KINDER-BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT DE ZILVERBERK. No. 40 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 5 Oct, 1929 VAN DE Naar het Engelsch van EDNIAi LAKE. Vrij bewerkt door C. E. DE LILLE IIOGERWAARD. 19) i)e oude heer belde en oen bediende verscheen l'oxe nam Quick mee en wees Bob een kamer, waar een rustbank stond. Hier sliep de jongen wel dra in, om eindelijk gewekt te worden door den ouden lieer zelf, die zei: „Je familie en vrienden zijn hier on vragen naar je. Wil je met mij meegaan naar de eetkamer Dan kunnen wij opder het ontbijt samen praten". Iioib was onmiddellijk Leider wakker en alle avonturen van den afgeloopen nacht stonden hem duidelijk voor den geest. Hij volgde meneer Haver ford naar een ander vertrek, waar Idj zich was- schen kon. Hierdoor voelde hij zich veel beter en liij ging ftti naar de eetkamer heaoden, waar h'ij Jenny, Jim, Nora en Rudolf aruitrof. !>o eerste zat met Quick op haar schoot, die er al wat beter begon uit te zien. Allen praatten tegelijk. Even v. as het stil, toen meneer Haverford bin nenkwam. In het volgend oogénblik snelde Nora echter tot groote verbazing van iedereen op den oorden heer af en riep uit: „U bent moeders oom Dick. Is het niet?" De uitwerking van Nora's woorden was geweldig. Do eigenaar van Rosehwijk wer.i plotseling zóó bleek, dat alle kinderen dachten, dat hij flauw zou vallen. Er gebeurde echter niets dergelijks. Hjij ging alleen in een stoel zitten aan het hoofd van de tafel en trok Nora naar zich toe. „Hoe heb je dat geraden, lieve kind?" vroeg hij fluisterend!,, terwijl hij haar over het haar streek. „Ik heb eens uw portret gezien, een'kleintje, in moeders medaillon", antwoordde het meisje. .Hu- dolf heeft het nooit gezien, maar mooier heeft mij toen alles van u verteld", „En wat zou je nu zeggen, als ik jo vertelde, dat je vader en moeder met Kerstmis bij mij kwamen? vroeg meneer Haverford. Allen keken zeer verbaasd, Rudolf en. Nora juich ten van vreugde en meneer Haverford ging voort: „Er is zóóveel te vertellen, dat ik maar dadelijk beginnen zal. Ten eerste Uier hield de eigenaar van Roschnijjk even stil, omdat er aan de deur geklopt werd. In het volgend oogénblik kwamen dokter Dar ker en tante Lize binnen. Zij zagen er beiden ont daan uit en waren onmiddellijk na thuiskomst van don dokter naar lioschwijk gegaanu (Nadat allen gezeten wanen en do beido laatst gekomenen met een enkel woord vain een oa an der op do hoogte waren gebracht, ging meneer Haverford weer voort: „Ten eerste moet ik vertellen, dat ik sinds eenige jaren bezig hen een belangrijke uitvinding te doen, die het vaderland van groot nut kan' zijn. Helaas lekto dit uit en leefde ik langen tijd in de grootste afzondering, teneinde mijn geheim te be schermen. .Maar tegen verraad kan niemand zich vrijwaren. De bediende, die mij verried,, was reeds verscheiden jaren in mijn dienst em ik! vertrouwde hem geheel dat wil zeggen, tot voor korten tijd. Hij verkocht eenige papieren, die hij in'ij ontstal, doc:h| welke gelukkig waardeloos waren. Hij ontmoette Jlerr Schart en dio twee spanden samen om mijn kaïner binnen to dringen en nog meer papieren, welke op mijn uitvinding betrek king hadden, te stelen en to vericoopou. Op do één of andere manier kwamen zij achter hot bestaan der geheime gang, die in mijn kamer uitkomt. Ge lukkig echter wisten zij niet, waar die gang was. Toen ik wist flit zij er naar zoolden, het ik met opzet eenige oude documenten slingeren, welke verkeerde aanwijzingen bevatten en op iets heel anders betrekking hadden. Zooals de jongens! gezien hebben, bestudeerden zij deze". „Ja, zij meenden, dat het die eik in het bosch aan den anderen kant van den weg was", zei Jim nu. „Welnu, dan moeten zij hun vergissing ontdekt hebben, want vannacht waren ze hier weer en ik geloof, dat ze vanaf den grooten zilverberk en dit is de ware boom hun opmetingen deden, toen jullie hen aantroffen. Hun pogingen zouden echter toch te vergeefs zijn geweest,want mijn geheim was veilig en op weg naar liet ministerie", zei meneer Haverford. „Is alles nu o{>geheldeaxl „Ja, bijna alles, maar ik begrijp nog niet, wat Quick in die gang deed en waarom die mannen het huis juist door die gang wilden binnendringern", zei Ildb nadenkend. „Do laatste vraag kan ik beantwoorden", ber aam drj eigenaar van Rosehwijk. „Al dien tijd heb ik in mijn werkkamer geslajien, zoodat nie mand er zonder mijn weten kon binnenkomen. Bo vendien is er een geheim slot op do fleur, dat zij onmogelijk konden openmaken. De eenige manier voor hen was de kamer door de gang binnen te komen op een oogénblik, ais ik er even nipt was". „Juist", zei Bob, terwijl Jim vroeg: „Maar hoe zou Quick in die gang gekomen zijn?" „lk geloof, dat ik dat wel railen kan", zei

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 8