies niet terugzonden. Maar verstandiger zou het zijn, het toch te doen Spr heeft niet over de geneeskundigen gespreken, die worden voorgedragen. Hij weet niet of deze het* vertrouwen al of niet waardig zijn, inaar alleen heeft spr er tegen willen waarschuwen niet den weg op to gaan, dien liet B. A. aan geeft. De heer Hoogendam neemt aan, dat do heer De Bruin namens het goh eel e College heeft gesproken en spr. moet met de voordracht genoegen nemen, als er geert usance bestaat ton opzichte van hot benoemen van gemeente-genees kundigen. Het voorstel-Collé kiui spr. niet steunen, omdat dit, als het aangenomen werd, wei nig effect zou hebben. Als de doorslag alleen heeft gegeven, dat de geneeskundi gen tot verschillende richtingen moeten beboeren, vermoedt spr, dat als deze voor dracht werd teruggezonden, deze toch weer zou worden ingediend. Spr. zal dus ge noegen nemen met deze voordracht, te meer, omdat hij niet antipathiek staat te genover het standpunt van R en W. Do Voorzitter merkt op, dat de lieer Collé gesproken heeft van liet terugzen den van do voordracht aan het B a! ]M bedoelde waarschijnlijk echter R, c,n y( Maar zijn voorstel wordt niét voldoende ondersteund, zoodat het niet ia stemming kan. worden, gebracht Gestemd wordt over liet voorstel van R en W» i. Uitgebracht werden 27 stemmen Hier van verkreeg do heer Hoogendijk 17, ea do heer v. dl. Borg 7 stemmen, terwijl 2 stemmen blanco waren eU één van on waarde was, zoodat benoemd wenl do heer A. Hoogendijk. Wordt vervolgd), Van Southampton naar Tanger. IV. Wat vallen beroemde punten tceh soms tegen, evenals beroemde mannen. Wij ver trokken laat uit Southampton en passeer den dus „The Needies" aan de Zuid westpunt van Wight pas bij schemerdolu- ker. Een paar rotspunten, die imposant zullen zijn vanuit oen roeiboot, maar die vanaf een groot schip in het niet vallen, bij do geweldige krijtrots, die den Zuid rand van het eiland zelve vormt- Die her innert even aam de mooie krijtrotsen van het kanaal bij Cap Blano Nez. Een prach tig kalmo zee, helder zicht, dus de kapi tein komt aam tafel en moodt oms aan zijd disch. Dat is heel plezierig, want zoo leeft men mee met wat er aan boord gebeurt- Den volgenden morgen zijn wij al vroeg bij hem op de brug en zien Oues- sant passeeren, liet lage eiland, dat vlak! voor Brest ligt Een gevaarlijke, maar be langrijke plek voor do scheepvaart, want ook nu zien wij het slechts als een vage, grijze massa in dem Ineveligen horizon Ge lukkig is de zee hier nog niet dep en kan het dieplood waarschuwen, als men bij 'mist door stroom of wind op de kust gekomen is. Nu hebben wij 24 uur volle zee voer den boeg, dwars over do zoo gevreesde golf van Biskaje, die zich dit maal uiterst mak toont, zoodat alle pas sagiers aan dek van de zonnewarmte ge nieten, al wordt ze door een licht nevel floers getemperd. Gelukkig maar, want als het hier glashelder is, volgt 's nachts stee vast mist. Em dan vergaat hoeren enl zien van het toeteren mot de zware stoom fluit en wordt soms maar met een vijfde van do gewone snelheid gevaren. I Die gewone snelheid is 15 mijl (zeemij len van 18 KM.) per uur en dat is een! Bert was geschrokkon. Daar had hiji heel niet op gerekend. Maar hij vatte moed. ,,'kHeb den vorigen keer net een beurt gehad, meneer", zei Bert haperend, „Geen kwestie van", zei de onderwijzer Het laatste cijfer staat hij Anna van Diemen". „Heusch waar, meneer, 'kheb allo plaatsen in Noord-Holland moeten opnoemen". ,,'t Doet er ook mets toe", zei meneer, „jij liebt nog geen