VERSLAG. VAN DEN GEMEENTERAAD.
Verven, „DE PHOEM", 68015. Stoomen
Schiedamsche Courant.
THEORIE VAN DE PRAKTIJK,
tweede blad
Werkzaamheden in den
Volkstuin.
DE KANG-HE VAAS.
Zaterdag 2 Nov. 1920. No. 18258.
L Dio statuin wordt eoclrs in orete getracht!
.ivoor hot a,s. voorjaaï. Het rooien en op-
bergen v;m Dahlia's en andere niet wjnter-
'liai'de bol- en knolgewassen, is nu in vol-
'Ien gang. Wel bloeien de Dahlia's nog,,
•maar waar hn'n plaats moot worden inge-,
nomen door voorjaarsbloeiers, wachten we
nu, niet langer. De grond wordt opnieuw
bewerkt en bemest, waarna we overgaan
tot planton. Op perken, in borders, langs de
voorzijde van. heestervakken, enz., plan
ten we nu; vergeet mij nietjes, Myosolis,
Aujbrietia, Primula (do vroeg bloeiende
soorten), Phlox solacca, Pb. divaricata, Ara-
bis, Cèrasticuim, Alyssum saxatilo en tal
van andere vroegblooiors, wcllce, indien
"we nu, planten, in liet voorjaar rijitó zullen
bloeien. Blij voorjaarsplanting laait debïtoeii
dezer gewassen veel te wensclien over.
Op besclnd liggende perken en op droge
gronden kan men nu ook wel violen lilt-
plan tem Toch verdient het aanbeveling om
deze Jflji strenge vorst met dennentakken;
of rijis te bedekken. Op konde en vlak
liggende terreinen kan man violen beter
onder glas ovenvin teren on in liet voor
jaar uitplanten, te meer, daar ze Mj[ voor
jaarsplan ting even rijk bloeien als bij ma-
jaarsplantling.
Het is nu oolc de beste tijd om onze
boordbedden (bonders) eens onder handen
te nemen, daar zoo goed als alle vaste
planten nu zijh uitgebloeid. Wo nomen
do vaste planten soort voor soort op, wer
ken do grond diep olm, waarbij' vooral een
royale bemesting niet mag worden ver
geten. Daarna planten we alles groeps
gewijze weer Uit, waarhij1 wla nauwkeurig
rekening houden met Meur, hoogte en
bloeitijd der planten. Om .glean fouten te
maken, moet men in den loop van den
zomer een beplantingsplan gemaakt heb
ben, waar we nu na'ar wedren. Na bet
planton kan mien de geheele border licht
onderstrqoien met ruige stalmest of turf
molm. Diib geeft aan gevoelige soorten eeni-
go beschutting, terwijl liet tevens de boven
grond los doet blijven.
G.
-El-
Niet de praktijk in de praktijk leeren. Kennis van
de wet en een snufje economie niet voldoende.
De Weltfremdheid van den jurist. Hoe die telaten
verdwijnen.
Naar aanleiding van de bier en daar
geuite ontevredenheid over het onderzoek
van strafbare feiten, gelijk die na het
laatste Rotteidaimsche sensatiepooes aan
het licht is gekomen, hebben wij er in een
artikel gisteren op gewezen, dat do die
pere oorzaak van (le tekortkomingen op
.dit gebied te vinden is in de onvoldoende
practisclie ontwikkeling van onze over
heidspersonen, met name van onze juris
ton. Zij .leeren veel van do wet, docli men
wil dat zij de praklijlk in de praktijk lee
ren. En zoo. betoogden wij dit laat
ste is ongerijmd, omdat men de praktijk
in do praktijk niet kan leeren, tenzij men
dd theorie van de praktijk geleerd beeft.
Deze laatste waarheid zou, vroeger eeni
ongeloofelijk stoutmoedige bewering zijh
geweest. Diodi tegenwoordig, zal men
toch h.v. onder de meest behoudende land
bouwers maar heel weinigen meer tegen-
bomen, die deze waarheid" niet kennen. De
beteekenis van onzen landbouw, (tegen
over dien in het buitenland) berust vooral
op de aanvaarding dezer theorie. Onze
landbouwer heeft begrepen, dat hij er met
de praktijk, d. i. met de ervaring van do
anderen, alléén, niet komt, dat^hij bijl de
intensievere cultuur van tegenwoordig een.
vaste theoretische basis moet hebben voer
zijn praktijk.
