VERSLAG. VAN DEN GEMEENTERAAD. Verven, „DE PHOEM", 68015. Stoomen Schiedamsche Courant. THEORIE VAN DE PRAKTIJK, tweede blad Werkzaamheden in den Volkstuin. DE KANG-HE VAAS. Zaterdag 2 Nov. 1920. No. 18258. L Dio statuin wordt eoclrs in orete getracht! .ivoor hot a,s. voorjaaï. Het rooien en op- bergen v;m Dahlia's en andere niet wjnter- 'liai'de bol- en knolgewassen, is nu in vol- 'Ien gang. Wel bloeien de Dahlia's nog,, •maar waar hn'n plaats moot worden inge-, nomen door voorjaarsbloeiers, wachten we nu, niet langer. De grond wordt opnieuw bewerkt en bemest, waarna we overgaan tot planton. Op perken, in borders, langs de voorzijde van. heestervakken, enz., plan ten we nu; vergeet mij nietjes, Myosolis, Aujbrietia, Primula (do vroeg bloeiende soorten), Phlox solacca, Pb. divaricata, Ara- bis, Cèrasticuim, Alyssum saxatilo en tal van andere vroegblooiors, wcllce, indien "we nu, planten, in liet voorjaar rijitó zullen bloeien. Blij voorjaarsplanting laait debïtoeii dezer gewassen veel te wensclien over. Op besclnd liggende perken en op droge gronden kan men nu ook wel violen lilt- plan tem Toch verdient het aanbeveling om deze Jflji strenge vorst met dennentakken; of rijis te bedekken. Op konde en vlak liggende terreinen kan man violen beter onder glas ovenvin teren on in liet voor jaar uitplanten, te meer, daar ze Mj[ voor jaarsplan ting even rijk bloeien als bij ma- jaarsplantling. Het is nu oolc de beste tijd om onze boordbedden (bonders) eens onder handen te nemen, daar zoo goed als alle vaste planten nu zijh uitgebloeid. Wo nomen do vaste planten soort voor soort op, wer ken do grond diep olm, waarbij' vooral een royale bemesting niet mag worden ver geten. Daarna planten we alles groeps gewijze weer Uit, waarhij1 wla nauwkeurig rekening houden met Meur, hoogte en bloeitijd der planten. Om .glean fouten te maken, moet men in den loop van den zomer een beplantingsplan gemaakt heb ben, waar we nu na'ar wedren. Na bet planton kan mien de geheele border licht onderstrqoien met ruige stalmest of turf molm. Diib geeft aan gevoelige soorten eeni- go beschutting, terwijl liet tevens de boven grond los doet blijven. G. -El- Niet de praktijk in de praktijk leeren. Kennis van de wet en een snufje economie niet voldoende. De Weltfremdheid van den jurist. Hoe die telaten verdwijnen. Naar aanleiding van de bier en daar geuite ontevredenheid over het onderzoek van strafbare feiten, gelijk die na het laatste Rotteidaimsche sensatiepooes aan het licht is gekomen, hebben wij er in een artikel gisteren op gewezen, dat do die pere oorzaak van (le tekortkomingen op .dit gebied te vinden is in de onvoldoende practisclie ontwikkeling van onze over heidspersonen, met name van onze juris ton. Zij .leeren veel van do wet, docli men wil dat zij de praklijlk in de praktijk lee ren. En zoo. betoogden wij dit laat ste is ongerijmd, omdat men de praktijk in do praktijk niet kan leeren, tenzij men dd theorie van de praktijk geleerd beeft. Deze laatste waarheid zou, vroeger eeni ongeloofelijk stoutmoedige bewering zijh geweest. Diodi tegenwoordig, zal men toch h.v. onder de meest behoudende land bouwers maar heel weinigen meer tegen- bomen, die deze waarheid" niet kennen. De beteekenis van onzen landbouw, (tegen over dien in het buitenland) berust vooral op de aanvaarding dezer theorie. Onze landbouwer heeft begrepen, dat hij er met de praktijk, d. i. met de ervaring van do anderen, alléén, niet komt, dat^hij bijl de intensievere cultuur