WIE HET STERKST IS 3. Een beck. 4. Rot, krot. Om op te lossen. VOOR 'GRGOTEREN. 1. Maak eens plaatsnamen in hot buitenland van Koos Mei 'Vlb E Jlei ni IJ u r g Tops Eu lu Lea G Brad Guus Barg. 2. Bedenk otp ieder der onderstaande woorden een rijmwoord, maai" doe hot zóó, dat do nieuwe woorden, in. dezelfde volgorde geno men, een bekend spreekwoord vormen. Meter been kogel zin te Izand kan Stien vin me zucht. 3. Met H ben ik een insect, met SCII sta ik in menigen tuin, soims zielf op zolder, met D ben oen rivier in Noord-Brabant. 4. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam Van een groote, gekweekte bloem. xxxxx xxxx •X" e ri sen klinker. 2o V een lichaamsdeel. 3e rij een grappenmaker, e ri een gedeelte van een duin. e riji t gevraagde woord. 6 rij een ogel, die bij ons in 't voorjaar terugkeert, e een oofvogel. o rij een jhoioge berg. 9e rij een medekl inker. VOOR kleineren. 1. erborgei planten en bloeman. te weg langs het strand is te lang, Annie. Ha« ipl vergeten het nieuwe boek te bei- tellen? IIi| nn lii er Ben alleen gesproken. Je hebt het gaas te ruim ecspaimei Alnton. (2) Jan de Riva Tenlde als oen j/ijl uit don boog weg. (2) 2. Een halve meisjesnaam, eon verkleinuitgang en Oen snaarinstrument vormen samen een bloem. 3. Welk zangvogeltje kun je maken van: rijst el 4. Soms er ik w je vindt mij dan in boeken en schriften. Wanneer ik echter in de na tuur voorkom, kan ik heel verschillende kleuren hebben. door C. E. DE LILLE HOG ERW AARD. Ji gens, jongens, stevig trekken, 3 het stcTkst is. Opgepast. T 20 aan één kant, twe« aan d* ander, Hoiudt het touw maar heel goed vast 0 den grand, juisl in het midden, 'eekon ik oei dikke lijln. weetal, dat daar achter staan blijft, Zal de otverwinnaar zijn. Ji en Karei, toe dan jongens, Geef 'tniet op, maar lioud flink vol. M je toegeeft, is 't verloren, Krijg jo samen op je bol. Piet en Bob, laat 't touw nie schieten, Glijdt het door je vingers heen, Dan verlies jo 't vast en zeker En raak stellig van de been. 't Eind van 't liedje? 't Hoela viertal Spartelt samen op den groind Niemand lieof he s 1 .gewonnen, En Fifi, de kleine 'houd, Blaft nu in zijn |houdöntaaltje Als vier vechten om een touw, Rollen allen door elkander. Is dat ook oen spreekwoord, vrouw? A .X. .X X "X- -X- X

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7