De Prinses en de Page
Karei kwam binnen en <d« groep jongens ging
uiteen om gwn achterdocht It* wekken.
Juist kwam "t bevel van meneer, «lal tie jongens
hun theinaxcbr ftcn moesten geven. Karei schrok
er van, want 't kwam onverwacht, gfwöonlijh mees
t<m ze 'tfass om twaalf uur geven en - hij had
zijn werf: piel af, nog enkele zinnen, <1 ie |i>} niet
west, moesten ingevuld worden ttij ktrl thl in
't vrije kwartier Willen doen. tlauw ging hij weef
naar Meeker en fluisterde hem lo>,.gauw zog
geef me dadelijk 't schrift terug, ik heb 't mm lig".
Blocker zoriitj met wn vrbaas I: „moet je 'tim
al weer hebU-n?" 'I schrift op en gaf liet Ka,rel.
Jaap en z'n vrienden hadden 'tallo' ge/.ien
ito* Karei schrok, toen hij Uo <r U>. dat <1* thetna.-
M.iirifteu ingeleverd niooslea worden e,.i ho hij
dadelijk daarop int de klasse ging. Ze ïws'iispn
natuurlijk, dat liij 't schrift bij Hh-.-kvr ging haten en
la< hten er stiekem om, lat hij met ten oul s dm ft
terug zon komen.
t Verwonderde Kajvl wel. dat Jaap zoo'n pret
bat met de jongens, toen hij terugkwam, ttij ver-
W3* htt" hein druk zoekende te vuiden, rnnar <Lut
deel hij ui 't gtdwsel niet. Karei zat vooraan, dus
vlak hij meneer. 11ij had "Lsehnft van Jaap ge
sloten voor zich en zijn eigen schrift lag o;**n
Juist bail hij zi;a jen genomen en wilde hij !-•
ginnen met vergelijken in Jaaji's schrift toon ïne-
neer toevallig keek naar hetgeen hij de.sl en plot
seling vroeg:
„llê van Sr houwen, moot je nu nog aan je
thema's werken? En wat be luidt dat schrift?
l.aat me eens even kijken". En meneer zag, nat het
Jaxtj.'s schrift was.
„Zoo je wou dus gaan over.-eJarijvm", zei
Irij ernstig.
„Enkele zinnen inaar. die ik ni«*t ken, antwoordde
Kar- l met ren henamvd gezicht.
„Van Dam, waarom gaf jij je schrift niet da
delijk aan mij?" vroeg meneer streng.
„U lieht mijn thema-sclir.ft al", zei Jaap niet
na- Iruk.
Meneer wist niet, wat hij golooven luwt, want
<K> cene jongen >j rak den ander togen en voor hei
den harl hij roden om te geloaven dat zo waarheid
spraken.
Knrrd g.tf door z'n angst g ge/icht odder wel
.het vermoeden, 'lat hij werkelijk van plan was te
gaan ovejSa hrijven. 't Srdir.ft van Jaap, dat da ir
op zijn batik lag, bmv'0"s, laf ook, vond memer,
maar 't na i nikkel ijk verklaren vin Jaap met zoO'n
be-did gezicht bracht meneer weer in twijfel.
„Meneer ging 't stapeltje schriften nakijken rei
Vond at hr*el gauw Jaap's schrift.
Karei en meneer begrepen er iwi niets meer van.
Vooral Karei wist niet, wat hij zag. 11ij wist zeer,
dat hij in «V tram Jaap's schrift hul me*-gen omen.
f«HU vroeg meneer: Wat is «lal dan voor een
schrift, van Mom?"
„Een oud thema-schrift meneer", rlej» Jaap da
delijk.
Alle jongens, die iets van "t complot wisten,
begonnen zachtjes te lachen. En Karei keek *er--t
stom verhaa-d, maar tm-ri weal hij rooi van kwaad-
lurid. Dus Meeker had he.n to.sh verra ten. Daar
VAAi hij plezier van beleven.
Meneer vroeg ni»«l verb** tot Hand's gei uk.