van tegenwoordig een. vaste theoretische basis moet hebben voer zijn praktijk. Diezelfde waarheid nu is nog niet be grepen door degenen, Üie verantwoorde lijk zijn voor de huidige opleiding van den jurist Dezen gaan (nog altijd uit van de meening, dat, als men do wet en| ©eru snufje economie aan de juristen; leert, zij! de rest vanzelf wel loeren ten de resli ook anderen kunnen leeren! En dat is bij onae huidige gecomplh ooerde praktijk, waaraan zooweel meer techniek, in, den allerruimste®; zin fo pas komt, niet meer juist Willen de juris ten die praktijk kunnen kennen, dan moe ten zij dus-beter onderlegd zijn in de teak niek. Nu is het natuurlijk lastig hier te om schrijven welke techniek bedoeld w'ordl en aan te geven hoe die kennis moot worden hij' gebracht Ging het-hier alleen over kwesties van strafrecht, dan zou het betrekkelijk go makkelijk zijn Naast Medicina, forensis zouden dan elementaire beniais van che mie, biologie, mikroskopiio, politieüeer en alles wat daarmee samenhangt de vakken 1 Uit het Engelsch door J. S. FLETS CHER. Geautoriseerde vertaling door v. d. W. 21) Toon Wij op dien Zondagmiddag in Midxl- Ichourne terugkwamen, wadlitten ons nieu we verrassingen. Voller zag ons langs zijn huis komen en riepi ons binnen. Met zijn gewone langzame Wijze van diooa vroeg „hij ens to gaan zitten, hij ging zelf ook r bitten, spreidde zijn groote handen over rijn huik, begon mot zlijln duiman to draai en, en ons grijnslachtond aan te kijtoem, Zlijln vrouw, op haar Zondagstil!, maakte zic.li 'juist gereed, om nakar de keric te gaan en Mier bleef met zijn duimen draaien tot '!zij de deur uit was. Dia grijnsladu beloof de, iets. i „Nu, je hebt iets ,op, je hart, Vidleir", jtoorkto Cdrarry ,op(. „De juffrouw is uit f- dus voor den idalg er moe". Voller bleef grijnslachen, keek naar de kodk naar mijl, lopnde Voiorover on "on op geheimziunigon toon ta praten. „Hot' gaat ,om Tom Scripture", flulstor- hij. „Daarom gaat hot". Hij knikte een twee driemaal, na hij dat gezegd! had en Clu*rry koele a hem naar mij. en weer naar hom', „wie is Tam Scripture? Em %v!ait is or -®t hom?" i jdhj meent Trim Soripturo, don vissctuoiv flm", zeido ik. „Hij woont aan hot einde a onze laan. Wat is er met hem, Vdller?" ,1'orn, Scripture kwam gisteren thuis van vischbankou in hot Kanaal, waar liij zijn, waarin de jurist zich' zou moeten be kwamen Doch nu wil het geval, dat wijl in den jurist niet alleen te- zien hebben,1 den toe- komstigen ambtenaar van bet O M. en strafrechter, doch ook den toekomstigenj civiel en rechter en advocaat en dep toie- koinstigen bestuurder en regelaar van ©en dagelijks ingewikkelder wordende, maat schappij' Ook op dit andere gebied' stelt do praktijk haar nieuwe eischen en ook met die eischen moet dus gerekotml wor den hij de opleiding der juristen Het zal dus stellig niet gemakkelijk zijn in eon oogwenk aan te geven wat nu voor da juristen het noodigste is en hoe hun! dat noodigste moet worden bijgebracht Hot zal een uitgebreide studie vereisdiiejn) om hier uit te maken wat het bereikbarel is en hoe dat dan bereikt moet worden Als vanzelf komt hier de gedachte boven aan een staatscommissie samengesteld uit mensclien, die de praktijk en die de juri dische studie kennen, welke aain pi-acti sche voorstellen zou moeten doen Diotch in afwachting van het resultaat van do beraadslagingen van zoo'n staats- qommissio zou hier dadelijk, duukt ons, al wel practised werk gedaan kunnen wor den als men hot voorbeeld