Diezelfde waarheid nu is nog niet be
grepen door degenen, Üie verantwoorde
lijk zijn voor de huidige opleiding van
den jurist Dezen gaan (nog altijd uit van
de meening, dat, als men do wet en| ©eru
snufje economie aan de juristen; leert, zij!
de rest vanzelf wel loeren ten de resli
ook anderen kunnen leeren!
En dat is bij onae huidige gecomplh
ooerde praktijk, waaraan zooweel meer
techniek, in, den allerruimste®; zin fo pas
komt, niet meer juist Willen de juris
ten die praktijk kunnen kennen, dan moe
ten zij dus-beter onderlegd zijn in de teak
niek.
Nu is het natuurlijk lastig hier te om
schrijven welke techniek bedoeld w'ordl en
aan te geven hoe die kennis moot worden
hij' gebracht
Ging het-hier alleen over kwesties van
strafrecht, dan zou het betrekkelijk go
makkelijk zijn Naast Medicina, forensis
zouden dan elementaire beniais van che
mie, biologie, mikroskopiio, politieüeer en
alles wat daarmee samenhangt de vakken
1 Uit het Engelsch door
J. S. FLETS CHER.
Geautoriseerde vertaling door v. d. W.
21)
Toon Wij op dien Zondagmiddag in Midxl-
Ichourne terugkwamen, wadlitten ons nieu
we verrassingen. Voller zag ons langs zijn
huis komen en riepi ons binnen. Met zijn
gewone langzame Wijze van diooa vroeg
„hij ens to gaan zitten, hij ging zelf ook
r bitten, spreidde zijn groote handen over
rijn huik, begon mot zlijln duiman to draai
en, en ons grijnslachtond aan te kijtoem, Zlijln
vrouw, op haar Zondagstil!, maakte zic.li
'juist gereed, om nakar de keric te gaan en
Mier bleef met zijn duimen draaien tot
'!zij de deur uit was. Dia grijnsladu beloof
de, iets. i
„Nu, je hebt iets ,op, je hart, Vidleir",
jtoorkto Cdrarry ,op(. „De juffrouw is uit
f- dus voor den idalg er moe".
Voller bleef grijnslachen, keek naar de
kodk naar mijl, lopnde Voiorover on
"on op geheimziunigon toon ta praten.
„Hot' gaat ,om Tom Scripture", flulstor-
hij. „Daarom gaat hot".
Hij knikte een twee driemaal, na
hij dat gezegd! had en Clu*rry koele
a hem naar mij. en weer naar hom',
„wie is Tam Scripture? Em %v!ait is or
-®t hom?" i
jdhj meent Trim Soripturo, don vissctuoiv
flm", zeido ik. „Hij woont aan hot einde
a onze laan. Wat is er met hem, Vdller?"
,1'orn, Scripture kwam gisteren thuis van
vischbankou in hot Kanaal, waar liij
zijn, waarin de jurist zich' zou moeten be
kwamen
Doch nu wil het geval, dat wijl in den
jurist niet alleen te- zien hebben,1 den toe-
komstigen ambtenaar van bet O M. en
strafrechter, doch ook den toekomstigenj
civiel en rechter en advocaat en dep toie-
koinstigen bestuurder en regelaar van ©en
dagelijks ingewikkelder wordende, maat
schappij' Ook op dit andere gebied' stelt
do praktijk haar nieuwe eischen en ook
met die eischen moet dus gerekotml wor
den hij de opleiding der juristen
Het zal dus stellig niet gemakkelijk zijn
in eon oogwenk aan te geven wat nu voor
da juristen het noodigste is en hoe hun!
dat noodigste moet worden bijgebracht
Hot zal een uitgebreide studie vereisdiiejn)
om hier uit te maken wat het bereikbarel
is en hoe dat dan bereikt moet worden
Als vanzelf komt hier de gedachte boven
aan een staatscommissie samengesteld uit
mensclien, die de praktijk en die de juri
dische studie kennen, welke aain pi-acti
sche voorstellen zou moeten doen
Diotch in afwachting van het resultaat
van do beraadslagingen van zoo'n staats-
qommissio zou hier dadelijk, duukt ons,
al wel practised werk gedaan kunnen wor
den als men hot voorbeeld van Duitsch-
land op dit gebied! «ons volgde.