Anders was z'n nederlaag hcvlemual u.tgekomen
en niereer begreep nu W'-l, dut da joug \is mts
oiUcr elkander balden udgmuenl.
Zomier i't.s te zeggen, met eM hoos geheid,
gaf Karei nu "toudo s-luift aan Jaap terug.
,-Je mag 't anderi wvl honden, hoor", zei Jaap
lachend.
Karei kon z'n nieuwsgierigheid niet bedwingen
rum i,> waden tt* komen, hot* Jaap zju s#ht<ft. hal
loruggekregen, Daarom VPoeg hij - „Heef! Itleckcr...'
„O nee", antwoordde Jaap da lelijk. „Ülcekec
heeft totaal niets gezegd hoor. 'k Heb het zelf
uitgevonden, je ziet, ik kan tooveren".
Dj dikke van (lent stond er hij le lachen
en zei
,,Je vlieger is niet opgegaan, va." Schouwen,
't Is je geraden, niet wier zoo,ets te probeeren.
Klant d gelukt je to b niet en -- je sla it er zelf
een gek ftguur mee".
Karei bromde ids rmverdaanlnars, ging naar
z'n j laats en wist wel, dat lij voore \st met meer
zoo'n [dan zou uitdenken, Want niet a'leen had
hij zijn dod m'et bereikt en was hj ui!g>\a"!io.i,
(maar na al dit gehanvwar was het tij 1 on te be
ginnen en mo-st ljij zij-i schrift geven, zon tec d i.t
thema's klaar waren, 'ttievolg w,i| dal hij
alles kon overmaken. J. (1, li.
Naar liet Engelscli van E. 1>YKE.
Vrij bewerkt door
C. E. DE DILLE IK Ki EK WAAI! IX
„Zijn we er gauw?" vro*g een fijn kin lerstem-
metje. Het kwam uit een rijtuig dat re*d> u||»igo
uren door een «v>ntonige, eau/ame streek gerv-
den hal. 1
„Neen, Prinses", antwoordde de gouvernante van
loet kind. „Wij hebben nog een heel eind af t«#
leggen".
„Moeten wij den na» ht nog door:eiz.en
„Ja, wij moeten zoo snel mogelijk reizen orn
uw ouders niet ongerust te maken".
„O, Donna Ina. !k ben hang 's nachts te reizen.
Het wordt ma al donker. L ik Bp zooveel
veil'alen van roovers gehoord".
„Me moeten niet alles £e]ooveu, wat we homeii
Zei <le gouvernante.
Maar Donna Ina was zelf zenuwachtig, want
zdj. ovist, dat Calabrji' (in die Sagen) me: tot de vei
ligste landen behoorde.
frins en prinses t'orviani lieten hun dodder jus,
dat eenigen tijd elders vertoefd had, hij zich komen.
IV I'rmses was ziek en verlangde erg naar I,t>
ii'iiza. Hoewel zij m haar gemaal gehoor I hul Kn
van roovers, die de strivk onveilig maakte.i, had
den zij er toch geen oogmibltk aan gelwij1 Vul, of
'te ruiters, die de koets zou leu ve.rge/etleii, wel
sh-rk en dapper genoeg zoudnt zijn om hun doeh-
tettje te be.-viieniicn. l>o friss zili haar /elf go-
luutld tiehbeii, als hij zijn zieko gemalin alow*
had kunnen laten.
Dehalve I.orenza en haar goavernante waavt
er nog i.vis» personen in hel r.jtuig de oude,
g< trouwe hofmeester, fahio, en de negenjarigo
j-age. Otto. De jongen was even blond als z.j>n
meesteresje. Hij hield lusd v1 van de l'rinsoi eu
lunar oudëis, want «l'> 1 latsies had lei hein. een
wees ,in uhetot genomen en alt jd ze -r vri eule ijk
l«'ji*s***inJ. ii'.j zou «hui ook voor het {Vinp»,«i
door het vuur hmpeu,
Dniier het rijden trachtte hij tiaar wat te
vrmdcVn, door lunar a'Jerieï grapjvige verhaen
te vertellen. 1