van Duitsch- land op dit gebied! «ons volgde. Diezelfde bezwaren tegen de opleiding der juristen zijn daar immetó al voor dien oorlog ingezien toen men het gaarne bal over de „weltfremdheit" van don rarihtor van den jurist. Om aan die „weJtfrömd- hcit", tegemoet te komen hald! men cursus sen voor juristen georganiseerd; die ver bonden waren met bezoeken aan labora toria, aan criminologische muSea, aan grototo technische en sociale instellingen, aan fabrieken, werven, groote weiten, enz., enz. Uit den aaid kier zaak lfoft men niet een paar cursussen on mot een paar zulke be zoeken het bovenbedoelde tekort aan ken nis niet op. Doch eeinerzijds ziijln zijl wel een .aansporing van de juriston-in-spé om zich beter van een en ander ap de hoogtes to stellen. En dan waren zij' een doorloo- pendo herinnering aan het tekort in do opleiding van Üe juristen, die het vraag stuk aan do orde stelde en aan de ortla liield!. Het is ons niet bekend wait er van deze instellingen gewenden is. Na dam aorlog hebben wij' er inaiar weinig meer van ge hotortl, misschien omdat zij geen nieuwtje meer zijn. D|Oeh in elk gevail gelooven wij, dat do in Dudbdiland gevolgde methode een vqorboeld lot nayiö'giiig is. En in elk ge val geloioVen wij, dat ieder initiatie? is toe to juichen, dat ertoe kan strekken, dat 'do juristen met een minder eenzijdige voor bereiding wenden uitgerust, wanneer zij van bun hoiogesoholeai in ,xle praktijk" komen. STADSNIEUWS. Vorgadering van Vrijdag 25 October 1929, daartoe niet wordt overgegaan, lijkt niet 's namiddags 2 uur. 1. Voorzitter: do burgemeester, de boer II. StnlemeSjer. Klachtenregen. De Voorzitter stolt, nai hot afdoen der Ingdvomon Stukloon, die geen aanlei ding geven tot liet makten Van öpinarisire gen of het stelten van vragon, .aan de or de de benoeming van oen andenvij'zer aan de Openbare School voor U. L. O. A1 (boiofd de lieer H. A. Niltesen). ■De heer K.oopmams maakt bezwaar tegen non dergelijke afdoening van Kaken. Eerst gisteravond heeft den raadsleden de voordracht bereikt en het komt meermalen voor, dat stukken die betrekken opi 'n raads vergadering hebben, nog latei' bij de raadsle den woaden bezorgd'. D© vorige vergadering vonden zij zelfs nog nieuwe stukken op hun plaats in de raadszaal. Daardoor woidt den leden de gelegenheid .ontnomen om zitih behoorlijk te oriênteieron, terwijl toch een deel van de verantwoordelijkheid voor het gemoemtébohecr op don raad rust. Daarom moet don raadsleden die gelegenheid wor den gegeven zich opi do hoogte te stellen Dat is ook in het belang der gemeente De ViöOTZitter vraagt, of hot gespïo- keno <lon wethouder van onderwijs ook aanleiding geeft iets te zeggen. De heer De Bruin kan niet helpien, dat de heer Koopmans bezwaar maakt togen de late indiening van deze voordracht, liet za.l aan den raad staan te baoordedlen, of ii'ij thans de benoeming wil doen; niet aan splr. Inderdaad is do voordracht laat afgekomen, maar daar zijn redenen voor. Kir was oorspronkelijk gedacht deze ver gaidcring de volgende week te houden en ten tweed© is de aanbeveling van het hoiofd der school eerst Woensdagmorgen bijt B, en. W. ingekomen. Dat hoofd kon ook al weer mot anders, want lilij moest eerst zijn inlichtingen binnen hebban, voor hij zijn aidVics kon uitbrengen. Als dja raad zegl: We doen hedenmid dag geen benoeming, dan zal splr. zich daialiibij hioeton neerleggen. Maar wel wil s'pir. liet nemen van een dei-gelijk besluit ontraden. De onderwijzer, die benoemdl