Diezelfde bezwaren tegen de opleiding
der juristen zijn daar immetó al voor dien
oorlog ingezien toen men het gaarne bal
over de „weltfremdheit" van don rarihtor
van den jurist. Om aan die „weJtfrömd-
hcit", tegemoet te komen hald! men cursus
sen voor juristen georganiseerd; die ver
bonden waren met bezoeken aan labora
toria, aan criminologische muSea, aan
grototo technische en sociale instellingen,
aan fabrieken, werven, groote weiten,
enz., enz.
Uit den aaid kier zaak lfoft men niet een
paar cursussen on mot een paar zulke be
zoeken het bovenbedoelde tekort aan ken
nis niet op. Doch eeinerzijds ziijln zijl wel
een .aansporing van de juriston-in-spé om
zich beter van een en ander ap de hoogtes
to stellen. En dan waren zij' een doorloo-
pendo herinnering aan het tekort in do
opleiding van Üe juristen, die het vraag
stuk aan do orde stelde en aan de ortla
liield!.
Het is ons niet bekend wait er van deze
instellingen gewenden is. Na dam aorlog
hebben wij' er inaiar weinig meer van ge
hotortl, misschien omdat zij geen nieuwtje
meer zijn.
D|Oeh in elk gevail gelooven wij, dat do
in Dudbdiland gevolgde methode een
vqorboeld lot nayiö'giiig is. En in elk ge
val geloioVen wij, dat ieder initiatie? is toe
to juichen, dat ertoe kan strekken, dat 'do
juristen met een minder eenzijdige voor
bereiding wenden uitgerust, wanneer zij
van bun hoiogesoholeai in ,xle praktijk"
komen.
STADSNIEUWS.
Vorgadering van Vrijdag 25 October 1929, daartoe niet wordt overgegaan, lijkt niet
's namiddags 2 uur.
1.
Voorzitter: do burgemeester, de boer
II. StnlemeSjer.
Klachtenregen.
De Voorzitter stolt, nai hot afdoen
der Ingdvomon Stukloon, die geen aanlei
ding geven tot liet makten Van öpinarisire
gen of het stelten van vragon, .aan de or
de de benoeming van oen andenvij'zer aan
de Openbare School voor U. L. O. A1
(boiofd de lieer H. A. Niltesen).
■De heer K.oopmams maakt bezwaar
tegen non dergelijke afdoening van Kaken.
Eerst gisteravond heeft den raadsleden de
voordracht bereikt en het komt meermalen
voor, dat stukken die betrekken opi 'n raads
vergadering hebben, nog latei' bij de raadsle
den woaden bezorgd'. D© vorige vergadering
vonden zij zelfs nog nieuwe stukken op
hun plaats in de raadszaal. Daardoor woidt
den leden de gelegenheid .ontnomen om zitih
behoorlijk te oriênteieron, terwijl toch een
deel van de verantwoordelijkheid voor het
gemoemtébohecr op don raad rust. Daarom
moet don raadsleden die gelegenheid wor
den gegeven zich opi do hoogte te stellen
Dat is ook in het belang der gemeente
De ViöOTZitter vraagt, of hot gespïo-
keno <lon wethouder van onderwijs ook
aanleiding geeft iets te zeggen.
De heer De Bruin kan niet helpien, dat
de heer Koopmans bezwaar maakt togen
de late indiening van deze voordracht, liet
za.l aan den raad staan te baoordedlen, of
ii'ij thans de benoeming wil doen; niet
aan splr. Inderdaad is do voordracht laat
afgekomen, maar daar zijn redenen voor.
Kir was oorspronkelijk gedacht deze ver
gaidcring de volgende week te houden en
ten tweed© is de aanbeveling van het hoiofd
der school eerst Woensdagmorgen bijt B,
en. W. ingekomen. Dat hoofd kon ook al
weer mot anders, want lilij moest eerst zijn
inlichtingen binnen hebban, voor hij zijn
aidVics kon uitbrengen.
Als dja raad zegl: We doen hedenmid
dag geen benoeming, dan zal splr. zich
daialiibij hioeton neerleggen. Maar wel wil
s'pir. liet nemen van een dei-gelijk besluit
ontraden.