cijfer, dus je komt in alle geval hier". .Met looden schoenen kwam Bert voor do klas. 0, wat voelde hij zicli ellendig. Wat een pech, dat meneer vergeten had, zijn cijfer op te schij ven. En nu juist de eerste beurt. „Vooruit, begin maar", zei de onderwijzei( tor- wip hij hem den aanwijsstok in de handen gaf. Nu, Bert kan wel aanwijzen, inaar niets zeggen. Hij stond daar met een mond vol tanden. E|n 't kwam natuurlijk uit, dat hij niets geleerd had Hij moest nablijven en vertellen, waarom hij cr niets van wist. r Meneer van Dam vond liem org dom. Nu moest hij voor zijn vrijen Woensdagmiddag allo wateren van ZuidJIdlland en Zeeland vijf koer uitschrijven. En zo bovendien nog 'loeren. Hij was er hot grootsto deel vam >zijn prattigen middag meo bezig. Dat was wat anders dan met de soldaten spelen Maar Bert nam zicli; voor niet; meer zoo dom te zijln. J. H. BRINKGREVE J3NTRDP. daar C. E. DE LILLE HOGERWAARD. „Nu, dag Idesje", zei mevrouw do Laogt^ terwijl zij vóór tiet geajiende portierraampje stond. „Vrij dagmiddag kom ik weer terug. Eis ik. zal hot tante Mies van het witte pacsjo vragen. Wees gehoor, zaam, Lies, en doe dus geen dingen, waarvan je weet, dat ik zo jo niet zou toestaan. Beloof je me dat?" Liesje knikte. Die paar dagen zouden gauw genoeg om zijn, Mad zij zioitzolvo telkens voorge houden, maar nu het oogonblik aangebroken was, dat moeder naar tante Mies en oom Henri ging. vond zij het toch wol1 erg saai, alleen thuis te blijven bij vader en llika. Vader was dokter en find het heel druk met het afleggen van bezoeken hij zijn patiënten en Rika had het ook al druk met allerilei schoonniaakjilannon, dio zij ton uitvoer wilde brengen, juist nu mevrouw van huis was. Daar gaf de stationschef het sein tot vertrok en zette do trein zicli in beweging. Moeder en Liesjo wuifden allebei. Ze wuifden zoci Jang t ot zij elkaar niet meer zagen, 't Leek wel een afscheid voor jaren in plaats van slechts drie dagen. f Toen de trein eindelijk als oon klein streepje in de verto verdween, ging Liosje naar school. Ze zou maar beginnen mot dadolijk na school, tijd haar lessen te loeren en als ze daarmee klaar was, zou zjj nog bost wat tijd over hebben om in hot mooio, nieuwe hoek te lezen. „Jo zult 'tzion; drio dagera zijn om, voor jo 't weet", luid moedor gezegd on aan dezo woorden denkend, liep zo vlug naar school. Dien middag en avond gebomde er nicl- bijzonders. Wel was 't natuurlijk akelig stil in huis, toen- ze om vier uur uit school' kwam en moeder er niet was. Maar daar was nu eenmaal niets aan te doen. Voor en na den korten maaltijd met vader loer. de Liesje haar leasen en ze kan nog een heel eind Lu 't mooie boek lezen, voor ze naar bod moest. Rika vroeg, of /e een kopje thee kwam drinken ia de keukeu en die uituaodïgLug nam zo gretig ami. Wat snrndde de thee lekker uit de eenvoudige, witte kopjes en wat zag Rika's keuken er met het rood. en witgeruite tafelkleed en het glimmende Mandje, knus uit. 1 Toen Liesje Liter in lied lag, kreeg ze wel een erg eenzaam gevoel over zich, inaar daaraan wilde zij niet toegeven. Liever dacht ze aan 'toogembhk van Moeders thuiskomst. Over drio dagen was moeder er al lang weer. De volgende dag was het Woensdag en hal Liesje dus 's middags vrij. Ze had bij' haar vrion- dinnetje willen spelen, maar dat was 's morgens ziék geworden, zoodat dit gezellige plannetje niet kon doorgaan. Wel erg jammer, dat dit juist zoo trof, nu moeder uit was. Wat zou ze dan eens gaan doen? Veel huiswerk had ze niet en in lezen had /e met dit moote weer goora zin. In haar oprit je spelen was al te ongezellig en Rika had het te druk om zicli met haar bezig te houden. Juist was ze op het punt zich te Verveion, toen Mia, het buurmeisje, voorbijkwam. 