zal wor den, is zeer waarschij'nlijifc thans verbon den aian oen andere school m hij zal, voor hij hier in functie kan treden, tocih eerst met een behoorlijken termijn zijn tegen woordige betrekking moeten opzeggen. Dit zal wel do laatste vergadering m deze maand zijn, zoodat, als tbans geen benoe ming geschiedt, do nieuwe functionaris ook niet zijn tegenwoordige betrekking voor 1 November ai.s. zal kunnen opzeggen met 't gevolg, dat li'ij ook weer 'u maand later hier zijn werk zal kunnen beginnen. Em dat is zeer Schadelijk voior het onderwijs, liet betreft d|o benoeming aan oen U. L. O. school met een ©xairoenklasse en hoe minder do leerlingen daarvan wonden. over geleverd aan tijdelijke hulp', des te beter. S'pr. kan niet ontkennen, dat do voor dracht laat is veizonden, maar stpu*. ge looft niet, dat zij één uur vroeger verzon den had kunnen worden en dat voin den raad het onmogelijke wordt verlangd. De hoer Km opi mans' bezwaar gaat niet speciaal togen dit punt, maar toevallig as het <leze voordracht, die het eerst aan de arde komt. I liet bezwaar, dat de benoeming niet meer in deze maand kan geschieden, als thans oen paar dagen en nachten had gevisoht. Hij kwam gisteravond in de herborg en hoorde die geschiedenis op Gallowstree Point. En toen hij een paar glazen op had, moot hij gezegd hebben, dat hij daar over wel wat kon vertollen en dat hij als de gelegenheid daar was, wel zou ver tellen. En verder niets." „Ben je bij hom geweest?" vroeg Clierry. „Vanmorgen op mijn ronde. Hij gaf toe, dat hij dat gezegd had en dat hij daar bij bleef. Tegenover mij wilde bij niets loslaten. De Londensclio politie moet ik hebben, zeido hij. Ik vertel niets aan nie mand, bebnjve aan do Londensclio politie. Breng dio maar hier, zei hij en ilï zal hom goede inlichtingen geven. Maar aan niemand anders!" Cherry sprong van zijh stoel op'. „Vooruit," zeide hij. „Waar woont die kerel (Wij troffen Tom Scripture aap, leunend over liet hek van zijn tuin, in Zondag- sclie Moeren, bezig zijn pijp te rokken. Hij was bet typo van een zeevarende mót een verweerd gezicht, moer geneigd tot zwijgen dan tot sprefcon en bij keek Clierry van top tot teen aam voor liij er toe kwam, iets to zeggen hij kon er eerst toe koanen om zijn momd to openen, toen Cherry zijn am)btska,art vertoonde, llij keek zijn drie bezoekers oen voor een aan. „Dat moot ik hebben, jongnionsch," zeide h.ijt „lij van Scotland Yard, voorzien van geloofsbrieven, zoöals ze dat noemen, want ik! vertol niets dan aan zoo iemand en aan niemand anders, want do Londensclio politie is om zon to zoggen heter in staal om zulke zaakjes op te knappen dan die dorpspel iiio dat is geen minachting voor jou, lioor Vdlor ,want je bont een beste zoo zwaarwichtig, want als de vergadering zocals oorspronkelijk lrcl plan bleek le zijn, de volgende week was gehouden, zou het lodh ook reeds November zijn geweest. De late verzending van deze voordracht is één van de punten, waartegen spr. bo zwaar heeft. Haar er is een algemeeno klaicJht tegen de liiec gevolgd© werkwijze De raadsleden krijgen oeu lawine van1 pa pieren thuis, speciaal één of twee dagen voor een raadsvergadering. En om na le denken o-ver een gewichtige beslissing, dio genomen moet woidan, is dan in vele ge vallen geen tijd meer. ook oen voorstel thuis gekregen om 148 woningen onbewoonbaar te verklaren. Wie van de raadsleden is overtuigd, dat die woningen alle moeten ontiuimd worden, behalve dan de leden die deel uitmaken van do Com