De onderwijzer, die benoemdl zal wor
den, is zeer waarschij'nlijifc thans verbon
den aian oen andere school m hij zal, voor
hij hier in functie kan treden, tocih eerst
met een behoorlijken termijn zijn tegen
woordige betrekking moeten opzeggen. Dit
zal wel do laatste vergadering m deze
maand zijn, zoodat, als tbans geen benoe
ming geschiedt, do nieuwe functionaris ook
niet zijn tegenwoordige betrekking voor 1
November ai.s. zal kunnen opzeggen met
't gevolg, dat li'ij ook weer 'u maand later
hier zijn werk zal kunnen beginnen. Em
dat is zeer Schadelijk voior het onderwijs,
liet betreft d|o benoeming aan oen U. L.
O. school met een ©xairoenklasse en hoe
minder do leerlingen daarvan wonden. over
geleverd aan tijdelijke hulp', des te beter.
S'pr. kan niet ontkennen, dat do voor
dracht laat is veizonden, maar stpu*. ge
looft niet, dat zij één uur vroeger verzon
den had kunnen worden en dat voin den
raad het onmogelijke wordt verlangd.
De hoer Km opi mans' bezwaar gaat niet
speciaal togen dit punt, maar toevallig as
het <leze voordracht, die het eerst aan
de arde komt. I
liet bezwaar, dat de benoeming niet meer
in deze maand kan geschieden, als thans
oen paar dagen en nachten had gevisoht.
Hij kwam gisteravond in de herborg en
hoorde die geschiedenis op Gallowstree
Point. En toen hij een paar glazen op
had, moot hij gezegd hebben, dat hij daar
over wel wat kon vertollen en dat hij
als de gelegenheid daar was, wel zou ver
tellen. En verder niets."
„Ben je bij hom geweest?" vroeg Clierry.
„Vanmorgen op mijn ronde. Hij gaf toe,
dat hij dat gezegd had en dat hij daar
bij bleef. Tegenover mij wilde bij niets
loslaten. De Londensclio politie moet ik
hebben, zeido hij. Ik vertel niets aan nie
mand, bebnjve aan do Londensclio politie.
Breng dio maar hier, zei hij en ilï zal
hom goede inlichtingen geven. Maar aan
niemand anders!"
Cherry sprong van zijh stoel op'.
„Vooruit," zeide hij. „Waar woont die
kerel
(Wij troffen Tom Scripture aap, leunend
over liet hek van zijn tuin, in Zondag-
sclie Moeren, bezig zijn pijp te rokken. Hij
was bet typo van een zeevarende mót
een verweerd gezicht, moer geneigd tot
zwijgen dan tot sprefcon en bij keek Clierry
van top tot teen aam voor liij er toe
kwam, iets to zeggen hij kon er eerst
toe koanen om zijn momd to openen, toen
Cherry zijn am)btska,art vertoonde, llij keek
zijn drie bezoekers oen voor een aan.
„Dat moot ik hebben, jongnionsch," zeide
h.ijt „lij van Scotland Yard, voorzien van
geloofsbrieven, zoöals ze dat noemen, want
ik! vertol niets dan aan zoo iemand en
aan niemand anders, want do Londensclio
politie is om zon to zoggen heter in staal
om zulke zaakjes op te knappen dan die
dorpspel iiio dat is geen minachting voor
jou, lioor Vdlor ,want je bont een beste
zoo zwaarwichtig, want als de vergadering
zocals oorspronkelijk lrcl plan bleek le zijn,
de volgende week was gehouden, zou het
lodh ook reeds November zijn geweest.
De late verzending van deze voordracht
is één van de punten, waartegen spr. bo
zwaar heeft. Haar er is een algemeeno
klaicJht tegen de liiec gevolgd© werkwijze
De raadsleden krijgen oeu lawine van1 pa
pieren thuis, speciaal één of twee dagen
voor een raadsvergadering. En om na le
denken o-ver een gewichtige beslissing, dio
genomen moet woidan, is dan in vele ge
vallen geen tijd meer.
ook oen
voorstel thuis gekregen om 148 woningen
onbewoonbaar te verklaren. Wie van de
raadsleden is overtuigd, dat die woningen
alle moeten ontiuimd worden, behalve dan
de leden die deel uitmaken van do Com
missie voor don Worungdienst' Men kan
in 't algemeen wel vertrouwen hebben in
wat do eommissio's adriseeren, maar dat
neemt niet weg, dat men tajh oolc wel
gaarne zich met eigen oogoa overtuigt van
lie noodzakelijkheid van een Voorgestel-
den maatregel.
