KINDER-BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT Hoe Miek en Anneke vriendinnetjes werden No. 44 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 2 Nov, 1929 VAN DE C. DE ULLE HOGERWAIARD1. Miek Jansen was, wat mam noemt een gezellige dikkerd. Zij' was pias met haar modder, ©en. weduwe, bij een. familie in. Den Haag op kamers komen wonen on w<sl in de Laan van Meordervoort. Nu staan er lieel voel huizen in deze lange laan, die gelcscheerend wel eens in drieën verdeeld wordt, in de Laan van Meordervoort, do Laan van Bouw- maarvoort en de Laan van EnzooVoort. Miek had een v'roolijk, lachend gezicht en haar wangen icilcen veel el)1 een plaar bellefleurs. Je kent dio Tood-wangige appeltjes immers wel? Miek zag altijd dadelijk het vroolijike van alles in en was do opgewektheid in eigen persoon. Voor haai' moe der, die in haar loven veel verdriet had gehad, was zij dan ook echt een zonnetje, dat altijd helder scheen, zoodra zij na schooltijd met haar boeken gewapend de huiskamer binnenkwam. Op een Woensdagmiddag kwam zij «oven voor half één dan ook weer opgewekt thuis, toen moe der haar een brief gaf. Miek was oen on al ver bazing. Eon brief voor haar? Zij verwachtte niets en wist niet, wie haar zou kunnen schrijven, wa'nt zo had al heel gauw aan den postzegel gezien, dat het een stadsbrief was. Zo was pas een week c|p school on had nog maar oppervlakkig konnis gemaakt met de meisjes uit do klas. Niemand zou haaT schrijven en als ze haar Wat to zoggen hadden, zouden zo dat toch zeker wel op school gedaan hebben. Tocli was do brief voor haar, want duidelijk stond er op het adTes: Jongejuffrouw If. Jansen, Laan van Meordervoort 345, Den Haag. Miek keerde den briof eens om cu las nu op do achterzijde: Verliulslstraat 85. Zij wist editor heeletnaal niet, wie daar woon de, dus werd zij er geen ziertje wijzer door. „Maak hem maar eens open", ried moeder aan. „Dan weet je het meteen". ,,'tls ton minste 'teenvoudigste middel*', gar Miek latahend toe en zij Voogdo do daad bijl het woord. Maar mu zette ziiji nog grootor oogen op. Duidelijk las zij: i>. '\L, Moeder en ik gaan Vanmiddag naar den bioscoop', waar „De Kleine Lord" gegeven wordt. En nu vraagt moeder of je lust liobt moe te gaan. Jo hoeft niet to antwoorden; als je maar zorgt, v.oor half twee hij ons to Zijln, is het good, want wo gaan precies half twee van huis. Ilf hoop, dat je komt, want 'tzal een leuke middag worden. Dag. Veel groeten Van AMNiEKEj WOLTERS; dio dit in haast, gekrabbeld heeft. „O moeder, wat louk", riep' Miek uit, nadat zij haar moeder liet briefje had voorgelezen. Zij danste van plezier door do kamer, „Dolletjes. Anneke Welters zit bij m!ij in de Mas. Ik begrijp alleen niet, dat ze mij moovxaagt, Want ik spreek haar bijna nooit, al lijkt ze mij lied aardig". „Dit is ten minste al buitengewoon vriendelijk vond moeder en Miek was liet met deze uitspraak geheel eens. i „Dan maar gauw koffiedrinken" zoi moeder practise!), Met een glunder gezicht zat Miek weldra haas boterliammen te eten. „Fijn moes", zei ze, „al vind ik het vreemd, dat 'Anneke mij ei' niets van gezegd heeft pip school". ,,'t Moest misschien een verrassing voor je blijven". „Ja, dat zal 'twel zijn. En wat gaat u nu vanmiddag doen? 'tls waar ook, we hadden samen boodschappen willen doen. Gaat u nu alleen?" „Ik geloof dat ik die boodschappen in de stad maar tot Zaterdag uitstel, dan kun jij' mee, Miek", antwoordde moeder. „Je gaat immers wei graag naar de stad? 'kMoet ook in de Bijenkorf zijn, je weet wol, dat groote warenhuis, waarvan ik je verteld heb". „Hoera. Twee prachtige middagen in één week. 't Bevalt me hier best in Den Ilaag, moes", juichte Miek. i „Dat zal wel", zei moeder glimlachend. „Maar nu weet ik nog niet, wat u gaat doenr moes", begon Miek weer. „Lk heb veel sclirij [werk, waar haast bij is en kan dat nu vanmiddag goed afmaken", zei mevrouw Jansen, die geregeld aan eenigo kinder tijdschriften medewerkte. Terwijl moeder even later de koffietafel afruim de borstelde Miek haar weerbarstige krullen glajdi en trok zij tsaar tussehenjurk aan, dia den over gang vormde tussclien haar schooljurk en haas* Zmiclagschc dito. Even later had zij haar hoed en nvuitel van, deni kapstok gehaald en Ikjpi zij vlug de trap af. Buiten gekomen wuifde zij nog eens tegen moeder, die voor het raam stond. „Tien over één", daidht Miek', „en ik loop' hét IB ld oor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6