missie voor don Worungdienst' Men kan in 't algemeen wel vertrouwen hebben in wat do eommissio's adriseeren, maar dat neemt niet weg, dat men tajh oolc wel gaarne zich met eigen oogoa overtuigt van lie noodzakelijkheid van een Voorgestel- den maatregel. Spr. wil er dia aandacht van B. en W. oip vestigen, dat de raaldl behoorlijk tij L moot hebben om de voorstellen, die hem worden voorgelegd, te overwogen Dinsdagavond ontvingen we de agenda, Woensdag en gis teren een aantal stukken en zelfs nu vindon we nog een paar stukjes op ouzo plaatsen klaar liggen! Diat is been manier om be hooilijfc zaken af te doen en spr. zou wenscjhen, dat daarin verandering werd ge- fa ra'dit. i De heer Collo wil het betoog van den hoer Koopmans onderschrijven. Dergelijke klachten, als nu door don heer Koopmans zijn geuit, hebben wo hier meermalen ge hoord, maar B. en W. schijnen zich daar van weinig aan te trekken. Het College be looft wel beterschap; als er ©ens is go- Maagd door |d(0 raadsleden, maar bet re sultaat isdat de toestand nog sleohtoi wordt, Spr. vreest, dat het nog zoo zal wonden, dat ;da raadsleden bericht zullen krijgen: er is een openbare vergadering en dat ze dan ter vergadering de stukken krij- gen. B. en W. wekken den indruk, dat zij den raad slechts ais oen foimoele instel ling beschouwen, die alleen inaar te be krachtigen hoeft, wat het College voorstelt. Maai' met een dergelijke opvatting van de laak van don raad is spr. het met eens. 'tIs hem heleend, dait meerdere randsteden er prcc-ios zoo overdenken als de hoer Koopmans en spr, Als er geen verandering ten goede komt, zal liet 't beste zijn, dat do raad maar eens door oen daad toon!, een dergelijtóo behandeling met Lunger te dulden, door alles, wat te laat is inge diend, aan. te houden. Die hoor llaogendam onderschrijft ii hoofdzaak de opmeikingen van do lieeren Koopmans en Collé. De voorstelling van don laatste, als zou de raad maar als oen farmeete instelling beschouwd worden, neemt spr. natuur lijili niet voor zijn rake mug. Do begroeting voor da Bedrijven, voor 1930 hebben de raadsleden pias Maandag j.l. gtikrogen en nu willen B. en W., dat, reeds ai.s. Maandag 18 October, liet reetie onderzoek zal plaats hebben. Die termijn is te Loit. Ooik spr. zou er prij^ op stollen do raadsstukken eender te omlvangen. Voor mensclien, die meea te doen hebben, is» het va,ah onmogelijk nauwkeurig kennis te nemen van hot toegozondene, Dodieer Sciheu rkoigel is het met die leden eens, die flen tij'd van voorbereiding voor de raadsVorgaldea'ing te kort nichten, 'tis b.v. niet mogelijk geweest naiiiwkeurig na te gaan, of het voorste! om 148 wo ningen onbewoonbaar te verklaren, in zijin geheel meet worden aangenomen, jfien; heeft do woningen nog niet kunlnan bezichtigen. Afgezien van de omst.mdiglie.id, dat de commissie heel goed werk heeft gelaon, willen toch do r.uidsleidea we! een en an der eens bekijken. De heer "Weerg an g is het er mee eens, dat den raadsleden lijd1 meet wordai ge geven, O'in de voorstellen, die gedaan wor den, goed onder de oogen te zien. Daarom sluit spr. zich bij' de vorige sprekens aan Die hear Fetter: Nu de heer Steens nog De heer Steens maak! een omtkennonde beweging en wijst op' den woordvoerder der soc-dom. fractie. De heer Din keiaar: Neen, daar zijn wij tc verstandig voor. Ecu persoonlijk feit. De hoor Collé vraagt liot woord, voor een peasoonhjk feit. De heer De Bruin: Jonge 11 De hoer Collé jirotesteort er legen, dat hier door con ltd der soc.