3lia luid pas een nieuwe fiets en vroeg door het openstaande raam, of Liesje moe! ging fietsen. „Nee, vandaag niet", antwoordde Liesje; dio wist, dat ze niet alleen fietsen mocht. ,,llè flauw. Waarom niet?" klonk het terug. „Omdat moeder uit is en ik het niet aan vader vragen kan", luidde het antwoord. „l'lauiv hoor. Je bent natuurlijk bang". Nee, dat was Liesje hcelemaal niet-en zo zou het toonen ook. Volstrekt niet denkend aan het- "geen ze moeder beloofd had zei zo: „Ken klein eindje dan". (Slot volgt). Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer, VOOR GROOTEREN. 1. Ei, bergen; Eibergen. 2 Bei lijn, Spree. PETERSELIE. Pu in li E e e r T s t w e E z e R k e S c h E z o 1 h i o klip k li i 1', 4. Alle hout is geen tiinmoiliout Houten, Leo, Haarlem, gist, tity mist, win. VOOR KLEINEREN. 1, Kat, Lat, SCHat. 2. Z—o-o—i—e—t—s. j 3 Lijst; lijster. 4 Wees toch met dadelijk zoo ongerust Ik heT IN de tram mijn paraplu staan en daar. doorben ik zoo laat. (tin.) Wij loqeeran vlak hij het LOO, Dus ui een mooie omgeving. (lood) Jan haalde D'icK OP, ER wa» een zwem. wedstrijd. (koper). O Aioeder, ik heb niets geen ZIN. Kan Joop niet meegaan? (zink) Om op te lossen. VOOR GROOTEREN. 1. Mijn gebeel noemt een sfnd pi Rusland die met 15 letters geschreven wordt 1, 4, It, is een jongensnaam Een 12, 2, 14, 15, is een hoogte. 13, 14, 3, is een Nodexiandseh eilandje. Een 12, G, 10, 9, is een lichaamsdeel. 5, 8, 9, is een motaal1. 12, 8, 2, 7, is eeu drank. Een 3, 7, 4, 5, is een ding van hüut Een 15, 8, 10, 14, is een roofvogel. 2. Wat kun je maken van: haag en olm zout 3 Onriclithaai' meest loep ik met R do straten door; met V spoel ik som» menigeen een liedje voor. 4. Op de kruLsjeslijn komt do uaatn van de haofdslad van een koninkrijk. 'X ,x. .X. xxx'x xxxxx X" X lc Pijl een medeklinker. 2o rij een bepaald soort teekening. Joris, do schilder, zit op' zijn stoelljo midden in de wei en is bezig den molen van boer Japiks to schilderen. Kabas, de bok, snapt er niets van en gaat eens kijken wat die vreomdo sinjeur daar wol uitvoert. Met grooto sprongen komt bijl or aangerend, 't Lijkt wel, of Hij kwaad is on het liefst Joris en zijln schilderij op do horens zou willen nemen, Hij zal toch mot denken, dat Joris hem schildert, en do molenwieken voor zijn horens aanzien? f Zullen wo do plaatjes eens opzetten? Eerst de pbuitje« en do driehaakjes op dun, doorzichtig papier overtrokken. Aan 'tmodel ba. hooft niets gedaan Lc worden; dat gooft alloan muur aan, hoe 'tgcheel worden moot. Nu do plaat jes en driehoekjes op dun carton plakken en do plaatjes kleuren. J orisHoed geel lint - zwart; hand vlocschkioiu'; jas blauw; V broek grijs; schoenen zwart; stoelpooten bruin; ezelpoot (waar schilderij1 op staat) bruin; molen grijs; palet groen en bruin door elkaar met ver. schillende kleuren verf er op; gras waarop liij zit groen, Mms: grijs; sik wit; w horens en hoeven zwart; gras, waarover luj loopt groen. Vervolgens do plaatjes en driehoekjes uitknippen. Do driehoekjes op do Htippoliyinen omvouwen, do smalle reepjes met l'ijm of gjluton bestrijken en tegen do plaatjes plakken. Hot grooto driehoekjo moet zorgen, dat Joris niet met zijn stoeltje om valt en het kleine, dat Kübus goon buiteling maakt. C. E. do L. If. 3. 'X* .x.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6