Spr. wil er dia aandacht van B. en W.
oip vestigen, dat de raaldl behoorlijk tij L moot
hebben om de voorstellen, die hem worden
voorgelegd, te overwogen Dinsdagavond
ontvingen we de agenda, Woensdag en gis
teren een aantal stukken en zelfs nu vindon
we nog een paar stukjes op ouzo plaatsen
klaar liggen! Diat is been manier om be
hooilijfc zaken af te doen en spr. zou
wenscjhen, dat daarin verandering werd ge-
fa ra'dit. i
De heer Collo wil het betoog van den
hoer Koopmans onderschrijven. Dergelijke
klachten, als nu door don heer Koopmans
zijn geuit, hebben wo hier meermalen ge
hoord, maar B. en W. schijnen zich daar
van weinig aan te trekken. Het College be
looft wel beterschap; als er ©ens is go-
Maagd door |d(0 raadsleden, maar bet re
sultaat isdat de toestand nog sleohtoi
wordt, Spr. vreest, dat het nog zoo zal
wonden, dat ;da raadsleden bericht zullen
krijgen: er is een openbare vergadering en
dat ze dan ter vergadering de stukken krij-
gen. B. en W. wekken den indruk, dat zij
den raad slechts ais oen foimoele instel
ling beschouwen, die alleen inaar te be
krachtigen hoeft, wat het College voorstelt.
Maai' met een dergelijke opvatting van de
laak van don raad is spr. het met eens.
'tIs hem heleend, dait meerdere randsteden
er prcc-ios zoo overdenken als de hoer
Koopmans en spr, Als er geen verandering
ten goede komt, zal liet 't beste zijn, dat
do raad maar eens door oen daad toon!,
een dergelijtóo behandeling met Lunger te
dulden, door alles, wat te laat is inge
diend, aan. te houden.
Die hoor llaogendam onderschrijft ii
hoofdzaak de opmeikingen van do lieeren
Koopmans en Collé. De voorstelling van
don laatste, als zou de raad maar als oen
farmeete instelling beschouwd worden,
neemt spr. natuur lijili niet voor zijn rake
mug.
Do begroeting voor da Bedrijven, voor
1930 hebben de raadsleden pias Maandag
j.l. gtikrogen en nu willen B. en W., dat,
reeds ai.s. Maandag 18 October, liet reetie
onderzoek zal plaats hebben. Die termijn
is te Loit.
Ooik spr. zou er prij^ op stollen do
raadsstukken eender te omlvangen. Voor
mensclien, die meea te doen hebben, is»
het va,ah onmogelijk nauwkeurig kennis te
nemen van hot toegozondene,
Dodieer Sciheu rkoigel is het met die
leden eens, die flen tij'd van voorbereiding
voor de raadsVorgaldea'ing te kort nichten,
'tis b.v. niet mogelijk geweest naiiiwkeurig
na te gaan, of het voorste! om 148 wo
ningen onbewoonbaar te verklaren, in zijin
geheel meet worden aangenomen, jfien; heeft
do woningen nog niet kunlnan bezichtigen.
Afgezien van de omst.mdiglie.id, dat de
commissie heel goed werk heeft gelaon,
willen toch do r.uidsleidea we! een en an
der eens bekijken.
De heer "Weerg an g is het er mee eens,
dat den raadsleden lijd1 meet wordai ge
geven, O'in de voorstellen, die gedaan wor
den, goed onder de oogen te zien. Daarom
sluit spr. zich bij' de vorige sprekens aan
Die hear Fetter: Nu de heer Steens
nog
De heer Steens maak! een omtkennonde
beweging en wijst op' den woordvoerder
der soc-dom. fractie.
De heer Din keiaar: Neen, daar zijn
wij tc verstandig voor.
Ecu persoonlijk feit.
De hoor Collé vraagt liot woord, voor
een peasoonhjk feit.