-dem. fractie den inchuk wordt gowett, a'sof zijn parl'ij- genootcn ijveriger rdaclsledon zij'n dan de anderen, die over liet late verschijnen dier stukken hebben geldaagd' De groote fracitie's die vortcgonwooidigd zijn in allo of bij ra idle oonuniSöie's, moeten niet doen aHof hun leden zoo ijverig zijn. De loden der Ideine fractie's kunnen het veie werk niet onderling verdeden en moeten z.Cili meestal persoonlijk van alles op de hoogte trachten te stellen. Sp'r. zou willen zien, wait <1© heer Duikelaar er van iorociht bracht, als bij mot oen of twee puirtijgonooten ia den raad zat! De lieer D B r u i 11 (spottend lot den hoor Dinkelaar)Vraag het voord A'oor een peiso'onlijk feit'! Die Vo'Ovzitler: De onlstoniming bij sommige leden schijnt zoo groot le rijn, dat een opmerking als korstwijl bedoelt, als een persoonlijk feit wordt opgevat. Als de heer Collé een beetje gekalmeerd zal zijn, zal hij zelf wel inzien, 'dat het met erg be doeld was. i De heer Dinkelaar: Ocih, 'tis maar een beetje gemaakt bij hem Ervaringen van den voorzitter. De Voorzitter: Het woord was aan den Voorzitter! J De kwalificatie: een persoonlijk: feit, ging wat te ver! i Spr. is 15 jaren lid geweest van don Rotteidamsclien raad en woel uit erva ing, dat niets raadsleden zoo prikkelt ids het cp koilen termijn ontvangen van de offi- cicolo stukken. Sipr. kan zich dat gevoel in denken en hij' hoeft hot zelf ook wel eens gehuid. Maar ook in Rotterdam wond, als er dienaangaande opmerkingen werden ge maakt, do verzekering gegeven, dat B en W-. van goeder: wille waren. En hetzelfde kan van dit College gezegd worden: Ook dit college is van gooien wille! A's men iu aanmerking neemt, o\er hoeveel schijven een siuk loopt, voor het b)ji de raals'.oden ainveert, dan kan man de verzekering ge ven, dat hot ook m de toekomst nog wel eens zal voorkomen, dat iets te laat bij de leden komt. Maar spr. hoopt, dat het go lukken zal m overleg met den secre taris en de wethouders dat klachten die niet ongegrond zjn, tot een minimum blijven beperkt Niet gewaardeerde toezeggingen, De haar Collé lieefl dus thans weer een belofte! i De hoer Collé: Die hebben we al zoo^ veel goliaid! Dxo neem ik toch niet meer se rieus opi i De ViO orz i 11 er: Dat is u veirplidit! Sipr. voort van de agenda af punt 7, het voorstel om 148 woningen oinbewooin- bnar te verklaren. Spr. is het er mee eens, dat dit voorstel don leden wel wat laat heeft bereikt. 1 i (Blijken van ontstemming b'ij de sod- demooraten). De hear v. fl. II oolc: Voort u namens B. en \V. dat vooratel van de agenda af? keiel. Nou dan, laatstleden NVoensdagmor- gon, voor zonsopgimg, ging ik er pret mijn boot op uit, naar de banken, om daar een paar dagen te visschen en toen ik den inham uitzeil, zio ik iets, waaraan ik niet gewoon was wat bijzonders. En dat was een vent, dia net zoo stil stond als eon beeld daar o_p do rotsen van Fd- man's End." „Hoe ver was u daar vandaan?" vroeg Cherry. „Zoowat oen mijl. Maar ik heb een boste kijker, die kocht ik voor een prikje, een paai' jaar golodon, op do kaaii in Kings- havcn. Ik zet" dat ding voor m'n oogen én ik zie ham lied goed een zware, flinke vent, in een donker pak. Hij stond daar rond to kijken; toon ging ie van de rotsen af en liep heen en weer. En wat zio ik toen - er lag oen boot op liet strand, een vijftig moler van do rot sen. Dat liob ik nou zoa vroe" op den dag nog nooit gezien daar bij 1' ïlman's End, een vreemde snuiter, eu een boot. Nou, ik deed een