Raadselhoekje.
mopperde Jim onder liet uitkleed en tegen Bob.
„'t Is net. alsof ze ons daar dadelijk zouden moe.
ten zien".
„Ik geloof niet, dat ik morgenochtend vroeg
wakker zqu zijn, zei Bob, die don vorigen nacht
bijna niet geslapen liad en nu erg moo was. „Mis.
schien vinden wij er morgen wel wat Op. In eJk
geval, zullen ze hem niet doodschieten. Dat is
rf iets".
lAöo kinderen waren moe, want zij hadden een
zwaren dag achter ziek Het is al vermoeiend naar
iets te zoeken, als. je eindelijk zoo gelukkig bent
het te vinden, maar het is nog Veel vermoeiender,
als al je pogingen zonder eenig succes blijven.
Zoo kwam het dan ook, dat allen den Volgenden
dar laat aan het ontbijt verschenen en toen ze
eindelijk zouden wegfietsen om opnieuw Quick te
gaan- zoeken, had Rudolf een. lekken; band on
moesten de jongens dien eerst maken, terwijl de
meisjes een paar boodschappen in het dorp voor
tante Lfze gingen doen.
Terwijl Bok en Rudolf bezig waren den band
te maken, ging Jim eV-an het huis in om de één
oif andere benoodigdheid te halen, Hij bleef echter
eer- heelen tip weg en taan hij eindelijk bij de
anderen terugkwam, zag hij er heel oipigewon.
den uit.
„Luister eens", riep "hij uit. „die baas mot het
licht bij deu zilverberk gisteravond
„Wat zou die?" vroeg Rudolf.
„Wel, die is op het oogenblik hier: in de apo.
theek. Het is da nieuwe assistent, dien vader de
vorige week aangenomen heeft. Hij moest vandaag
komen en is bij juffrouw Bedford in' den kost, heeft
Thonïpson m daareven verteld".
HOOFDSTUK YI.
Het geheimschrift.
een anderen omzien. Valer zei, dat dit em
vreemdeling is, maar dat hij gaode 'inlichtingen
gekregen heeft".
„Toch is er iets aar: hem, dat mij niet in' den
haak lijkt te zijn", zei Rudo®,
„Je zei. dat hij hij juffrouw Bedford in clen
ko&t is?" vroeg Bob een oogenblik! later, toen
zij den fietsband weer om de Velg legden.
„la, dat vertelde- Thompson mij", antwoordde
J£m, ,,'t Is een heel aardig menscth om ik zou
wel eens willen weten, hoe zij' over h»m denkt.
We moesten haar maar eens opzoeken".
„Als je dat ten minste doen kuut zotnder haar
de reden van je bezoak te zeggen. Zij' mag niets
weten", zei Rudolf. f
„Natuurlijk niet. Je moet bij dergelijke zaken
heel voorzichtig te werk gaan", luidde het oor.
deel van Bob. „Maar ik weet wat, vader hoeft mis.
schien medicijnen voor haar en ik zal aanbieden
die weg te brengen. Op die manier zullen vve mis.
schien wat hoeren".
Bob ging nu zijn vader zoeken dien hij aantrof
toen hij juist op het punt was naar zijn palie.nten
te gaan.
„Ja;, er zijn medicijnen", zei dokter 'Parker.
„Vraag Herr Seharf maar, ze je ta geven. Hij is
in de apotheek. En als een van jullie soms met
me mee wil rijden, mag hij dat doen. Ik moet
een heelen tocht maken vanmorgen".
„Rudolf zal 't misschien graag willen. 'kZal het
hem vragen", zei Bob en h'rj' ging naar de beide
anderen toe.,
Rudolf was er dadelijk voor to vinden ©vonnis
de meisjes, die Op dat oogenblik do oprijlaan kwa.
men oprijden en hun boodschappen in het dorp
gedaan hadden.
Bob en Jim vonden het best thuis te blijven,
daar zij beiden een karweitje Op te kaappan had.
den", zooals zij het noemden.
„Ik zal die medicijnen wegbrengen, vader, en
meteen nog eens naar Q uiek zoeken, in het bosch",
zei Bob nu, maar Jim liet niets los omtrent die
wijze, waarop- hij den verderen margon bestedon
wilde.
(Wordt vervolgd).
Er heerschte een oogenblik stilte na Jim's scliok.
kende mededeelingen. Het was werkelijk een lieel
wonderlijke samenloop van omstandigheden en alle
dri o jongens waren benieuwd, wat dit alles te
beteekenen had.
„Ben je er wel heel zeker van, dat het dezelfde
man is?" vroeg Rudolf, die het eerst sprak.
„Even zeker als ik er van ben, dat jij op het
oogenblik voor me staat", antwoordde Jim ten volle
overtuigd. „Het is beslist do man, dien wij gister,
avond gezien hebban. Ik hem liem goed opgeno.
men, terwijl vrij hem voorbijreden en er is iets
in zijn gezicht, dat je niet gauw vergeet".
„Nu, 't is al heel toevallig. Ik zou wed eens widen
weten, Wat hij daait bij dien boom uitvoerde", zei
Bob. „Hij zal er wel niet zonder bedoeling heen
gegaan zijn, want het is niet gemakkelijk; op het
terrein van Boschwjjk te komen en er staan ge.
noeg waarschuwende boxden om iemand af te
schrikken daar zonder noodzaak te loopen. Hij
- moet dus een reden gehad hebben ea aangezien
wij bet papier in den boom gevonden hebben, is
het waarschijnlijk, dat hij daarvoor kwam".
„Ja, dat zal de reden zijn", meende ook Rudolf,
zou wel eens willen weten of je vader dien
f,L man kende, voior hij hem als zijn assistent aan.
f stelde".
sV „Dat geloof ik niet. Vader zei een paar dagen
Igeleden, dat hij een nieuwen assistent kreeg, die
er vanmorgen zijn moest. Do andere is gister,
avond vertrokken. Hij gaat naar Amerika, waar hij
t- een broer heeft wonen en v'ader moest dus naar
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1. DORDRECHT.
D
v O fe
t a R iw e
z u n Dl e h t
D 0 R Di R E, G H T
n lij m E g e n
v a 0 lil t
a II a
T
2. lAar, den, burg; Aardenburg.
R
E, E
I I
N N
1 I
EI E
REIN IER
3. Spelt, speld.
4. i