De heer De Bruin: Jonge 11
De hoer Collé jirotesteort er legen,
dat hier door con ltd der soc.-dem. fractie
den inchuk wordt gowett, a'sof zijn parl'ij-
genootcn ijveriger rdaclsledon zij'n dan de
anderen, die over liet late verschijnen dier
stukken hebben geldaagd' De groote fracitie's
die vortcgonwooidigd zijn in allo of bij ra
idle oonuniSöie's, moeten niet doen aHof
hun leden zoo ijverig zijn. De loden der
Ideine fractie's kunnen het veie werk niet
onderling verdeden en moeten z.Cili meestal
persoonlijk van alles op de hoogte trachten
te stellen. Sp'r. zou willen zien, wait <1©
heer Duikelaar er van iorociht bracht, als
bij mot oen of twee puirtijgonooten ia den
raad zat!
De lieer D B r u i 11 (spottend lot den
hoor Dinkelaar)Vraag het voord A'oor een
peiso'onlijk feit'!
Die Vo'Ovzitler: De onlstoniming bij
sommige leden schijnt zoo groot le rijn, dat
een opmerking als korstwijl bedoelt, als
een persoonlijk feit wordt opgevat. Als de
heer Collé een beetje gekalmeerd zal zijn,
zal hij zelf wel inzien, 'dat het met erg be
doeld was. i
De heer Dinkelaar: Ocih, 'tis maar
een beetje gemaakt bij hem
Ervaringen van den voorzitter.
De Voorzitter: Het woord was aan
den Voorzitter! J
De kwalificatie: een persoonlijk: feit, ging
wat te ver! i
Spr. is 15 jaren lid geweest van don
Rotteidamsclien raad en woel uit erva ing,
dat niets raadsleden zoo prikkelt ids het
cp koilen termijn ontvangen van de offi-
cicolo stukken. Sipr. kan zich dat gevoel in
denken en hij' hoeft hot zelf ook wel eens
gehuid. Maar ook in Rotterdam wond, als er
dienaangaande opmerkingen werden ge
maakt, do verzekering gegeven, dat B en
W-. van goeder: wille waren. En hetzelfde
kan van dit College gezegd worden: Ook
dit college is van gooien wille! A's men
iu aanmerking neemt, o\er hoeveel schijven
een siuk loopt, voor het b)ji de raals'.oden
ainveert, dan kan man de verzekering ge
ven, dat hot ook m de toekomst nog wel
eens zal voorkomen, dat iets te laat bij de
leden komt. Maar spr. hoopt, dat het go
lukken zal m overleg met den secre
taris en de wethouders dat klachten
die niet ongegrond zjn, tot een minimum
blijven beperkt
Niet gewaardeerde toezeggingen,
De haar Collé lieefl dus thans weer
een belofte! i
De hoer Collé: Die hebben we al zoo^
veel goliaid! Dxo neem ik toch niet meer se
rieus opi i
De ViO orz i 11 er: Dat is u veirplidit!
Sipr. voort van de agenda af punt 7,
het voorstel om 148 woningen oinbewooin-
bnar te verklaren. Spr. is het er mee eens,
dat dit voorstel don leden wel wat laat
heeft bereikt. 1 i
(Blijken van ontstemming b'ij de sod-
demooraten).
De hear v. fl. II oolc: Voort u namens
B. en \V. dat vooratel van de agenda af?
keiel. Nou dan, laatstleden NVoensdagmor-
gon, voor zonsopgimg, ging ik er pret mijn
boot op uit, naar de banken, om daar een
paar dagen te visschen en toen ik den
inham uitzeil, zio ik iets, waaraan ik
niet gewoon was wat bijzonders. En
dat was een vent, dia net zoo stil stond
als eon beeld daar o_p do rotsen van Fd-
man's End."
„Hoe ver was u daar vandaan?" vroeg
Cherry.
„Zoowat oen mijl. Maar ik heb een
boste kijker, die kocht ik voor een prikje,
een paai' jaar golodon, op do kaaii in Kings-
havcn. Ik zet" dat ding voor m'n oogen
én ik zie ham lied goed een zware,
flinke vent, in een donker pak. Hij stond
daar rond to kijken; toon ging ie van
de rotsen af en liep heen en weer. En
wat zio ik toen - er lag oen boot op
liet strand, een vijftig moler van do rot
sen. Dat liob ik nou zoa vroe" op den dag
nog nooit gezien daar bij 1' ïlman's End,
een vreemde snuiter, eu een boot. Nou,
ik deed een heilige eeder op, dat die
snuiter niet veel goeds voor had. Vat luid
lnj daar te doen?"