heilige eeder op, dat die snuiter niet veel goeds voor had. Vat luid lnj daar te doen?" „Deed u niets hoeft u liem niet toegeroepen oif zoo iets?" vroeg Clierry. „Neon, mijnheer. Ik en mijn zoon, jonge Tom, wij zagen hem en do hopt, wij keken nog eens rand en toen gingen we aan ons eigen werk. Maar dio vont daar dat liab ik niot vertrouwd. "Wat moest die daar, da,t vraag ik-jullie?" Cherry zeido dat hij. daa.ro.yor eens ern stig zou nadenkou en daarna gingein wij' op wag naar huis, opi zijn belofte te vervullen, dat ,hij mij gezond en wol zou terug brengen. Hij was zeer onder den indruk van Scripture's verhaal. „Ben',' zeido hij. „Dat moot alweer je oom zijn geweest. En dat is geweest, Loeni lnj stilletjes uit jullie huis is geslopen. Er zit iots duivels gehcimzinmïgs in hetgeen Scripture verteld lieoft. Wat is er mot die boot?" Hoofdstuk XI. IIet vischmandj e. Ondanks al mijn ondervindingen van do laateto dagen kon ik nag niet dadelijk hot werken van oen deboottove-broin volgen en toon Cherry die vraag deed, kook ik hem verbaasd aan. „Do boot? IWaarom? Wat is er met die boat?" „Er is maar sprake van één boot. Do boot, dio Tom Scripture op het strand hij Éilman's End zag. Hij zag daar een hoot en een man. Nu veronderstellen wij ik doe hot tenminste dat die nuui jo oom is geweest. ïtó donk, dat hij naar Filman's End ging met een bepaald doel op dien Dinsdagnacht eigenlijk Woens dagmorgon vroeg. Ilijl gooide zijn cognac- llcsck weg daar in die grot. Ja ik bon z.eker, dat oa.n losophi do man was, dio Tom Scripture door zijn kijker zag. En als hij. dat geweest is hoe kroog hij1 dan die boot daar?" „llc kan li niot volgen, ik begrijp niet wat u bed ooit!" „Begrijp jo niet, waarom hij? daar een boot moest hebben?" merkte hij lachend op. „Ga mot je gedachten terug naar het geen wij zagen, toon wij daa,t'hoen gingen met! Voller on dien jongen en dat meisje. Vijl zagen voetsporen in het zand, op het gladde, niot betreden strand boven do Koog- waterlijn en dio voetsporen leidden van af do grot naar hot strand bij die hoogwater- lijn das naar do plaats waar bet zand met langer droog is. maar vocliitig door het geregeld bespoelen ran hot water. Vanaf do grot, herinner jo dat good! Maar niets naar do grot. Veronderstel nu, dat j noan dien morgen temand's bout liad re- mon er zijn er genoog, zooals je ziet en daarmede rond Filman's End was geroeid en zijn boot op hot strand goliaald, toen hij naar do grat ging. dan moesten toch voetsporen zijn over het zand naar do grot. Dio waren cr niet. En dat brengt mij? er toe en dat héb ik al lang gedacht. Juist dat!" „En wat is dat?" „Dat, toen Kreviu jullie huis verliet, liij naar Filman's End ging voor oen te voren gomaakte afspraak. Een pasklaar gemaakt plan. Er kwam iemand om hom daar te ontmoeten. met een boot. Wiio was dat?" „Tom Scripture sprak er niet van, dat hij iemand in of bij' de boot z,ag," zeide ik. „Als or iemancl opdracht had..." „Scripture hoeft hem wellicht niet ge zien blijkbaar heeft hij bon, niet ge zien. Die man kan in de boet hebben zitten wachten tot Krovin kwam mogelijk lioeft hij ook onder in de boot liggen sla pen. Maar zoo' stel ik mij dat voor iemand bracht dien morgen een boot naar Filman's End en nam oo-ni Joseph mede en die persoon moet iemand uit deze streek gowecst zijn. Dat is duidelijk ou weer zog ik wio was dat?" „Stel eotis, dat do boot van een schip kwam," zeido ik. (Wordt vervolgd). DER -®-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9