„Deed u niets hoeft u liem niet
toegeroepen oif zoo iets?" vroeg Clierry.
„Neon, mijnheer. Ik en mijn zoon, jonge
Tom, wij zagen hem en do hopt, wij keken
nog eens rand en toen gingen we aan
ons eigen werk. Maar dio vont daar
dat liab ik niot vertrouwd. "Wat moest die
daar, da,t vraag ik-jullie?"
Cherry zeido dat hij. daa.ro.yor eens ern
stig zou nadenkou en daarna gingein wij'
op wag naar huis, opi zijn belofte te
vervullen, dat ,hij mij gezond en wol zou
terug brengen. Hij was zeer onder den
indruk van Scripture's verhaal.
„Ben',' zeido hij. „Dat moot alweer je
oom zijn geweest. En dat is geweest, Loeni
lnj stilletjes uit jullie huis is geslopen.
Er zit iots duivels gehcimzinmïgs in
hetgeen Scripture verteld lieoft. Wat is
er mot die boot?"
Hoofdstuk XI.
IIet vischmandj e.
Ondanks al mijn ondervindingen van do
laateto dagen kon ik nag niet dadelijk hot
werken van oen deboottove-broin volgen en
toon Cherry die vraag deed, kook ik hem
verbaasd aan.
„Do boot? IWaarom? Wat is er met
die boat?"
„Er is maar sprake van één boot. Do
boot, dio Tom Scripture op het strand
hij Éilman's End zag. Hij zag daar een
hoot en een man. Nu veronderstellen wij
ik doe hot tenminste dat die nuui
jo oom is geweest. ïtó donk, dat hij naar
Filman's End ging met een bepaald doel
op dien Dinsdagnacht eigenlijk Woens
dagmorgon vroeg. Ilijl gooide zijn cognac-
llcsck weg daar in die grot. Ja ik
bon z.eker, dat oa.n losophi do man was,
dio Tom Scripture door zijn kijker zag.
En als hij. dat geweest is hoe kroog hij1
dan die boot daar?"
„llc kan li niot volgen, ik begrijp niet
wat u bed ooit!"
„Begrijp jo niet, waarom hij? daar een
boot moest hebben?" merkte hij lachend
op. „Ga mot je gedachten terug naar het
geen wij zagen, toon wij daa,t'hoen gingen
met! Voller on dien jongen en dat meisje.
Vijl zagen voetsporen in het zand, op het
gladde, niot betreden strand boven do Koog-
waterlijn en dio voetsporen leidden van af
do grot naar hot strand bij die hoogwater-
lijn das naar do plaats waar bet zand
met langer droog is. maar vocliitig door
het geregeld bespoelen ran hot water. Vanaf
do grot, herinner jo dat good! Maar niets
naar do grot. Veronderstel nu, dat j noan
dien morgen temand's bout liad re-
mon er zijn er genoog, zooals je ziet
en daarmede rond Filman's End was
geroeid en zijn boot op hot strand goliaald,
toen hij naar do grat ging. dan moesten
toch voetsporen zijn over het zand naar do
grot. Dio waren cr niet. En dat brengt mij?
er toe en dat héb ik al lang gedacht.
Juist dat!"
„En wat is dat?"
„Dat, toen Kreviu jullie huis verliet, liij
naar Filman's End ging voor oen te voren
gomaakte afspraak. Een pasklaar gemaakt
plan. Er kwam iemand om hom daar te
ontmoeten. met een boot. Wiio was
dat?"
„Tom Scripture sprak er niet van, dat
hij iemand in of bij' de boot z,ag," zeide
ik. „Als or iemancl opdracht had..."
„Scripture hoeft hem wellicht niet ge
zien blijkbaar heeft hij bon, niet ge
zien. Die man kan in de boet hebben
zitten wachten tot Krovin kwam mogelijk
lioeft hij ook onder in de boot liggen sla
pen. Maar zoo' stel ik mij dat voor
iemand bracht dien morgen een boot naar
Filman's End en nam oo-ni Joseph mede
en die persoon moet iemand uit deze streek
gowecst zijn. Dat is duidelijk ou weer
zog ik wio was dat?"
„Stel eotis, dat do boot van een schip
kwam," zeido ik.
(Wordt vervolgd).
DER
-®-